Regels

Ontwaken… een kop koffie op terras met Aurelie, we deelden samen een gîte. Een boekje valt uit haar rugzak op de grond… Een titel, een naam van de auteur ‘Liudmila…’. “OH, merci Aurelie. Cela me fais rappeler que je doit mettre mon téléphone sur la sonnerie.
Samen met Aurelie verlaat ik het dorp Pradelles. Een stad kan het niet meer genoemd worden, alles is er bijna dicht. De typische zuiderse galerijen, daar waar vaak kunstenaars of ‘artisan du pays’ te vinden zijn, zijn verlaten.

Op het einde van het dorp staat een vrouw met twee mannen te praten. ” A voilà des rondanneurs. Bonjour”, zegt de vrouw. “Vous les prenez pas avec vous sur le chemin.”, terwijl ze lachend kijkt naar de mannen. “Ah non merci je porte déjà ma grand mère avec moi !” We steken de hand op naar elkaar en zwaaien.

In mijn rugzak een foto, de paternoster, een kaarsje en een gedroogd roosje van de begrafenis van mijn grootmoeder….op weg naar het Zuiden.

In Langogne een eerste halte. Ik stap het toeristen bureau in. Een stempel voor mijn credential. “Vous faites quelle chemin. La Stevenson, la regordane ? “, vraagt de vrouw voor op de lijst van statistieken. “Aucun des deux, je fais le chemin de Marie de Magdala” “Ah, je connais pas.” “c’est bien possible je le crai mon même.” “Ah, vous m’avez u”.
Ik verlaat het bureau. De letter L geincrusteerd in de stenen.
Een bezoekje aan een prachtig Romaans kerkje die op een route des Templiers ligt.

In mijn rug hoor ik een sirène… De brandweer kazerne van Langogne. Het is middag. De vergezichten zijn subliem. Bossen van naaldbomen afgewisseld met velden en waar af en toe een dorpje te voorschijn komt.
De bermen zijn gekleurd in paars en gele tinten. Een huwelijk van de Centaurea en Sint Janskruid. Om de zoveel tijd staat een klein stenen bouwsel, waterputten.
Een strakke wind laat zich af en toe horen in de kruin van de naaldbomen. Hier en daar het geluid van een waterbron, omcirkeld door de geluiden van vogels en krekels.
In de verte grijze, witte wolken. Een onweer kondigt zich aan.
De zon kaatst op mijn voeten…

Een wagen raast me aan een snelheid voorbij in een doodlopend straatje. Een hond jankt… auw.
Wat verder de wagen. Ik ga kijken.
“Vous cherchez la route madame”, roept een lachende vrouw vanop haar balkon. “Non, je vient voir la voiture. C’est à vous ?” “Non à mon petit fils.” “Bhein dans la région en doit pas avoir peur de la ‘bête de Gévaudan’. Mes plus tôt de cette bête à 4 roue.”

Een rivier. Een dorpje. Een grasmachine. Een waterbron….ik geniet van het kolkend water die mijn drinkfles vult met verfrissend water rechtstreeks uit moeder aarde.

In een bos… het is er muisstil. Naaldbomen en grote rotsen. Verschillende energieën zijn er voelbaar. Harteklop… ik wacht en geef mijn lichaam de tijd om de omgeving op te nemen. Heel traag wandel ik rond. Ik neem contact met een rechtstaande kolossale rots… Het voelt zacht en gedragen.
Ik draai me om… en ga naar een platliggende rots. Mijn ademhaling versneld. De energie voelt te krachtig aan, ik kan het niet lang houden en verlaat de rots… Een diepe zucht…

”s avonds overnacht ik een dorpje met enkel 25 inwoners. Ik ben er genoodzaakt in de herberg te verblijven, in half pension. De burgemeester, eigenaar van de herberg laat wildkamperen niet toe. Jongeren vragen om er de tent op te zetten in een tuintje. Neen, is het antwoord. De mensen hebben schrik dat er een gele plek zichtbaar zou zijn in het gras… Hmm… We zijn midden de natuur… Beetje vreemd..
De extra regels van de Covid maakt het niemand gemakkelijk. Een slaapzaal van 12 kan enkel één persoon verblijven. Hebben de mensen schrik van de Covid of eerder schrik van de staat die macht uitoefend en zwaait met strenge sancties… Het laatste krijgt de bovenhand.

https://youtu.be/xeVFO1WtZcA

Nikhil

Narthex

Chemin de lumière

Wat fijn om ergens toe te komen zonder enige notie van tijd, om dan te horen dat het zomerzonnewende is.

