Mandorla

La ‘Sportelle’ van Rocamadour. Kenteken van de pelgrim.

Wanneer ik gewaar werd dat Ik in deze regio en liefst in Watou wens te aarden, schreef ik op volle Maan een korte tekst voor de aankondiging van een eerste vrouwencirkel.
‘Komaan Jasmine durven en doen, op jouw manier, en zo eenvoudig mogelijk’, sprak ik mezelf in. Het denken liet ik er graag buiten, zeker als deze niet verbonden is. Dan is er onrust, ben ik niet geaard en vertrekken de woorden louter als lucht. En woorden die louter lucht zijn, worden niet gehoord en verlies ik het contact met de voorzienigheid en vertikaliteit en is alles wat in de horizontaliteit is als mijlen ver.
Wanneer mijn woorden ontstaan vanuit de bron dan kan ik ze gewoon voelen vibreren en vertrekken ze vanuit een totaal andere plaats in mijn lichaam die een opwaartse beweging maakt om dan via het spraakkanaal tot leven te komen.

Toen ik de tekst begon neer te pennen het eerste wat ik schreef was, wat en dan kwam heel spontaan ‘Mandorla’. Met deze benaming roep ik de vrouwencirkel de wereld in.
Het deed me plots terug denken aan mijn aankomst in Rocamadour op mijn pelgrimstocht in 2017. Een paar kilometer ervoor stond ik in de nacht onder de sterren hemel voor een kruis met aan de voet de St. Jacob’s schelp en ernaast de Mandorle met Maria en Jezus erin afgebeeld. Als ik het beeld van de Mandorle nu voor de geest zie doet het me denken aan een beeld die ik zag in het museum van Luxor van Isis en Horus.
Toen ik voor eerste keer, de vorm van de Mandorla bewust zag bracht het mij in contact met de vrouwelijke polariteit. De dagen nadien stond alles in het teken van de vrouw. Werd ik op verschillende manieren geraakt niet wetend vanwaar alles kwam. Een krachtplaats die ik nooit zal vergeten. Ik probeerde, in overtuiging, de tekst rond deze gebeurtenis terug te vinden. Helaas en bijzonder dat ik er toen niet heb overschreef. blijkbaar voelde ik me er toen te onzeker voor.

Om één of andere reden heeft deze vorm me altijd geïntrigeerd, waarom weet ik niet. Ik zie het ook vaak in visuele meditatie en werkt het als een pulserende magneet.

Een Mandorle is een geometrische figuur in de vorm van een amandel. In de traditionele iconografie, geschilderd en gebeeldhouwd, is het ovaal waarin Christus, de Maagd Maria, heilige figuren zijn gegraveerd in een onsterfelijke glorie.
Door zijn geometrische vorm is het verbonden met de symboliek van de ruit maar dan met afgeronde zijhoeken.

De betekenis ervan is de vereniging van hemel en aarde, van de lagere en hogere werelden. Vandaar het gebruik die perfect past bij heiligen. Het symboliseert het overwinnen van het dualisme van materie-geest, water-vuur, hemel en aarde, in een harmonieus gerealiseerde eenheid.

De amandel, wat wij eten, zit in een harde omhulsel en zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Symbool van het wezenlijke dat verborgen is in het accessoire, van spiritualiteit versluierd door uiterlijke doctrines en praktijken, van de werkelijkheid gemaskeerd door de schijn, de waarheid, de schat, de Bron die verborgen is.

Mahmûd Shabestari, een Mysticus en Perzische Sufi dichter zei ooit: “Wanneer de migrateur, de zwervende, de rondtrekkende persoonlijke zekerheid heeft bereikt, is de amandel rijp en is de schil gebarsten.”
Of Abd al-Karim die zei :” Laat de schors en neem de vrucht. Wees niet één van degenen die het gezicht niet kennen, maar ontdoe je van de sluier. “

….

In het timpaan van de Basiliek St. Madeleine te Vezelay is een mandorla te zien met de verrezen Christus

Babylon

Plots kom ik op een tekst over Babylon, de Openbaring van Johannes.
Oef, amai, de woorden die hier te lezen zijn en op regelmaat terug komen: hoererij, haar, hoer, haar zonden, bloedschuld,
Zinnen als: ‘de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde’,
‘Hij heeft de grote hoer geoordeeld’ , ‘verdorven met haar hoererij’, ‘Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit’, ‘met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, en zij die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij’. ‘Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde.

Wanneer ik die tekst plat lees kan ik niet anders dan denken dat ‘de vrouw’ in een slecht daglicht staat. Toch! Dit kan nu toch niet anders gelezen worden, denk ik dan. En wanneer men weet dat dit in de geschriften staat dan kan je daar toch niet als mens onverschillig over zijn.
En natuurlijk als gevolg vloeit daar een oordeel uit. Niet abnormaal dat de mens hier kwaad kan op worden en de rug toekeert naar het geloof.

Maar wat als het woord nu verkeerd zou vertaald geweest zijn in oorsprong. En waarom koos men voor haar en niet hij! Dan brengt me dit bv. naar vandaag en hoe we de aarde noemen, Moeder aarde, is het niet!

Laat ik nu de tijd nemen en met een open hart waar oordeel of vooroordeel geen plaats kent om de tekst bij mij te laten binnenkomen.
Wanneer ik dit doe voel ik, dat dit voor mij niet om de vrouw, niet over een persoon gaat, eerder om een ‘gedrag’ die gesteld wordt. Om gedragingen die Liefde stuk maakt en kiest voor macht. Waren andere woorden dan niet mogelijk!? En is dit ook niet hedendaags!? Hier onder de noemer van iemand ‘liefde’ is men uit op macht.

Maar stel je nu eens voor, alle mensen die deze tekst plat lezen en hebben gelezen. En één van hen gaat op deze manier het woord doorgeven of verkondigen. Wanneer het zijn doel verliest en uit de context wordt gehaald dan is helemaal om zeep. En kan er veel kwaad gedaan worden. Terwijl de inhoud van die tekst net het omgekeerde wenst te tonen.
Wat ook is, zolang de mens de weg niet naar binnen neemt en kiest voor het zuivere zal de tekst over Babylon een gewicht blijven in zichzelf.
En misschien is dit schrijven er ook eentje van, want als ik me niet goed zou uitdrukken voor sommigen of dat het anders over komt of geïnterpreteerd wordt bij de ander dan wat ik bedoelde.
Het kan zijn dat ik me dan op glad ijs bevind, wel dan zal ik leren mij verder bewegen tot ik recht kan staan op het ijs.

Ik denk even terug aan de vele bas-reliefs in de tombes, in de crypte van Dendera, aan het Mystieke, de verborgen medische kennis, aan de alchemie.
En wat als toen in die tijd, en laat ik even fantaseren en gebruik maken van hedendaagse voorbeelden die ik waarneem en hoor. Ik kan me voorstellen dat toen in die tijd, als ik de prachtig beelden zag van de mensen, hun lichaam, de rijkdom…. dat jaloezie toen ook al bestond. En dat die jaloezie deels oorzaak was van de vele onnodige slachtoffers die afgebeeld staan op de muren van de tempels.
En ik spreek van over 3000 jaren vóór Christus.
Waar twee mannen vechten om een vrouw, er één geen gelijk haalt of zich afgewezen voelt en hierdoor razend werd en onterecht kwaad over de vrouw uitsprak. Of er was, een vrouw die een mystiek leven leidde en die de alchemie begreep van het lichaam en de levensenergie. Een vrouw die mensen in hun kracht bracht en waardoor velen haar wilden bezitten omdat men eerder uit was op macht dan in eigen kracht.
Is het dan de vrouw die in haar kracht staat die iets verkeerd doet of eerder de persoon die bezitterig is en het buiten zichzelf zoekt.
Ik kan me voorstellen wat dit kan teweeg gebracht hebben.
Dit doet me denken aan de taferelen, de personages die vernietigd werden door de Copten (=Egypte) omdat het niet meer zichtbaar mocht zijn. De prachtige beelden van Isis en Horus, van Hathor in de tempels of in de Mammisi, het geboortehuis , de Tempel van Isis in Aswan, alle Godinnen, de borsten, de geslachtsdelen werden verwijderd.
Dan komt er in mij op “maar jullie hebben niets begrepen van wat God van jullie verwacht.”

