Matisse

Matisse

“Goedemorgen G. heb je goed geslapen?” “Ja, maar ik heb….”, terwijl hij met zijn handen teken maakt dat hij geweend heeft. Ik ga bij hem staan en leg mijn hand op zijn schouder terwijl ik hem aankijk, ” weet je G. tranen laten bloemen groeien.” “Dat is mooi, dat is mooi”, deelt hij terwijl hij verder de ochtendtafel dekt.
Bij het afscheid nemen aan de deur vraagt hij me, terwijl we elkander de hand geven, “wil je Jocelyne voor mij meenemen op de weg?” “Dit zal ik”, al knikkend, terwijl we allebei een hand op elkanders schouder hebben.

In afwachting tot het museum van Matisse opengaat neem ik plaats op een terras. Een potje koffie, mijn dagboek en met een deuntje op de belforttoren ‘prendre un enfant par la main’, geniet ik na van de rijke en warme ontvangst bij G. En de vele andere warme ontmoetingen op mijn weg.

Le Musée Matisse. Ik laat me meeslepen doorheen de zalen en hoe verder ik in de tentoonstelling kom, hoe meer de buiten wereld verderaf leikt te zijn. Obgeslorpt door de kleuren, de rijke woorden die me nieuwsgierig maken naar wie de mensen zijn achter het doek, de schoonheid van het aanwezige. Matisse, Picasso, Chagall…

Op een muur staat geschreven, met de woorden van Matisse na een belangrijke medische ingreep:” Vanaf nu, zal je verwezenlijken enkel waar je plezier aan beleeft zonder rekening te houden met wat anderen willen of eisen.” Ik dacht terug aan G..

Hieronder wat uitspraken uit de tentoonstelling, die trouwens een aanrader is.

‘-Il y a des fleurs partout pour qui veut bien les voir.
-Trouver la joie dans le ciel, dans les arbres, dans les fleurs.

  • Il faut regarder toute la vie avec des yeux d’enfants.

Henri matisse.’

Ik vertrek pas om 12u vanuit Le Cateau-Cambresis. Eerst even een bakkerij binnenstappen. “Waw, mevrouw wat een aangename verrassing om hier binnen te stappen. De jeugdige frisse kleuren raken de mens in hun jeugdigheid en vrolijken de mens op. Wat een aangename verrassing.”
Een bakkerij die nog in haar oorspronkelijke ‘jus’ staat zowel binnen als buiten. Opgefrist door haar persoonlijke ‘Touch’ van de dame.

L’étang de St. Crépin. Een terras. Een viswedstrijd, een grote treurwilg, schaduw, in compagnie met de hartelijke eigenaars.
“Madame ik wacht nog altijd op mirakels. Bestaat dit werkelijk”,vraagt een meneer die erbij is komen zitten. “Meneer alles hangt af van wat jij een mirakel noemt of ziet. Voor mij zijn ze er dagelijks, in de kleine dingen. Laten we onze wereld verkleinen en eens kijken op een vierkante meter in het gras wat er allemaal te zien is. We zouden versteld staan. Kleine mirakeltjes.
Neem nu ook als voorbeeld. Ik ben het museum van Matisse gaan bezoeken deze morgen. Het was verrassend mooi. Het circus van Chagall, de flora van Matisse, hun teksten… Voor mij een mirakel was daar buiten komen met de gewaarwording dat het kleine meisje in mij werd aangewakkerd, naar buiten komen met een innerlijke vreugde. Is dit geen klein mirakel!

In een straat wandel ik langs een peperkoekenhuisje. Een huisje met torentjes, half gehaakte gordijnen. Een tengere bejaarde man zit er binnen zijn omheining, op een rietenstoel met een boek in de hand midden zijn stoep en omringd door zijn kleurrijke, fleurrijke bloemen. Ik zeg hem een goedendag. Hij hoort me niet. Hij is volledig opgeslorpt door zijn stripfiguur. Voor zijn poortje sta ik wat stil, we zijn maar van een paar meter verwijderd van elkander.
De vroegere fotograaf in mij zegt ‘neem een beeld’ . Mijn hart observeert en laat de situatie tot zich komen zonder iets te ondernemen en laat zich onderdompelen door dit zachtlevend tafereel die zich voor me afspeelt. Ik stap verder zodat ik hem niet laat schrikken.