Ik sta in de keuken ‘St. Jacques’, een man komt binnengewandeld met de rugzak en een mooie, eenvoudige houten wandelstok. “Bonjour, je peut vous aider ? Je suis Jasmine, l’hospitaliere . Désiré vous un endroit pour dormir ?” Met een open en warme glimlach antwoord de man, “Non, merci la sœur m’a dit que je peut poser mon sac. Je vais visiter la basilique et le village.” Terwijl we aan elkander verder delen welke bijzondere plaatsen we reeds gezien hebben, wat we er hebben gevoeld en hoe de weg ontstaat,
hebben we heel snel door dat we op dezelfde golflengte zitten. Een zachte blik, fonkelende ogen, een aangename verschijning. Nikhil, een bijzondere naam. Wat fijn om iemand te ontmoeten die over dezelfde onderwerpen kan praten Maria van Magdala, Rocamadour, Yeshua, Aertsengel Michaël, en alle bijzondere plaatsen waar ik reeds was… om dan te horen dat Nikhil op dezelfde plaatsen is geweest in het zelfde jaar met een paar maand verschil, voor mij. Terwijl hij verder op de heuvel wandelt, vul ik mijn dagboek aan en verwelkom ik pelgrims.

Om 14u wandel ik richting de Basilique om naar het lumineus lichtspel te gaan kijken van de zomerzonnewende. Deze keer valt het licht niet op de taferelen aan de zijkolommen van de zijbeuken zoals tijdens de winter Solstice, wel pal in het midden op de grond van het schip, vanaf de narthex tot aan de kruising.

Ik neem plaats onder de narthex. Er is vandaag veel volk in de basiliek. In de verte zie ik Nikhil afkomen. Plots ziet hij me staan en vraagt of hij naast mij mag komen plaats nemen. “Absolument, avec plaisir”. Hij komt op mijn linkerkant staan, dit voelt fijn. Ik doe mijn schoenen uit, hij volgt. Ik sluit mijn ogen en wordt gewaar. De plaats waar ik sta voelt als een krachtige lijn recht naar beneden. Mijn voeten voelen stevig en beetje per beetje voel ik de pijn aan mijn linker voet wegebben en voelen mijn voeten bijna oneindig worden in het vertikale. Alsof geen grond aanwezig is. Terwijl we er beiden met gesloten ogen staan voel ik af en toe een verre beweging rond ons ontstaan. Mijn ogen openen. Rond ons is een onzichtbare cirkel ontstaan, een soort bubbel waar mensen bijna niet durven of dan heel voorzichtig binnen komen. Ik kijk naar links over mijn schouder, Nikhil kijkt naar rechts over zijn schouder. We glimlachen naar elkaar en zonder woorden hebben we elkander begrepen. Hier zijn geen woorden voor, het gaat boven al het vatbare.
Voor mij zie ik het licht in rechte lijn voor ons verschijnen, op 2 lichtpunten na, de 1ste en de 9de.
Beiden hebben we zin om de ganse lengte te wandelen tot aan het doksaal. Nikhil laat me voor hem starten. In een vol bewustzijn wandel ik de weg af. Licht… schaduwwww… Licht.. schaduwwww… Licht.. schaduwwww… Op ieder lichtpunt hou ik halte en laat ik me onderdompelen … Een intens rustpunt.. .de schaduw, langer en ruimer… daar waar het licht de schaduw raakt zijn als momenten in het leven, die men nooit meer vergeet, nooit meer verdwijnen, gedragen door het Licht. Oneindig.

Terwijl ik onder de narthex stond intrigeerde me iets. Een beeld komt te voorschijn voor mijn netvlies, in de straalkapel heb ik een herinnering dat ik daar in 2014 het beeld van Maria van Magdala zag staan. Terwijl daar nu, Maria staat.

Aan het doksaal hangt een koord. Op de eerste trede het laatste lichtpunt. Ik maak de koord los… een man maakt een opmerking. Diep van binnen voel ik… niemand zal me weerhouden… En zo voelt voor mij deze pelgrimstocht die ik onderneem. Niemand zal me weerhouden, daar waar ik zo krachtig voel ‘Dit is mijn weg’….traag en zeker en met een vastberadenheid… Wandel ik naar daar waar ik mag Zijn. Verder naar binnen.
Ik zet mijn voet op het laatste lichtpunt, wel niet het eindpunt…

Op mijn blote voeten daal ik de paar treden naar de crypte. In de rechter flank valt me voor de eerste keer op dat er muren zijn toegevoegd. Een verborgen ruimte?

Terug buiten…
Wawww… We omarmen elkander. Wat moois wat we elkander hebben mogen geven en wat we hebben ontvangen. Nikhil… kijkt me aan en steekt zijn hand uit… hij legt een medaille in mijn hand… Maria van Magdala… “Un Bon Chemin à toi vers Maria Magdala et la féminité elle est la, elle est bien en toi”. Nihkil weet een gevoelig snaar te raken.

”s Avonds ga ik naar de Vespers en voor de eerste keer in mijn leven is het niet de habijt van de monnikkken die me spreekt. Integendeel ze is zichtbaar, niet meer dan dat. Voor de eerste keer is het de habijt van de zusters die me aanspreekt.
Groei.

Dankbaar om wat de weg en mijn dag bracht, ga ik een rustige nacht tegemoet.

Bekijk hier een kortfilm

Crypte