Hartelijkheid

Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay

Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay

14 april 2015 – De laatste dag richting Vézelay.  Even checken in de ruimte dat ik niets vergeten ben. De fietszakken vullen en om acht uur ben ik klaar om mijn eerste kilometers te trappen.  Om de vele hellingen te vermijden tijdens deze zonnige dag kies ik voor het kanaal Nivernois. Prachtig. De ene na de andere reiger. De mooie dorpjes volgen elkaar op. Ik verlaat het kanaal voor terug een paar stevige hellingen.  Het is zweten.  Ik verlang zo naar mijn aankomst dat ik vergeet te eten. Aan het einde van een dorpje, een stenen tafel. Honger! Brood, geitenkaas.  Aan mijn voeten talrijke madeliefjes. ‘Je t’aime, un peut, beaucoup, profondement, a la folie’. Een glimlach,  een traan. Citroengele vlinders fladderen heen en weer.  De bosanemonen staan freel en toch met veel kracht gericht naar de zon. Door het park du Morvan. Ik voel mijn borstkas die breder wordt,  ik voel openheid.  Een diepe ademhaling. Ik voel leven. Ik voel liefde. Het laatste stuk wandel ik verder te voet tot aan de croix Saint -Bernard.  Rechts een buizerd. Ok, ik heb je begrepen. Ik volg die richting.  Een mooie kapel. Nog een duwtje en ik ben er. Na een hevige stijging sta ik voor de Basiliek Saint-Marie-Madeleine van Vézelay. Ik ben blij hier terug te mogen zijn op deze vredige plaats. Een plaats en een weg die ik in mijn hart mag dragen.  Ik wens jullie allen veel Hartelijkheid op jullie weg.

Saint Franciscus

Meidoorn

Meidoorn

Meidoorn

13 april 2015 – Witte bonen als  ontbijt. 🙂
Op ‘la petite Vienne’ (een wandel en fiets weg om Troyes rustig te verlaten), op een bankje, Joce.
Joce is de vrouw die me vorig op Pasen uitnodigde aan tafel om in familie het Paasmaal te delen.
We zitten wat bij te praten, na een korte pauze rij ik verder. Het is warm. Af en toe hoor en zie ik roofvogels. Telkens voel ik een blijheid wanneer ik ze zie.
De bloeiende meidoorns vormen lange natuurlijke hagen langs de weg. De meidoorn dankt de zon door op haar beurt haar frisse geur vrij te laten in de natuur. Ik rij Sommeval uit. Een lange weg die op en neer gaat. Ik waag me op de roetsjbaan.  Mijn handen stevig op mijn stuur. Mijn benen gestrekt en voeten van de pedalen, laat ik me de ene helling na de andere af glijden. De wind blaast langs mijn oren. Het is genieten.
Ik denk aan de vele afdalingen die ik al nam. Hi, het kan niet anders ik daal ook de kaart af 😉 , vandaag richting Chablis. De refuge, ik klop aan. Een pelgrim doet open, Gertjan. De hospitaliére is nergens te vinden. Een verfrissende douche.  Een visgerecht om de vingers af te likken in ‘Le bistrot des grands crus’ au prix des petits 😉 . Wanneer ik terug wandel naar de refuge met Gertjan staan we plots voor een gesloten deur. Een onaangename ontvangst, door een wantrouwen van een hospitaliére. Ik laat het niet aan mijn hart komen en ga een goede nachtrust tegemoet.

Refuge - Chablis

Refuge – Chablis

Delen

Montmort-Lucy

Montmort-Lucy

12 april 2015 – Een mooi ochtendtapijt zweeft over het landschap. Het is rustig. Naar de bakker. De vogels kondigen een mooie lentedag aan. Frisse geuren komen me tegemoet. Door een weg onderbreking rij ik de verkeerde kant op. 6km verder, een man op een bank. Klein, rond gezicht, dikke baard en lachende ogen. Het uitzicht van een kabouter. Kijkt me aan en kijkt dwars door me heen. Hij kan me niet helpen. ‘ Mieux vaut se perdre, que perdre la memoire’, vertelt de man. Ik rij verder een cirkel rond. Doorheen mooie dorpen.  Op de baan steek ik af en toe 3 fietsers voorbij. Een moeder en haar 3 kinderen.  De laatste keer hadden ze al 30 km in de benen…en nadien rijden ze deze nog terug. Petje af voor die kinderen die op een veel te kleine fiets rijden. In Sézanne, een potje koffie onder een nog niet bloeiende kastanje boom. In de namiddag rij ik langs het kanaal. Wandelaars en fietsers genieten van hun zondagsrust. Een man is aan het vissen. Ik wens hem een goede visvangst. ‘Ah non, un mot a cinq lettres’, roept de man me toe. ‘Oh pardon, en ik roep het woord uit. De hoge siergrassen staan te dansen in een zacht ritme van links naar rechts. De vlinders fladderen op en neer. Na een lange tijd voel ik dat ik al dit moois graag wil delen. Iemand aan mijn zijde. De tijd is rijp om de weg samen te delen. Met 93 km in de benen geniet ik van een avondwandeling in Troyes.