Op de ‘Allée des rêves’ in Bohain-en-Vermandois val ik in slaap na een dankbare dag vol kleur in alle vormen.

Hier nog wat beelden

Hier nog een kortfimpje

Jocelyne

“Pardon meneer, ga je vissen” , vraagt een man met een koerspet op, een groene overall en een kar in de hand met een voorovergebogen houding om mij te kunnen zien in mij tarp. “‘Neen meneer, doet u maar”, terwijl ik mij wat zichtbaar toon uit mijn slaapzak. “Oh, pardon madame heb je niet te koud om zo te slapen?” “Neen, absoluut niet”, ik draai me nog even om.

Wat verder zit iemand lenigmakende oefeningen te doen. Lars uit België op weg naar Compostella met zijn ligfiets. Hij deelt me wat plaatsen om in abdijen te kunnen overnachten. Ik stap richting de campingcar om een goedemorgen te wensen aan Roland en zijn vrouw. We delen wat over verschillende manieren van leven, over al of niet de noodzaak van een huis. Over ‘bewegend leven’. Zij doen het met een kleine bus, ik te voet.

In de kerk van Landrecies hoor ik muziek op de achtergrond ‘Les chants de la fraternités des frères et sœur de Jeruzalem’. Mijn hart maakt een vreugdesprong. Ik mis ze.

Langs het kanaal ‘Sambre à l’ Oise’ geniet ik ten volle van de bloeiende en rijke flora en fauna.

Rustend op een bankje aan de spoorweg, zie ik een vrouw wandelen met haar hondje. Wat later kruisen we elkander. “Gaat u ver zo?”, vraagt de vrouw. “Voorlopig wat ik weet is dat ik richting Vierzon stap erna weet ik nog niet. Het kan zijn dat ik ter plaatse blijf of dat ik verder stap. ” “En helemaal alleen? Heb je geen schrik? Ik zou niet durven. Ik heb veel te veel schrik en met alles wat we te horen krijgen en zien.”
Ik ga wat dichter bij de vrouw staan en we beginnen hierover een gesprek over angsten. “Angsten hebben we zelf in de hand mevrouw, voor mij ligt dit tussen onze oren. En natuurlijk is dit gemakkelijk gezegd dan gedaan. Maar net wanneer men er aandacht aan geeft dan kan men al blokkeren. Ik zie je hond. Honden hebben me veel geleerd op de weg wat angsten betreft. Wanneer ik in angst ben dan kunnen zij dit gemakkelijk opnemen en worden ze onrustig. Iemand die je kwaad wilt of geen goede intenties heeft neemt dit ook op. Die persoon zal dus je angsten zien, voelen.
Wij als vrouw hebben een sterke intuïtie. Vaak en in vele gevallen hebben we onszelf verwijderd van onze diep ‘weten’ . Dit kan uit bescherming zijn, uit angst, omdat we ons hebben laten vol proppen met negativiteit…of van alles een beetje of kijk wat er al twee jaar aan het gebeuren is rond ons. Een beter voorbeeld kunnen we niet hebben. We hebben onszelf verwijderd van onze gevoelens en gewaarwordingen. We hebben haast en nemen de ‘tijd’ niet meer om te voelen of gewaar te worden en dat omdat we het merendeel van de tijd hier hebben geleefd”, terwijl ik een opgaande beweging maak met mijn hand vanaf mijn borstkast naar boven wijzend naar het hoofd. “We zijn deze vergeten”, wijzend naar mijn buik. “Bewuster gaan leven.”
“Ik kan dit niet, ik heb teveel schrik”, herhaalt de vrouw nog eens. “Maar vanwaar komen je angsten zo sterk?” , stel ik haar de vraag terwijl ik denk aan de tv. “Kijk naar de TV…” , deelt de vrouw. “Och, sluit dit bakje maar. Daar is weinig goeds te zien. En de mooie natuurreportages dit wat ons kan verbinden wordt getoond midden de nacht. We worden of sommigen zijn het reeds geworden poppetjes met koorden aan onze armen, benen en hoofd zoals in een poppenkast. Zo laten we ons leiden of misschien kan ik wel het woord manipuleren gebruiken”, zeg ik met een glimlach en mij verder verwijderen van de dame.” Veel moed en een goede weg”, wenst de vrouw me toe. Plots gaan de lichten en de bel van de spoorbalustrade. Ik kom eventjes terug op mijn voetstappen, “Hoe komt het dat je geen schrik had van me en we zo vrij konden praten met elkaar”, vraag ik nog. “Maar dat zag ik, ik heb gevoeld dat er geen gevaar was” , zegt de vrouw. “Zie je dat het kan! Alle, tot een volgende keer op de weg onderweg”, deel ik zwaaiend naar haar.

