Huwelijk

Luxor, back in Luxor na een paar weken, of waren het eerder dagen, in het Zuiden. Haha, tijd…
Ik zit hier op een blanco veld te kijken.
En misschien is dit wel het beste hoe ik Egypte kan omschrijven in wat het me brengt, wat het mij laat Zien, wat de gewaarwordingen mij brengen en nog zoveel meer… naar een wit veld.
Een wit veld die zich vult met dankbaarheid en vreugde.

‘Hmm, waar begin ik nu’, gaat door meheen. ‘Hoe begin ik eraan. En wat met het onderwerp. Euh, neen eerder een hoofdpersonage’ Samir’. Drie weken was hij… overal. Overal kwam ik hem wel ergens tegen met zijn verterende blik of hoorde ik hem roepen vanuit zijn tuin ‘Yasmeen’. Er aan ontsnappen was onmogelijk, wat rust krijgen ook niet, maar wat er zeker was, was de vreugde en onze lachmomenten samen. Wie was hij eigenlijk. Waar kwam hij vandaan.
‘A scriber’, zij iemand me. Hij heeft ooit voor jou gewerkt, je stond boven hem. Hij moest zaken opschrijven voor je. Alleen nu is het jij die gaat beslissen en is het niet meer hem die je iets zal opleggen hoorde ik een Egyptische vrouw zeggen in de laatste dagen dat ik in Luxor was. We waren beiden vreemd voor elkaar. Ze had niets gehoord van de situatie met hem. Ze zag ons amper 5 min. staan terwijl ze in de winkel was. Vreemd, maar OK. Want wat zij me vertelde kon ik in zekere zin volgen, vooral de zin ‘alleen nu is het jij die gaat beslissen.’

Even terug naar mijn aankomst in Luxor. Ik stap van de ferry en wandel richting mijn nieuwe verblijfplaats ‘Adam en Eva’ house. Een appartement, ik kijk ernaar uit. Terug mijn eigen potje koken, eigen ritme volgen, ongestoord kunnen blijven slapen zonder dat er ergens een deur toeslaat. Gewoon mijn ding kunnen doen.
Een jonge man, met donkere huidskleur, krullend zwarte haren en een mooie glimlach komt naar me toe gewandeld. “Feloeka”, zegt hij. “Ik kan je brengen waar je wilt” ” La, Choukran”, antwoord ik terug en wordt gewaar dat er iets is, ik geef er geen aandacht aan en stap verder. Aangekomen bij ‘Adam en Eva’ wordt ik hartelijk verwelkomt door de eigenaar Youssef. Een week verblijf ik in dit appartement rustig gelegen op de Westbank van Luxor met zicht op de Oostbank.
Youssef nodigt me op een avond uit naar een huwelijksfeest van iemand in zijn familie. En als ik spreek van familie dat kan hier soms wel heel breed gaan. Die trouwt met de zus van de neef en die met de broer van de nicht om dan te trouwen met een nonkel of met de dochter van een tante…. Enfin, ja je begrijpt het, het zit hier niet altijd eenvoudig in elkaar en zeker in de traditionele huwelijken.
In mijn witte linnen hemd en broek vertrek ik samen met Youssef en zijn zoon naar het huwelijk. In mijn rechter hand een geschenk voor de gehuwden, een kitcherige doos met veel tierlantijntjes en een Koran erin. Hmm, dit was niet zo evident om te kiezen wanneer men de traditie hier niet kent. En bloemen zijn hier schaars en leven maar één dag.

Het koppel komt de trappen naar boven en ze worden verwelkomt in een grote kantine van het sportcomplex. Vooraan staat een podium met een zetel. De zaal is verlicht met fluoriserende fushia neon lichten. Ze beginnen te dansen, de vrouwen aan de ene kant, de mannen aan de andere kant. Vanuit de verte kijk ik naar het gebeuren. Ik zie het plezier van de mensen op de dansvloer, behalve bij de bruid. Weinig tot geen mimiek is zichtbaar. ‘Zou dit wel kunnen onderdeel zijn van hun traditie’, gaat er door mijn hoofd ‘of is ze zo gekleed dat ze bijna niet kan bewegen en haar witte schmink er niet af mag:. Rarara. Wanneer ze zit is er een zekere onrust zichtbaar in haar handen en het voelt alsof ze niet volledig aanwezig is in het gebeuren. Wanneer Youssef me nadien deelt, dat het meisje nog jong is, en maagd en de jongen al meerdere relatie heeft gekend en zogezegd al weet van aanpakken met meisjes. Een zelfverzekerde redenering naar mijn gedacht, begrijp ik vanwaar de spanning zou kunnen komen.

