Notre Dame de Victoire

Na het telefoontje met de arts voelde ik onrechtvaardigheid. En wanneer er onrecht is, voel ik de krijger in mij wakker worden. Krachtige energieën draaiden afwisselend in mijn lijf. De ene vanuit richting de aarde, de ander van boven uit.
Mijn stem blokkeerde bij de lage energie, bij de hoge energie het gevoel van flauw vallen. Een voortdurend jojo effect.
Deze beweging deed me terug reflecteren in het verleden. Angst.

Hmm, terwijl ik dit nu neerschrijf. Kan ik linken leggen wat daar gebeurde. De krijger is dit stuk van mezelf die zich onterecht aangevallen voelde in haar jeugd en die de bovenhand probeerde te nemen op de angst. De krijger is dit deel van me die vele jaren in overleving leefde en haar hart beschermde, tot ik in 2018 besloot om nooit meer mijn hart te sluiten voor angst. Want angst is het tegenovergestelde van Liefde. Nu begrijp ik ook dieper de nummer 11 die al een paar maand op mijn pad is gekomen.

Dit oude stuk ligt flinterdun aan de oppervlakte. Gans mijn lijf schreeuwt om hiervan bevrijd te worden. Het onderwerp vader, patriarch, hiérarchie, het instituut, machtsmisbruik ligt voor mijn voeten. Klaar om het in handen te nemen en te verwerken.
Hoe? Heel eenvoudig in Liefde.

Ik kreeg recent een opmerking ” Waarom ga je dan nog naar je vader.?
Heel eenvoudig zonder mijn vader was ik er niet, het is een mens, en iemand die zelf pijn heeft.
En ook al had ik een opflakkering van angst en zit daaronder nog wat verdriet en pijn, deze is vandaag van een andere orde. Ze is zachter geworden, draagbaar, ook al komt er plots een opwelling uit het niets (dit was trouwens een eeuwigheid geleden) ik durf te zeggen de pijn is liefde geworden.

De weg die ik reeds deed heeft me geleerd zorg te dragen voor mezelf, mijn grenzen te trekken en hier ben ik mijn vader dankbaar voor. Hij is de spiegel in dit verhaal. Zonder hij zich daarvan bewust is leerde hij mij door zijn daden dat begrenzen noodzakelijk was.
En dat alleen, heb ik in eigen handen, begrenzen. Ik neem mijn souvereniteit in handen, ik wens mijn naam met eer te dragen Jasmine Marie Josée Debels en wens wat niet van mij is, bij hen te laten.

Tor in Glastonbury

Tussen Glastonbury en Parijs ga ik terug op bezoek bij mijn vader. Zijn tweede OP is achter de rug. De helse pijn is verdwenen en zijn gezicht is wat opgelucht. Het klagen en zagen laat ik opzij en kan ik plaatsen en is ook niet onterecht. Ik hoor het en probeer daar niet veel aandacht aan te besteden om hem mee te nemen in de richting van een genezende revalidatie, zodat hij zoveel als wat nu mogelijk is, zijn zelfstandigheid kan terug winnen om op eigen benen te staan, zowel letterlijk en figuurlijk. Hij verloor echter veel van zijn kracht, de angst van die helse pijn is nog te lezen bij iedere oefening of beweging, de snelheid van de verzorging zorgt ervoor dat hij zich niet gehoord voelt. Psychisch heeft hij een fikse deuk gehad.
Ik sta hem hierin bij en kijk samen met hem naar die angst tijdens het bewegen van zijn been. Wat de verpleging niet doet of weinig belang aan hecht, neem ik over. Luisteren, nabij zijn en kleine spulletjes die voor hem in het Nu veel betekenis hebben en er voor zorgen dat het aanwezig is.
Een plastuit dichtbij zetten zodat hij nog het gevoel kan hebben hier zelfstandig in te zijn. Een nepkaarsje. Een glaswater zetten. Zijn voeten masseren. Zijn tincturen. Een rugkrabber. Een schriftje en balpen zodat alles wat bij hem opkomt kan noteren. Allemaal kleine dingen die voor hem zijn waardegevoel kan terug brengen. Hij deelt het verdriet over zijn hond die plots ziek was de dag vóór zijn hart operatie en die in stilte is heengegaan. Niets is zomaar.
“Papa, ik ben even terug weg voor 3 dagen. Je hoeft je geen zorgen te maken. Alles is geregeld, kledij is voldoende op voorraad en ben bereikbaar via telefoon.” Hij was nieuwsgierig naar mijn reis in Glastonbury en vroeg me om een oliesel te creëren voor hem.

