
Ik zet me neer in de bamboe zetel naast de kachel. Laatsleden kwam Frederik de eigenaar van het huis, ik zie hem nog staan kijkend naar de zetel “mijn grootmoeder heeft daar altijd in gezeten” met een zekere ingetogen zachtheid.
De ruimte is vredig en stil.
Mijmerend kijk ik terug naar wat deze dag me bracht, de dag van de lente equinox, waar dag en nacht even lang zijn, waar de mannelijke en vrouwelijke energie in balans zijn. Het was een ‘rijke’ volle dag. Deze morgen was ik vroeg uit de veren. Het eerste wat ik altijd doe is de gordijnen openen waar de zon opkomt. Dit is voor mij als een dagelijks gebed, de zon begroeten. De verbondenheid die ik hier telkens mag bij voelen gaat voorbij alle woorden die bestaan. Het brengt me onmiddellijk vreugde en energie om mijn dag in te zetten. Ik ruimde rustig mijn huis op en verzamelde alle benodigdheden die ik wou meedoen voor de eerste Ontmoetingscirkel met vrouwen in Watou, in de buurtbres.
Kort na de middag vertrok ik dan met een rugzak op de rug richting het dorp.
Ik was even wat bloemen vergeten voor de cirkel. Ik knipte wat narcissen af in de tuin. Ze staan – na de sneeuwklokjes die Imbolc symboliseren, daar waar alles onder de aarde nog aan het ontwaken is, wat nog in het donker in alle rust zich aan het voorbereiden is om tot volle kracht straks naar buiten te komen – symbool voor het nieuwe seizoen, kondigen warmere dagen aan. Niet vreemd dat zij de gele kleur draagt nu de zon zich krachtig toont. Ze brengt nieuw leven, nieuwe mogelijkheden. De natuur zit toch mooi in elkaar. Is het je al opgemerkt dat de meeste eerste voorjaarsbloeiers de gele kleur dragen. Dit viel me altijd op tijdens mijn pelgrimstochten. Na het frisse groen, kwam het geel. Ik heb tijdens mijn tochten het gele kleur leren appreciëren en het is een kleur die me ook sterk nabij is geworden.
Als ik hierin even terug kijk op mijn levensloop. Geel kon voor mij absoluut niet in een tuin. No way. In die periodes zat ik heel sterk in controle, controle als vorm van overleving. Omdat ik toen dacht dat controle mij zou helpen, integendeel het zet je vast, wat ik natuurlijk niet wist en waarom omdat ik de ruimte niet nam om te voelen, gewaar te worden want het voelde als ‘gevaarlijk’. Ik zat in mijn hoofd waar ik vaak het ‘licht’ niet zag en waar geel geen plaats dus had. Ik had mijn hart deels op slot gezet om de pijn niet te moeten aanvoelen dus kon het geel moeilijk mijn hart verwarmen.
Die ommekeer kwam dus tijdens mijn pelgrimstochten. Door dicht bij de natuur te zijn, de natuurelementen werd ik gevoed door Moeder aarde en Vaders hemel. Bloeide mijn Zijn open als een zaad die het juiste moment en plaats om te open baren in alle vrijheid en weg van gevaren want daar buiten was er geen gevaar.
Er naast stond een paardebloem. Och ja, die mag ook mee en zal ook zijn plaats krijgen op het altaar. Symbool voor zuivering. En met zijn ronde goed gevuld hoofd staat hij mooi als symbool voor de zon. En nu verborgen, maar later in de natuur zie je zijn pluizige bol die mooi als symbool staat voor de maan.
Het was best wat spannend. Af en toe kwam er een klein stemmetje me angstaanjagen. Hmm, klein, kon het mij niet krijgen. ‘Doorzetten Jasmine, niets van aantrekken’, suste ik mezelf. Ik werd gewaar dat dit me versterkte. En dan constateren dat ik mijn perfectionisme kon opzij zetten, zalig. Ik had namelijk een rond doek mee, niet gestreken. Niet gestreken, dat had vroeger nooit gekunnen, het moest perfect zijn. Maar wat is perfect? Ik vond dat het er perfect uitzag in zijn imperfectie. Dankjewel aan mijn rechterhand, die wat uit roulatie is, die me dit deed inzien.
En dan, niets wat ik had gepland kwam aan bod, dankjewel aan mijn flexibiliteit. Laatsleden vroeg me iemand en wat ga je geven tijdens je cirkel. ‘Och, ik zal niet teveel vast zetten. Go with the flow.’ Ik liet me hierin even beïnvloeden en had er mijn werk van gemaakt om op papier te zetten wat er zou gebracht worden. ‘ Ja, het was een ruggesteuntje zou ik zeggen. Maar behalve de structuur Begin-midden- einde en thema ‘oud-nieuw’. Was de cirkel een flow en gebeurde het totaal anders dan wat op papier stond. Zelf de oefening en vragen die kwamen. Het was even wat onwennig wat niet vreemd is voor een eerste cirkel. Ik had vertrouwen in wat mocht gezien worden. Zowel bij mezelf als bij de ander.
Naar de avond toe zaaide ik mijn eerste zaadjes in de groentetuin. Zo bijzonder te weten dat dit kleine zaadje zal uitgroeien, wortels krijgen, de temperaturen, wind en water zal trotseren om een sterke plant te worden waarmee ik me zal voeden.
’s Avonds bakte ik een omelet met kruiden uit de tuin : brandnetel, kleefkruid, zevenblad en paardenbloem. Wat is moeder natuur toch gul.
Dit is één manier van voeden.
Voor de avond viel zag ik de een rode vuurbol over de horizon de hemel zachtroze kleuren. De dag plooide dicht en dankbaar keek ik erop terug. Om dan te constateren dat de maan nu al zoveel licht schenkt en mijn tuin ver-licht
En dit, met deze voeding voed ik me iedere dag. En niemand zal me dit ooit kunnen afnemen waar ook ter wereld. De zon, de maan het zal er altijd zijn.
En wat brengt het harmonie in mijn leven.