Ik geniet van het aanwezig zijn en andere vreugdevolle mensen te zien en vooral vrouwen te zien lachen. Want om eerlijk te zijn lachende, vreugdevolle vrouwen op straat is hier weinig te bespeuren of misschien is dit ook traditie.
Kinderen zitten mij aan te staren, hebben binnenpretjes, proberen de één of de andere te duwen om naar mij te komen. Ze kunnen blijkbaar geen weg met hun zelf.
Ondertussen hoor ik mijn maag wat knorren en krijg ik wat honger. Ik vond het maar verstandig om niet te eten voor ik naar het huwelijk kwam of dit werkelijk een goed was!

De bruidegom begint te dansen met zijn vader. Dit gebeurt nadat elk een soort sabel in de hand hebben gekregen waarbij ze vloeiende zwaaiende bewegingen in een cirkel beginnen te maken. Na de afronding van deze dans loopt de camera man met een fel licht en zijn camera naar de ingang. Een ronde taart wordt voortgeduwd op een kar richting het koppel.
Och, daar zal mijn buikje blij mee zijn.
Het ganse trouw gebeuren is mee te volgen op tv schermen.
Het gebak wordt gesneden. De vrouw neemt een stukje op haar vork en steekt het in de mond van haar man en vice versa. En dan nemen ze beiden een stukje en geven ze het op hetzelfde moment aan elkaar. Dit gebeurt ook met een glas frisdrank.
En de taart hmmm. die verdwijnt in de coulissen, mijn buikje had het mis. Na de taart is het de beurt aan de juwelen. Armbanden, ringen werden op een plateau vol snoep naar het koppel gebracht.
Nadien is het de beurt aan de foto’s samen met alle genodigden. Ik wordt naar voor geduwd om ook op het beeld te staan. Niet echt mijn ding, ik geef eraan toe en ik wordt naast haar geplaatst. Een onwennigheid is zowel voelbaar in mezelf als zichtbaar bij haar.

Wanneer dit afgelopen is verlaat iedereen op een wat chaotische manier samen de zaal en vertrekt iedereen richting zijn huis. De tijd is gekomen dat het koppel tien dagen in eigen appartement zal vertoeven waarbij ze zullen worden gevoed door derden.
Het appartement staat ondertussen volledig klaar ingericht door alle familieleden en genodigden. Zelfs de kinderkamer staat volledig klaar met twee bedden vol versiering van Mickey en Minie Mouse. Amai de sociale druk op het koppel.

Bij het naar huis gaan kom ik gelukkig nog een eettent tegen waar ik iets kan eten, waardoor mijn maagje rustig de nachtrust in kan.
Blij dat ik horizontaal mag liggen. En hoewel zo een feesten niet echt mijn ding is, want ik hou liever van vieren op een eenvoudige manier en in een intiemere kring, ben ik een ervaring rijker.

Al Eén

Ferry Aswan East to West

Met mijn rugzak op de rug neem ik de boot van Elephantine naar de Westbank. Om dan straks de bus te nemen naar het Zuiden, Abu Simbel aan de grens met Soedan.
Ik stap in en ga vooraan zitten naast een jonge vrouw, trouwens de enige plaats voor vrouwen, achterin is voor de mannen. Een gesluierde vrouw komt erbij. Ik maak plaats maar ze weigert en gaat rechtover mij zitten in de blakende zon. De jonge vrouw maakt teken aan haar en vraagt om haar plaats in te nemen. Ze blijft weigeren.
Ik zie dat er iets gezegd wordt waarbij de gesluierde vrouw naar me kijkt. Nieuwsgierig naar de situatie probeer ik in communicatie te komen met de jonge vrouw.

“Wat is de reden dat die vrouw niet naast mij wenst te zitten is het omdat ik blank ben?”, vraag ik haar uit nieuwsgierigheid. Ik zie dat ze zich niet weet hoe gedragen. Ik laat het stil. Plots zie ik dat ze aan het typen is op haar telefoon. Ze steekt die uit waarop in het Engels, in een vertaal app. staat geschreven ‘Ik kan hier niet spreken’. Ik knik. ‘Wat is hier gaande!’, stel ik me de vraag.
Wanneer we uitstappen wacht het meisje op me door trager te stappen. En vraagt me de vraag opnieuw te stellen. Het antwoord is me ontsnapt, wat ik me wel herinner dat het antwoord de vraag omzeilde. Niet erg ik werd gewaar dat ze niet op mijn vraag kon beantwoorden. We zeggen elkander een goede dag en gaan elk onze weg op.

