Sneeuw

Ik steek de straat over en open de deur van een hotel. Twee metalen hulsels met een klepel in het midden laten horen dat er iemand is. De bel. “Bonjour, een koffie alstublieft”, vraagt ik met veel enthousiasme voor de nieuwe dag. Even enthousiast en met een zacht ogende blik zet de eigenaar een koffie.
Ik neem plaats naast de tafel waar Willy en Arsène ondertussen hun ontbijt nemen. “Hebben jullie heerlijk geslapen?”, vraag ik hen. “Ja hoor, niet teveel last gehad van mijn gesnurk?”, vraagt Willy. “Neen, absoluut niet. Ik denk zelf dat het mij ingewiegd heeft”.

Aan de contoir zit een fors gebouwde man. Aan zijn voeten stevige groene laarzen. Een groene broek in velour en een beige gilet met vele zakjes, handig om allerlei hebbedingen in te steken. Een draagbare telefoon rinkelt. De man neemt op “ja, vertel eens”, antwoord hij naar de andere kant van de lijn. Ik hoor ‘zoveel CC, de koe, de poep…’, een veearts. “Ahh, dit is eens wat anders van onderwerp dan de gesprekken aan de contoir in steden”, deel
Ik aan de eigenaar terwijl ik afreken.

Terwijl ik nog mijn spullen wat bij één steek, de ruimte die we hebben gebruikt in de gîte netjes achterlaat zijn Arsène en Willy reeds de deur uit richting het hart van de Aubrac, naar het kleine dorp Aubrac op een 1350m.

Vanuit Nasbinals gaat de weg al onmiddellijk bergopwaarts en al heel snel is sneeuw te zien. Ik hoor een venster openen, een hand wordt zichtbaar grijpt een luik vast en laat deze draaien op zijn as. Een man komt leunend over zijn vensterbank. “Awel wat heb jij moed om nu de weg te nemen. Pas op er ligt sneeuw bovenaan. Wees voorzichtig”, zegt de man met een welwillendheid. “Kondigt men regen aan?”, vraag ik de man. Met een deugddoende hoorbare neen vervolg ik mijn weg.

Een oneindige stilte is present over het sneeuwlandschap. Onder mijn voeten hoor ik de krakende sneeuw en af en toe eronder is het geluid van ijs hoorbaar. Op sommige plaatsen is de sneeuw vast genoeg om er in te stappen. De zon is aanwezig en zorgt ervoor dat het in witte weerkaatst en mij af en toe verblind. Mijn lippen voelen ruw aan, nooit bij stilgestaan dat ook in de winter een minimum bescherming voor de huid noodzakelijk is. In de verte komt er een laag grijze wolken aan. Oho, zou het weder dan toch veranderen! Gelukkig niet, ik zie de wolken mooi op mijn zijkant blijven en wandel verder traag en zeker de hoogte in richting de zon.
Op bepaalde momenten en totaal onverwachts zak ik in de sneeuw tot aan mijn knieën. Daar sta ik dan vast in de sneeuw. Hihi, en ook al is het fysiek pittig, mijn innerlijk kind weet er telkens met veel vreugde uit te komen. Het is als op een roetsjbaan waar men zo een op en neer beweging maakt, of wanneer ik als kind in de lucht werd gegooid en mijn buik voelde kriebelen.
En als ik dan ook besef hoeveel keer ik vandaag heb geknield, ik denk genoeg voor gans mijn leven.

In Aubrac hou ik een pauze na de intentieve wandeling. Een vrouw spreekt me aan, “Daar is de bar misschien open… . En zo niet ik heb een warm drankje met gember”. “Dankjewel ik ga even kijken.” Na wat rond draaien zet ik me neer op een stenen bank, trek mijn schoenen uit en broekspijpen. Sluit mijn ogen en geniet van de zon en lichamelijke rust. “Je hebt geen geluk geluk. Geen enkele bar is open. Heb je een drinktas dan schenk ik je iets warms in”, roept de vrouw. Op mijn blote voeten ga ik naar haar toe. Staan wat te praten en nemen verder elk onze weg.

Een kalfje volgt me in de weide. Ik praat er tegen. De boer komt mijn richting uitgewandeld en zegt, “Ik heb schrik dat ze je zal volgen. Het is haar eerste keer dat ze buiten is straks mag ik ze in St.Jacques halen!” Ik zal aan de binnenkant wandelen van de weg dan ziet ze me niet. De koe staat lager in veld. “Merci” en we steken de hand op.