Ik vertrok richting Parijs waar ik na een nachtje meditatie in de Sacré Cœur, werd meegenomen doorheen Parijs door Rachida. Ik ontmoette haar voor de eerste keer op de pelgrimsweg van de aertsengel Michael, één van de 7 wegen van de Notre Dame. Er was onmiddelijk een connectie, een diep weten en verbondenheid. Ik liet me leiden en kwam van de ene krachtplaats in de andere. Ik kreeg voortdurend boodschappen en antwoorden, van wat ik reeds heb verwezenlijkt, wat mijn weg in het Nu is en wat me te doen staat.
Op plaatsen waar er een boodschap was begon mijn hart te bonzen, tranen van vreugde rolden over mijn wangen.

Ik stapte binnen in de Notre Dame de Victoire. Net als ter hoogte van het beeld Notre Dame de la Mer in de Sacré Cœur, zonder te weten dat het beeld deze naam droeg en ik verwonderd was een vis op de grond te hebben gezien, waar ik in mezelf zij ‘wat doet een vis hier op de grond terwijl we op een heuvel staan’ begint mijn hart hevig te bonzen.
Ik bleef aandachtig bij het signaal die mijn lichaam me bracht zonder te willen invullen met mijn hoofd.
Met behulp van mijn ademhaling, een krachtige tool, die waar we ook gaan, we altijd bij ons hebben om het balans te houden tussen de energieën die in en rond onszelf draaien.
In wijzerzin stapte ik naar de kapel van Thérèse de Lisieux. Ik nam een beeld van de tekst présent op het altaar. Wanneer ik deze bekeek zag ik een kleine blauwe plek op de foto die mijn aandacht trok. Ik zag Notre Dame de Terre in het vet en Mère du Ciel.
Bij het nemen van een beeld van de kapel zag ik in de rechter beneden hoek iets die mijn aandacht trok. Een roofvogel, de arend. Een roofvogel, de imposante arend waar ik me al sedert mijn kindertijd sterk verbonden mee voel.
Ik stapte richting de volgende kapel. Van links beneden ging mijn blik rechts opwaarts mee in de richting van de blik van de arend mijn ogen rusten op een pen en een boek. Ik ontving een duidelijk boodschap ‘tu doit écrire (je moet schrijven)’.
Eventjes had ik een flits van mijn denken ‘ik moet, ik moet niets’ hmm, mijn beetje rebels zijn liet zich even horen. Mijn ervaring op de weg heeft me geleerd dat men niets kan weigeren aan de duidelijke boodschappen die ik ontvang, ik zou me enkel brutaliteit aan doen. De boodschappen zijn trouwens zo gelijnd, zuiver en puur dat er geen twijfel mogelijk is. Dit is trouwens voor mij de enige stem, waar ik weet dat je niets kan ontzeggen en waaraan ik aan gehoorzaam.
In de volgende kapel stond ik voor het beeld van l’enfant Jesus. ‘Ton enfance seras guéri’. Ik nam een diepe zucht, mijn ogen werden nat. In de vierde kapel zag ik de Pieta ‘tu est consolé’… en onmiddellijk zag ik het beeld van Bernadette de Lourdes. ‘Wie is zij weer’, stelde ik me de vraag en zag de gebedsnoer in haar handen. Notre Dame de Lourdes, het beeld die ik vond in de schuur verborgen in een kist onder een dikke laag vuil in Watou.
De ene boodschap n’a de andere bracht me vreugde en voelde helend aan

11

Terwijl ik onder de Linde boom sta met de gekleurde en al reeds een tapijt aan bladeren op de grond, wordt ik me bewust dat mijn 4 de seizoen hier in Watou ten einde loopt.

