Pinokkio

Kanaal Blaton-Ath

Deze nacht kwam iemand haar territorium afbakenen en een pootje op mijn tarp plaatsen, de poes des huizes. Een klein gaatje in het zeil als resultaat. Niet erg met goede duct tape is deze hersteld.
Nog voor ik vertrek nodigen Frédéric en Marianne me uit op het terras voor een koffie. Nadien vertrek ik richting Ath en misschien nog Beloeil.

De puntjes van de bladeren van de bomen kleuren geel of zijn eerder verdord, een signaal dat ze niet meer aan vocht geraken via hun wortels.
Vóór ik Ath binnen wandel ontmoet ik een bejaarde tengere man, zijn loopkar voortduwend. “Alle cafés zijn gesloten op de markt. Ik was vergeten dat we de 15 augustus zijn”, deelt de man. Ik zie zijn ontgoocheling.
Aankomend op de markt van Ath neem ik een koffie. De bejaarde man was te vroeg op deze feestdag.

Mijn weg gaat langs het Kanaal van Blaton-Ath waar ik in Chièvres terug de GR129 neem.
In Chièvres – met zijn grote markt waar ik me zo een levende boerenmarkt kan voorstellen – ga ik om de hoek binnen in de kapel Notre-Dame de la Fontaine en wat later in de kerk er niet ver vandaan.
In beide gebouwen vallen de prachtige kleurrijke glasramen me op, vooral deze waar Maria op afgebeeld staat.
In de kerk: Drie maal Maria met een verschillende afbeelding van de kroon. De kroon met een witte duif naar boven kijkend, een witte duif afgebeeld in een kroon naar beneden kijkend en tussen de kroon en het hoofd vlammen en stralen. En de derde een kroon op het hoofd met 12 sterren in verwerkt.
In de kapel een vrouw, Maria in vol ornaat met aan haar voeten La Fontaine.

Beelden vol symboliek die als een vanzelfsprekendheid en vloeiendheid naar me toekomt. (die voor ieder anders zal zijn) 3, witte duif, kroon, boven, beneden, vlammen, vuur, water, 12, vrouw.

Het doet me terug denken aan alle symboliek van mijn eerste wandeldag van op deze tocht.
Is het niet zo dat we allen de ‘ Kroon’ die neerdaald mogen laten stralen en verder laten neerdalen tot in ons hart zodat de vuurvlammen zich verder kunnen verspreiden rondom ons. Hier gaat het niet om een kroon van materiële rijkdom die je ergens op een hoogte plaats, boven iemand anders, meer…
Wel om de ‘Kroon’ van eigenwaarde, innerlijke kracht, eigen straling, waar het Licht in ons hart zich mag verspreiden in ons en naar elkander. Als een netwerk over de aarde met, door en voor alle levende wezens. Daar waar ‘La Fontaine’ mag bruisend gehouden worden.

Op de weg ontmoet ik Paul die staat te kijken naar een maaimachine die haar werk doet. “Is dit uw land meneer?” vraag ik de man. “Neen, ik sta te kijken hoe de machine zijn werk doet, de boer kocht er een nieuwe. Het is een machine die de overbodige planten wegneemt op het veld.”, deelt de man. ” Ongelofelijk hoe minuseius zo een machine werkt en welke evolutie hierin is gebeurt… “, ga ik verder in gesprek.” Zolang we maar de eenvoudige dingen niet vergeten van onze voorouders. Mijn vader vertelde nog niet zo lang geleden over een koperen muntstuk die de arts vroeger op de borst legde om te luisteren hoe de longen het deden.

Langs de weg geniet ik van de talrijke Braambessen en Druiven die ik kan vinden op ooghoogte. Ze zijn klein maar super zoet.
Rond 19u kom ik aan in Beloeil. Ik zie veel mensen wandelend richting het kasteel. Mijn nieuwsgierigheid wordt opgewekt en stap naar de ingang. Ik geraak aan de babbel met Anita die de tickets controleerd.
Er is namelijk een openlucht spektakel van Pinokkio. Een van mijn favorite kinderverhalen, dit kan ik niet links laten liggen. Ik probeer nog een ticket te bekomen. Aan de kassa is de prijs 10 euro duurder dan in voorverkoop. Buiten mijn budget. “Mevrouw het kleine kind in mij leeft nog. Is er een mogelijkheid om het aan het laag tarief van 20 euro te bekomen?”, waag ik mijn kans bij de kassierster. Dit was echter niet mogelijk. Helaas.