Hmm, amai een ganse boterham vloeit er uit mijn pen en dit uit dat ene woord ‘prostitutie’. Een woord die zo vaak uit de mond komt wanneer men kwaad is op een vrouw. Ik heb het zelf vaak mogen horen. Waarom omdat men niet kreeg wat men wou, omdat ik in mijn kracht bleef staan en dat had niets te maken met sexualitéit. Dit kreeg ik vooral te horen van de mannen. En dan die ene keer dat ik het verhaal deed aan mijn grootmoeder van een man die me trakteerde met een maaltijd op de luchthaven omdat ik geen geld meer had. Ik kon tussen de lijnen lezen wat ze bedoelde wanneer ze zij, “wat heb je daarvoor moeten doen!?”, haar blik sprak boekdelen. Terwijl ik daar stond met fierheid omdat ik geen angst had, omdat ik in de goedheid van die man geloofde, omdat ik mijn plan kon trekken. Ik voelde me met de grond gelijkgemaakt.
En dan de zovele keren dat ik heb mogen horen” je hebt het zelf uitgelokt”, terwijl er in mijn gedrag niets aanstootgevend was, ik geloofde in de goedheid van de mens, ik had de persoon lief, ik was soms naïf. Telkens in een fractie van een seconde kon gans mijn zijn goed aanvoelen dat iets niet OK was. En hier kwam de uitspraak van een vrouw. Zo zie je ook dat we niet te hoeven generaliseren en altijd alles in de schoenen van de mannen hoeven te duwen.

Wat hebben we met deze oude geschriften de wereld toch in gestuurd, die voor velen niet toegankelijk zijn!?
En eigenlijk doet dit er niet meer toe, wel wat kunnen we er vandaag meedoen.
Herstellen kunnen we niet, wel anders doen in het NU. Aan ons de keuze.
Vooruit!
En ons de vraag stellen in welke realiteit wens ik te leven, want die is belangrijk, en met deze wens ik hand in hand te stappen. Ikzelf neem geen blad voor de mond wanneer ik voel of zie dat er iets onrechtvaardig gebeurt.

Ik wandel door de zanderige wegen en onder de blakende zon. Mannen komen aangelopen, “Madame felouk”, “taxi”, “hey”, “psst”, “why you not smile”, “you want a helicopter”, “beautiful hair”, “Goodmorning”, “nice color”, “nice t-shirt”, “I now you”, “welcome”, “I have see you on the boat”, “hi, I have see you. I’m a friend of”, “hey, it’s close”…. en zomaar verder. Vindingrijkheid zijn ze om je te benaderen. En eenmaal je er aan toegeeft ben je verloren. Onuitputtend zijn ze.
Dan komt het voor mij goed uit om op mijn eigen eilandje zijn, waar ik kan uitblazen.
Ik moet nog denken aan één van mijn zusters uit Magdala die zei, ” jou zullen ze niet veel lastig vallen met je kort geknipt kopje”. Hihi, kort kopje of niet.
Lang gekleed, of kort. Een doek op de schouders of op het hoofd. Het maakt geen verschil, ik ben een blanke vrouw en die wordt hier geassocieerd met rijk. Is gelijk aan een ticket richting Europa, want wanneer je als Egyptenaar niet voldoende op je rekening hebt dan verlaat je gewoon het land niet. Zo wordt ik vaak op een subtiele intimiderend manier benadert.
Dit is soms heel vermoeiend, maar ik wens er leren mee om te gaan. No stress, geduld en vooral bij mezelf zo goed als mogelijk blijven.
En ondanks de vele vermoeiende benaderingen voel ik me hier veiliger dan in sommige buurten in de hoofd- grootsteden in Europa.

Voorbij het woord

Na een goede poetsbeurt in het appartement ga ik tot bij Youssef om hem te bedanken. “Wacht niet zo snel zet je rugzak neer. Niet zo gehaast doen”, zegt hij. “Vanaf nu, ben ik je baas niet meer en jij niet meer mijn klant. Gedaan met business. Nu veranderd onze relatie. Nu behoor je tot mijn familie.”, terwijl hij me aankijkt. Brrr, dit voelt vanbinnen opdringerig en niet zo fijn.
“Kom ik zal je even mijn tuin tonen. En ik zal om een herinnering aan jou te hebben de Yasmeen plant aankopen en in mijn tuin planten. Zo zal ik altijd aan je denken “, deelt hij. Zijn manier om mij te benaderen is duidelijk veranderd daar waar hij in een week mijn privacy respecteerde, wordt ik gewaar dat hij nu wat teveel in mijn veld komt, ook al is dit waarschijnlijk niet slecht bedoeld. Mannen benaderen hier namelijk de vrouwen op een totaal andere manier.

In de tuin aangekomen toont hij me wat planten en bomen. “Dit is een bananenboom, dit is een mangoboom, een dadelboom en hier staat een citroen.”, het is precies alsof hij zijn tuin aan het voorstellen is aan zijn toekomstige. Ik wijs met mijn vinger naar een plant “en dit is hashish”, zeg ik en voel ik de deugniet in mij. Hij lacht.
“Ik moet nu gaan ik heb afgesproken met mijn nieuwe verhuurder.” Ik neem mijn rugzak en vertrek. “Niet vergeten he, kom wanneer je wilt. Dit is je familie nu”, roept hij nog terwijl hij in de deuropening staat.

Een paar straten verder even naar rechts, naar links, nogmaals naar links. In een doodlopend straatje en aan de border van een zijarm van de Nijl komt plots iemand uit zijn huis. De jonge man die ik heb ontmoet bij het aankomen in Luxor met zijn verterende glimlach. “Hey”, zeg ik verwonderd. “Hey”, zegt hij terug. “Och, jij bent mijn buurman” “It’s destiny”, zegt hij met zijn brede mooie glimlach.

Mijn nieuw verblijfje is een huisje voor mij alleen. Geen eigenaar in hetzelfde huis. Een eigen tuin, een buitenkeuken. Benieuwd wat deze plaats me zal brengen vooral na mijn buurman te hebben gezien.
Om het compleet naar mijn zin te maken en mij een thuis gevoel te geven geef ik het een poetsbeurt. Wanneer ik een zeteltje ophef zie ik plots een scorpioen bewegen. Oooh. No panic. Ik ga naar de keuken om een glas en zet het omgekeerd erop. “Sorry makker, maar ik neem liever geen risico”,zeg ik tegen de schorpioen.

Tijd om mijn koelkast te vullen. Op nog geen kilometer van het huisje is er een heerlijke fruit-groenteboer. Gourgetten, ajuinen, aubergines, tomaten, meloen, druiven, avocado, appels, pruimen…. Voor nog geen drie euro kom ik buiten met mijn aankopen. Rechtover stap ik een klein kruidenierswinkel binnen om sesampasta en koffie en een paar doosjes tonijn.

Terug aan de hoek van het doodlopend staartje zie ik de buurman buiten komen. Hij kijkt me aan. Lacht en zijn hoofd gaat zo een beetje opzij alsof een puber die zich niet weet hoe gedragen. Zijn lichaamstaal spreekt boekdelen. Hmm, zou het de volgende man zijn die de richting van een liefdesverklaring neemt.
“Hoe noem je eigenlijk?” “Samir, en jij?” “Anna, Jasmine”. Bijzonder telkens wanneer ik ‘anna’ zeg, wat betekent ‘mijn naam is’ heb ik het gevoel dat ik al voor de eerste keer mijn naam hoor om de tweede te versterken. “Weet je dat ik je dagen heb gezocht”, deelt Samir terwijl ik hem wat dichter voel komen.
‘Hmm, Jasmine. Je had het goed gevoeld een verliefde buurman. Dit wordt een boeiende week.’, zeg ik tegen mezelf.