Laines-aux-Bois

Laines-aux-Bois

Even terug…

Chavot-Courcourt

Chavot-Courcourt

11 april 2015 – Mijn wekker,  oeps! Het gebed, oeps! Ik hoor de klokken. Roepen de zusters Clarissen naar het gebed. Ik heb me overslapen. ‘Oh, c’est parce que vous l’avez besoin’, antwoord een zuster. Buiten is het grijs, wind en regen. Ik spreek mezelf moed in. Hups, richting Montmort. De wind blaast zo hard dat ik bij een afdaling in het midden van de weg kom. Een afdaling van 6% bij nat weer voelt niet veilig. Hautevillers.  In de bar. Een koffie.  Naast mij een nederlandstalige vrouw en haar man. We stellen ons voor. Het koppel woont op een straat verder dan mijn geboorte plaats. We praten over de lagere school. De veranderingen. Over Gent. Mijn telefoon. Een sms, mijn moeder.  Hmm, net nu. We nemen terug afscheid en wensen elkander een goede reis. Mijn fiets. Mijn lichaam voelt moe. Mijn kracht is op een laag pitje. Ik ga even terug met mijn denken in de tijd. Ik voel kwaadheid, verdriet.  Ik weiger de kwaadheid in mijn lichaam te steken. Geen geduw, geen gesleur op de fiets. Ik stop. Adem diep in en uit en laad even mijn stembanden trillen. Oefff…Mijn geheugen,  mijn denken,  vragen  rust. En alleen ik ben hiervoor verantwoordelijk,  tijd om dit te veranderen.  Montmort en na een vermoeiende weg stop ik hier en kom ik terecht bij Michelle een vrouw van 78jaar. Ik help haar wat in de keuken en eindigen samen voor het tv.

Montmort-Lucy

Traumeel

Hospitalière Mm. Agnes

Hospitalière Mm. Agnes

10 april 2015 – Na een ontbijt met een heerlijke sinaas/pompoen konfituur, vertrek ik met een pelgrim richting de apotheek om Traumeel. Jammer genoeg in Frankrijk niet te verkrijgen. Ik geef haar mijn tube Traumeel en het halve doosje tabletten. Het zou fijn zijn voor te mogen aankomen op haar eindbestemming. Ik vertrouw de weg dat ik deze niet nodig zal hebben. We geven elkander een stevig knuffel. Onze wegen scheiden.  Een vrouw loopt over de weg. Haar lichaamsbouw is voor mij kenbaar. Ik ga naar haar toe.  Idd. de vrouw waar ik vorig jaar in haar huis mocht slapen in Thin le moutier. Kort na mijn vertrek stierf haar man. We zeggen elkander een goede dag. 20 min. Nadien trotseer ik wat stevige hellingen. Af en toe een fiks gevloek. Ik permiteer me dit als uitlaatklep 😉  .
Af en toe mag ik wat bloeiende bloemen zien in de gracht. De forsythia staat er terug stevig bij. De koolzaad velden laten op zich wachten. In Wasigny, een rustpauze onder de XV eeuwse Halle. Een fijn briesje is aanwezig. Een sluier van wolken komt voor de zon. In de vooravond sta ik voor de lachende engel van de Kathedraal van Reims. Ik heb geen zin in een luidruchtige CSI voor de nacht en kies om verder te rijden tot in Cortmontreuil voor een overnachting bij de zusters Clarissen.

Kathedraal van Reims

Kathedraal van Reims

Rocroi

Ham-s-Meuse

Ham-s-Meuse

9 april 2015 – Na een gezellige ontbijt samen met Michèle en Gerard verlaat ik Chooz in een dikke mist. De natuur ontwaakt heel langzaam en de mist trekt stilletjes weg. Na Fumay verlaat ik de Meuse richting Rocroi. Een hevige klim. Het water maakt plaats voor de bossen. Ik hoor Michèle nog zeggen ‘Rocroi of Charleville, maakt geen verschil. Voor beiden moet je een plateau over’. Ik sus mezelf door te zeggen dat dit een goede voorbereiding is voor de eventuele Pyreneeën.  Een hevige klim. Het is fysiek zwaar en met zachtheid probeer ik mezelf deze zware etappes door te brengen. Rond 18u30 kom ik aan in Signy l’Abbaye waar ik nog een onderdak aangeboden krijg bij Mevr. Agnes.