De avondzon schijnt op mijn snoet. De vogel zingt zijn avondlied. Een licht briesje kondigt de frisheid van de avond aan. Het wordt wat kouder. Met een stukje verse gember en een wat vlottere pas stap ik mijn laatste kilometers. Even flits ik terug naar het moment dat ik in Bolivia was met kletsnatte voeten op de Salar d’Uyuni. Eenmaal de zon onder voelen de natte voeten ijskoud aan.
Gelukkige draag ik vandaag wollen kousen, nat of niet in beweging heb je altijd warm.
Aangekomen bij Nadège zie ik Willy en Arsène. Aan de openhaard in huiselijke sfeer delen we de avondmaaltijd.

Klik HIER voor bewegend beeld

Klik HIER voor meer beelden.

Joy

Na een uitnodiging om mijn ontbijt te nemen in de vergaderzaal van Nery en er mijn telefoon op te laden, vertrek ik richting Senlis.
Een lange rechte lijn van wel 12 km, onder de blakende zon met weinig tot geen schaduw kruipt al heel snel onder de huid en doet me vermoeid aankomen in het hartje Senlis. Gelukkig vond ik na die 12km ergens een kerkhof en een emmer om er even mijn voeten in te laten afkoelen zodat ook gans mijn Zijn er kon van meegenieten.
Ik denk dat het de eerste keer is op een pelgtimstocht dat ik spijt had van de gekozen weg. Ik koos voor Le Chemin d’Estelle in plaats van verder op de beboste en afkoelende GR 655 te blijven in Béthisy-Saint-Martin.

In Senlis klop ik aan bij het klooster van de Carmelitessen. Sœur Ann verwelkomt me. We hebben een gesprek rond intreden, gemeenschappen, de gebeurtenissen rond spiritueel misbruik… enz.

Ook Joseph en Gilles mag ik terug ontmoeten. ’s Avonds ga ik naar les complies, de laatste gezamelijke gebeden vóór het slapen gaan. In hun prachtig ecologisch, natuurlijk gebouwde kapel geniet ik van hun stemmen en gezangen.

Kort vóór het slapengaan wordt er aan mijn deur geklopt, Joseph. “Ik kom je dit brengen”, terwijl hij drie kinderbueno schenkt, “en je bedanken voor je praktische tips en het gezamenlijk delen gisteren”, zegt Joseph. “OH, merci, wat lief van je”, terwijl ik hem een zoen geef. Zo schattig!

Na Senlis nadert mijn weg richting de hoofdstad Parijs. Via het prachtig en vredig bos van Senlis ontmoet ik er Nasim en Salime. Twee jongeren, begin de twintig die een uitdaging zijn aangegaan met hun vrienden nl. Lille-Paris in vijf dagen. Dit is ongeveer een 50 km per dag. Beiden dragen zowat een rugzak van 20 kg op de rug. “We zijn onvoorbereid vertrokken. We hebben zelf nooit gedacht om het materiaal te verdelen over de twee rugzakken. Het alvast een goede voorbereiding want we willen volgend jaar Amerika te voet doorsteken…. We hebben ingezien hoe waardevol zo een weg is en dat het veel gezonder is dan uren achter het scherm te zitten waarin we ons zo kunnen in verliezen. Waar geen menselijk contact meer is en hoe alles oppervlakkig wordt”,delen ze met enthousiasme.
“Dankjewel voor jullie delen en deel jullie ervaring met jullie leeftijdsgenoten. Ze is zo waardevol”, zeg ik nog voor onze wegen scheiden.

Ik wandel langs het meer in het bos. Ik blijf er even staan. Het onderhuids verdriet die ik gewaar werd op mijn vorige tocht, vertrokken op bekken niveau en die ongecontroleerd over het ganse lichaam zich verspreide, komt in een ruk naar me toe. Deze keer gecentreerd ter hoogte van de plexus Solaris. Het is welkom ook al wordt ik gewaar dat ik er nog niet volledig hij kan. Ik laat verder gebeuren en blijf aandachtig bij de gebeurtenis.
Ik wordt gewaar en blijf in vertrouwen aanwezig zonder te willen vasthouden. Er vind zich een zachte innerlijke verandering plaats. Verdriet maakt plaats voor ‘Joy… en plots wordt het kristalhelder.
Iets overstijgt me waar ik volledig vertrouwen in heb en in dit vertrouwen, zal het zich aan mij tonen in tijd en ruimte wanneer het rijp voor me is en ik er klaar voor ben.

