De merel

“Je vous souhaite une bonne route, que dieux vous protège”, zegt Cyril terwijl hij mij een kruisje op het voorhoofd tekent. Zoals een vader aan zijn kind zou geven bij het verlaten van het huis op weg voor een nieuwe dag.

Een bezoek aan de Basiliek de Saint-Maurice.
Recent vernieuwd naar aanleiding van het 1500 verjaardag. Een prachtig versierde doopkapel met een doopvont waarop Adam en Eva in de steen zijn uitgehouwen, mozaïeken, de glasramen met astrologische afbeeldingen. Aan de hoofdingang, doe ik een poging om de deur – die met vakmanschap is bewerkt – te fotograferen, niet eenvoudig wanneer een sensor boven je hoofd hangt en telkens je beweegt de deur in beweging gaat. De deur doet me wat denken aan deze van la Sagrada Familia in Barcelona.

Saint-Maurice

Dichterbij… Dichterbij… Le col du Grand Saint-Bernard.
Hoewel het verlangen heel groot is om de col over te wandelen, krijg ik meerdere keren te horen dat het niet aangeraden is. Een man in een tea-room met wie ik de tafel deel is een vervente wandelaar van de col.
Hij weet me te vertellen dat het veel meer gesneeuwd heeft dan de voorbije jaren. Veertien dagen geleden zijn nog zeven wandelaars omgekomen hier in de buurt. De weg die vrijgemaakt is, is wel 8 à10 meter hoog, zelfs hoger en kan nog altijd instorten. Een zuster was gisteren tot aan haar hals naar beneden gezakt. De col langs de Zwitserse kant gaat pas officieel open op 5 juni. Langs de Italiaanse kant de vijftiende juni. Vermits ik alleen ben, noch de bergen, noch de sneeuw ken is het vertrouwen op anderen groter dan mijn eigen verlangen. Ik voel dat ik hier in dubbelheid zit… tussen mijn denken en mijn hart…, mijn angst en mijn verlangen Ik laat het wat rusten zodat ik hier een evenwicht mag in vinden. Het eindresultaat zal het vertrouwen zijn in wat de weg me toont en brengt.

Lange grassen komen mijn benen strelen. Een brug… het water stroomt krachtig…
De vlier staat in bloei. Binnenkort is het aan de linde… verlangend naar haar geur.

Voor mij een jongen. Hij komt een huis uitgewandeld. Voor hem een man. De jongen loopt er achter en probeert in de passen te lopen. Af en toe een looppas er tussen. Zijn poep draait opzettelijk naar links en rechts…zijn armen zwieren nonchalant heen en weer. Doet me denken dat ik dit als kind best leuk vond om te doen. De jongen draait links af… Op weg naar school. Op het plein van het dorp staan bloembakken gevuld met kruiden… Laat je zintuigen werken… staat vermeld op een bord.

Cascade de la pissevache

De drukte en geluid van de wagens blijven aanwezig, alsook de asfalt. In de verte een waterval ‘Cascade de la pissevache’,letterlijk vertaald de ‘waterval van de pissekoeie’. Een vrouw staat de waterval te bewonderen. Ze komt dichterbij. Een gsm in de hand. Ik vraag of ik haar fotografeer. Ze nodigt me uit om samen iets te drinken, Barbara.

Net voor Martigny… een gebouw… een kraan… Geen wijn zoals op de Camino, wel stromend smaakvol bronwater.
In Martigny ga ik opzoek naar de toeristische info voor nader info ivm de col. Naar mijn mening niet genoeg ervaring wat de berg betreft, wel de officiële boodschappen.
Voor ik het avondmaal neem samen met de broeders van Saint-bernard, ga ik eerst in de binnentuin van de abdij.
Een bankje. Een water reservoir. Een kraan. Terwijl daar wat zit te mediteren en genieten van de stilte, komt een merel een bad nemen. Ik geniet van het zien hoe hij kopje ondergaat zonder enige schrik van mijn aanwezigheid. La Joie.