La Meuse

La Meuse

Rosière

Rosière

8  april 2015 – Aan de ontbijt tafel. Een telefoon rinkelt. Père Bruno kijkt af en toe in het rond met zijn hoofd gericht naar het plafond. Zijn handen zijn opzoek. De telefoon. Tevergeefs, onder zijn kleed is het moeilijk te vinden. Na een stevige babbel met een leerkracht die in de abdij komt herbronnen zet ik mijn weg verder richting de Franse grens. Ik voel dat ik me wat meer kan ontspannen.  Langs de Maas staat een vrouw ‘Rosière’ genaamd brood te geven aan de eenden en vissen. Haar accent verraad haar herkomst. (Ze draait haar r zoals ik deze gebruik in de franse taal rrrrr…). Voor Givet verlaat ik de Maas  voor een fietspad tussen hagen. Zonder ik het weet ben ik de grens overgereden. In de zon geniet ik van een picknick en een rustpauze in Givet. Met een leeg hoofd rij ik verlangend verder de laatste kilometers tot in Chooz waar Michèle en Gerard me opwachten. Een warme thuis met lieve mensen waar ik vorig jaar onderdak heb gevonden na een zware dag stappen.

Freÿr

Freÿr

Leffe

Abdij Maredsous

Abdij Maredsous

7 april – 5u30 mijn wekker gaat af.  Na een half uur stap ik met Brigitte de deur uit. Vorst, ik kleed me goed aan.  Het is nog donker, het dorp slaapt nog. Ik geniet van de stilte. Ik voel dat ik nog niet volledig één ben met de weg. Voor Charleroi rij ik terug een weg langs het water. De wegen rond een groot stad zijn niet altijd het mooiste. Zwerfvuil, afschuwelijke slecht onderhouden fabrieksterreinen, onaangename geuren. Ik laat het voor wat het is en geniet van de andere kant, het water.  Na Charleroi geniet ik van een fietsvriendelijke weg (Ravel- genaamd). Af en toe verlaat ik deze voor een dorpje. Een rustpauze en bezoek aan de Abdij van Maredsous. De zon brengt warmte. Terug de fiets op richting het Abdij van Leffe ( hmm, neeneen. Ik drink niet 😉 ) In Anhee kom ik langs de Maas. Aan de andere kant herken ik een huis waar ik Geoffroy vorig jaar heb ontmoet (Pomme de Geoffroy). Een kilometer verder steek ik de Meuse over. Ik twijfel. Ik volg mijn gevoel en ga een 1 km terug om even een goede dag te zeggen.  Een fijn weerzien.  Na een limonade, een babbel rij ik tot het Abdij van Leffe waar Père Bruno me met open armen ontvangt. Na de vespers, een avondmaal met 6 studenten ga ik mijn tweede nacht in op een serene plaats.

Abdij van Leffe

Abdij van Leffe

Speelvogel

pélerins

6 april 2015 – Tussen twee opleidingsmodules neem ik terug de weg van Compostela.  Heen en terug Vézelay.  Eigenlijk was het voorzien om te voet heen/terug Reims te wandelen. Dankzij de nieuwe eigenaar van mijn plooifiets (lees ‘gestolen) werd een andere fiets noodzakelijk. Net voor de winkel stond een fiets. Een groepje kinderen van 5 jaar wandelde er langs. De fiets viel. De leerkracht bleef een woorden vloed van mistevredenheid aan het adres van een kleuter sturen. Zonder woorden stapte ik naar de fiets, zet mijn tas op de grond, neemt de fiets vast en plaatst hem terug. Ik neem mijn gerief terug. Draai me om, kijk naar de kleuter. We kijken elkander aan. Ik trek een knipoog met een glimlach. Zijn gezichtje veranderd. Ik stap verder. Boven in de lucht, een roofvogel. Het is ok en voelde dat het juist was. In 10 min. kocht ik mijn fiets. Reims werd Vézelay,  te voet werd per fiets. De buizerd was ooit het begin verhaal van de weg naar Compostela.  Hij is er terug. Vézelay ik heb het je beloofd. Ik kom eraan.
Met regen start ik mijn tocht, pas rond 16u30 klaart het op.  De zon komt stilletjes aan te voorschijn, het voelt goed. Oef. Was het eventjes kwijt, het zonnetje in mij. Ik blijf langs het water rijden tot ter hoogte van Seneffe. Het eerste dorpje Manage. Een vrouw veegt haar stoep. Ik spreek haar aan en binnen de 10 min. staat mijn fiets in het salon van Brigitte waar ik in de zetel zal overnachten naast de fiets. De avond eindigt met een babbel en een Paasmaandag maal. Vandaag zag ik het woord ‘speelvogel’, waar is deze gebleven. Waar verstop je je? Met deze gedachte probeer ik contact te maken met mijn hart en val in slaap.