Ik stap stilletjes aan het bos uit. De vliegtuig geluiden worden frequenter. Een aangename en welgekome windbries is aanwezig.
Ik stap een restaurant binnen en bestel een maaltijd. Ik geraak aan de babbel met
André et Wenting.
Wanneer ik bij vertrek de rekening vraag, krijg ik te horen dat mijn maaltijd reeds betaald werd. Ik kijk verbaasd naar het koppel. “Het is om je te danken voor wat je ons bracht, je delen en ons dingen te laten inzien. Je bracht ons vreugde.”, deelt Wenting. Een fijne verrassing.

Een vrouw staat in haar tuin en vraagt of ik iets nodig heb. Ze vraagt of ik nog drinkwater bij heb en waar ik zal overnachten. Uiteindelijk eindig ik mijn avond bij haar in de tuin waar ik mijn tarp opzet. Bij Nicole. En terwijl Nicole nog een vergadering binnenshuis heeft, maak ik gebruik van haar badkamer, kruip onder de dons en val in slaap in mijn eenvoudig zalig nestje.

Hier een kortfilmpje en nog eentje

Hier nog wat beelden

En hier

Source de la Somme

La Somme rivière

Ik draag de hamer terug naar Christophe, de conciërge van het sportterrein. “Zin in een koffie?”, vraagt Christophe. “Graag, met plezier accepteer ik je uitnodiging.” Hij laat me zijn zelfgemaakte clafoutis proeven van de verse braambessen die hij gisteren plukte en met fierheid toont hij mij zijn huisje die hij eigenhandig en met smaak heeft vernieuwd.
We praten over de regio, de buurt.
” Dit was hier vroeger een heel rijke buurt waar textiel werd vervaardigd”,zegt Christophe. En wanneer ik later op de dag de rijk versierde architectuur en de grote herenhuizen zie, denk ik terug aan zijn woorden.

Langs de weg en voor de zoveelste keer hoor ik, “Heb je geen schrik in deze tijden, met al die halvegare.” “Meneer die zijn er altijd geweest, alleen komt dit allang en meer aan het licht. Gelukkig! Ik weet dat het bestaat, alleen krijgt het mijn aandacht niet. Op acht jaar ben ik nog nooit lastig gevallen geweest.”
Het is me opvallend hoe de inwoners uit deze regio niet enkel vriendelijk en open zijn, ook betrokkenheid is sterk aanwezig.

Terwijl ik wandel ga ik even naar mijn klein tasje waar de telefoon in zit. Met verwondering ontdek ik er nog ‘une bêtise de Cambrai’, een heerlijke lekkernij die ik kreeg van de dame in het toeristisch bureau in Le Cateau-Cambresis. Ik zie haar glimlach en openblik even terug voor mijn ogen.

Midden de velden blaast de wind langs mijn oren. Ik hoor het gedroogd gras onder mijn voeten. Een buizerd is hoorbaar in de verte. Aan de horizon een watertoren. Een groot afgemaaid veld scheidt ons van elkaar. Heel ver gromt de motor van een vliegtuig. Mijn voetstappen zijn duidelijk aanwezig en voelen wat zwaar, net als de zwoele temperaturen die als drukkend aanvoelend.

Aan la Source de la Somme (de bron van de Somme)in Fonsomme zet ik me even op een muurtje kijkend naar het tafereel die zich rond mij afspeelt. Twee jonge kinderen, zitten gehurkt op een steen naast de bron, spelend met een houten stokje in het water. De papa staat aandachtig te luisteren naar het bejaard koppel op een bankje onder de schaduw van de boom. Aan de andere kant een man en vrouw komen aangefietst. Leggen een stoffendiek op het gras en nemen samen een pichnick. Mijn favorite plaatje, een vrouw zittend op het gras, benen vooruit. Tussen haar knieën en haar schoot ligt een man met zijn hoofd op haar dijen, ogen dicht. In haar armen ligt een pasgeboren aan de borst. Al die verschillende taferelen doen me denken aan de schilderijen van Manet en als ik er nog wat klaprozen of andere kleurrijke bloemen zou aan toevoegen, een strohoed hier en daar – de mijne heb ik alvast op – zou er zo in een levend tafereel van Monet kunnen ontstaan.