De buurt net aan de Nijl op de West Bank is gekend om hun zogezegde ‘prostitutie’. Dit wordt vooral zo gedeeld door Westerse mensen, vanuit de plaatselijke bevolking is het me onbekend. Eigenlijk vraag ik mij af vanwaar dit woord afkomstig is, in welke periode het werd gecreëerd en door wie het werd gecreëerd want is het niet zo dat één woord door de jaren heen een andere lading kan krijgen door eigen ervaring en daardoor er een gewicht in het woord kwam en komt. Het is niet onmogelijk wanneer een persoon een vertaling doet of laat doen dat zijn of haar eigen emotie en ervaring erin mee heeft gespeeld, laat ik dan nog zwijgen over de opgelegde dwingende vertalingen vanuit macht, dus waarom zou, door de jaren heen dit woord naar inhoud niet getransformeerd kunnen geweest zijn. Ik steek er mijn hand voor in het vuur.

Dan denk ik even aan de honderd jarige dame Annick de Souzenelle die vanuit een diep aanvoelen en noodzaak is beginnen het Hebreeuws te leren en de Bijbelse teksten vanuit het Hebreeuws is beginnen te vertalen in het Frans. De vertaling schept een totaal nieuw en ander beeld op wat ons soms werd, wordt voorgeschoteld. Zij leverd een prachtig levenswerk. Een aanrader om haar te volgen voor wie het Frans voldoende meester is. Wanneer je zoekt op haar naam vind je tal van video’s met interessante gesprekken. Dit even terzijde.

En dan is er de taal opzich. Want als men de taal niet ten volle in de diepte kent of begrijpt kunnen bepaalde woorden compleet uit de context gehaald worden omdat men de taal niet meester is. Dit mag ikzelf heel vaak ervaren in mijn Franse taal, ook al ben ik opgevoed in het Frans omdat mijn papa een Fransman is. Toch ben ik het Frans niet meester en valt het me op dat ik een gemis voel in deze voor mij, poëtische taal. Ik kan ze heel goed begrijpen, maar mijn vocabulaire is beperkt om deze zelf te kunnen gebruiken in haar volledige schoonheid. Dit creëerde vaak misverstanden tussen mijn vader en ik en wanneer geduld afwezig was en/of een tekort aan openheid kon dit soms, vaak vonken geven.

Zo werd me hier gezegd dat het woord, uitgesproken ‘sjarmoesja’, allé, zo heb ik het toch begrepen wanneer ik het woord hoorde vanuit een Nederlands sprekende persoon met een Vlaamse achtergrond, ‘hoer’ zou betekenen.
Met dit zo uitgesproken woord en letterlijk zo neergeschreven kom ik niet zo ver want mijn taal en de uitspraak van sommige letters komt totaal niet overeen met wat hier gebruikt wordt in het Arabisch en dan is er nog een onderscheid tussen de Arabische taal en de Egyptische taal. Iedereen begrijpt het Egyptisch Arabisch, maar niet iedereen zou het Marokkaans Arabisch of het Tunesisch Arabisch begrijpen. En dan is er ook nog het verschil tussen de straattaal, de geschoolden en ongeschoolde, tussen de taal in een dorp in de woestijn en de stad…. Zonder oordeel naar geschoolden en ongeschoolden, naar stad en wonen in de natuur of op een eiland. Wat wel vaak en helaas wordt gedaan en wat ik betreur. Het kan wel een barrière zijn in elkander te benaderen en opzich is deze barrière ook te doorbreken wanneer men zich opent naar de ander en in verbinding gaat.

Ik vraag hier in het hostel in Caïro, want terwijl ik die tekst schrijf en vervolledig uit mijn dagboek ben ik al een paar weken verder. De gebeurtenissen in Luxor wou ik ten volle lichamelijk en geestelijk beleven want ik werd gewaar dat het iets raakte vanuit andere regionen en ik volledig aanwezig wou zijn in de beleving, in de gewaarwordingen. In het balans vinden tussen het lichamelijk en het geestelijk. Tussen het al of niet voelen wat Samir met zijn Zijn me bracht op mijn weg en het beheersen van gewaarwordingen. (ik verdiep me graag hieromtrent in een volgende post)

De jonge voorname vrouw, Habiba genaamd, die me hierbij helpt bij de vertaling kent de Engelse taal niet. Het gebeurt via een vertaal app. Ik vraag haar of ze het woord kent.
Ze steekt haar schouders op en haar hoofd beweegt van rechts naar links. De neen is duidelijk. Ik denk ‘ok het woord bestaat niet’ . Ik bouwde op in mijn verbinding en communicatie met haar. “Hoe zeg je hoer in het Arabisch?”, een totaal ander woord is hoorbaar die ze zonder enig probleem uit spreekt.
Ik zoek verder en speel met de letters tot ik bij ‘Sharmuta’ terecht kom. De betekenis in de straattaal, alsook in de Hebreeuwse straattaal betekent slet, hoer.
Bij het verder zoeken kan het ook als een compliment zijn want het betekent ‘schoonheid’ . Interessant niet!
Ik ga terug met dit woord naar Habiba. Het word me duidelijk dat ze dit woord niet kan uitspreken. Wat het voor haar betekent blijft me onbekend. Maar hoe ze ermee omgaat had voor mij meer waarde dan de inhoud zelf. Namelijk er geen voeding aan te geven.

Voor mezelf en al van heel kleinsaf voel ik dat ik voorbij de woorden wens te gaan. Het willen blijven weten van het ongekende achter het woord. Dit heeft me altijd zo geboeid en maakt mijn leven zo rijkvol.
Het bracht en brengt me de mogelijkheid voorbij het woord en het gewicht die het draagt te gaan kijken. Het leerde me onderscheid te maken wat van mij was en wat van de ander. Het opent voor mij telkens een nieuwe wereld. Een wereld waar het puur en zuiver is. Een wereld waar Licht en Liefde aanwezig is. De enige wereld waar ik naartoe wens te leven ook al probeert men soms mij te raken met uitspraken zoals ‘dat ik nog geloof in roze wolkjes, niet met mijn voeten op de grond sta.’ Mijn geloof gegroeid vanuit eigen ervaring, vanuit vertrouwen, vanuit mijn liefde en hieruit de keuze maak hoe ik in dit leven wens te staan, zal niemand mij nog dwarsbomen.

Kom Ombo

Chapel of the Hearing ear

Vandaag vertrek ik terug noordwaarts na een dagje terug reizen van Abu naar Aswan.
Met een chauffeur van Indrive waag ik me doorheen het land van ‘Aladin en Jasmine’ richting Kom Ombo. Zo voelt het wat… liefde voor het land.
De taxichauffeur heeft een veilig en vlot rijgedrag waardoor ik me zo op mijn gemak voel dat af en toe mijn ogen zich sluiten. Rechts van mij zijn af en toe kleine lemen dorpen te zien met hun plaatselijke markten, waar groenten en fruit onder vervallen stalletjes worden verkocht tussen kleurrijke plastieken voorwerpen van goedkope minderwaardige kwaliteit.

De chauffeur vertelt me dat hij nog nooit naar Kom ombo is geweest, terwijl hij amper op 45km daar vandaan woont. Dit doet me denken aan mijn jeugd toen ik de verhalen hoorde van mijn grootouders toen ze klein waren. Ze hadden toen nog nooit de zee gezien. Dit is zo een honderd jaar geleden. We zijn anno 2023.

