3 mei – Een wagen komt langs de camping rijden. 6u30 ik word wakker. Mijn slaapzak voelt vochtig. Mijn was die ik gisteren avond een wasbeurt gaf is nog nat.
Ik waag me erop om geen regencap te gebruiken zodat ik mijn was aan mijn rugzak kan bevestigen met luierspelden. Kousen, onderbroeken, washand en handdoek. Een wandelende waslijn. Via aardewegen verlaat ik het dorp Le Veurdre. Door de regen van de laatste dagen en het hoge gras tot op kniehoogte, worden mijn voeten klets nat. Le ruisseau de l’épine is uit zijn oevers getreden. Ik zal me alvast niet laten prikken en keer terug om een andere weg te wandelen. Rond de middag kom ik aan in Lurcy-Lévis. Een bank, naar de kapper, een overheerlijke pizza om terug op krachten te komen. Ondertussen zit mijn was die ik ’s morgens aan mijn rugzak heb gehangen in de droogkas bij de kapster. Ik ben haar dankbaar. Nadien wandel ik nog een goed stuk door tot in Ainay-le-Château. 36km in de benen. Gezwollen tenen, pijnlijke voeten, een ontvangst van jewelste in ‘Le Refuge van Ainay-le-Château. Een douche, een bed, een heerlijke maaltijd met kip, bulgur, qiunoa, courgette en curry. Eens wat anders dan een pasta.
Een pad met vaak verrassende ontmoetingen, gebeurtenissen en ervaringen. Tot zover alvast genoten van de dagelijkse wetenswaardigheden op weg naar SDC. We krijgen alvast ook de kriebels om ooit op weg te gaan. Misschien zelfs vroeger dan we hebben gepland.
Joris als de weg roept. Kan ik maar één iets zeggen, doen zonder twijfel. Gr. Jasmine