
Ivan
Ik ontwaak middenin een droom, geen fijn gevoel. Kleine kastjes boven mijn hoofd, een plafond dichtbij. Ah ja, juist, een caravan. Ik ontbijt samen met Patricia. Een half uur nadien nemen we afscheid. Patricia richting haar werk, ik richting Brugge via Lapscheure, Damme.
Van Belgisch naar Nederlands grondgebied en terug, langsheen de velden. Talrijke koeienvlaaien houden me alert. In Lapscheure ga ik binnen in een basisschool en vraag naar het toilet. De kleine kinderen in de klas kijken me met grote ogen aan. Niet alledaags om een vrouw met hoedje, wandelstokken en een grote rugzak te zien op de speelplaats. Ik eet hier ook de picknick. Juffrouw Bernadette trakteert me op een koffie en nodigt me nadien uit in de klas. Speeltijd. Het is juist tijd voor een ‘tuttifrutti’ pauze, fruit eten in plaats van koekjes. Voor ik mijn weg verder zet op vraag van de leerkrachten nog eerst een klasfoto. In de rol van model naar de functie van fotograaf en omgekeerd.
In Hoeke krijg ik de eerste Sint-Jacobskerk te zien en ondertussen wandel ik een deel van de Brugensis. Eén van de officiële pelgrimsroutes doorheen België. Op een bord staat geschreven nog 2474km naar Compostela. Wat verder ontmoet ik Ivan in de Krinkelweg. “Vroeger kwam ik fietsen als coureur. Ik kan dit nu niet meer. Het is sterker dan mezelf en kan het niet laten om terug te komen. Dit mooie landschap, het is als mijnen hof”, vertelt Ivan. We praten nog tien minuten verder, daarna zie ik Ivan op zijn elektrische fiets verdwijnen in de verte.
In Oostkerke-Damme doe ik een poging om een openbaar toilet te vinden. Hoogdringend. Drie keer aanbellen voor iemand ‘ja’ durft te zeggen. Het non-verbale gedrag spreekt soms boekdelen. Een deur op een kier, één neuspuntje, één oog…het antwoord kan je wel raden. Ik wandel nog een tiental kilometer verder voor ik in Brugge aankom. Mijn voeten zijn gezwollen en vragen naar rust. In de Sint-Jacobskerk in Brugge haal ik een stempel voor in mijn credential (het alom bekende pelgrimspaspoort). De Boléro van Ravel speelt op de achtergrond. Het lied dat ik vorig jaar liet afspelen bij mijn aankomst in Compostela. Een ontroerende herinnering.
GPX Bestand Middelburg – Brugge
Ivan et son jardin
Je m’éveille en plein milieu d’un rêve, sensation désagréable. Une petite armoire au-dessus de ma tête, un plafond très bas. Ah oui je suis dans une caravane. Je prends le petit déjeuner en compagnie de Patricia. Une demi-heure plus tard on se dit au revoir. Patricia part vers son travail, moi direction Bruges (Brugge) par Lapscheure, Damme.
Du territoire Belge en territoire Néerlandais et en sens inverse, à travers champs. De nombreuses bouses de vache me tiennent alerte. A Lapscheure je rentre dans une école primaire et demande après les toilettes. Les petits enfants qui sont en classe, me regardent avec de grands yeux. Pas courant de voir une femme, avec un chapeau, des bâtons de marche et un grand sac à dos dans la cour. Je prends aussi mon pique-nique ici. Mme Bernadette me paie un café et m’invite après dans sa classe. Récréation. C’est le moment pour une pause ‘tuttifrutti’, manger des fruits au lieu des biscuits. Avant de continuer mon chemin, et sur la demande des instituteurs, d’abord une photo de classe. Dans le rôle de modèle et en tant que photographe.
A Hoeke je rencontre la première église Saint-Jacques tout en marchant une partie de la Brugensis. Une des routes officielles de pèlerinage à travers la Belgique. Un panneau indique 2474 km jusqu’à Compostelle. Un peu plus loin, je rencontre Ivan sur le ‘Krinkelweg’. “Avant je venais faire du vélo ici en tant que coureur. Maintenant je ne sais plus le faire. Mais c’est plus fort que moi, je ne peux m’empêcher de revenir. Tous ses beaux paysages, c’est comme mon jardin”. Nous parlons encore une dizaines de minutes avant que je vois Ivan s’éloigner sur sa bicyclette électrique.
A Oostkerke-Damme j’essaie de trouver une toilette publique. C’est urgent. Je sonne à trois portes avant que quelqu’un ose dire ‘oui’. Le langage non-verbal en dit souvent long. Une porte entre ouverte, un bout de nez, un œil….la réponse vous pouvez la deviner. Je marche encore durant dix kilomètres avant d’arriver à Bruges (Brugge). Mes pieds sont enflés et demandent du repos. À l’église Saint-Jacques de Bruges je vais chercher un cachet pour dans ma crédential ( le passeport renommé du pèlerin). Le Boléro de Ravel joue en arrière-plan. La musique que j’ai fait jouer l’année dernière à mon arrivée à Compostelle. Un souvenir émouvant.