Yurt

Geen direct zonlicht te zien. Mist. In een bar neem ik mijn ontbijt. Een koffie. Zalig om tijd en ruimte te nemen ’s morgens om in alle rust een nieuwe dag in zetten. Klaar om dan energiek te kunnen stappen.

In de verte een buizerd en een kraai. Ik observeer. De kraai valt de buizerd aan. Op en neer, heen en terug. Knap om te zien hoe de buizerd niet in aanval gaat, hoe hij in de lucht telkens weet op het nippertje te ontsnappen. Hoe hij in soepelheid weet te ontwijken en bij zichzelf weet te blijven. Dieren kunnen ons toch zoveel bijbrengen.
De natuur blijft me verwonderen.

Chaumeuil. Voor mij een lange tafel, de openhaard. Een vader tussen een meisje van 2 en eentje van 8 jaar. Het kleinste, haar gezichtje is één schilderspalet van choco en griesmeel. In haar handen maakt ze bolletjes om ze dan overal rond te wrijven. De vader, in zijn linkerhand zijn vork, rechts zijn draagbare smartphone. Een film.

Een romaanse kerk die de naam draagt Jacobus. Klein en met prachtige beelden.

Chaumeuil

Beelden uit de Sint-Jacobskerk

Een rood-warm zacht tapijt onder mijn voeten.  Rechts loofbomen bijna volledig kaal. Hun stam bekleed,met mos. Ik sta even stil. Water… beneden. Links hoge naaldbomen. Ik voel de frisheid van de herfst op mijn wangen. Tastbaar koud, binnen warm. Een licht windbriesje.

In Veix blijf ik overnachten. De bediende van het gemeentehuis helpt me zoeken naar een slaapplaats. Terwijl ik wacht schrijf ik mijn dagboek in het bureau van de burgemeester, met zicht op de maan.
Na een gezellige avond met twee charmante mannen eindig ik mijn avond in een yurt onder een tweehonderd jarige eikenboom van ferme des Borderies

Ferme des Borderies, Veix

Pépinot

Ik daal de trap af. Klop even aan. De livingdeur. Een gedekte ontbijt tafel. Daglicht. Pépinot, een border collie. Wim en Greet. Een kus, een intense knuffel. Goedemorgen. Ik krijg kippevel. Wat een verwelkoming. Na het ontbijt maak ik me klaar voor een nieuwe dag. Mijn drinkfles wordt gevuld. Een vers gezond broodje steekt in mijn rugzak. Afscheid, geen vaarwel. Tijmen, Wim en Pépinot staan klaar om me te vergezellen een eindje op de weg. Wat aangenaam om zo de dag in te zetten. 

Tijmen – achtergrond dorp Bar

Pépinot

Wim en Tijmen

Pépinot loopt ons voor. Knap om te zien hoe hij gaat zitten voordat een wagen voorbij rijdt. Het zien van de hond en de zoveel andere langs de weg geven me terug zin om er zelf eentje te adopteren.

Wat hoger op een heuvel toont Wim een uitkijkpunt vanwaar we komen. Vader en zoon, naast elkaar. Verbonden. Samen één. Weinig woorden, begrijpend. Een beeld die me doet denken aan ‘la gloire de mon père’ en le ‘chateau de ma mère’.

Corrèze

Corrèze. Een halte. Ik blijf wat moe rond lopen. Zou dit nu aan de weersomstandigheden zijn die op mij moraal inwerkt. Een zon weet ik alvast meer te appreciëren dan een grijze dag. In Mérignac l’église ben ik net op tijd binnen in de kerk om een hevige plensbui te vermijden. Een preekstoel trekt mijn aandacht. Fijne taferelen  werden uitgehouwen in het hout.

Mérignac l’église

Merignac l’église

In Sint-Augustin hou ik het voor bekeken. Een vrouw helpt me om een overnachtingsplaats te vinden. De plaatselijke voetbal vestiaire. Maar voor het slapen gaan wordt ik uitgenodigd voor een warme maaltijd. 