En om verder te verdwalen in deze taferelen, geniet ik verder van de schoonheid aan de natuurlijke oevers van La rivière de la Somme. Een waar plezier aan pure schoonheid die de natuur ons dagelijks schenkt.

Hier een kortfimpje

Hier nog wat beelden

Matisse

Matisse

“Goedemorgen G. heb je goed geslapen?” “Ja, maar ik heb….”, terwijl hij met zijn handen teken maakt dat hij geweend heeft. Ik ga bij hem staan en leg mijn hand op zijn schouder terwijl ik hem aankijk, ” weet je G. tranen laten bloemen groeien.” “Dat is mooi, dat is mooi”, deelt hij terwijl hij verder de ochtendtafel dekt.
Bij het afscheid nemen aan de deur vraagt hij me, terwijl we elkander de hand geven, “wil je Jocelyne voor mij meenemen op de weg?” “Dit zal ik”, al knikkend, terwijl we allebei een hand op elkanders schouder hebben.

In afwachting tot het museum van Matisse opengaat neem ik plaats op een terras. Een potje koffie, mijn dagboek en met een deuntje op de belforttoren ‘prendre un enfant par la main’, geniet ik na van de rijke en warme ontvangst bij G. En de vele andere warme ontmoetingen op mijn weg.

Le Musée Matisse. Ik laat me meeslepen doorheen de zalen en hoe verder ik in de tentoonstelling kom, hoe meer de buiten wereld verderaf leikt te zijn. Obgeslorpt door de kleuren, de rijke woorden die me nieuwsgierig maken naar wie de mensen zijn achter het doek, de schoonheid van het aanwezige. Matisse, Picasso, Chagall…

Op een muur staat geschreven, met de woorden van Matisse na een belangrijke medische ingreep:” Vanaf nu, zal je verwezenlijken enkel waar je plezier aan beleeft zonder rekening te houden met wat anderen willen of eisen.” Ik dacht terug aan G..

Hieronder wat uitspraken uit de tentoonstelling, die trouwens een aanrader is.

‘-Il y a des fleurs partout pour qui veut bien les voir.
-Trouver la joie dans le ciel, dans les arbres, dans les fleurs.

  • Il faut regarder toute la vie avec des yeux d’enfants.

Henri matisse.’

Ik vertrek pas om 12u vanuit Le Cateau-Cambresis. Eerst even een bakkerij binnenstappen. “Waw, mevrouw wat een aangename verrassing om hier binnen te stappen. De jeugdige frisse kleuren raken de mens in hun jeugdigheid en vrolijken de mens op. Wat een aangename verrassing.”
Een bakkerij die nog in haar oorspronkelijke ‘jus’ staat zowel binnen als buiten. Opgefrist door haar persoonlijke ‘Touch’ van de dame.

L’étang de St. Crépin. Een terras. Een viswedstrijd, een grote treurwilg, schaduw, in compagnie met de hartelijke eigenaars.
“Madame ik wacht nog altijd op mirakels. Bestaat dit werkelijk”,vraagt een meneer die erbij is komen zitten. “Meneer alles hangt af van wat jij een mirakel noemt of ziet. Voor mij zijn ze er dagelijks, in de kleine dingen. Laten we onze wereld verkleinen en eens kijken op een vierkante meter in het gras wat er allemaal te zien is. We zouden versteld staan. Kleine mirakeltjes.
Neem nu ook als voorbeeld. Ik ben het museum van Matisse gaan bezoeken deze morgen. Het was verrassend mooi. Het circus van Chagall, de flora van Matisse, hun teksten… Voor mij een mirakel was daar buiten komen met de gewaarwording dat het kleine meisje in mij werd aangewakkerd, naar buiten komen met een innerlijke vreugde. Is dit geen klein mirakel!

In een straat wandel ik langs een peperkoekenhuisje. Een huisje met torentjes, half gehaakte gordijnen. Een tengere bejaarde man zit er binnen zijn omheining, op een rietenstoel met een boek in de hand midden zijn stoep en omringd door zijn kleurrijke, fleurrijke bloemen. Ik zeg hem een goedendag. Hij hoort me niet. Hij is volledig opgeslorpt door zijn stripfiguur. Voor zijn poortje sta ik wat stil, we zijn maar van een paar meter verwijderd van elkander.
De vroegere fotograaf in mij zegt ‘neem een beeld’ . Mijn hart observeert en laat de situatie tot zich komen zonder iets te ondernemen en laat zich onderdompelen door dit zachtlevend tafereel die zich voor me afspeelt. Ik stap verder zodat ik hem niet laat schrikken.