Het avondmaal neem ik samen met de broeders van Saint-bernard. Een ronde tafel met in het midden een ronde schotel die ronddraait, beste wel handig wanneer je met velen aan tafel zit. Wat voelt het hier goed, ontspannen in losse sfeer. Samen tafelen.

Voor de eerste keer doe ik een terras. En ja hoor een zeldzaamheid… maar een Belgisch biertje lacht me toe en ik laat me verleiden. Het terras zit vol jongeren van tussen de 14 en 20 jaar. Het is vrijdagavond…

Martigny

Moe

Ik ben nu zowat al een goeie drie dagen aan het stappen in de Corrèze. Fikse hellingen en dalingen. Bossen blijven talrijk aanwezig.  De natuur is prachtig en ik geniet met volle teugen.

Aubazine-abdij

De nachtrust in Aubazine was een ramp. Vier uur slapen was echt te weinig. Mijn lijf protesteert. Een bezoek aan de abdij om dan via het kanaal van de monniken Aubazine te verlaten. De weg klimt richting een dolmen. De enige steencirkel in de Limousin. 

Dolmen-Aubazine


Tulle, een grootstad, voelt voor mij niet zo aangenaam. Ik vind er niet echt mijn plaats. Het is er druk en er heerst een onaangename sfeer. Ik slenter wat rond en twijfel even of ik de bus neem om verder te gaan naar Naves. Weg van de drukte en geluid. Voor de eerste keer maak ik gebruik van een gemotoriseerd voertuig, zo ontsnap ik aan Tulle en kom ik aan in Naves nog voor het donker is.
Een half uur later, de rust van een dorp. Wat een verschil en wat ben ik blij dat ik mijn gevoel heb gevolgd.

Morgen wandel ik verder naar Bar. Een plaats die al heel lang in mijn gedachten aanwezig is en op mijn weg was aangeduid. Een plaats waar Annemie Struyf is geweest voor ‘La vie en rose’. Waar een woonst aan €150 nog te huur is. En vermits de gemeente niet op mijn telefoon en e-mail reageerde, dacht ik, ik ga er zelf heen. Benieuwd. Maar nu, hopelijk een langere diepere nachtrust.

Nacht

Mijn laatste kilometers richting het diepste punt op de kaart van deze weg, Rocamadour. 

De weg neemt me onmiddellijk mee diep in het bos. Ik sta stil, sluit mijn ogen en laat een windbries over mij huid glijden. Mijn voeten geankerd op de grond. Mijn armen open zodat mijn hart ruimte krijgt. Vol adem. Ik voel me dieper in mijn lijf glijden. Ik voel me ruim en vrij.
Het is rustig, sereen…

Een geweerschot. Mijn ogen openen. Ik wandel verder. Verschillende tinten groen vergezeld met wat blauw in de diepte. Warmere kleuren zoals geel, oranje, rood, bordeau…omcirkelen het groen. Een spin hangt tenmidden haar web. Ik buig me eronder door om haar kunstwerk niet te schenden.
Na weken te hebben gestapt in L’Aquitaine stap ik een nieuwe regio binnen, les Midi-Pyrenees. De Dordogne en de Lot vloeien in elkaar over. 

Aan de ingang van Souillac recht tegenover een supermarkt, ‘les Halles’ een plaats waar streekproducten worden verkocht. Waar de voeding duizend maal meer smaak en kracht. Met plezier steun ik de plaatselijke handenarbeid.
In Souillac stap ik de kerk binnen van de abdij Sainte-Marie. Een schitterend beeld van de profeet Isaïe 900 jaar geleden gesculpteerd in steen.
Op een terras eet ik met veel plezier en met volle smaak de heerlijke tomaatjes en een stukje pizza van Martine. Een dame die gisterenavond haar deur opende. Met broekspijpen verdwijnen in mijn rugzak. Een terras midden een pleintje in de zon.

