
De wind blaast hard in het rond. Tussen kleine buien heen maai ik het gras af om dan nadien met de bosmaaier doorheen de tuin te wandelen. Een emmer vol noten staat te wachten om gekraakt te worden, maar eerst wat drogen. Ik vul een mand met wat hout om straks de kachel aan te steken.
Wanneer ik naar binnen stap zie ik de warme gloed van de avondzon op de witte muur, een schouwspel van dansende bladeren en takken is zichtbaar. De schoonheid van het schouwspel raakt me, zachtheid, tederheid, liefde…. een traan komt vrij.
‘Wat zal ik dit missen, wat zal ik deze plaats missen. Jasmine laat dit gemis maar toe. Dit mag er zijn’, gaat er door mijn hoofd.
Toen ik op een avond in augustus via WhatsApp te lezen kreeg dat ik 4 maand de tijd had om het huis te verlaten. Dacht ik even dat ik verkeerd las. Ik wreef in mijn ogen alsof ik dacht dat het niet reëel was. Tot de tekst letterlijk bij me binnenkwam. Het voelde aan als een shock. De tranen stonden me nauw nabij. Ik kom ze echter niet de vrijheid geven, naast mij lagen mensen reeds te slapen.
’s Morgens bij het opstaan werd mij gevraagd heb je goed geslapen?
Toen ik hen vertelde dat ik onrustig had geslapen en de boodschap met hen deelde. Zag ik een groep mensen die elkander aankeken. Het was een algemene stilte. Tot iemand de draad terug oppikte over zelfgemaakte confituur.
Ik werd gewaar dat ik er alleen zat, geen verbondenheid was voelbaar aan tafel.
Op dit moment kon ik niet reageren.
In de morgen toen we aan het stappen waren kwam een gesprek op hang onder vrouwen. We hadden het over macht, machtsmisbruik, patriarch, grensoverschrijdend gedrag. En toen kwam het voorbeeld van het waarom dat ik het huisje moest verlaten. Er kwam een reactie en ik begrijp ook vanwaar ze kwam “oh, weet je er staat wel iets mooiers op je te wachten”, zei iemand me. “Weet je, ik begrijp wat je zegt en diep van binnen en uit ervaring kan ik je hierin bevestigen en volgen. Er komen zaken op ons pad om verder te groeien en ik geloof dat alles ook wel een reden heeft. En wat ook is dat er vaak veel te snel zo een zin gebruikt wordt een vervelende situatie niet onder ogen te moeten zien, weg te lopen van iets die vervelend is en dit verwijderd mensen van elkaar. Alleen in het Nu is dit gebeuren aanwezig, is het een realiteit en maakt het me verdrietig en wens ik dit onder ogen te zien. Heb ik nood aan steun, een schouder om op te huilen. “
Tot vandaag kon ik mijn verdriet niet toelaten omdat de situaties voor mij niet veilig voelden. En in die situaties leerde ik overeind te blijven en het vanuit een positieve kant te zien net zoals de zin ‘er komt wel iets beters’ en dan hoor ik mezelf nog zeggen ‘och, ik heb hierdoor ingezien dat als ik nu verhuis er meer tijd zal zijn voor dingen die ik graag zou willen doen en mijn creativiteit op een andere manier inzetten. Alt blokfluit spelen, tekenen en andere creative bezigheden. Ipv een dak te repareren, een muur te voegen voor een ander. Ik zal het nu voor mezelf doen ipv aan ander. ‘ En toch deed ik het voor mezelf, ik creëerde een warm nest.
Ik was mezelf aan het sussen.
Sedert ik terug ben, ben ik in een vorm van een leegte terecht gekomen. Een leegte die ik ken doorheen mijn leven… Verloren wortels. Alsof ik hierbij bestaansrecht verlies. Niet welkom.
Het in de tuin werken vandaag deed me deugd, er was zachtheid, rust en vooral liefde was voelbaar. Liefde voor deze plaats, liefde voor wat ik hier heb gecreëerd. Liefde in Mezelf. Liefde om dit te kunnen doen. Blijheid voor wat ik hier heb verwezenlijkt, ook al is dit het huisje van iemand anders. Ik creëerde een thuis. Voor de eerste keer in mijn leven had ik een warme nest. En voor dit nest zal ik tot op de laatste dag dat ik hier zal vertoeven het met veel liefde zorg voor dragen. Ook al vind ik de manier en het waarom ik aan de deur wordt gezet beneden alle peil.
Het zaad die ik hier heb gezaaid zal vroeg of laat ontkiemen, en het zaad in mezelf gaat met me mee waar ik ook zal terecht komen.
Maar voor nu wens ik de tranen toe te laten en afscheid te nemen. En tranen maken vrij.