De vele dikke vluchtheuvels vertragen het verkeer nabij de dorpen en zijn ook vaak aanwezig om de lange trajecten te doorbreken. Men kan ze onmogelijk uit de weg gaan of je ligt wat verder omgekeerd op de baan. Met alle gevolgen van dien zowel voor de wagen, jezelf en de ander.
Daar waar ik nu al ben geweest staan er weinig tot geen verkeerslichten en als die er staan dan functioneren ze niet.
Zebrapaden werden hier lang geleden op de grond geschilderd en zijn ondertussen door de jaren uitgeveegd.
Hier in Egypte hebben ze dat ook niet nodig. Auto’s rijden soms zelfs zonder lichten. De automobilisten, voetgangers
bewegen zich met elkaar. Soms kan ik een eindje blijven staan op de hoek van de straat en het gedrag observeren tussen hen en ik heb hier niet de indruk dat er opmerkingen worden gegeven naar het gedrag van anderen op de weg. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid aanwezig. Tolerantie en geduld is noodzakelijk en heb je dit niet dan leef je hier continue op de toppen van je tenen.
Een bejaarde vrouw steekt haar hand uit, traag en uitkijkend steekt ze over, en de automobilisten stoppen voor haar.
Als ik al iemand hoor klagen dan ben ik het wel zelf. Daar waar ik mijn geduld verlies omwille van het teveel aan prikkels en vermoeidheid. Word ik me bewust hoe geconditioneerd ik hierin was. In onze cultuur zijn zoveel regels en wetten om de mens in een bepaalde richting te laten bewegen omdat men het idee heeft zo vrij en veilig te kunnen bewegen. Hier dien ik deze conditionering opzij te plaatsen omdat het hier anders werkt, zoniet blijf je lang staan daar waar je over wil steken. Graag zeg ik ook vaarwel in wat die conditionering mij heeft aangeleerd, namelijk de angst om omver gereden te worden. Ik herinner me goed dat die angst me in kwaadheid bracht die ik kon uiten naar mijn tegenligger of naar diegene die net naast me raasde waar ik de wind in mijn broekspijpen gewaar werd. Het uiten was niet zozeer naar de persoon zelf, wel naar de agressieve handeling die ik gewaar werd in mijn lijf en die op zijn beurt agressiviteit bij mij opwekte. Het werkte als een razendsnelle ontlaadklep. Waarom omdat ik niet in eigen lijf aanwezig was of er werd uitgehaald omdat angst me niet toelaat om in eigen center te vertoeven.
Vanuit die angst kan een mens zich superieur of sterk gaan voelen door zich te verbergen achter de wet en de regels. De regels ‘ik heb voorrang’ , het ‘ik heb het recht’ , de wettekst zegt, jij niet ikke wel…. blabla…bla.
Een conditionering die ervoor zorgt dat de mens zichzelf niet meer in vraag stelt als men niet bewust in het leven staat. Een conditionering die er geplaatst is ‘ voor nep veiligheid, nep vrijheid. Want zo gebruiken we onze eigen antennes niet meer en leren we zo niet in eigen kracht te leren gaan staan. Wel de wet van de sterkste creëert. Voor mij is er een verschil tussen sterk en kracht. Een conditionering die gevolgen heeft op de samenleving want naar mijn gevoel duwt het de mens een groot deel weg van het samenleven naar afstand met elkaar.
Dan denk ik aan de extra straatverlichting die men plaats rond de scholen, de zebrapaden die extra worden verlicht met ledlampen. De zoveel overloaded verkeersborden langs de straat dat als men er eentje veranderd het men gewoon niet meer ziet.
Dienen we extra straatverlichting toe te passen of is er eerder een tekort aan licht in onze bovenkamer en opening in ons hart!

Na de Kom Ombo tempel met zijn – bas reliëf waar de dagen, maanden en oogsttijd geschreven staat. Bas reliefs die verwijzen naar de hun specifieke theologie die werd opgebouwd door nauw in contact te zijn met het universum en plaatselijke gewoontes. Deze cultische liturgieën, hun geheimen zijn verloren gegaan na het doden van de vele monniken die er leefden – verlaat ik deze plaats richting het station van Kom Ombo.

De jonge tuktuk chauffeur zegt plotseling “Mooie ogen madam”. De gekende wederkerig zinnen in het Engels die vele jonge chauffeurs hier gebruiken om contact te leggen met de vrouwelijke passagier. Aan de tuktuk tel ik wel 4 à 6 achteruitkijkspiegels die hij één voor één juist zet om me kunnen zien.
Aan de snelheid dat hij auto’s voorbij steekt of dwars rijd zou hij de prijs kunnen halen voor de meest behendige chauffeur zonder iemand te raken en een bonus binnenhalen om vrouwen te versieren.

In het station in Kom Ombo. Neem ik plaats naast een vrouw nadat ik zit te wachten voor de trein naar Luxor, waar ikzelf niet zeker ben of die er komt. Ze probeert contact met me te nemen. Niet evident wanneer zij geen Engels praat en ik de Egyptische taal niet ken, gelukkig is de verbinding er wel en is de communicatie herleid tot lichaamsgebaren. We delen een delen en ze trakteert me op een zoetigheid.
Ik begrijp dat ze aanraad om de lokale trein te nemen naar Aswan om dan terug van daaruit terug over Kom Ombo te rijden naar Luxor. Zo gezegd zo gedaan. Op het laatste moment volg ik mijn instinct en spring ik op dezelfde trein met haar naar Aswan.
Op de trein zie ik haar hand stilletjes in slow motion naar beneden dalen. Ze valt in slaap.
Het valt me op dat de lokale trein waar ik opzit in 2de klasse netjes en ruim is, het tegenovergestelde van 1ste klasse – VIP trein, zogezegd aangeraden voor de toeristen, die donker, vuil, niet onderhouden is met kapotte zetels.

In Aswan stap ik onmiddellijk naar het guichet en koop ik er een ticket voor Luxor. “Welke”, vraagt de man aan het guichet “1ste klasse-Vip het is beter voor je”. “Neen, dankjewel. Ik heb net de ervaring dat dit geen realiteit is. Ik kom net uit een nette 2de klasse trein. Graag de eerst volgende.” ” Je hebt de keuze uit de Spaanse, de VIP of de Russische” ” Graag de eerste trein die langs komt meneer”. De mannen aan het guichet moeten de toeristen aanmoedigen om de 1ste klas – VIP te gebruiken, de reden het prijskaartje.
(VIP 465 EGP of 20 euro = 660 EGP dus je betaald teveel wanneer je in euro betaald wat overeen komt met een maaltijd of 1 nacht slapen in hostel. De Spaanse/ Russische trein betaal je 330 EGP of 15 euro voor hetzelfde traject en tijd)
De eerstvolgende is een Russische die ik blijkbaar met nog andere toeristen neem. Een nette, ruime, goed onderhouden trein met airco en vaste zittingen. Zalig.

Rechtover mij ontmoet ik een Vlaming. Hij is zo blij dat hij na maanden rondreizen in verschillende landen eindelijk eens Vlaams, Nederlands kan praten. Zo blij dat hij van geen ophouden weet en zo de tijd voorbij vliegt wanneer we aankomen in Luxor. En ik, ik genoot van zijn vreugde.

Klik HIER voor meer afbeeldingen

Abu Simbel

Abu Simbel tempel of Néfertari and Hathor

Ik wandel een rustige stille ochtendwandeling zonder omringende gemotoriseerde voertuigen richting de tempel van Abu Simbel.
Één zacht gele oranje vuurbol laat zich zien aan de horizon en weerspiegeld in het water van de Nijl en het meer van Nasser.

Plots sta ik voor de grote tempel.
Kijkend naar deze grootsheid probeer ik me in te beelden hoe dit moet geweest zijn om dit te bouwen. Denkend aan de vele handenarbeid, de vakmannen en hun kunde, de vele zweetdruppels die in de aarde zijn gedrongen.
Ik neem de rust om dit alles in mij op te nemen en wandel de ene ruimte na de andere in. Wat immens buiten is, is immens binnen. Behalve de verwondering van dit enorm mensenwerk voel ik geen verbinding met deze plaats.

Wanneer de autobussen aankomen wordt het voor mij teveel en verlaat ik de tempel. Na bijna twee uren hier aanwezig te zijn voel ik dat het genoeg is geweest en vertrek ik richting mijn hotelkamer. Wanneer ik zie dat er nog een tempel is ernaast, wat mij ontsnapt was door de grootsheid van de eerste, neem ik de moed bijeen om ook deze te bezoeken. Het zou jammer zijn het niet te doen nu ik tot hier ben gekomen.
Wat een verademing. Bij het binnengaan wordt ik onmiddellijk een fijne zachte energie gewaar. Ik richt mijn hoofd naar boven en zie op de pilaren gezichten afgebeeld van Hathor. Blijkbaar weet deze godin me wel te raken. Ik wordt aangetrokken als een magneet door een lichtpunt dieper gelegen in de tempel. Ik volg en ga er rechtop af. Mijn ogen wijken niet af, een grote vreugde is aanwezig en wanneer ik ervoor sta wordt deze alsmaar groter. Een mandorle vorm is zichtbaar badend in het licht. Ik voel dat de aantrekkingskracht hier niet stopt in de zichtbare ruimte, het gaat voorbij de vorm, een oneindige diepte.