Net voor Le Cateau-Cambresis ontvang ik een onverwachte fikse regenbui. Kletsnat stap ik het touristisch bureau in. De vriendelijke dame helpt me verder en zorgt ervoor dat ik een overnachting in het droge kan hebben bij meneer G. Nog eerst even op boodschappen om samen te eten en zo sta ik een half uurtje later kletsnat aan zijn deur met een maaltijd en twee éclairs.
Ik krijg mijn kamer toegewezen, toont de badkamer en mijn plaats aan tafel.

Een persoon die al 12 jaar in een zeker gemis, tristesse woont na het overlijden van zijn vrouw.
We hebben een gevulde avond met boeiende gesprekken over de kerk, de instantie… Over de periode waarin we vertoeven. Over het ontwaken van onze eigen mogelijkheden en het goddelijke in onszelf. Over hoe we klein gehouden geweest zijn. De vrouw en het hoofddeksel in de kerk. Intuïtie en wat er zich zichtbaar aan ons liet zien en velen hierdoor achtervolgd werden en op de brandstapel kwamen, zelfs volledige kloostergemeenschappen, Begijnen… Over wat zich vandaag afspeelt in de wereld, het ontwaken van de mens.. Een goed gevulde avond…
Toen begon hij over zijn vrouw. Hoe en aan wat ze is gestorven. Ik voel haar aanwezigheid nog heel sterk in het huis. Hij deelt me zijn leven toen en vandaag. “Ik zou je graag een vraag stellen, weet dat niets je verplicht om er op antwoorden. Is dit ook voor je?” “Ja, natuurlijk?”, terwijl G. me aankijkt. “Heb jij nooit gedacht om je verder te delen met iemand anders?” “Oh, jawel. En er zijn vrouwen genoeg die het graag zou willen”, zegt G. terwijl ik iets, zie openbloeien bij hem en zijn blik opener wordt. “Bizar, je zit op dezelfde stoel van mijn vrouw en mijn vrouw vroeg me toen net hetzelfde”, zie ik hem nadenkend delen.
“Wat hou je tegen?” “Wel hoe de andere mensen ermee zullen omgaan. Erover zeggen.” “Ach, de anderen. Zo herkenbaar. Dit kan zo een blok aan ons been zijn om die gedachte te hebben. Heb lief, laat je lief hebben G. Ga ervoor en probeer deze gedachte opzij te plaatsen. Laten we liefde verspreiden. Zodat het zich kan verderzetten. Ga niet in gevecht tegen wat komt. Gewoon aanvaarden en daarachter zal naar je toekomen wat je nodig hebt en waar je verlangens liggen”. We eindigen de avond met het delen van een niet alcoholisch drankje… We klikken onze glazen tegen elkaar, kijken elkander aan “Op Jocelyne!”.

Hier een kortfimpje

Hier nog wat beelden