Toen ik laatsleden te horen kreeg dat ik hier weg moest, krijg ik sedertdien continue de nummer 11 te zien. En nog altijd sedert mijn tocht ‘Mare a Mare- Mer à Mer-Mère à Mère’, 2 jaar geleden de nummers 31 (4) en 71 (8) te zien. Soms zo veel dat het me overdonderd.

Maandag zat ik ergens een koffie te drinken. Aan het venster staat een lamp. Toen ik in het venster keek was de reflectie van de lamp een 11.
In de namiddag had ik een één op één sessie met Anaïs Theyskens. Na een korte uitleg over het huis, de gebeurtenissen hier in het dorp in de laatste week van mijn 9 maanden hier hebben gewoond en mijn vertrek naar de Mont Saint Michel, mijn gewaarwordingen.
Ligt er een kaart op tafel een 11, met een bliksem als beeld.
De kaarten op tafel wijzen erop dat ik iets mag doorbreken. Opzoek mag gaan naar een veilige thuis, waar ik mag Zijn, vrijuit spreken zonder ik me moet inhouden…

’s Avonds schrijf ik een brief naar de Aertsengel Michaël en vraag ik om mij te helpen om koorden door te knippen.

’s Anderendaags bij opstaan schrijf ik een brief naar Thérèse de Lisieux en vraag ik haar aanwezigheid en hulp. Dankbaar dat Anaïs op mijn weg is gekomen.

Toen ik in een paar maanden geleden ‘les 7 routes’ de pelgrimstocht van de Aertsengel Michaël aan het stappen was. Werd ik in de laatste week gewaar dat Bretagne me riep, me aantrok. Beetje verwonderd niet wetend vanwaar dit gevoel. Dit liet me niet meer los. En ergens diep van binnen weet ik dat ik die roep te volgen heb.

Het is al een paar jaar dat Frankrijk me aantrekt en dat ik stappen onderneem maar uiteindelijk kwam het er niet van. Er was altijd wel iets die er tussen kwam. Of was het angst. Ja, deels wel.
Angst voor het onbekende, alhoewel wanneer ik op pelgrimstocht ben is iedere dag iets onbekend en toch heb ik het volledig vertrouwen in wat het leven me brengt en schenkt. Waarom zou ik dit hier dan niet vertrouwen. Omdat er een gevoel aanwezig is van ‘achterlaten’. Mijn loyaliteit naar mijn ouders.

Ik voel de laatste week mijn lijf in spanning gaan. De zoektocht naar een woonst speelt me parten en zorgt ervoor dat mijn vrij ademen belemmert wordt. Stress. Ik voel me bij de keel gegrepen.
Nog maar 2 maand om een woonst te vinden.

Vorige vrijdag ga ik even op stap naar Oost Vlaanderen naar de huidarts. Ik beslis bij de terug keer even in Gent af te stappen om een kaart te halen van Bretagne. En kies ervoor één trein later te nemen.
Op het spoor roept iemand me. Mijn nicht, familie langs mijn moeders kant.
We praten bij en delen wat ons leven van de laatste maanden.

Bij aankomst in West Vlaanderen zie ik een bericht op mijn gsm “Als je wilt mag je in het huis van mama gaan wonen. “. Het huis van mijn tante.
Ik word gewaar dat dit van alles met me doet….. Help….
Mijn hoofd slaat op hol. Bretagne, Menen, doorbreken, ik voel me uitgedaagd… Het gevoel dat ik één stap vooruit zet en twee achteruit. Waarom Menen, die net te maken heeft met iets doorbreken.
Een fikse huilbui barst los. Kort en krachtig. Ik herpak me. ‘Jasmine, komaan blijf bij de pinken. Wat heb je nu in de eerste plaats nodig. Een dak boven je hoofd waar het veilig en warm is.
‘ ja maar en Bretagne dan. Jasmine gun jezelf wat rust nu. Ook al zou je niet meer voor Menen kiezen. Het is maar provisoir.
Zo was ik een monoloog aan het voeren. Ik kwam rustiger en nam spontaan mijn pendel. Dit was een eeuwigheid dat ik deze had gebruikt. Ik kreeg op al mijn vragen een ‘Ja’.

Even naar Menen als tussenpauze om in alle rust een woonplaats te gaan zoeken in Bretagne. Dit heb ik NU nodig.