Op de ‘Allée des rêves’ in Bohain-en-Vermandois val ik in slaap na een dankbare dag vol kleur in alle vormen.

Hier nog wat beelden

Hier nog een kortfimpje

Ying-yang

7u30 er rinkelt iets…. het is ver… Hmmm, mijn wekker. Ik kom net uit een droom. Twee grote poezen, speels en wat lomp bewegend. Oh, neen het waren twee welpen (tijger). De ene wit met zwarte lijnen, de ander zwart met witte lijnen. Ze deden me denken aan het Ying-yang teken. Ik blijf nog wat liggen. Het is donker buiten.
Deze nacht ben ik wakker geworden door hartkloppen, ze voelde diep en verhinderde om terug de nachtrust te vatten.
Ik legde toen mijn armen breed en opwaarts… en toen… kwam de wekker.

Rustig maak ik me klaar. Mijn voetkussens voelen wat gezwollen. De blaar vooraan is opgedroogd. Een ander maakt zich klaar aan de andere voet. De twee kleine blaren aan de hiel op iedere voet voorzie ik van tape. Ik herinner me mijn vader die altijd tegen me zei: “denk aan je grote teen”, als ik ergens pijn had. En dat lukt… maar nu mag ik mijn aandacht op een anderpunt leggen. Ik neem de neus zoals in de ‘Vipassana’. Eigenlijk gaat het er hem gewoon om dat je je aandacht niet bij het pijnpunt houdt, zo verdwijnt de pijn.
En een blaar, ook al is het niet aangenaam, nadien komt de verharding een natuurlijk bescherming van de huid.

Ik ben me hier bewust dat ik met verschillende zaken te dealen heb, de warmte, het gewicht in de rugzak, café con leche, de kilometers en niet te vergeten de bergstreek, het soort ondergrond waar ik op wandel. Drie zaken kan ik niets aan veranderen. Wel het gewicht van de rugzak. Ik laat mijn nieuwe buitentent achter, meedragen tot een postpunt is niet te overwegen. Geld of zelfzorg, mijn keus is snel gemaakt. Zonder mijn voeten kan ik me niet voortbewegen.

De maan staat nog in haar volle glorie te schijnen boven de bergflank, daar waar het dorp tegen gebouwd is. Terwijl aan de andere kant de zon stilletjes aan tevoorschijn komt.

Een stevig klim komt me al snel in mijn keuze bevestigen. Blij dat ik mijn boventent achterliet. Aan de andere kant van het dal hoor ik een hond huilen. Ik probeer hem waar te nemen. Ik zie hem niet. Een tiental meters blijft zijn gehuil me volgen. Ik voel me machteloos.

Bij het afdalen in een andere vallei, in de rivierbedding, geniet ik van de schaduw van de eucalyptus, de populier en de struiken.

Een pauze in Nacimiento doet me goed. In plaats van een koffie probeer ik een ‘cerveza sin alcohol’. Ik strek mijn benen uit en val bijna in slaap. Ik krijg een bericht van Nelly ‘Abla’ nog 16 km’. Pff, probeer maar in het nu te leven.
In Dona Maria stel ik me de vraag, ‘hoe zit het hier met de bejaarden. Waar gaan ze heen, of blijven ze bij de kinderen wonen. Op het moment van mijn vraagstelling hoor ik muziek. Ik ga kijken. In een klein zaaltje volgen bejaarden turnles. Ze zwaaien.

Nog een paar kilometers en ik hou het voor bekeken. Genoeg voor vandaag. Mijn dag eindigt via een mooie olijfboomgaard met een wateririgatie systeem.
Bij aankomst voel ik terug de hartkloppen door gans mijn lijf… Rusten.

Jaune

PilPoil et Solinne

Samen met Solinne en PilPoil maken we een ochtendwandeling in het rustige dorp Unienville. Al vroeg in de morgen weet Solinne me het één en het ander te vertellen, een echte spraakwaterval. Wat een fijne meid.

In Amance splitst de GR654 (Vézelay – CAMINO Compostella) en de GR145 (VIA Francigena – Rome).

Aan een heel oude schuur, zie ik een greppel gegraven. Mijn nieuwsgierigheid doet me stoppen. Ik vraag een man wat hij doet uit interesse.
Momenteel ben ik een beweging aan het volgen om eventueel een klein stekje aan te kopen in Frankrijk. Ik zie wel, niets moet, alles kan. Benieuwd wat het me zal brengen.