Met de locale bus richting het busstation. Ik maak een teken met de hand in de richting die wens te nemen. Na een paar busjes heb ik de juiste beet. Ik haal 2,50 EGP uit mijn zak, tik op mijn voorganger die het op zijn beurt doorgeeft aan de chauffeur. Ik vind het zalig reizen in zo een locale bus, de mensen laten me met rust en ik kan in stilte mijn verplaatsing doen zonder gedoe.
( 2,50 EGP =0,075 Euro, 20 liter benzine kost hier 200 EGP)

Op weg met de bus naar abu Simbel. Een bus hoofdzakelijk gevuld met mannen, drie buitenlanders en twee vrouwen elk met hun kind.
Kort na Asouan is er een korte halte. Twee mannen in burger met wapen om de middel stappen op en controleren mijn paspoort en deze van de andere buitenlanders.
Naast mij zit een man in bruin tuniek zijn verzen uit de Koran op te zeggen. Ikzelf lees een brochure over ‘Jezus de profeet. De moslim heeft Jezus lief’ waar ik heel goed het delen kan volgen over hoe de islam Jezus ziet. Op één zin na helemaal op het einde waar er wordt geschreven wanneer je de Islam volgt hoef je je Christen zijn niet op te geven. Dan gaat erdoor me heen waarom zou ik me dan moeten bekeren en zelf wanneer ik hier schrijf bekeren is dit zelf niet kloppend want ik voel mij noch bij de één, noch bij de ander. Ik ben een vrij mens met diepe waarden die de weg van puurheid heeft gekozen, waar ik mijn eigen ‘kroon’ wens te dragen in een hartgedragen beweging.
Ik ben geboren in contreien waar Christelijke tradities aanwezig zijn waar ik me nauw verbonden mee voel, wat niet wil zeggen dat ik iets anders uitsluit. Ja, ik geloof, ik geloof in de weg die ik heb gewandeld en verder bewandel. Ik geloof in het allesomvattend, het niet tastbare, het Al Eén zonder deze in een vorm te brengen. Ik geloof in het Hart in elk van ons zonder grenzen.
Waarom zou ikzelf dan muren moeten oprichten, terwijl het zo belangrijk is deze te laten verdwijnen. Waarom zou ik mezelf in een ‘kamp’ moeten gaan plaatsen. Waarom zou ik mij bij één of andere instantie moeten voegen, welk deze ook moge zijn. Integendeel ik zie en voel enorm vele beperkingen hierin met zijn vele regels, als wetten.

Uitspraken die ik zo vaak heb gehoord zials ‘Je moet je zo gedragen anders ben je geen goed Christen, je mag dit niet zeggen want dit is slecht, je mag dit niet denken en vooral niet uitspreken of…’
Al deze beperkingen komen hier gewoon allen nog meer aan de oppervlakte, aan het licht, hoe beperkt de mens kan worden in zijn ‘zijn’ en dat is niet anders bij ons. We werden en sommige nog vandaag klein gehouden in het systeem. Wanneer je je hier niet bewust van bent, je verwijderd bent van je eigen kern, het oppervlakkig opneemt zonder vragen stellen en gewoon alles als echt aanneemt, je angst hebt om er niet meer bij te horen ben je een prooi en plaats je jezelf in een kooi. En dat is bij alle instanties niet anders.

Wat verder liggen er een paar mannen te slapen. Ik voel lichtjes mijn lijf zwaarder worden op het ritme en balans van de bus. Mijn ogen vechten nog wat tegen de vaak. Buiten is er een grote zandbak te zien. Ik hoor het zo uit de kindermond komen. Kilometers rijden we langs de woestijn een weg die ik gelukkig niet te voet heb gedaan en blij dat mijn lichaam daar een stokje in het wiel gestoken heeft. Het ene wat er zichtbaar is zijn électrische palen parallel aan de weg en lange sproeiers die over de gewassen hangen. Velden van graan, nooit gedacht dat dit mogelijk zou zijn hier. Geen enkel dorp te bespeuren, geen mens te zien.

In Abu aangekomen rust ik uit in een comfortabele kamer voor ik morgen naar de Abu Simbel tempel ga. Om één of andere reden kon ik niet zo goed slapen in Aswan. Geen enkele nacht was aan één stuk door.

Op tv zie ik een klassieke concert met een sopraan met een prachtige stem. Het valt me op dat bij de muzikanten geen enkele vrouw te bespeuren is in het concert.

Safaa

Een vrouw komt aangewandeld met een kind aan de hand. Ik steek mijn handen uit en maak teken dat ik haar het brood wens te schenken. Ik zie dat de vrouw er niets van begrijpt en ze roept een buurvrouw. Een tengere vrouw met donkere lange haren komt een deur openen. “Come come” En maakt teken met haar handen dat ik naar binnen mag. “Sit sit”, terwijl ze teken maakt naar een stenen zitbank. Een vrouw van oudere leeftijd komt erbij. Haar moeder. En wat later komt nog een vrouw uit de keuken. Jonger en gesluierd, ze praat vlot Engels. Safaa.