Ik praat nog wat met Anita over het materiaal die ik bij me heb en waar ik zal overnachten. Ik vertrek terug en neem nog eerst een rustpauze op een terras. Plots zie ik Anita lopen met een andere vrouw. “Ze is langs ginder weg”, hoor ik haar roepen. Iets in me voelde dat de ‘ze’ op mij bedoeld was. En ja… ik had geluk… Een voorverkoop ticket was vrij gekomen.
En zo, na even snel mij opfrissen aan de lavobo in het café, zat ik in een levend spektakel tussen Gepetto, Cricket, Pinokkio en al de andere wezens. Ik geniet met volle teugen van dit prachtig spektakel die me doorheen de tuinen van Beloeil mee nam. Bepaalde zinnen blijven me bij van in het verhaal “… luister naar je hart die klopt…”, “Le triomphe de la Lumière sur obscurité”…

Na het spektakel stap ik verder in het park met de bedoeling er te overnachten midden de bossen. Helaas was dit onmogelijk. De grassen rond de vijver stonden er op ooghoogte hoog. Ik stap midden de nacht nog richting Stambruges waar ik mijn tarp opzet naast een kindertuin. Moe en voldaan val ik onder de sterren in slaap.

Hier nog een kortfimpje

Hier nog wat beelden

Éric en zijn boubou

Ik verlaat de camping in Nukerke via Louise-Marie richting Ellezelles al puzzelend met de verschillende GR routes.
Ik herken wat plaatsen waar ik kwam op mijn vorige lange tochten.
In de verte, in de hoogte zie ik een man zitten in een wei, aan zijn voeten een Duitse herder. Éric en zijn boubou ( Eric bedoeld zijn hond) Kito genaamd. “Wandel je de weg van… ach, hoe noemt hij nu weer van op de televisie. Hij is hier langs gekomen en hebben gefilmd in mijn boerderij”, terwijl hij wijst met de vinger richting het grote gebouw op een hoek. “Ik ben de hoefsmid van in de reeks van… hoe noemt hij nu weer… Arnout, Arnout Houben.” ” Je bedoeld de GR129. Ja, ik gebruik deze weg nu en straks neem ik een ander”. Ik maak kennis met zijn hond Kito. Eric komt water geven aan zijn paarden. Terwijl hij wacht vraagt of hij een foto van mij mag nemen.

Vóór de markt van Ellezelles stap ik een plaatselijke biowinkel in. Ik koop er verse kaas en spread. Met een beetje overdaad, vooral voelbaar aan het gewicht van mijn rugzak en mijn… portemonnee. Verlaat ik de winkel en steek de straat over naar een kleine zijdeur van de kerk. Een gekende geur is aanwezig van een oud gebouw in natuursteen en houten lambrisering. Dezelfde geur die ik vaak in kloosters terug vind.

Op de markt in café ‘La Mairie’ neem ik een rustpauze. Ik mag er mijn picknick eten terwijl ik een potje koffie drink. Na een eindje komt de zaakvoerder terug met mijn drinkfles die ik hem meegaf om te vullen, “als je het hoort tikken, niet verschieten hé. Ik heb er ijsblokjes bij gedaan”, deelt hij met een zachte glimlach. “Och wat lief van je, dankjewel”.

Voor de kerk staat een groot floraal beeld van een heks. Vele motards die deze morgen vertrokken zijn uit Rollegem (West-Vlaanderen) op motortreffen laten zich vereeuwigen voor de reuze vrouw.
Op de kerktoren staat 1643.

Na een lange rustpauze zet ik mijn weg verder richting Ath.
Op één paal staan verschillende nummers van knooppunten en een tekst ‘La Wallonië- Picardie à pieds’. Oe, zijn wij hier in Picardie. Ik mis iets of ik ben niet helemaal wakker. Niet erg, niet zo van belang.

De vogels zitten met hun bek open op het weiland tussen de koeien die het – van wat er nog van overblijft- groene gras aan het eten zijn. Behalve de buizerd die af en toe te horen is, zijn de andere geluiden van de vogels schaars.
Een haas rent vóór me weg. De bladeren van de smeerwortel zijn talrijk aanwezig. Hier en daar zijn de bloemen ervan zichtbaar.
De zon heeft wat van haar kracht verloren en daar ben ik niet ontevreden mee. Het is ondertussen 18u. In Bouvignies ga ik opzoek naar een plaats waar ik mijn tarp kan opzetten. Ik zoek richting het kerkhof. Daar is altijd water. Na vragen van wie het stuk landgrond is om de toelating te vragen kom ik uiteindelijk aan in de tuin van Frédéric, Marianne en Julie waar ik hartelijk wordt verwelkomt. Een kamer met bed, een douche in de badkamer werd me aangeboden. Ik verkoos om buiten te slapen en een heerlijke douche te nemen in de tuin. Met één gunst vraag, of ik even in hun zwembadje mocht duiken. En ja… Een dompelbadje na een lange dag wandelen. Merci Frédéric, Marianne et Julie pour votre gentillesse et hospitalité.

Hier een kortfimpje

Hier nog wat beelden

Iguanodons

Pas rond 11u verlaat ik het huis van Pascale. Op mijn credential staat ‘Si tu repasses par ici, on rangera la cuisine 😉 Bonne route’ . Een onderonsje. Het was fijn om van passage te mogen zijn dans la maison ‘du brol’. 😉 Dankjewel voor het fijn samenzijn Pascale.
Langs het kanaal die Ath en Blanton verbind met elkaar wandel ik verder richting de Franse grens. In de verte zijn voortdurend wagens aanwezig. Een plaats waar verschillende autosnelwegen samenkomen.
Terwijl ik rustig sta te kijken naar het landschap, hoor ik plots een hels lawaai. Niet weten vanwaar het komt heeft mijn lichaam de neiging zich te bukken alsof er iets uit de lucht komt te vallen. De hoge snelheidstrein.