Ik blijf wat in de tempel en geniet van wat hier aanwezig is. Ik geniet van het zien hoe mussen hun kleintjes voeden op de steen van het sanctuarium. Ik observeer even de mensen om te zien of ook zij iets gewaarworden. Alleen, wat ik vooral zie is dat men geen tijd neemt. Klikklak en wegwezen. Zo spijtig.

Wanneer ik terug aan de ingang ben stap ik binnen in het kleine zaaltje waar ik de geschiedenis kan zien van Abu Simbel.
De grote tempel is genaamd naar Ramesses II en de kleinere aan Hathor en Néfertari. Beide tempels werden uit de berghelling gehouwen in de 13e eeuw voor Christus. Het duurde 20 jaar om ze af te hebben. Begin de jaren ’60 besliste men om de tempels te beschermen voor overstroming. Ze werden daardoor in stukken gesneden van zowat 30 ton om ze te kunnen op tillen en verderop te verplaatsen op een veilige plaats. Stel je voor wat een kolossaal werk dit moet geweest zijn.

Voldaan en vermoeid stap ik terug. De rest van de dag ga ik luieren. Op mijn bed liggen en heerlijk niets doen. Ik onderschat soms welke innerlijke weg ik hier al heb afgelegd en mijn lijf kan wel eens andere zorg gebruiken. Heerlijk douchen, voeten masseren en ze inwrijven met een verfrissende zalf die ik ooit eens kreeg van een hartsvriendin en me hier goed van pas komt. Morgen neem ik de bus terug richting Aswan en de tempel van Ko Ombo. Maar nu quality time op een andere manier.

Klik HIER voor meer beelden

Rozentuin

Ik voel de zon in mijn rug. De wind streelt mijn wangen. Het is stil in mij, zo stil dat ik mijn ademhaling hoor en zelfs het geluid van de stad achter mij dit niet kan verstoren.
Ik zit op een dakterras uitkijkend op het mausoleum van Aga Khan, op de berg flank recht voor mij in de woestijn. Het mausoleum is vierkantig gebouwd met in het midden een koepel en op de vier uithoeken vier veel kleinere koepels. Het ziet er vredig uit in zijn eenvoud.
Net eronder staat zijn huis, na zijn dood bracht zijn vrouw dagelijks rode rozen uit haar tuin om deze bij hem neer te zetten.
Meer naar rechts op de bergflank in mijn ooghoek de ruïne van het Simeon Monasterium.

Ik sluit mijn ogen, diepe zucht, ik kan het me zo levendig voorstellen. Een rozentuin met rozen in dieprood fluweel, haar geur dwarreld als onzichtbare golven doorheen de tuin.
Ik voel mijn neusvleugels openen en voel het windbriesje strelend binnen komen, mijn lichaam vullend met het wonder van de roos. Zo levendig dat mijn lichaam zich vult en omwenteld wordt door haar geurende zachte mantel en een energie tintelend mijn levensenergie opwekt. Diepe zucht, ik geniet, een traan rolt strelend zachtjes over mijn wang. Mijn ogen openen. Ik lach het leven tegemoet.

Ik begrijp heel goed de velen die zich, en nog altijd, terug trekken in de woestijn.
Het is meer dan een grote zandhoop.
Daar waar voor mij de zon op aarde het meest present en dicht aanvoelt. Waar je je één voelt met het grote geheel, en als niets opgaat in de grote oneindigheid, als een zandkorrel rollend over moederaarde.
Het voelt voor mij heel uitgebalanceerd. En misschien is dit wel mijn eigen innerlijke die ik projecteer in dit landschap.
Een vredige oase gelegen ver van de drukte van de grootstad Aswan.

Het wordt vandaag een rustige dag waar ik me voorbereid op de vollemaan meditatie van deze avond op de Nijl in het teken van ‘water’, waar ik me samen met vele anderen zal verbinden. En ik mezelf zal laten bij staan door vier krachtige vrouwen Anna, Isis, Maria Magdalena en Maria.

In de namiddag zit ik op het stationsterras. Een man met donkere huidskleur kijkt me af en toe aan, waardoor onze blikken elkander kruisen. Hij zit samen met andere toeristische gidsen hun koffie te drinken. Ikzelf voel dat ik heel voorzichtig probeer te kijken naar hem zonder hij het opmerkt. Iets in mij is nieuwsgierig naar hem. 

Hij heeft een vol, rond gezicht met een blinkend kaal geschoren hoofd. Brede neusvleugels, volle lippen waarvan de contouren er fijn uitgelijnd zien, bijna alsof ze met een penseel getekend zijn.  Zijn ogen stralen iets heel zachts en vreugdevols uit. 
Een stevig gebouwd lichaam, anders dan de meeste mannen in Zuid Egypte. 

Als ik hem zou tekenen op papier dan zou hij er naar mijn ogen perfect uitzien, een evenwichtige rechter en linkerkant. Ook zijn handen zien er zacht uit.
Ik laat zijn blik onopvallend bij me  binnenkomen  zonder het weg te duwen. Wat doet dit met mij, ik wordt gewaar en laat gebeuren. 
Het voelt fijn gezien te worden, want zo, voelt het niet als iemand die kijkt, wel iemand die net het tikkel meer heeft, hij ziet. 

En plots komen er voor eventjes tal van zinnen in mijn hoofd, aan het licht. Vooral zinnen die ik in mijn verleden heb gehoord, waar verbod en oordeel op zit dichtbij en in de omgeving. 
Ik probeer gewaar te worden wat het met me doet en mij de vraag te stellen of het mij toehoort of als het eerder iets is die ik overgenomen heb die niet van mij is. 
En wat doe ik ermee. 
Blijf ik het dragen of geef ik het terug aan wie het toehoort. 
Want zonder we het werkelijk beseffen hebben we tal van zaken overgenomen vanuit onze ouderlijke lijn waar we niet altijd bewust bij stil staan. 

Hoe werd een beeld gevormd van de vrouw die niet binnen bepaalde lijntjes leefde, gevormd in de maatschappij. 
Eén van de belangrijkste zinnen die bij me opkomen vandaag zijn deze: 

Wat is er verkeerd aan om Liefde (ik bedoel hier niet het sexuele) te tonen aan een mens?
Wat is er verkeerd om iemand teder aan te raken? 
Wat is er verkeerd om iemand een zoen op de mond te geven die je genegen is? 
Zo herinner ik me dat mijn doopmeter dit altijd deed en dit voelde juist. 
Wat is er verkeerd met ogen die elkander kruisen en die wel of niet iets wakker maken in jezelf?
En natuurlijk alles met wederzijdse toestemming!
Daar is niets mis mee omdat op al die zinnen er niets achter gezocht hoeft te worden. Het IS, niets meer. Het zijn onze gedachten, gevoed door… die er iets van maken. 
Als ik zie hoe mannen elkander hier aanraken vanuit een Liefdevolle beweging, wanneer ze Habibi zeggen tegen elkaar. Wat is daar mis mee. Niets. Is het niet zo dat wij al heel snel met onze blik vanuit onze eigen opvoeding, westerse kijk, onze eigen maatschappij denken dat ze zich aangetrokken voelen tot mannen met al onmiddellijk een etiket of een oordeel. Niets is minder waar, het is een vorm van broederschap onder elkaar. 

Is onze maatschappij werkelijk zoveel  beter dan hier, terwijl er in het contact met mensen zoveel wordt verwaarloosd. Waar ik zoveel mensen hoor en zie die hunkeren naar verbondenheid, die huidhonger kennen
Die van de ene workshop naar de andere gaan om die leegte op te vullen. Op zich niets mis mee met de workshops. Stel nu dat al deze workshops niet zouden bestaan of verdwijnen. Wat dan!

Er is door de jaren heen zoveel belemmering gelegd op verbondenheid met de ander, waardoor liefdevolle benaderingen fors verdwenen. En dan komt er door meheen… Wat is het verschil tussen ons en hen… De lijn is flinterdun in een bepaald opzicht. 