De dag nadien stuur ik een bericht dat ik het voorstel aanneem….
Mijn nicht maakt me er attent op dat we vrijdag de 11de zijn…

De rust komt terug. Wat heeft die huilbui deugd gedaan. Het ene en het andere word me duidelijk.

Op een bepaald moment komt er een beeld en boodschap binnen. Ik zie een stuk land vanuit vogelperspectief en een spiraal die uitreikt van zee naar zee.

Plots kan ik zien en wordt ik terug gereflecteerd naar momenten op mijn 9 jaar pelgrimeren waarbij bepaalde gebeurtenissen zuiver op één lijn komen te liggen.
In 2018 (11) wees een triskele me de weg naar Monte San’t Angelo en kwam ik op de lijn terecht van de aertsengel Michaël terecht zonder ik het bestaan ervan af wist.
De Triskele staat in het midden van de Keltische vlag die de 8 Keltische Naties representeren waaronder Bretagne.

Rocamadour was de eerste plaats tijdens mijn pelgrimeren waar er voor mij dingen gebeurden die ik mentaal geen plaats kon geven. 3 dagen kreeg ik huilbuien niet weten vanwaar het kwam er was ook geen oorzaak om.
De eerste dag begon het in de ruimte waar een zwarte madonna staat en boten hangen (die ik pas 3 jaar nadien had gezien na mijn tocht Mare a Mare) . De tweede dag stond ik er bovenaan op de rots recht over een kruis aan de andere kant van de rivier. Ik liep een kruisweg in omgekeerde richting. De derde dag waar ik op het binnenplein van het Sanctuaire stond. Ik zag de deur van de hoofdingang, de trap naar binnen en stond aan de eerste kapel van Johannes de Doper. De manier hoe deze plaats gebouwd is, in een spiraal was voelbaar en zichtbaar in mijn lijf.
En dan het moment dat men mij vroeg of ik deurwachter wilde worden van het sanctuarium. Zorg dragen voor het sanctuarium, voor deze krachtplaats. Wat een mooi en waardevol gebaar mocht ik toen ontvangen. En hoewel dat ik vereerd was en de behoefte zeker aanwezig was toch voelde ik dat de tijd er niet rijp voor was. En wat heb ik dit goed mogen aanvoelen.
De dag toen ik Rocamadour verliet kwam ik bij een man terecht. Hij wist me te vertellen “dat heb je goed gewaar geworden Rocamadour ligt namelijk op een leylijn.”

En dan mijn tocht Mare à Mare. Met het woord ‘Mira’ die ik 3x ontving in een droom en me nadien duidelijk de weg toonde richting ‘Magdala’ waar Thérèse de Lisieux op mijn weg kwam en me uiteindelijk naar hier bracht.
Telkens geraakt en aangesproken worden op plaatsen waar Maria in verbondenheid staat met het water, wat ze eigenlijk altijd is. Madre de la Barca in Muxia in de Finistère in Spanje, het houten kerkje van Maria in Mira. Notre Dame de la Baie in Saint-Pair- sur-Mer.

Rocamadour blijft in mijn Zijn aanwezig en ik wordt gewaar dat er iets is die aan het licht wens te komen. Ik herinner me een verhaal van een bel ‘La cloche miraculeuse de Rocamadour’, een boot, water. Ik ben nieuwsgierig en zoek op.
Deze wonderbaarlijke klok, is vervaardigd vóór de 9e eeuw en is van zeer zeldzame makelij. Deze werd gesmeed en niet gegoten, zonder windlade, met een soort handvat om hem aan de kluis te hangen. Ze getuigt van de bescherming van de Maagd Maria, “Ster van de Zee”, voor zeelieden in gevaar.
Aan de muur kan men data terug vinden waarop de klok uit zichzelf begon te luiden tijdens de gebeden en tussenkomst van Maria.
Beetje verder in de tekst zie ik staan ‘A Camaret sur Mer, une chapelle est érigée en l’honneur de Notre-Dame de Rocamadour.’

Ik zoek op waar Camaret sur Mer ligt…
In de Finistère in Bretagne op een paar 10 tallen kilometer van een Leylijn van Arcangel Michaël.