De zon is van de partij en na regen is dit een festijn voor de natuur. Forsythia, ribes, prunus, magnolia staan vlijtig te pronken naast elkaar. Een ware explosie. De groene prille blaadjes binnen zich te ontplooien. Het fris groene van de lente is duidelijk zichtbaar.

Bernissart. Een plashalte in een plaatselijk centrum. Een uitnodiging van Khadija met een stukje taart en koffie die ik niet kon weigeren. In de zaal wel een twintigtal vrouwen met hun breiwerk. Ik ga tussen hen zitten. “Vous avez pas peur toute seule? Vous le faites tous seule, avec personne!” volgt de ene zin al na de ander.
Terwijl ik naar mijn lichaam wijs van boven naar beneden antwoord ik “Vous voyez que un corps, ce que en voit par les yeux. Mais sur la route en est j’aimais seule”. De vrouw kijkt me aan, knikt en staat zonder woorden. Soms verschiet ik nog altijd van de manier hoe ik iets verwoord en onder de mensen breng. Alsof iets anders veel groter dan mezelf mijn woorden leid. Waar ik me vroeger veel vragen rond stelde en me in verwarring bracht. Neem ik het vandaag gewoon aan zoals het komt. Het voelt goed en juist en dat is belangrijk. Het waarom en vanwaar is overbodig geworden.

Via de moerassen van Harchies verlaat ik Bernissart. Bernissart ook gekend om de skeletten van de Iguanodons (dinosauriërgeslacht) gevonden in 1878 in een steenkoolmijn. Te zien in Brussel in het museum van natuurwetenschappen.

Deze avond breng ik mijn laatste nacht in België door. Hmm… de geur van frieten komt naar me toe. België vieren met Frieten. Ik vraag één friet om het klein en licht te houden. De pak friet die ik voor mijn neus geschoteld krijg was voor een ganse familie. Ik dacht de ze fout waren. Neen, het klopte wel degelijk. Ik was aan de grond genageld en stond met mijn mond vol tanden. Ik vroeg of ik er iemand plezier mee kon doen. De mensen keken me verbaasd aan en grappen volgden bij die vraag. Zo een verspilling aan voeding. Niet zomaar een aardappel. Wel iets waar de boer zoveel werk in stak om deze tot aan de consument te brengen. Ik kon er niet bij.

Samen met père Bruno drink ik een glas en eindigt mijn dag aan de grens in Quievrain.

Ath

Een getik op een raam. Ontwaken. Een pimpelmees. Een nieuwe dag ontwaakt. De lucht ontsnapt uit mijn matras. Een ‘kattewasje’, het ijskoude water zal me onmiddellijk opwarmen. Rustig pak ik mijn materiaal in. Het gebruikte materiaal plaats ik terug. Dubbelcheck, ben ik niets vergeten.

Een voordeel van vroeg ontwaken, is dubbeldik genieten van de schoonheid in de natuur. Een drijgende lucht. In mijn rug een stijgende zon aan de horizon. Ze schenkt me een waar spektakel op de oevers van het kanaal. Ik herinner me een boottocht twintig jaar geleden ergens in een ver land. Iedereen wou de zonsopgang fotograferen, als enige stond ik de tegenovergestelde richting te bewonderen.
Canadese ganzen komen aangevlogen en landen elegant vloeiend op het water. Aalscholvers zie ik liever aan de andere kant. Als die een scheet laten… Owee… Vluchten.

Ath. De markt. Een artisanale bakker. Ik wandel een café binnen… Stel je voor een grote ruimte en aan iedere tafel één persoon. De hoofden richten zich op in synchroniciteit. Vragende ogen. Jah… Niet alledaags om iemand met wandelstokken en grote rugzak te zien. Helemaal ingepakt door de kou. Twee antennes op mijn hoofd hadden misschien het beeld afgewerkt. Terug serieus (knipoog)
Een synthetische geur… Chloor gemengd met één of andere nep natuur geur uit een spuitbus. Mijn neus vleugels spannen zich op. Hmm. Ik verlaat terug de zaak zonder te consumeren. Zuurstof. Een jaar geleden op deze manier opstappen had ik nooit gedaan. Een kort bezoek aan het steenhuis van Maffe en vooral een snel bezoek aan het kleinste vertrek. Een pikante gedroogde worst speelt me wat parten… Oeps.

Een lange tocht langs het kanaal. De frisse wind snijd op mij huid en een paraplu gaat af en toe open. In Stambrugge eindigt de dag bij Pascale. We hebben veel gelijkenissen wat handenarbeid betreft. Van naaien tot restaureren van oude meubelen. Ze neemt me mee door haar prachtig huis op schattenjacht en nog voor we het beseffen is het al laat op de avond en voel ik me moe worden. Na een nachtje in een garage mag ik genieten van een kamer en zacht bed.