Natuur

Français 👇

Deze week werd ik uitgenodigd om via Zoom te getuigen over pelgrimeren. Het uur vloog voorbij, en voelde veel te kort aan. Toch ben ik dankbaar, want elke getuigenis, hoe kort ook, is het verspreiden van het zaad van de vruchten die ik onderweg heb geplukt.

Er kwam een vraag op me af: “Welke plaats heeft je het meest geraakt?”
Als ik terugkijk, zijn er meerdere plekken geweest. De eerste die in me opkomen zijn de Michaëlkapel in Aiguilhe, Vézelay, Rocamadour, de Sint-Pietersbasiliek in Rome, de crypte, de Lady Chapel in Glastonbury… Dit is slechts een opsomming van plaatsen waar iets gebouwd werd.

Elke plek raakte me op een dieper niveau, vaak buiten het bereik van mijn verstand. De intensiteit en snelheid ervan waren nauwelijks in woorden te vatten, hoezeer ik dat ook probeerde. Wat voor mij belangrijker is dan begrijpen, is voelen – doorvoelen – het gewaarworden in elke cel van mijn wezen.

Wat er op deze plekken gebeurt, is voor iedereen anders. De ene voelt iets, de andere niets. Zo had ik bijvoorbeeld geen enkele voeling met Rennes-le-Château. Het intrigeert me wel, maar daar blijft het voorlopig bij.

De gebouwen die ik opsomde, zijn niet zomaar neergezet. Ze werden zorgvuldig uitgemeten met de middelen die men toen ter beschikking had – denk bijvoorbeeld aan het gebruik van het sterrenstelsel en energielijnen.

Niet iedereen heeft toegang tot zulke plaatsen – door tijd, afstand of levensomstandigheden – en dat is niet erg. Ook ons eigen verhaal en verleden spelen mee, net als wat zich op dat moment rondom en in die gebouwen afspeelt.

Naast die heilige plekken, hebben ook andere plaatsen me diep geraakt en me geholpen onderweg te zijn. Ik denk dan aan de natuur, tussen punt A en punt B. Ik herinner me het bos vol cistusrozen, de kustlijn van Mira met zijn zeemeeuwen, het lage bos in diezelfde streek… Allemaal plekken die een innerlijke verschuiving in mij teweegbrachten.

Het zijn plaatsen die ons dagelijks omringen – de natuur – in al haar eenvoud.
Hoewel, eenvoud… Neem de tijd om een krekel te zien ontpoppen uit zijn cocon, of een bloem die zich opent. Toen ik een tuin vol bloemen had, was het eerste wat ik ’s ochtends deed: de zon begroeten – de zon die overal met je meereist – en de tuin observeren: de planten en al haar bewoners.

Terwijl ik hier in Egypte ben, geniet ik van het leven langs de Nijl. Van de vogels, de buffels die verkoeling zoeken in het water. Van de bloeiende hibiscus en bougainvillea. Van de zon. Ik geniet van het water geven aan het gras van de patio in mijn huurwoning, en zie hoe het na een week weer groen wordt.

Gisteravond genoot ik van het beeld van een man onder zijn boom, die afwisselend naar zijn boom en naar de oostkant van de Nijl in Luxor keek – de andere oever, waar alles inmiddels in beton gehuld is. Zijn hand rustte op de boomstronk, bij het vallen van de avond. Ik vroeg me af waar zijn gedachten heen dwaalden.
Het doet pijn te zien hoe de natuur, de groentetuinen en de velden aan die kant – Westkant – worden vernietigd voor toerisme en vervangen worden door massa’s beton daar waar de plaatselijke bewoner zijn voedsel uit de grond haalde, zich afkoelde bij warme, hmm hete, temperaturen. Waar de huizen fris aanvoelden.

Maar weet: als morgen die heilige gebouwen zouden verdwijnen, blijft de essentie – datgene wat op die plek leeft – bestaan. Dat verdwijnt nooit.

Cette semaine, j’ai été invitée à témoigner via Zoom sur le pèlerinage. L’heure s’est envolée, bien trop vite. Et pourtant, je ressens de la gratitude, car chaque témoignage, aussi bref soit-il, est comme une semence des fruits que j’ai cueillis en chemin.

Une question m’a été posée : « Quel lieu t’a le plus touchée ? »
En regardant en arrière, plusieurs lieux me viennent à l’esprit. Les premiers sont la chapelle Saint-Michel à Aiguilhe, Vézelay, Rocamadour, la basilique Saint-Pierre à Rome, la crypte, la Lady Chapel à Glastonbury… Ce n’est qu’une énumération de lieux où un bâtiment à était construit.

Chacun de ces lieux m’a touchée en profondeur, bien au-delà de ce que mon esprit peut saisir. L’intensité et la rapidité de ces expériences étaient difficiles à traduire en mots, même si j’ai tenté de le faire. Mais ce qui compte le plus pour moi, c’est ressentir – profondément – percevoir dans chaque cellule de mon être.

Ce qui se passe dans ces lieux est propre à chacun. Certains y ressentent quelque chose, d’autres pas. Par exemple, je n’ai ressenti aucun lien avec Rennes-le-Château. Cela m’intrigue, certes, mais ça s’arrête là pour le moment.

Les bâtiments que j’ai mentionnés n’ont pas été construits au hasard. Ils ont été soigneusement alignés avec les moyens disponibles à l’époque – en tenant compte, par exemple, des constellations ou des lignes d’énergie.

Ces lieux ne sont pas accessibles à tous – ni en termes de temps, ni de distance – et ce n’est pas grave. Notre propre histoire, notre passé, et ce qui nous entoure à un moment donné jouent également un rôle.

À côté de ces lieux sacrés, il y a aussi d’autres endroits qui m’ont touchée et aidée sur le chemin. Je pense à la nature, entre le point A et le point B. Je me souviens d’une forêt de Cistes, de la côte de Mira peuplée de mouettes, d’un sous-bois à Mira… Des lieux qui ont provoqué un changement intérieur en moi.

Ce sont des endroits qui nous entourent au quotidien – la nature – dans toute sa simplicité.
Quoique… cette simplicité demande à être observée : prendre le temps de voir une cigale sortir de sa coque, ou une fleur s’ouvrir. Lorsque j’avais un jardin fleuri, la première chose que je faisais au réveil était de saluer le soleil – ce soleil qui voyage partout avec nous – et d’observer le jardin : les plantes et tous leurs habitants.

Aujourd’hui, alors que je vis en Égypte, je profite de la vie au bord du Nil. J’observe les oiseaux, les buffles cherchant la fraîcheur de l’eau. Les hibiscus, les bougainvilliers en fleurs. Le soleil. J’aime arroser l’herbe dans le patio ou j’habite pour l’instant et la voir reverdir après une semaine.

Hier soir, j’ai savouré l’image d’un homme assis sous son arbre, regardant tour à tour son arbre et la rive est du Nil à Louxor – l’autre rive, aujourd’hui entièrement enveloppée de béton. Sa main reposait sur le tronc de l’arbre, au moment où tombait le soir. Je me suis demandé où ses pensées s’envolaient.

Cela fait mal de voir comment, sur cette rive – la rive ouest – la nature, les potagers et les champs viennent d’etre détruits au profit du tourisme, remplacés par des masses de béton. Là où les habitants puisaient autrefois leur nourriture directement de la terre, où ils se rafraîchissaient lors des journées chaudes… très chaudes. Où les maisons respiraient la fraîcheur…

Mais je sais que si demain, ces bâtiments que j’ai évoqués au début venaient à disparaître, l’essence de ces lieux, elle, ne disparaîtrait jamais.