Les cinq petits lapins

Voorovergebogen, één …’klik’…recht, twee… ‘klik’, nog even wat aanspannen. Mijn rugzak. Ik schuif mijn wandelstokken uit. Een frisgevoel, klaar voor een nieuwe dag. Ik verlaat al heel snel Naves via een bosweg. In de verte een lange hoge brug die de ene heuvel met de ander verbind.

De weg in het bos gaat dieper en dieper, en hoe dieper hoe feeërieker het eruit ziet. Rood, geel oranje, intensgroen, zachtgroen. De mist in de verte brengt extra tinten. Van blauw tot zacht roze, magenta…ik mis nog een tint…net op dit moment komt een veertje mijn richting uit…wit.

Water…bladeren…de wind…geluiden. Natuurgeluiden. In Bar le Vieux begint het te regen…mijn paraplu…een windstoot.
Mijn paraplu waait over. Ik zie het beeld van een vrouw met laarzen, rok, vest, hoed op bijna meegesleurd door haar paraplu. Alsof ik mezelf zie staan. Ik begin te lachen.

Wat verder kom ik aan in Bar. In het dal een boerderij. Een dorp in de hoogte. De kerk, ik loop errond. En plots sta ik aan het venster van het huis waarvoor ik kom. Ik duw mijn neus tegen het raam. Tafels zijn gedekt. Verhuurd. Het is wat het is. Ik zoek de adresgegevens op van Greet via internet om een goededag te gaan zeggen.
Oh, het huis in het dal.

Bar

Bar – les cinq petits lapins

Aan een lange houtentafel, een pot koffie, een gezellige babbel met Greet. Al heel snel klikt het tussen ons beiden. Een open gesprek, het voelt goed. Asf en toe schieten we in een lachbui. Deugddoend. Wim is ondertussen thuis gekomen ook met hem klikt het onmiddellijk. De kids… het is vakantie.
De openhaard…buiten giet het water…ik wacht wat af om verder te vertrekken. Het blijft gieten. Het voelt hier zo sereen, warm en huiselijk dat ik uiteindelijk blijf overnachten en in ga op de vraag van Greet en Wim.  ’s Avonds zitten we met zijn allen aan de lange tafel. ‘les cinq petits lapins‘ In familiale kring. Wat kan dit deugddoend zijn op de weg.

Moe

Ik ben nu zowat al een goeie drie dagen aan het stappen in de Corrèze. Fikse hellingen en dalingen. Bossen blijven talrijk aanwezig.  De natuur is prachtig en ik geniet met volle teugen.

Aubazine-abdij

De nachtrust in Aubazine was een ramp. Vier uur slapen was echt te weinig. Mijn lijf protesteert. Een bezoek aan de abdij om dan via het kanaal van de monniken Aubazine te verlaten. De weg klimt richting een dolmen. De enige steencirkel in de Limousin. 

Dolmen-Aubazine


Tulle, een grootstad, voelt voor mij niet zo aangenaam. Ik vind er niet echt mijn plaats. Het is er druk en er heerst een onaangename sfeer. Ik slenter wat rond en twijfel even of ik de bus neem om verder te gaan naar Naves. Weg van de drukte en geluid. Voor de eerste keer maak ik gebruik van een gemotoriseerd voertuig, zo ontsnap ik aan Tulle en kom ik aan in Naves nog voor het donker is.
Een half uur later, de rust van een dorp. Wat een verschil en wat ben ik blij dat ik mijn gevoel heb gevolgd.

Morgen wandel ik verder naar Bar. Een plaats die al heel lang in mijn gedachten aanwezig is en op mijn weg was aangeduid. Een plaats waar Annemie Struyf is geweest voor ‘La vie en rose’. Waar een woonst aan €150 nog te huur is. En vermits de gemeente niet op mijn telefoon en e-mail reageerde, dacht ik, ik ga er zelf heen. Benieuwd. Maar nu, hopelijk een langere diepere nachtrust.