Gelukkig wordt daar de laatste jaren veel rond gedaan, soms wel naar mijn mening met een ‘TE’ in de andere richting. 

Ik verlaat het terras. ‘Jasmine, wat doe je draai je je om of niet’ stel ik me de vraag. Ik laat al die verbodstekens achter zowel van vroeger, als deze van hier. Ik draai me om, kijk naar de man en knik als teken van een goedendag, als dank voor deze stille verbondenheid die er was en stap verder.

Philae

Santuarium Isis tempel

Vijf uur in de morgen, mijn wekker begint te trillen. Mijn nachtje was kort. Sedert ik in Aswan ben slaap ik hoogstens een paar uur per nacht en zelfs overdag is slapen niet mogelijk.
Ik sluit stilletjes de voordeur en vertrek in de nog stille straten richting Philae. Een uurtje stappen op asfalt tot ik aan de Ticket office kom. Een man op de motor komt afgereden, ” ik ga die richting uit. Ga je mee?” “Neen, dankjewel. Ik heb mijn wandeling nodig”. Geen haar op mijn hoofd die denkt om achteraan op een motor te gaan zitten, zonder helm en zonder verzekering.

Aan de ticketoffice, net aan het water probeer ik een kapitein te vinden. De overzet naar de tempel kost officieel 250 EGP. Er wordt mij gevraagd hoelang ik er wens te blijven. “Ik denk vermoedelijk een drie uur, maar dat weet ik niet. Zeker geen uur dat is tekort voor me.” De prijzen gaan omhoog omdat ik zogezegd dan privé afhuur. Ik weiger en blijf bij de officiële prijs. Je kan me er brengen. Ik betaal je 125 EGP en ik kom terug met iemand anders of met je en betaal de rest 125 EGP. Ik kan ook opstappen met iemand anders op de boot, dan ben je toch winner. En wat uren betreft voor mij geen zorg ik zie wel wanneer je komt. Ik heb tijd.”, het lukt me niet. Ze weigeren. Geen enkele schipper wil me er brengen. Vreemd eigenlijk. Zogezegd doen ze heen over en weer varen tussenin. Hmm, ik ben niet van gisteren.
Ik doe een poging om mee te gaan met toeristen. Ze verwijzen me telkens door naar hun gids. Amai, ik had al lang zelf ja gezegd tegen een toerist. Uiteindelijk lukt het met om op het eiland te komen. Varend naar het eiland zie ik plots de eerste kapitein die weigerde met een lege boot terug komen. Sloebers. Maar niet met mij.

Aangekomen op het eiland probeer ik tussen de groepen traag van de ene plaats naar de andere te stappen. Er is ook zoveel te zien dat het een zonde zou zijn hier door te hollen en het voelt er zalig aan.
De tempel dateert van de derde eeuw voor Christus waar de Godin Isis werd vereerd, de universele moeder één van de belangrijkste godinnen in het antieke Egypte. Vrouw van Osiris, moeder van Horus. De tempel was één van de laatste plaatsen, tot de vierde eeuw na Christus,
waar men haar nog vereerde. Keizer Théodose was bezorgd om deze verering en besloot de tempel te sluiten. Nadien werd de tempel getransformeerd in een kerk door de Copten. De Philae tempel werd verplaats zo een 100m verder van het eiland Philae naar het eiland d’Agilka wegens meerdere malen te zijn overstroomd. Acht jaar is noodzakelijk geweest om dit werk te verwezenlijken (1972-1980). De Unesco heeft de tempel dan ook met heel veel zorg terug in zijn oorspronkelijke staat gebracht. En daar ben ik heel blij mee samen met hoogstwaarschijnlijk nog vele anderen.

Via een lang terras wandel ik naar een immense poort. Links de Pharao met al zijn geweld en het doden van gevangenen en rechts. Isis, Horus en Hathor schitterend gesculpteerd. Helaas, is er op verschillende plaatsen te zien hoe Copten beelden van hoofden hebben vernietigd.

Nog voor de ingang van de tempel bewonder ik rechts de Mammisi. Een tempel opgedragen aan de geboorte van Horus, waar je de verschillende fases van een geboorte kan waarnemen.

Wanneer ik verder wandel naar het sanctuarium wordt ik aangetrokken op mijn rechtkant door een zwart gat, een opening in de muur. Via een open vlakte, weg van de mensen stap ik een kleine donkere ruimte in. Ik wordt iets heel krachtig gewaar waarbij ik bijna aan de grond wordt genageld en terzelfde tijd alsof mijn lichaam tegen iets aan het verweren is. Ik kan het vergelijken als die keer dat ik aan skydiven deed en mijn lichaam verplicht een houding moest aannemen of ik werd weg geblazen tegen de wand.
Een tempelwachter komt binnen en ik zie hem rechtsomkeer maken. Ik blijf een eindje in de ruimte staan tot ik gewaar wordt dat ik terug zachtjes in beweging kan. Ik kijk achter mij in de ruimte. Een lege volle ruimte. Vroeger waren zo een gewaarwordingen als speciaal, soms met weerstand, angst omdat ik mezelf er niet kon in verplaatsen, het was te veel. . Vandaag zijn ze vanzelfsprekendheid. Ze zijn er, mogen er zijn, ik kan ze beleven en maken deel uit van mijn weg, van mijn leven. Ik beleef ze en laat ze los.

Aangekomen in het santuarium staat in het midden een grote granieten blok. Ik ga ervoor staan, leg er mijn handen op en blijf zo een eindje staan met mijn ogen dicht. Ik hoor van alles en nog wat bewegen rond me, mensen komen en gaan. Ik blijf…. staan. Rechts van de blok is een reliëf te zien van Isis die de borst heeft aan Horus. Het bijzondere hier is de gestalte van Horus, bijna als jong volwassen. Het hoofd van Isis is door de jaren heen uitgehold door de vele verering.

Wanneer ik in de tempel van Hathor ben sta ik in een portaal, rechts voor mij staat een blanke vrouw te kijken naar de bas-reliëf. Ik zie een Egyptische man die stilletjes achter haar aankomt en haar doet schrikken. “Boeh, ik heb je eindelijk gehad” zegt hij tegen de vrouw. Ik zie dat ze er geen aandacht aan wil geven. Hij komt dichter bij haar en duwt haar in het nauw. Als een kind zie ik hem plots weglopen. Ik stap naar de vrouw toe. “Mevrouw, kent u die man?” “Ja, het is onze gids” “Benaderd hij jullie altijd zo?” “Ja, het is niet de eerste keer.” “Jullie gaan dit toch niet zo laten. Ik hoop dat jullie dit toch zullen melden aan het toeristisch bureau. Want zijn gedrag was ongepast en grens overschrijdend.” De vrouw spreekt in het Frans een andere vrouw aan die er ondertussen bijgekomen is. “Ik ben blij mevrouw dat u als externe het ook heeft opgemerkt.” “Ja, dat was duidelijk”. En zo denken sommigen toeristen dat wanneer je via een toeristen bureau met gids werkt je veilig bent. Helaas. En laten we ook eerlijk zijn. Omgekeerd bestaat ook, blanke vrouwen die letterlijk gaan aankloppen op de deur van de gids met de vraag om een nachtje samen te zijn. En dit gebeurt hier overal. Westbank Luxor, op de cruiseschippen…Jongeren van in de twintig die zich aanbieden…. Cliché, maar een realiteit. Soms zou ik een zwarte niet ziende bril willen op hebben. Pfff.

Voor ik het eiland verlaat ga ik nog eens binnen in de tempel van Isis. En één iets is zeker, Keizer Theodose heeft ooit de verering voor Isis gestopt, wat hij nooit gedacht heeft, is dat niemand haar kracht ooit zal kunnen wegnemen.

