
Mont Lozère

Zittend op een terras. Kijkend in het oneindig. Zondag. Mijn dagboek… hmm, moed en inspiratie ontbreekt me om de voorbije drie dagen, in herinnering terug te keren en om deze elk afzonderlijk te posten, alsof ze al zo ver weg zijn.
Een warm windje draait in het rond. De Franse taal krijgt een zingend accent. Op het eerste verdiep van een café-brasserie staat iemand zijn vensters te poetsen met keukenrol en een blauw chemisch product. Ik breng mijn hoofd achteruit, een blauwe lucht, groene grote bladen van de platanen. Links voor me een protestantse tempel. Les Cévennes en zijn verleden waar in de jaren 1685 de protestanten werden vervolgd door, deze die ‘les Camisards’ werden genoemd. De brandstapel, het koord, le boureau waren hier niet onbekend.
De voorbije dagen waren prachtig, zoals de vele andere. De schitterende oneindige landschappen van de Lozère, les Cévennes… Een paar hevige klims van 1400 tot 1600 meter. Le Mont Lozère, le Moure de la Cardille, le Signal de Figniels… Een omgeving naar mijn hart met zijn rijke fauna en flora. De gieren die kort boven mij uitvlogen. De krekels die onbeweeglijk blijven zitten wanneer ik dichterbij kwam. Het Icarus vlinder die zich gewillig liet in beeld nemen. De hagedissen die op de vlucht gaan bij het horen van mijn voetstappen. De zoete geuren van de naaldbomen en Linde… De kleuren van de Heide velden en het heldere water…
De kortstondige ontmoetingen met wandelaars. Het ritme en de beweegredenen van de randonneurs die verschillend is met deze van de pelgrims. Het commerciële van de Stevenson en de verplichte Demi-Pension. Het overdaad aan voeding… versus de eenvoud van het leven.
Het trouw blijven aan mijn eigen weg, aan mijn Instinct. En af en toe de tegenovergestelde richting nemen. Mijn barometer, mijn lichaam en niet de weg die ooit iemand anders heeft vastgelegd. Een niets moeten en van dag op dag voelen en zien welke richting ik uitga, afhankelijk van de omgeving, weersomstandigheden en mijn conditie. Het geloof in mezelf en vertrouwen in het leven dat wat mag, er zal zijn, ook al hoor ik dagelijks dat ik moet reserveren voor overnachting. Ik kan het niet en toch heb ik iedere avond een overnachting en komt er een oplossing uit het niets.
Mijn conditie, mijn wintersjasje begint stilaan weg te smelten. Mijn voeten zijn bijna genezen en wanneer ik erna kijk doen ze me denken aan de huid van de Nomaden die met een caravaan door het Zuiden van Marokko trokken.
Iedere avond krijgen mijn voeten een massage met olie van etherische oliën – Gautherie en Helychrisum- deze avond kreeg ik een extra flesje van Monette. Monette’s haar eigen zelfgemaakte Valeriaan olie. Zelfheling en taping, na een week is de pijn stilletjes aan verdwenen. En dan afwisselend wisselen tussen de vijfvinger schoenen en sandalen. Waw, wat een vrijheid aan de voeten. Mijn linkervoet mocht blijkbaar duidelijk gaan aarden. Door te gaan gewaarworden en voelen wat mijn lichaam verteld, want ja een lichaam spreekt, ben ik af van de steunzolen en heb ik hierdoor vrijheid gegeven aan mijn lijf en kan het terug natuurlijk bewegen.
Op de col du Finiels… mezelf zien lopen in een wit transparant linnen kleedje, met knopjes en broderie anglaise. Een strohoed in de hand. Ik voelde mijn lichaam dansen in deze immense ruimte die me omringd. De dag nadien tussen de Heide wandelend zag ik me dan eerder als een herderin lopen, rode voeten verbrand door de zon, een houten stok onder de arm, zoekend naar planten, haar kudde schapen in de verte.
Mijn lichaam die begrenst is, zich vult met de grootsheid die rond mij aanwezig is… Om dan het samensmelten gewaar te worden met de grote oneindigheid die lichaam, geest en ziel voed. Mijn woordenschat is eigenlijk te ‘pauvre’ om mij hierin uit te drukken.
Mijn eigen kracht die blijft groeien in zachtheid en een diep gewaarZijn dat deze weg meer dan kloppend is.
Cheylard l’Évêque to Le Bleymard
Le Bleymard to Le Pont de-Montvert
Le Pont de Montvert to Cassagnas
Cassagnas to Florac


