13 april – Wat ben ik blij om de grootstad te verlaten. Niet dat Reims geen mooie stad is, wel dat ik verlang naar de rust van de natuur. Het is een hele opluchting deze terug te mogen ervaren. Ik zit hier tenmidden de Champagne streek en dit kan ik ten volle ervaren.  Neen neen, niet met een glaasje, wel met de wijnranken dichtbij te mogen zien. De natuur begint zich goed te ontplooien.  De pril groene tinten hebben een breed kleuren palet. Op vele plaatsen staat de blauwe regen, seringen al in volle bloei. Wanneer de geur van de seringen naar me toe komt denk ik aan fris-wit bedlinnen. In het eerste dorpje op de weg hoor ik de klokken van de kerk. Mensen komen naar buiten met een palmtak in de hand. Een vrouw komt naar me toe en schenkt me drie trosjes gewijde palm. Ik verdeel de trosjes tussen ons drietjes.  Palmzondag. Een andere vrouw vraagt of we alles hebben wat we nodig hebben. Fijn om attentvolle mensen te mogen ontmoeten, hartverwarmend. Na het dorp terug de bossen in. Met wat meer kilometers in de benen komen we aan in Hautevilllers. Een heel mooi dorp met traditionele huizen en de ene Champagne bar na de andere. Na een onverwacht afscheid van Anja en Wanda, kom ik uiteindelijk bij Leone terecht een hoogbejaarde vrouw.