Hier en daar mag ik op deze grijze dag geel zien in de tuinen. Hihi, als ik nog terug denk aan lang geleden, waar ik een allergie had aan het kleur geel in de tuin. Ik volgde zo een 25 jaar geleden een cursus tuinarchitectuur. Enkel roos, paars en wit mocht aanwezig zijn in mijn tuin. Liefs alles afgestemd en onder controle willen houden… Geel, o, neen. Ik koppelde dit als ‘ouderwets’.
Gelukkig is alles veranderlijk en in beweging en kan ik me vandaag niet meer inbeelden dat ik een in vakjes tuin nog zouden hebben… Zo puur mogelijk. Jaune soleil, jaune Lumière, jaune qui rayonne, jaune en moi.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Je vous souhaite des rêves à n’en plus finir
et l’ envie furieuse d’en réaliser quelques-uns.
Je vous souhaite d’aimer ce qu’il faut aimer
et d’oublier ce qu’il faut oublier.
Je vous souhaite des passions,
je vous souhaite des silences.
Je vous souhaite des chants d’oiseaux au réveil et des rires d’enfants.
Je vous souhaite de respecter les différences des autres,
parce que le mérite et la valeur de chacun sont souvent à découvrir.
Je vous souhaite de résister à l’enlisement, à l’indifférence et aux vertus négatives de notre époque.
Je vous souhaite enfin de ne jamais renoncer à la recherche, à l’aventure, à la vie, à l’amour, car la vie est une aventure, et nul de raisonnable ne doit y renoncer sans livrer une rude bataille.
Je vous souhaite surtout d’être vous, fier de l’être et heureux,
Car le bonheur est notre destin véritable.

Jacques Brel

Lessines

 

 

 

img_20180404_1248386532111389934856063.jpg

Livierenbos

 

Een zuster sluit de deur achter me. De andere zusters zijn in de mis. De ochtend start langs veldwegen. Lammetjes zijn hoorbaar in de achtergrond, naast mij één… twee rammen en in de verte is een haan hoorbaar. Een lange bosweg neemt me mee door het Livierenbos.
Het gezang van de vogels. Ik sta stil. Mijn ogen sluiten. De wind is voelbaar op mijn wangen. Ik verdwijn in gedachten. De vogels zijn overal hoorbaar. Pimpelmees, koolmezen, vinken en waarschijnlijk nog zoveel meer die ikzelf niet herken. Een diep zucht. Ik open terug mijn ogen. De wind laat fris groene blaadjes dansen.

Lessines. Geboortedorp van kunstschilder René Magritte (1898-1967). Naar het gemeentehuis. Iets wat ik vergeten ben, zijn de verkiezingen eind 2018. Formaliteiten. Oef, die kan ik binnen een paar maanden uitprinten. Lessines en net zoals zovelen steden en dorpen, leeg. Geen kat te zien, lege straten, verlaten winkels. De Sint-Pieterskerk binnen. In de twee kleine zijportalen is een mini tentoonstelling te zien. Een detail op een wit gewaad uit 1890 trekt mijn aandacht. Wat een detaillering. Een waar kunstwerkje. Plots gedonder en een fikse bui. Ik ontsnap aan een onweersbui. Niet ver van de kerk Hôpital Notre-Dame à la Rose. Een ziekenhuis ontstaan in het jaar 1242. Deze was toen volledig zelfbedruipend. Deze plaats was er om de hongerige te spijzen. De dorstige te laven. De zieken bezoeken. De naakten kleden. De daklozen herbergen. De doden begraven. De gevangen verlossen en ook pelgrims kwamen hier over de vloer. Oorspronkelijk wou Lessine hier appartementen op bouwen. Gelukkig zijn er mensen geweest die inzagen dat dit een waar erfgoed was. Wie het hospitaal in Beaune heeft gezien, het is zeker de moeite waard om dit musea te bezoeken. Waar Beaune eerder gericht was op de kamers zie je hier vooral een schat aan medische apparatuur. Ook een waardevolle kruidentuin.