Ik leg haar wat mijn bedoeling was met het brood. Een plastieken stoeltje wordt naast me gezet, koekjes en thee volgen.
Ik zit er op het gemak en in nog geen half uur later wordt gans de familie aan me voorgesteld, behalve een zus die in Cairo woont, een broer in Dubai en nog een zus in Yemen. De reden waarom Safaa en vier van haar zusters Engels spreken was dat haar moeder deze kans niet kreeg als kind en ze analfabeet is. Haar analfabetisme houd ons echter niet tegen om onder vrouwen elkander te begrijpen.

Ik zie haar broer iets nemen ergens op de grond en probeert met een ander stukje terug één geheel te maken.
Haar broer vertelt iets tegen de zus waarbij Safaa me een stukje hars schenkt met een tekst erin gegraveerd en pareltje eraan, die ooit deel uitmaakte van één geheel die nu verdwenen is. “Koran, Profeet Mohammed”, zegt de mama. Ik vraag haar waarom hij het me niet zelf heeft. Safaa vertaalt wat haar broer zegt, “omdat hij een man is en zijn geloof respecteert. Hij mag niets geven aan de vrouw.” “Ah ok, dan aanvaard ik het graag op deze manier”, terwijl Ik knik en hem dank. “Niet op de grond leggen” vervoegd Safaa eraan toe.

Ondertussen zijn we verhuist naar een verdiep hoger in een kamer waar enkel zetels staan, een tapijt op de grond en aan de muur een portret van de vader, neef van de moeder die drie jaar geleden is overleden. De moeder laat merken dat ze hem mist wanneer ze naar het beeld kijkt.

We hebben intense gesprekken, waar ik soms schrik van de vraagstelling en niet zo goed weet of ik erop in ga, omdat het onbekend is hoe ze hier tegenover bepaalde zaken staan. Ik waag me in de cirkel van vrouwen, haar moeder, een zus, Safaa en ikzelf en laat de onzekerheid opzij.
We spreken over de Bijbel en over de Koran. Over Maria en Isis. Over het moment dat ergens in de geschiedenis de man macht nam over de vrouw. Over het vrouwelijke en mannelijke in onszelf. Over controle en intuïtie. Safaa is een heel nieuwsgierig jonge vrouw met diepgaande vragen waar ik van hou.

“Wat is je naam?” “Jasmine” “Yasmeen”, zegt Safaa verwonderd. “Neen maar je echte naam”. “Dit is mijn echte naam” “Een Arabische naam! “. Ze geloven me niet echt en er wordt rond mijn naam heen en weer gebabbeld. Ik leg hen uit vanwaar mijn naam komt. Ik zie blije gezichten.

“Wat vind je van LGBTQ’, vraagt Safaa en vervolgt, ” Geloof je dat? Is dit juist? Vind je dit normaal? ” Ik laat een stilte.” Eerst wil ik je delen Safaa, ik heb niet te oordelen of het juist is of niet”, terwijl ik haar aankijk. “Ik wil je graag vragen Safaa. Wat is normaal voor je?” Waarop ik het antwoord krijg,” gay, lesbiennes,..” ” Neen, ik vraag je wat is normaal? ” ” Een man is een man, een vrouw is een vrouw” “Dit is wat ze ons geleerd hebben”, ik laat een rust. “Deel verder, jou manier van denken boeit me”, zegt Safaa.
Ik sluit mijn ogen en laat binnensijpelen. Hoe ik kan delen dat niets zwart-wit is. Hoe kan ik haar meenemen weg van het denken in vakjes naar het autonoom denken. Stel ik mezelf de vraag. Ik open terug mijn ogen.
“Jij bestaat, je moeder heeft je het leven geschonken. Je hebt hersenen en kan zelf denken. Je hebt een hart en kan zelf voelen en gewaar worden “. “Ik ben geboren met een vrouwen lichaam”, met een intonatie van onbegrip. “Dit is wat je ziet, wat je weet met de mind omdat het je zo aangetoond geweest is sedert kleinsaf..Een lichaam is meer dan dat. Veel is niet zichtbaar met het oog. Net zoals God niet waarneembaar is”
“God creëerde ons het best, naar een perfect beeld. Dit is slecht… ” zegt Safaa.