Sint-Jacob, Souillac

Abdijkerk Sainte-Marie de Souillac

Ruwe witte stenen, rechts een diepte. Links een helling met lage eikenbomen, heide. Salamanders en hagedissen schuilen zich onder de gedroogde bladeren. Even langs de autoweg die ik zelf niet storend vind. Kleine dorpen verwelkomen me met de geur van bloemen, lavendel. Een eekhoorn zoekt zijn wintervoorraad terwijl een man in zijn zwembad duikt.
Een Milan Royal zweeft hoog in de lucht.

La Dordogne

Lacave

La source de Font del Truffe

Stilletjes aan daalt de zon en zal ze verdwijnen achter de rotswanden. Mijn laatste halte in Lacave. Nog vol energie stap ik verder en geniet ik van de avondzon. Het landschap is als vuur die zal worden geblust door de nacht. Het voelt zo goed en zo vertrouwt dat het zoeken naar een nachtplaats mij is ontsnapt. Via La source de Font del Truffe, richting een boerderij waar forellen worden gekweekt. Misschien mijn nachtplaats.
Na veel kloppen op de deur bij de boerderij stap ik verder. Nog zes kilometer te gaan op een weg die me onbekend is. Het is donker. Geen maan om me wat licht te geven. Een zaklamp. Enkel op 1m voor me zie ik de weg. De witte stenen maken het me wat gemakkelijker. Van 70cm breed tot 2m en terug versmallen. Ik besef dat naast me een afgrond is en dat één verkeerde stap naar rechts me een paar meter naar beneden kan brengen. Af en toe stop ik. Het licht gaat uit. Ik laat me onderdompelen in de nachtsfeer. Enkel de silhouet van de bergflank is zichtbaar. Hier en daar een boompje in de verte. Sterren zijn massaal aanwezig. Het melkwegstelsel. De roep van de uil die weergalmt in de canyon. Nooit gedacht dat ik dit zou aandurven, alleen in het donker in de natuur. Angst heeft plaats gemaakt voor kracht en zelfvertrouwen. Een nieuwe overwinning waarvan ik honderd procent heb van genoten. Me laten leiden in volle vertrouwen in wat is en wat zich aanbied.

Om 21u45 kom ik eindelijk aan in Rocamadoor en wandel ik nog via de pelgrimstrap naar boven richting een herberg voor pelgrims.

Rocamadour

Basilique de Rocamadour

Leffe

Abdij Maredsous

Abdij Maredsous

7 april – 5u30 mijn wekker gaat af.  Na een half uur stap ik met Brigitte de deur uit. Vorst, ik kleed me goed aan.  Het is nog donker, het dorp slaapt nog. Ik geniet van de stilte. Ik voel dat ik nog niet volledig één ben met de weg. Voor Charleroi rij ik terug een weg langs het water. De wegen rond een groot stad zijn niet altijd het mooiste. Zwerfvuil, afschuwelijke slecht onderhouden fabrieksterreinen, onaangename geuren. Ik laat het voor wat het is en geniet van de andere kant, het water.  Na Charleroi geniet ik van een fietsvriendelijke weg (Ravel- genaamd). Af en toe verlaat ik deze voor een dorpje. Een rustpauze en bezoek aan de Abdij van Maredsous. De zon brengt warmte. Terug de fiets op richting het Abdij van Leffe ( hmm, neeneen. Ik drink niet 😉 ) In Anhee kom ik langs de Maas. Aan de andere kant herken ik een huis waar ik Geoffroy vorig jaar heb ontmoet (Pomme de Geoffroy). Een kilometer verder steek ik de Meuse over. Ik twijfel. Ik volg mijn gevoel en ga een 1 km terug om even een goede dag te zeggen.  Een fijn weerzien.  Na een limonade, een babbel rij ik tot het Abdij van Leffe waar Père Bruno me met open armen ontvangt. Na de vespers, een avondmaal met 6 studenten ga ik mijn tweede nacht in op een serene plaats.

Abdij van Leffe

Abdij van Leffe