‘Moge uw voeding uw geneesmiddel zijn en uw geneesmiddel uw voeding’,Hipocrates

img_20180404_1934572000115712310253419.jpg

 

 

img_20180404_2048186337478618461791929.jpg

Na Lessines kom ik plots de Sint-Jacob schelp tegen… De weg naar Santiago. Mijn nacht breng ik door in een garage. Een gans atelier. Een babbel met de eigenaar. Voor hij de deuren van zijn huis sluit brengt hij me nog een gieter vol water en een teil. Een fles water en koffie en mag ik nog even zijn toiletten gebruiken.
Ik gebruik wat isomo om op te slapen. Mijn nooddeken erop, daarop mijn matras. Het ijskoud water warmt mijn lichaam op. Met wollen muts en wollensokken kruip ik in mijn dons. De sokken en de muts zullen ervoor zorgen dat mijn lichaam zijn warmte in evenwicht kan houden en ervoor zorg dat ik niet afkoel. Oordopjes in en… Tot morgen.

 

img_20180404_2117159187269805235619102.jpg

 

Pelgrimszegen

img_20180403_0504148995738626880282414.jpg

Jeannette

1 april 2018.

Een bezoek aan mijn bovenbuur vrouw Jeannette. Een bijna 90 jarige (14 april) en in superform voor haar leeftijd. Het daglicht schijnt op haar rechterkant. Haar ogen glinsteren, ‘oh, ik gau nu min cremekarre nie mej hoaren’ (ze bedoelt het geluid van haar deurbel). We krijgen beiden de slappelach. ‘Wa go ik joan missen’… Het raakt me en voor de eerste keer laat ik dit woord toe. Ik vond dit altijd vervelend wanneer me iemand dit me zei, ik duwde dit af. Afhankelijkheid, afscheid… koppelde ik hieraan. Het komt binnen en voor de eerste keer voelt het goed en juist in mijn beleving en kan ik het toelaten. Iemand betekenen voor iemand en vice versa…

Bij een andere buurvrouw Francine. Hebben we een fijn en boeiend gesprek rond geloof en wat het voor elk van ons betekent. Een half uur later zet ik mijn voeten op de Gentse kasseien en de naam van het appartement ‘Esperanza’ verdwijnt om de hoek.

De klokken van de Sint-Baafskathedraal beginnen te luiden voor de paasviering. Vrienden zijn aanwezig. Hartverwarmend. Ook mijn ‘zus’ is er (dochter van mijn moeder haar tweede man), deze winter mama geworden van de kleine Lena. Op het einde van de viering vraagt bisschop Luc Van Looy me naar voor in de overvolle kathedraal voor de pelgrimszegen. ‘Er is hier een hij of is het een zij die naar Compostella vertrekt’… Ik vond dit gepast hij of zij… Noch het een noch het ander, ze voelt het voor mij. Met een rustige en stevige stap komt Mgr Van Looy voor me staan. Mijn ademhaling wordt dieper. Een diep verbonden contact… Zijn handen rusten elk op een schouder. We kijken elkaar aan… Ik sluit mijn ogen… Ik voel een hand op mijn hoofd. Het voelt stevig, beschermend… De zegen… We delen nog wat woorden… In schoonheid en verbonden geraakt…

Na de viering neem ik afscheid van mensen die me genegen zijn. Innige knuffels worden gedeeld. Een kruisje op mijn voorhoofd, een kaartje, een klein geschenk… Een foto. We verlaten samen de kathedraal via de middenbeuk. Nog even een goede dag aan monseigneur. Een stevige hand… ‘Je eindigt je weg terug langs hier’ vraagt de bisschop. ‘Absoluut’, antwoord ik terug.

Een zwaai langs hier, langs daar. Mensen komen me een goede weg wensen. Mensen die geraakt zijn door mijn vertrek. Dankjewel aan jullie die aanwezig waren. Het voelde zo goed. Nogmaals een dikke knuf.

Samen met vier stappers Lut, Koen, Els en Franky zet ik mijn eerste stappen richting Assisi. Een bijzondere ervaring om samen met anderen te stappen. Ideeën, vraag en antwoord worden gewisseld. Via de Schelde verlaten we Gent richting Melle. Aan het station in Gontrode nemen we afscheid. Een groepsfoto en ik zet mijn weg verder door het bos op weg naar vrienden voor mijn eerste overnachting.

img_20180401_2230004013564038682935226.jpg

Kunstenaar en bijenhouder Jef Wynants

Crozant

La Creuse

Ruïne de Crozant

Het venster ziet er wazig uit. Dauwdruppels. Ik steek even mijn neus buiten. Brrr…op de planten een laagje vorst. Ik warm de rest van mijn eten op van gisterenavond. Ondertussen ruim ik de gite op en maak ik mijn rugzak. Na het ontbijt richting het gemeentehuis om de sleutel af te geven en te betalen. Een koffie in de bar en klaar voor een nieuw vertrek.