Een kapitein brengt mij terug naar het vaste land en na een uurtje sta ik terug voor mijn verblijf. Op de stoep zit een jonge vrouw. We nemen contact met elkander, stellen ons voor, vragen van waar we afkomstig zijn en wat ons in Egypte brengt. Ik deel over mijn pelgrimstocht en Maria Magdalena. Caroline deelt dat ze hier met een groep is ook in verband met Maria Magdalena. Ik deel haar wat Egypte met me doet en mijn behoefte. Een wagen komt voor de deur. Ze komen haar oppikken. “Ga even gaan zoeken op Anaïs Theyskens. Je zal zien. Ze zal je waarschijnlijk wel aanspreken. Een vrouw met beide voeten op de grond.”. “Zal ik doen. Dank je wel”. En ik zie Caroline vertrekken. Right time, right moment. ’s Avonds zoek ik op en ja hoor. Ik voel onmiddellijk een klik. Ik laat alles even zakken en zie wat de nacht me zal brengen.

Klik HIER voor nog meer beelden

Hijab

Terwijl de zus afruimd zetten we het gesprek verder van de Hijab. “Wil je mijn haar zien”, vraagt Safaa terwijl ze een beeld zoekt op haar telefoon.
“Herinner je nog Safaa ons gesprek deze morgen rond je vraag van LGBTQ”
“Ja”, terwijl ze voorover buigt en dichter komt. “Weet je nog toen je zei dat Allah, God ons perfect creëerde.” Met enthousiasme pikt ze in, “Allah, maakte ons zo schoon en creëerde ons naar een zeer goed beeld. Dus waarom zou ik als vrouw me moeten veranderen in een man”, het is duidelijk dat dit moeilijk ligt voor haar. “Laten we dit opzij laten en terug gaan naar ‘God of Allah creëerde je schoon’. Ik stel me de vraag waarom zou ik dan mijn haar moeten verbergen?” Ze gaat praten met haar mama en komt terug bij mij “Omdat we in de islam leren dat we gans ons lichaam moeten verbergen omdat de man ons lichaam niet mag zien. ‘Oh, ik wil dat, ik wil sex met haar’ om dit te vermijden. Om ons te beschermen tegen de man. Heb je al gehoord van intimidatie?”, vraagt Safaa.

Wat kan ik dit begrijpen als vrouw, ik heb me vaak ongemakkelijk gevoeld bij blikken die mannen werpen op vrouwen.
Terwijl ik hier nu over dit gesprek schrijf komt de gedachte bij me op of dit de reden was waarom ik in mijn jeugd in de mannenafdeling kleren kocht.
Liggend op mijn bed, kijkend naar een kleurrijk plafond en de airco voelbaar op mijn huid ga ik terug in de tijd. Ik ben gewaar dat dit niet in één reden te vatten is. Ik ben opgegroeid tussen twee jongens. Ik heb het gevoel gehad dat ik als meisje niet welkom was. De vrouw werd tijdens feestjes onder de noemer van humor en in verkleed partijen met de grond gelijk gemaakt, als kleine ukkepuk begreep ik er niets van. Als puber aanvaarde ik mijn lichaam niet. Een buurman en een nonkel konden hun handen niet thuis houden en hadden grensoverschrijdend gedrag. Grensoverschrijdend gedrag onder de vorm van humor, daar werd dus mee gelachen terwijl het fout was.
Laat ik dan nog zwijgen over het grensoverschrijdend gedrag van een non die onder mijn rok ging zonder te vragen. Macht en manipulatie werd gebruikt door mijn leeftijdgenoten om mij onder druk te zetten en iets te bekomen van mij, terwijl mijn bovenkamer en lichaam in angst schoot. Ik heb fysiek geweld gekend omdat ik een meisje was en daardoor werd gezien als zwak.
In mijn vooroudelijke lijn aan beide kanten werd de vrouw uitgebannen uit de familie. Aan de ene kant werden alle bruggen opgeblazen van de moeder met haar dochters en de andere kant werd de vrouw zo goed als weggeduwd, ze kon niets goed doen en werd niet herkent in wie ze was. Meng dit in een grote kom, voeg daarbij een portie maatschappij bij, en waarschijnlijk vergeet ik nog een portie ingrediënten een dikke brij dus. Ik wordt me bewust welke kracht ik in mij heb om doorheen al deze situatie te zijn gekomen en deze te hebben getransformeerd en ze vrij zijn gekomen. Ik voel dat deze bewustwording me raakt in mijn hart.
Ik zie plots een beeld voor me van een half lichaam, naakt, wit, sensueel vrouwenlichaam die met één been uit een zwarte marmiet stapt. De andere kant is niet zichtbaar, het hoofd ook niet. Terzelfde tijd wordt ik gewaar dat er iets heel ouds door mijn lijf aan het bewegen is en zijn weg zoekt. Ik voel een kwaadheid of neen het is eerder een heel diepe oneindige voelbare kracht. Alsof het niet alleen van mij is. Twee tranen vloeien zachtjes uit mijn ooghoeken en rollen over mijn wangen. Mijn lichaam zoekt een manier om deze energie te kanaliseren. Mijn voeten worden krachtig in de matras gezet. Mijn armen komen in een hoek van 90 graden op schouderhoogte met gebalde vuisten. Ik wordt vuur gewaar in mijn lijf, duw mijn lijf naar boven en voel een kracht die uit mijn bekken komt en hoewel de klank niet met de oren hoorbaar is, brul ik uit. Het beeld die ik heb is een rood wezen, wat blokkig gespierd met een gezicht met uitstekende tong. Doet me denken aan beelden die aan de ingang van een tempel staan in het Oosten. Dit duurt nog geen minuut en mijn lichaam komt terug in de matras. Het beeld verdwijnt. Kort en krachtig. Mijn bekkengebied voelt plots ruimer, mijn lichaam ontspannen. Het kwam en het verdween.

Ik kom terug in het verhaal met Safaa. Waar was ik gebleven. Intimidatie.
“Weet je Safaa onze generatie, de generatie van mijn ouders. We hebben niet geleerd hoe om te gaan met sexualiteit, met onze driften. Er werd niet gesproken over gevoelens en gewaarwordingen. Sexualiteit was taboe. Er werd wel gedeeld via een bord in de klas hoe een lichaam eruit zag en hoe een baby tot leven kwam. Ik weet dat ik me onwennig voelde tijdens die les. Maar daar dieper op ingaan daar was geen ruimte voor. Het bleef bij de tastbare materie. Verder dan dit was er niets. Sexualiteit daar kan van alles rond gedaan en gedeeld worden. Al te beginnen met hoe gaat men in verbondenheid, hoe benader je elkaar. Over elkander respecteren, luisteren naar elkander. Er werd vaak geen verschil gemaakt tussen in Liefde met elkander zijn, elkander beminnen en sex hebben met iemand waar geen liefde aan te pas komt. Wanneer ik 20 jaar was vroeg ik aan mijn moeder of ik de pil mocht nemen. Ik had schrik om zwanger te worden. Mijn moeder verwees mij naar mijn vader. Dit was voor mij heel gênant.”


” Het is de vrouw die haar lichaam moet bedekken en de man die zijn ogen dient te sluiten”, zegt Safaa waarbij ze aan toevoegt “Islam beschermt de vrouw.” “Maar Safaa een vrouw is niet beschermd omdat ze kleren draagt. Er zijn een tal van vrouwen op de wereld die dagelijks misbruikt worden terwijl ze kleren dragen en zelfs de Hijab.”
“Safaa, heb je je al eens afgevraagd wie deze wet creëerde? Of eerder wie deze mentaliteit startte, en waarom? Het is Allah of God niet.”, een lange stilte volgt. “Het is belangrijk dat je blijft luisteren naar jezelf. Dat je voelt, gewaar wordt. En voor jezelf uitmaakt ‘klopt dit of niet’. Is dit iets van mij of iets wat ik gehoord heb maar misschien geen realiteit is en of vervormd.
Dat je je open blijft stellen en niet zomaar gelijk wat als waarheid aannemen. Je dient zelf, binnenin jezelf aktief te blijven. Zoals nu je nieuwsgierigheid, blijf deze behouden. Ik ga even een voorbeeld geven. Stel dat je ergens in het donker, gekleed door een straat wandelt en er is niemand aanwezig. Hoe zal je je voelen? “

