15 mei – Nog voor ik Limoges verlaat ga ik eerst nog op zoek naar nieuwe kousen. Een paar kousen zijn tot op de draad versleten. Goede degelijke kousen vinden in steden is niet vanzelfsprekend. Gelukkig vind ik er waar een beetje Merinowol in vermengd is. Vertrekkensklaar.
Pas om twaalf uur verlaat ik Limoges in de hoop ik op de goede weg ben. Een grootstad binnen komen doe je meestal met de Sint Jakobsschelp op de grond die je de weg wijst naar de Kathedraal of Basilique. Eenmaal buiten de kathedraal is een andere zaak en zijn de schelpen niet meer zichtbaar. Ik verlaat dan maar Limoges via de nationale richting Périgueux. Na zes kilometer verlaat ik de nationale en steek ik een brug over. Ik ga hulp vragen in een school. Computer open en al heel snel wist ik dat mijn weg ok is. Nog eerst krijg een potje koffie aangeboden en gebruik ik even hun toilet. Nu nog terug de schelp (kenteken) mogen ontmoeten. En ja, drie kilometer voor Flavignac ben ik terug op de Camino. De laatste kilometers zijn zwaar en blijven maar stijgen. Aangekomen zoek ik heel snel een bar, ik plof me neer ” Bonjour, un Panach svp”. Amai dat is lang geleden.