Kunst langs de GR 654 – Crozant

In de plaats van de Compostella route kies ik voor de GR 654. De weg daalt af naar de rivier, is het nu la creuse of l’indre, want de grenslijn ligt in het midden. Een iets is zeker ik verlaat vandaag het departement la Creuse pour l’Indre via de brug van Crozant. Ik geraak er soms niet aan uit met alle departementen.
Een prachtig stuk GR route, een aanrader. Van Crozant tot in Cuzion wandel ik in de bossen en langs het water via le lac d’éguzon en zijn stuwdam.

Zicht op de ruïnes van Crozant

Wat doet het deugd van andere wegen te nemen dan de uitgestippelde Compostella routes, niet alleen voor de voeten – veel harde wegen – ik ontvang veel meer energie van de natuur dat het veel minder vermoeiend is of laat ik het zeggen een gezondere vorm van vermoeidheid.

Le lac d’éguzon

Een pelgrimstocht. Het is niet het aantal kilometers, snelheid, hoeveelheid die belangrijk is. Niet de weg, het doel of einddoel. Het is voor mij de intentie, het voornemen die ik neem bij iedere stap, iedere ontmoeting onderweg met mezelf en de ander.  Het is rust vinden in wat was om evenwicht te hebben in het nu, zodat zorgen voor morgen er niet hoeven te zijn.

Je wandelt de weg op je eigen manier, rekening houden met jou noden en met respect en zorg voor jezelf. Je wandelt de weg in de eerste plaats voor jezelf, dan pas voor de ander.
Telkens dezelfde paden nemen, zorgt ervoor dat je in dezelfde handeling komt als vóór de eerste keer een camino te hebben gewandeld. Alsof je je in een cocon steekt waar het veilig is. De  cocon durven doorbreken en een andere horizon tegemoet gaan voelt ontzettend goed. Het is niet alleen vernieuwend, het is boeiend en verrijkend.
Angsten verdwijnen zodat je opnieuw kan gaan vliegen. En natuurlijk was die eerste camino noodzakelijk om vandaag te begrijpen wat is. Durf jezelf bloot te stellen op een manier waar je jezelf respecteert binnen je grenzen en je graag zien. Zet stappen naar anderen zonder voorgevormde gedachten.

Net voor Cuzion stijg ik een lange weg door het bos. De laatste loodjes voor vandaag.
Voor mij mijn eigen schaduw die me het noorden wijst. Boven mij de vlucht van wel honderden kraanvogels (Les Grus).
Aan de horizon een felle witte maan die krachtig staat omcirkelt door het diepe blauw van het blauwe uurtje.

Woordeloos

De laatste drie dagen niet meer geschreven. De ervaringen op de weg zijn zo groot, rakend in schoonheid, dat er geen woorden voor zijn of dat ik voel dat woorden overbodig zijn. 

Prachtige en warme ontmoetingen. Hartelijke mensen. De natuur is subliem. Ondergedompeld in geuren en kleuren. Ondergedompeld in de rijkdom van rust, stilte, ontmoeting, verbinding. Lichaam en geest worden gevoed. 

Genietend in de zon op een terras met mensen rondom mij, ’s avonds verwelkomt worden en waar delen een vanzelfsprekendheid is, tot me laten zegenen door natuurelementen en wezens diep in het bos. In verbinding met al wat is.

Graag deel ik met jullie een diepe wens. Het liefst zou ik dit geschreven jullie als cadeau willen geven. Dat het geschrevenen voor jullie werkelijkheid mogen worden. Dat de woorden zich kunnen omzetten in realiteit, in daden. Dat elk van jullie een diepe verbinding met zichzelf, met de ander mag voelen. Mag gewaarworden dat het leven door je stroomt. Dat vreugde je hart mag vullen. Dat je vanaf morgen niet enkel mij blog leest maar we samen op weg gaan waar ruimte is voor elkaar, binnen elk zijn eigen ruimte, met respect voor elk in zijn eigen waarden en  eigenheid. Waar we gewoon zijn zonder iets te moeten ‘zijn’. Op jouw tempo. Je kan het. Welkom op de weg.

Graag deel ik de voorbije dagen in beeld hier en in de volgende drie berichten. Ik heb jullie lief en dank je dat jullie er zijn. 

Sarlat