Ik zie een twintig jarige rechtover mij die me zovele jaren achteruit brengt. Ze brengt me de spiegel hoe ik zelf soms kon zijn. Een blik, die wist welke richting ze uitwilde maar met een weerstand om bepaalde dingen te willen zien uit zelfbescherming en terzelfde tijd de nieuwsgierigheid die me duwde naar het onbekende. Ik zie voor me een vrouw die geboeid is in het leven, die vooruit wil.
“God creëerde ons. Hij gaf ons een lichaam. En dit lichaam bestaat uit van alles en nog wat die meer is dan wat ons hoofd weet. Soms ben je verliefd en gebeurt er van alles in het lichaam. Iemand die je ontmoet kan iets wakker bij je maken. Je gaat gewaarworden wat het met je doet. Je ontdekt zonder oordeel of voorgekauwde beelden wat het met je doet. Ook dit is ons lichaam. ” Ik observeer
“Wat is liefde voor je?” vraag ik haar. “Het is het enige die waar is in mijn hart”, komt er snel als antwoord. “Deel je dit vanuit je hoofd of vanuit een diep voelen, een weten die dieper vertrekt vanuit je Zijn, wie je bent? Probeer even je ogen te sluiten, ga naar binnen. Maak het stil in jezelf”, terwijl ik het zelf voortoon met een hand op mijn hart en de ander op mijn buik, “en stel je zelf de vraag ‘wat is liefde voor me’. Je hoeft me geen antwoord te geven. Hou het bij je. Als het te snel gaat zit men vaak in het mentale.”, terwijl ik terug mijn ogen open. “We hebben onze gevoelens. Wanneer je verliefd wordt op een man…” ik kan de zin niet afmaken waarbij Safaa zegt “Dat is normaal” ” Dat is normaal voor jou vandaag en misschien binnen twintig jaar als we elkander terug ontmoeten, is wat je vandaag normaal vind anders. Laat het open, zonder in te vullen. Er zijn dingen die we met onze mind niet altijd kunnen onmiddellijk begrijpen en we hoeven ook niet alles te begrijpen. We hoeven het niet met iedereen eens te zijn. Het belangrijkste is dat we Samen kunnen Zijn.” Ik hoor haar moeder iets zeggen waarbij Safaa van onderwerp verandert.

” is dit geluid vervelend voor je? “, Safaa heeft het over de Muezzin die het gebed opzegt.” Neen” “Het is een gebed, weet je dat?” vraagt ze me verwonderd. “Ja”. Wanneer we het hebben over het geloof zijn we het allen mee eens dat wat ze ons laten zien of horen via media het niet een realiteit is en dat we gemanipuleerd zijn. Dat de media toont wat ze ons willen doen geloven. Zo is het bij ons over de Islam, zo is het hier over het Christendom. De politiekers, machthebbers halen één fragment uit een context om hun slag binnen te halen. Dat in situaties de media er is om de mensen tegen elkander op te zetten. Terwijl hier in Egypte Christenen en moslims vredig met elkander samen leven.

“Wat denk je van het hijab, het hoofddoek.” “Ik heb daar niets over te denken. Het is jou keuze om die te dragen”. Ik hoor de moeder aan de andere kant er iets tussen zeggen. “Wat zie je?” ” Ik zie een mooie vrouw. En wanneer ik naar je mama kijk, zie ik een mooie vrouw. Ik ben wel iedere keer nieuwsgierig naar hoe de haren eruit zien onder het doek.” Ze lacht. Ze vertaald ondertussen het gesprek aan haar mama. Haar mama zegt dat Maria ook dit hoofddoek draagt en dat haar lichaam perfect was. Ik knik bevestigend wat het hoofddoek betreft, de rest kan ik niet op antwoorden.

Wanneer ik hier naar een vrouw kijk met hoofddoek, werkelijk Zien. Met een neutrale blik, zie ik iets zacht en gaat de blik gericht naar het gezicht en niet ergens anders. Geen andere prikkels. Het werkelijke gezicht is voor je, er is niets aan toegevoegd, niets weggenomen en de blik blijft gericht naar de persoon. Daar waar velen denken dat er een tekort is, iets werd afgenomen. Zie ik net de meerwaarde. En ik heb het hier niet over de volledig gesluierde vrouw waar de ruimte, tijd en mogelijkheid er nog niet is geweest om in een ontmoeting te gaan. Heel vaak voel ik bij de volledig gesluierde vrouw een vermijdingsgedrag. Ik heb het ook niet over verplicht, over het gedwongen dragen.

De zus van Safaa komt in de ruimte met een grote schotel met daarop een heerlijke maaltijd. De geur is verrukkelijk. Een vers gebakken kip uit eigen kweek, groentjes staan nog te pruttelen en versgebakken brood. We delen samen deze overheerlijke maaltijd. Ik vraag of haar zus erbij komt, maar ze heeft reeds afzonderlijk gegeten in de keuken. Haar moeder dringt aan om veel te eten, mijn maag kan echter niet veel binnen krijgen door de warmte. Op het einde van de maaltijd maakt de moeder een broodje klaar met kop ertussen die ik als maaltijd mee krijg voor deze avond.

