Sedan

Beneden hoor ik stemmen, de tv. Zaterdagochtend, tekenfilms. Dit doet me denken aan mijn jeugd en de zovele zaterdagen dat ik voor de beeldbuis zat te kijken naar hun ochtendprogramma…

Ik verlaat Corbion… richting de Franse grens. Ik voel dat de tijd er rijp voor is… het is tijd om te gaan, om mijn grote vleugels te openen. De heerlijke frisse geur na een onweer, komt me tegemoet. Een verjaardag wordt gevierd. Mijn vader.

Een bord wijst de weg naar ‘Maison de verlaine’, laat ik het noemen een ruïne.

Op een open vlakte sta ik stil…ik wordt de frisse wind gewaar die zoete natuurlijke geuren met zich meebrengt. De zon verwarmt mijn hals. Links achter hoor ik het geroep van de buizerd… Ver weg het geblaf van een hond… Vliegende insecten, vliegen rond me heen… Ik laat me onderdompelen in een bad van vogelgezang. Het hevig onweer heeft opgekuist…

“Quesque vous avez trouvez la”, vraagt een man mij op een landweg. Hij zag me voorovergebogen. “Oh je prenais une photos des Camomilles.” “Ah, il y en a la !” “Oui, mes je vous les conseille pas de les ceuillir à cette endroit. Le fermier traité son champ.

Zonder ik het doorheb heb de grens overgestoken. Zalig, geen barrière, wegenborden… Gewoon open, zonder meer. De twee landen verbonden.

De GR14 neemt me mee via bossen en landelijke wegen. En langs indrukwekkende militaire begraafplaatsen. In de verte is Sedan zichtbaar. Ik vermijd het centrum. In een kleine bar neem ik plaats en vraag of iemand mij kan helpen voor een overnachting. Al snel komt er ongepaste/misplaatste humor naar boven. Ik laat het voor wat het is en geniet van de rust… Daarna volgen er meer nieuwsgierige vragen waar ik graag op antwoord. Een aangenamere sfeer kwam al snel in het kleine café. Waar we zelf plezier beleven en een fijn delen is.

Na de pauze neem ik terug de rugzak op de rug, zet buiten een paar stappen. Mannen werken op een stelling en repareren een façade. “Bonjour connaiser vous une personne qui pourrais m’héberger pour la nuit.” De vier mannen, spreken elkander aan in een vreemde taal. “Oui, mes faudras attendre une heure.” “Pas de problème, j’attendrais au bar. Merci, beaucoup cela me fait un grand plaisir.” Ik stap terug de bar in, “Voilà, trouvé”. Straks mag ik mee met Erdal.

Sedan

La Chambre de Diego

GR16

4u30 in de morgen… De sterren verdwijnen stilletjes aan de hemel. Mijn eerste nacht buiten…. en dat zonder angst. Gaan slapen en ontwaken op het ritme van de natuur. Slapen wanneer de sterren ten volle zichtbaar zijn en ontwaken wanneer ze terug onzichtbaar worden.
De vogels zingen in het rond, een reiger komt boven me heen vliegen, de vleermuis vliegt heen en terug in cirkels. Rond 5u30 komt er een dunne laag mist boven het water.

Ik lig te staren naar het water, naar de witte schuim die afvaart richting de brug. De nood aan schrijven komt op…
Een zacht en diep gevoel is aanwezig… de nacht nam mee wat niet meer bij me hoort. Als een fee die is gekomen met een toverstokje. Ik geraak zelfs niet meer tot bij wat was… wel tot wat al altijd aanwezig is geweest…. Liefde.

Ik sluit terug mijn ogen. Te vroeg om op te staan. Ik dommel die in en droom. Twee stemmen zijn hoorbaar… Och, de twee stemmen zijn heel dichtbij. Ik ontwaak uit mijn droom en weet even niet meer waar ik ben. 7u20 de plantsoen dienst begint te werken. Een vriendelijke dame komt vragen of ik een koekje wens. “Och, merci. Belle surprise.” Een man, in vissers kledij komt langs. Hi, bijzondere manier van ontwaken.

Vanuit Vresse-sur-Semois volg ik een deel van de GR16 afwisselend met landelijke wegen langs de Semois. In Alle begint het goed te regenen. Het ideaal moment voor een pauze.

Wanneer ik terug de GR neem hoor ik in de diepte ritmisch muziek. Hmm, mijn lichaam voelt het ritme aan. Ik hou mijn wandelstokken zijwaarts en begin te dansen. Dansen op een wegje, amper schouderbreedte, op een hoogte zowat 200m boven de Semois.

Ter hoogte van de camping Laviot aan de andere van de rivier. Wandel ik de niet te onderschatten GR16. Eerst een forse helling… Nadien bevind ik me op een niet zo veilig pad. Zeker geen aanrader voor mensen met hoogte vrees. Ieder stap dien ik aandachtig neer te zetten. Gelukkig helpen mijn wandelstokken niet alleen om me recht te houden en steun, ook om te zien wat onder het bladerdek ligt…. Een afgrond. De bramen groeien over het pad, het er niet aangeraden om er mijn voeten in te steken. De weg glijd, is het niet door het droog afhellend bladerdek, dan is het door de fijne leistenen die glad zijn. Ik kan nu heel goed voelen hoe dankbaar ik ook mijn schoenen ben om zo dicht mogelijk en zo goed mogelijk de grond te voelen. Na een 1u30 daalt de weg eindelijk af, een open ruimte wordt zichtbaar…. Oef, uitblazen, lucht… een ontlading. Een iets zeker, het was meer dan de moeite waard voor wat er was, maar ik zou dit stuk niet meer opnieuw doen. En eerlijk… Ik raad het ook niet aan.

Het laatste stukje neem ik de weg richting Corbion. De laatste loodjes….Mensen verwijzen me naar le presbytère… Een immens groot huis. Niet de plaats waar ik mag zijn. Ik volg een tip… nog een paar honderd meter… pfff… Ondertussen begint het te regenen, onweer hangt in de lucht. Een huis trekt mijn aandacht. Ik klop aan. Een vrouw doet open, we zoeken een oplossing… Terug op stap. Plots rijd een wagen snel mijn richting uit… De vrouw…”vient venez chez nous, le petit dormira avec nous. On va pas te laisser dehors !” Ten huize Amelie, Paolo, Adriano en Diego die zijn kamer met me deelt.
Net binnen een hevig onweer breekt los. Dankbaar. “Merci Diego”

Corbion