Verbod

Een uitgebreide babbel aan tafel na een heel goede nachtrust. Een nachtrust waar je je goed en ontspannen voelt doet toch heel veel om een dag goed in te zetten. We delen terug levenservaring en wisselen gedachten uit. Uit het niets komt een verhaal die ik zoveel jaar geleden heb mogen beleven en ervaren. Een delen over een toen verboden en verborgen liefde van heel lang geleden. Het brengt me plots veel inzichten en een nieuwe wending bied zich aan. Michelle maakt me een paar korte opmerking. Net genoeg om te begrijpen en zelf te ontdekken en gewaar te worden. Wat ben ik haar dankbaar dat ik haar heb ontmoet en mezelf dankbaar dat ik aan haar deur heb aangeklopt. Niets is toeval. De tijd was en is er rijp voor om deze liefde onder ogen te kunnen zien, ook al heb ik jaren aan een stuk signalen ontvangen en genegeerd. Zelf erover aangesproken geweest, maar weggeduwd en geweigerd erover te praten omdat het voor mij juist was en uit angst met de vinger gewezen te worden. Net dit was het probleem, het gesloten houden. Ik ben er toen niet voor uitgekomen, er voor gaan staan. Gaan staan in eigen kracht met mijn liefde voor wat ik voelde. Ik heb me ook zelf hier niets in te verwijten, er was geen ruimte en gehoor. Het was.

NUu. Het toe laten zonder dat er nog een verbod op staat die opgelegd geweest is door derden, maar vooral te mogen laten leven zonder zelf de barrière in stand te houden. Want enkel door de barrière op te heffen kan ik meer en meer in mijn puurheid gaan staan, een intentie waar ik naar streef op mijn weg en belangrijk is in mijn leven en in contact met anderen. 

Opgroeien in een maatschappij waar verbodstekens werden gecreëerd uit angst voor… Waar het geloof er deels heeft voor gezorgd dat sommige zaken tot schande werden uitgeroepen… Waar hiërarchie en macht een prominente plaats hebben ingenomen en waar menigte zich heeft laten ompraten en laten gevangen nemen onder woorden, heeft ervoor gezorgd dat er velen niet vrijuit hebben kunnen opgroeien in een nest van warmte en liefde.
Deze barrièremantel wil en kan ik vandaag uit doen. Wat voelt het goed, bevrijdend. Wat voelt het goed om dieper en dieper in je eigen krachten te mogen gaan staan.

Na de onweersbuien van deze nacht is het landschap omgetoverd in een feeëriek schouwspel. Ik wandel naar boven richting een heuvel. Een majestueus landschap is zichtbaar wanneer ik me omdraai. Natuurelementen  omcirkelen me.  Een plaats waar de energie van liefde zo krachtig aanwezig is. Waar de hemel en aarde elkaar raken. Tranen vloeien. Bevrijdend. Tranen blijven maar komen. Ze mogen er zijn. Ze brengen vreugde, diepe intense vreugde. Ze schenken me leven. Leven die voelbaar mag vloeien door gans mijn lijf. Het is. Leven.

Het voelt goed en wordt me bewust dat ik nog wat zaken af te werken heb. Ik mag naar huis, ik ga naar huis. En het klopt ook, ik ga terug noordelijke richting uit, mijn schaduw voor mij. Ik volg mezelf. Niet de ander… mezelf. Trouw aan mezelf.

Sedert gisteren ben ik de Corrèze ingewandeld. De dakpannen in dikke steen hebben plaats gemaakt voor daken die eruit zien is de huid van een vis. Hellende landschappen, met open grasvelden waar koeien grazen en een vormen met de kleur van de bomen. Waar naast loofbomen meer naaldbomen zichtbaar worden.
De regen en zon heeft er ook voor gezorgd dat de kleuren exploderen in het landschap. Een ezel in de wei, waar ik aan de woorden denk ‘stoot je geen tweede maal aan de zelfde steen’. Een schaap die me staat aan te kijken en waarbij ik twijfel om het schaap te strelen. ‘Waarom niet’ zeg ik tot mezelf. Ik ontsmet mijn handen. Koeien die naar me staren met hun lange wimpers en zachte blik, ‘bonjour Bella’ roep ik haar toe wanneer ik haar kruis. Een boer die me trakteerde op een koffie. Rust heerst over de heuvels. Fushia, dahlia’s, anthemis verwelkomen me in de dorpen. La douce France, elle est belle.