Amandine

Jasmine en de Shisha

Na een weekje en na een poetsbeurt verlaat ik mijn knus appartement aan de Westbank onder de ogen van de vele zielen in The Queen Valley. Ik neem even een halte in een café niet ver van Medinet Habu Temple waar ik regelmatig een social talk heb met een man uit België die zich pas in Egypte heeft geïnstalleerd, Laurent. Een jonge Frans sprekende vrouw komt binnen en spreekt Laurent aan. “Zin om erbij te komen zitten?”, vraag ik haar en vervolg “U vertrekt?” ” Neen, ik ga naar de andere kant van de Nijl”, antwoord ze me. “Och fijn, ik ga ook die kant uit. Zin om samen te gaan?” We beginnen te praten over spiritualiteit, geloof, voelen en gewaarworden en hebben al heel snel door dat we ons op een gelijke golflengte bevinden.
Met onze rugzak vertrekken we richting Oostbank met de ferry.
(Er zijn drie verschillende mogelijkheden om deze te kruisen de publieke boot voor 5 EGP, de privé boot met motor voor 30 EGP of de wagen (taxi – duurder dan privé of privé met de app Indrive, Uber, Careem reken 150 EGP) Eén euro is vandaag gelijk aan 33 EGP wat heel snel kan fluctueren. Dit even terzijde.) Eenmaal op de Oostbank gaan we elk naar ons stekje en spreken af om elkander ’s avonds te zien.

En zo begint een vriendschap tussen twee vrouwen die elkander hebben gevonden op de Westbank in Luxor. We passeren een ongelofelijke intense week vol humor. En amai, wat een plezier. We vinden elkander in de manier van in het leven te staan.
Ik zie mezelf in een spiegel met een verschil, als ik me goed herinner, van 20 jaar. Zo zie je maar hoe belangrijk leeftijd voor me is. Niet dus.
Ik geniet telkens van het zien, te horen dat wijsheid niets met leeftijd te maken heeft, wat velen denken, en daar wordt ik telkens gelukkig van. Hoeveel jongeren ik de laatste jaren heb mogen ontmoeten en Zien met welke kracht ze iets neer zetten en hun eigen weg durven te gaan, dan kan ik alleen maar toejuichen. Zijn zij niet de stevige zonnebloemen die morgen zullen schijnen en ons licht geven!?

Laten we dus leeftijd opzij plaatsen en luisteren naar de wijsheid van jongeren. Laten we luisteren, werkelijk luisteren want wijsheid is niet leeftijd bepalend. Een spreekwoord die me nooit verlaten heeft sedert mijn lagere school is, ‘ de waarheid komt uit de kindermond’ en die mij geholpen heeft om recht te blijven staan in momenten waar men mij klein heeft willen houden. En met klein bedoel ik ‘ mij niet in mijn kracht laten, kleineren, mij het zwijgen opgelegd zowel fysiek, met woorden, psychisch.. .’ En als men later, doorheen deze pijn kan zien van het waarom men zo een handeling heeft gesteld, dan komt dit meestal vanuit hun eigen gekwetste stukken en dan kan je in Liefde blijven staan.

Wijsheid kan overal te vinden zijn voorbij iedere grens van wat ons is aangeleerd. Wijsheid is voor mij niet iets dat men enkel in boekjes vind. Wijsheid is voor mij iets die in ons Zelf aanwezig is die kan wakker gemaakt worden door iets extern.
En wijsheid gecreëerd door het denken zonder een inwendige beleving, gewaarwording vroeg of laat valt men door de mand omdat er geen wortels aan de wijsheid is. Niet enkel bij de ander, vooral bij zichzelf. Want hiermee verloochen je enkel jezelf, ver weg van groei en puur zijn en stagneert men, met alleen de gedachte, het idee te hebben te groeien.

Zo las ik recent op FB een vraag waar een vrouw om een titel vroeg van een goed boek in verband met Maria Magdalena. Een intuitief antwoord kwam door meheen in het Frans, “Un des plus beau livre à lire et c’est la que Marie Madeleine veut que la personne va. C’est vers sa pureté intérieur sans mettre des nouvelles couche extérieur. C’est ouvrir et rentré dans son propre livre et ressentir goute par goute toute les couches qui ont étais mises, pour entré, arrivé ainsi vers la semence de lumière au plus profond de soi. Bonne lecture. “

’s Avonds heb ik afgesproken met Amandine in Luxor centrum in de buurt van het station en Luxor tempel. Ze helpt me bij het zoeken van een telefoonkaart en nadien gaan we een shisha roken op een terras langs de Nijl. Een Shischa is een waterpijp waarbij via verdamping een rook ontstaat die via een pijp wordt vrijgegeven.