” Bang”, antwoord Safaa heel snel. “en je bent in een straat dat je niet kent” “Natuurlijk bang”, zegt Safaa terwijl de angst bijna hoorbaar is in haar intonatie. “OK, waarom heb je schrik?” “Waar wil je naartoe”, vraagt ze me al lachend. “Safaa, ik zou graag hebben dat jezelf de moeite doet om na te denken”
“Omdat het donker is, ik alleen ben en ik de weg niet ken”
“OK, en heb je schrik van het donker of de gedachte, wat kan er gebeuren in het donker”, vraag ik.
“De gedachte”, antwoord ze.
” Wat kan er gebeuren in het donker. Is er een mogelijkheid dat er iets kan gebeuren?”
“Alles wat er in je mind is kan gebeuren”, beseft ze.
” Klopt. Alles wat in onze mind is.
God heeft ons niet geleerd om bang te zijn”

Ik ga naar Adam en Eva en de appel. Niet de appel die geïnterpreteerd geweest is als iets slecht. Voor mij is hij eerder het metafoor voor wijsheid. Over de balans, evenwicht in onszelf tussen mannelijk en vrouwelijk polariteit. Waarop Safaa onmiddellijk deelt wat wij gelijk hebben in onze godsdienst nl. het verhaal van Adam en Eva en deelt “voor de start van de Islam gebruikte ze ons als een machine.” hoor ik haar zeggen….hmmm… Oef, wat een zware uitspraak.

Bij Adam en Eva begon het reeds met een interpretatie, invulling zonder wijsheid. Want wordt het niet vaak gezien als, dat Eva was die uitdaagde met haar appel.

Eva, wat betekent en vertaald volgens de letters en waarde van de Hebreeuwse taal, wordt als degene die de Goddelijke Adem en Licht van Leven schenkt. Zij vertegenwoordigt de gever en activator van onze Menselijke Goddelijkheid – Goddelijke Mensheid.
We worden door haar geïnitieerd door de aard van dualiteit naar Eenheid te doorkruisen. Ze leidt ons de weg naar de Hof van Eden, om in ons te worden gewekt.

En zo vulde onze namiddag met lange en boeiende diepgaande gesprekken. Na de volle warmte van de dag en omdat mijn lijf de behoefte voelde om in beweging te komen, neem ik afscheid van Safaa en haar familie. En wandel richting het Nubian museum. Na het museum die heel interessant was om deze regio te leren kennen en met het prachtig beeldje van Isis die de borst geeft aan Horus. Doet me denken aan het beeld van Maria die de borst geeft aan Yeshua.
Geniet ik van een rustige avondwandeling voor het slapen gaan in het kleine holletje middan de drukte van de stad.

Stabiliteit

Luxor tempel

Daar gaat de volgende koetsier. “Excuse moi. Madame. Marié. Moi me marié avec toi ! Excuse moi.” Terwijl ik neen blijf zeggen. “Neen, ik zal niet trouwen met je.” “Waarom?” vraagt hij me. Terwijl hij de prijs naar beneden haalt van honderd naar vijftig. “” Je mag gelijk wat proberen. Ik stap niet in je koets. Ik hou van wandelen. En omdat ik niet graag de paarden zo op asfalt en zo mager zie rondlopen voor het plezier van een toerist. “” Ik wil met jou Frans spreken. “” Dat is fijn, dit kan ik ook al wandelend naast je koets. ” Ik heb er even genoeg van en ga wandelen in de tegenovergestelde richting om met rust gelaten te worden.

Het is vandaag het einde van de ramadan en dit is duidelijk te zien op straat. Overal wordt er gevierd. Jonge meisjes lopen er fleurrijk bij en werden geschminkt. Jongeren, enkel jongens rijden er in bende vorming op hun moto terwijl ze gans het verkeer inpalmen. Ze zitten niet met één of twee op de moto, wel met drie tot vier. En dan zie je ze rodeo spelen midden de grote baan. Hun voorste wiel gaat naar boven terwijl er vier op de moto zitten. Gekker kan het niet.

Kinderen spreken me aan. “Your name?” “Anna Jasmine” “Yasmeen”, vragen ze me verbaast. “Het is een Egyptische naam! “, zeggen ze me. Ik knik bevestigend. “Ik noem ook Yasmeen”, zegt een jong meisje terwijl ik haar fierheid zie. Haar moeder nodigt me even uit om een goede dag te zeggen. De ene foto na de andere foto wordt genomen. Iedereen wil met mij op de foto. Dit voelt wat vreemd aan, alsof ik een trofee in hun telefoon ben.

Tegen valavond ben ik in Luxor tempel. Hmm, het wordt me snel duidelijk dat ik geen voeling heb met deze tempel. Ik wandel erdoor samen met Amandine en na een half uur kiezen we ervoor om naar buiten te gaan en uit de chaos te stappen.

Voor het naar huis gaan laten we ons verleiden door kleine oliebollen met een laagje chocolade. Ik maak me de bedenking dat de chocolade niet hard wordt. Amandine begint te lachen. Hihi, hoe gewoontes er kunnen inzitten en ik vergeet dat ik in Egypte ben bij en temperatuur van 30 graden.

Ik voel me hier goed in Egypte en ik kan het omschrijven als ‘stabiliteit’. Alsof ik een bevestiging ontvang op de voorbije pelgrims jaren, als een eicel en zaadcel die samenvloeien en op één lijn komen in trouw blijven aan mezelf in een stabiliteit. Als ying en yang die een vloeiende beweging is. En wanneer ik terug denk aan alle signalen, symbolen die naar me toe zijn gekomen in de voorbije jaren en vooral deze in 2020 op het pad van Maria Magdalena ben ik heel blij dat ik ernaar geluisterd heb en er trouw aan ben gebleven. En eigenlijk als ik er nu bij stil sta al veel vroeger. Ik had echter niet onmiddellijke de link gelegd bij haar.

Het was me zelf nog niet onmiddellijk opgevallen hoe Isis eruit zag tot ik aan etalage stond van een juwelierszaak en een symbool me was opgevallen waar ik enorm was aangetrokken en me niet meer losliet. Een Ankh, de vleugels van Isis, de Djed en de turkoois steen opgebouwd in de vorm van een kruis. Wanneer ik de vier elementen opzocht met hun betekenis was het zo kloppend als het samenvloeien van de twee cellen. Er was niets in mij die twijfelde om mijn symbool (fraternida di Romena) die ik sedert 2018 droeg te veranderen in deze Ankh. Deze voelt voor me werkelijk aan als compleet… als een verlengde van mezelf. Terwijl ik dit nooit zo gewaar ben geweest bij het symbool van la Fraternida. Ik had altijd het gevoel dat er iets ontbrak.

De vleugels. Ja, ze blijven aanwezig. Isis, Horus… Ik wordt gewaar dat er een enorme behoefte is om mijn eigen vleugels rond mezelf te omwentelen, als een cape over mijn schouders, als de Pèlerine van een pelgrim en de behoefte om mijn vrouwelijkheid in zijn volle kracht te laten zijn. En terzelfde tijd ze wijd open hebben en erin te gaan staan. Ik word gewaar dat mij levensenergie af en toe aangewakkerd wordt en mijn lijf in een transformatieproces terechtkomt, als iets krachtig vertikaal die zich horizontaal uitzet …. Zoiets.

Djed staat voor Zijn, worden, stabiliteit. Het is een symbool waar vaak de god Osiris mee wordt vereenzelvigd. Omdat Osiris een koning van de eeuwigheid was, is het ook niet verwonderlijk dat het symbool djed duurzaamheid en eeuwigheid betekent.


Ankh : symbool van leven en kracht


Isis: symbool van vruchtbaarheid, mysterie, liefde. Haar oorspronkelijke naam is “Aset” wat “zie” betekent, het woord dat Nut uitriep toen ze Isis baarde. Isis is een licht dat uit de duisternis tevoorschijn komt. In hiërogliefenschriften wordt Isis’ naam geschreven met de hiëroglief van de troon, haar naam betekent “koningin” of “soeverein”. Isis maakt ons bewust van onze soevereiniteit. 


Turkoois: intuïtie, evenwicht, balans

Klik HIER voor meer beelden

En HIER luxormuseum