‘ s Anderendaags breng ik een bezoek aan de Luxor tempel. Ik sluit mijn deur van mijn nieuw verblijf die zich een vijf kilometer aan de buitenkant van de stad bevind. En vertrek te voet midden de velden en bananenteelt. Langs een drukke weg kruis ik vaak wagens, bromfietsen, paardenkoets. “Taxi taxi”, wordt geroepen. “La, Choukran”, terwijl ik met een openhand een zwaaibeweging maak. Met veel geduld blijf ik volhouden in mijn ‘neen’.
En vindingrijk zijn ze om de mens te overtuigen toch maar in te stappen. Hoe zou men zelf zijn als er brood op tafel moet komen en toerisme het enige inkomen is voor velen, maar toerisme aan een heel laag pitje is.
“Tu chèrche un marie comme moi”, vroeg de koetsier me. Een ontwapende humor hebben ze wel. Wanneer men in openheid er kan blijven in staan gaat er een totaal andere wereld open dan wat wij kennen in het Westen. Dit is een van de verborgen krachten die Egypte heeft.

V

Bom Jesus do Monte – Braga

Na een hevige onweersbui vertrek ik richting Braga.
De aarde en alles wat er op groeit geven het maximum van zichzelf. De overheerlijke geuren dwalen in de straten als een transparante voile stof die over mijn lichaam glijd. Sommige bloemhoofdjes hangen nog naar beneden onder het gewicht van het water. De water parels reflecteren de natuur om zich heen. De wondermooie microwereld.

Niet ver van een kapel langs de weg is er een klein kapelletje in de muur met een prachtige blauw-wit schilderij op faïence ‘la sacra Familia’, Maria, Jozef en in het midden een kind die Jezus voorsteld. Een fijn gevoel komt door meheen bij het zien van de schilderij. Ik wordt als opgezogen in het gezicht van Jezus, een gezicht waarin ik geen geslacht waarneem. De kunstenaar heeft dit schitterend weergegeven… Een balans tussen twee polariteiten, die Eén vormen in één persoon.

In Braga ben ik uitgenodigd door Tiago, Ricardo en Nero, hun lieve hond. Tiago en Ricardo trotseerden op het zelfde moment de Hospitales op de Primitivo. Beiden gidsen mij doorheen Braga en nemen me mee naar Bom Jesus do Monte, een heiligdom net buiten de stad (ontstaan in 1373). We nemen de kabeltrein die ons naar boven brengt. Een trein die functioneerd op water, die voor het balans zorgt.
Via een indrukwekkende trap gewijd aan de vijf klassieke zintuigen en de drie theologische deugden geloof, hoop en liefdadigheid met zijn bijbehorende fonteinen verlaten we deze plaats die op de Unesco-werelderfgoedlijst staat naar een volgende plaats.

Nog net voor sluitingsuur komen we aan in de ‘Santuário de Nossa Senhora do Sameiro’ . Een van de grootste Mariale devotionele plaats in Portugal. Het gebouw opzich stelt niet zoveel voor… maar wanneer ik er binnenstap voel ik gans mijn lijf vibreren, wordt ik mijn bekken gewaar en terzelfde tijd komen tranen van vreugde in mijn ogen. Mijn ademhaling gaat diep in en uit. Deze keer ben ik me duidelijk bewust en besef ik dat er een nauw verband ligt tussen mijn tranen en bekken… Water…met er tussen het ‘Hart’. “Ricardo, kom laten we naar buiten gaan. Het is te heftig voor NU”. Ik dank Ricardo en Tiago om me naar hier te brengen.
Terwijl ik dit hier nu neerschrijf komt mijn ‘mind’ me zeggen – als iemand die met een hamertje staat boven mijn hoofd- ‘waarom heb je je niet laten gaan, waarom heb je je tranen niet toegelaten’. Diep vanbinnen weet iets in mij, waar ik op vertrouw en die mij in ‘right time, right moment’ zal laten gewaar worden wanneer de tijd zal gekomen zijn.

Wanneer we verder lopen naar een kleinere kapel waar je altijd binnen kan wanneer het Santuario gesloten is, zie ik de letter M staan verwerkt in de grond met een contrasterend kleur en een andere letter erin. De letter intrigeerd me. Ik kan het niet onmiddellijk plaatsen. Ik wandel errond en bekijk het vanuit verschillende standpunten. Het raakt me wanneer ik het op zijn kop zie staan. De A – wat ik nooit eerder doorhad dat dit de letter À (= Avé) was, ik was er nl. niet klaar voor – veranderd plots in een V.

We rijden naar de laatste plaats… Santuário de Santa María Madalena.

Ricardo… zo bijzonder. Je sprak daarnet over een poort, over het beeld van de vrouw die de borst gaf in de kathedraal uit de Isis periode en nu dit… Kort voor ik aankwam in Braga schreef ik een tekst waar poort en de letter V in komt en deelde ik een tekst over een warm verhaal over twee vrouwen, moeders en borstvoeding.

Zo dankbaar om wat de weg mij komt tonen. Zo dankbaar om deze ont-moeting 🙏

PS. Och ja, die was ik bijna vergeten… Zegt Ricardo en Tiago “weet je Mira bestaat als dorp in Portugal en het ligt aan de kust. “

Richting Portugal

Vanuit Muxia neem ik rechtstreeks de bus naar Compostela. Aangekomen voel ik me verheugd dat het busstation op het begin ligt van mijn weg richting Portugal en ik niet de stad moet doorkruisen.
Momenteel bevind ik me op de camino Portugues en de Via Mariana (Muxia naar Braga, wat ik eerst dacht te nemen via het binnenland) echter het water roept, ik stap verder richting de kust van Galicia.

Het voelt wat vreemd, wel best leuk om in tegenrichting te stappen. Het is vooral boeiend om het non-verbale te zien en te horen wat de reacties zijn bij mensen wanneer je elkander kruist… en pssstt… een hevige snurker gaat ’s anderendaags de andere kant op.

Een pelgrim kwam me voorbij en nog vóór ik iets gezegd had, keek hij me aan en zei’ Grazie’. Hmm, kon hij mijn gedachten lezen of was het eerder een automatisme op de ‘Buen Camino’.
Een andere pelgrim: “euh, ben ik verkeerd”. “dat denk ik niet. Blijf trouw aan je weg.” Ongelofelijk hoe snel iemand kan gaan twijfelen aan zijn eigen weg, wanneer iets niet in een bepaalde stroom gaat.
Twee mannen bijna al huppelend op de weg, “och, geen zin om te eindigen”, roept een man me toe. “Er is geen einde”, terwijl ik mij omdraai en mijn hand opsteek.

Mij weg verloopt hoofdzakelijk over asfalt. Eerst verlaat ik Compostela via een onaantrekkelijke weg met drukke wegen, en een commerciële deelgemeente om dan later en daar ben ik blij om, de rust te vinden in de straten van kleine dorpjes, afwisselend onder bossen.

De zon helpt de gele brem om het maximum van zich te laten zien door hem te helpen zijn zoete geur vrij te laten. Af en toe kan ik de geur waarnemen van oranjebloesem.

In een dorpje staat een vrouw aan haar venster te kijken hoe ik een groene houten deur fotografeer, zo eentje die al vele jaren heeft gekend en afgesleten hoeken en kieren. Wanneer ik vertrek wensen we elkander een goedendag terwijl we naar elkander zwaaien. “La más bonita puerta del pueblo”, deel ik nog. Een grote glimlach verschijnt op de vrouw haar gezicht.

Het voelt vertrouwd en zo goed om richting Portugal te stappen. Heel subtiel en in zachtheid komt er af en toe iets in mij duwen om aan het licht te komen, en voelt mijn Zijn alsof het wenst te huilen en terzelfde tijd een grote nood heeft om klanken te maken opborrelend vanuit mijn diepste Zijn. Als een waterbron die wenst te ontstaan.

Frequentie

Met een yoghurt in de hand stap ik naar de agent. “Heb je goed geslapen”, vragen we elkander in een beetje Engels/Spaans. Ik schenk hem de yoghurt en bedank hem voor de fijne ontvangst.

In een bar binnen stappend, net naast de kathedraal, voel ik de blik van de mannen. Het wordt stil. Ik neem een barkruk en neem plaats aan de bar, tussen hen. Ik voel dat een glimlach in mij wakker wordt.
“Un café con leche. Eeee… Uno tostado con tomates, Por favor.Grazias.” De barman lacht me zacht toe. De mannen beginnen terug te praten. (Soms denk ik in mezelf, mijn oordopjes zijn in een bar meer nodig dan in een slaapruimte.)
Mijn buurman neemt contact met me en al snel hebben we door dat we in het Frans kunnen praten.
“… todos Machista….”, legt de man uit wat de conversatie was, is tussen de mannen. Al lachend zeg ik hem…” Ik kon me wel voorstellen wat het onderwerp was, 1 vrouw, 9 mannen… Daarvoor is geen taal nodig om te begrijpen. De reden waarom ik plezier heb. Ik kon het zo raden. “

Zo een situatie was voor mij een paar jaar geleden niet mogelijk, dan had ik zelf een gedrag van ‘Machista’ aangenomen maar dan met een andere inhoud voor wat dit woord staat. Wel uit bescherming, afscherming en omdat ik niet van dit gedrag hield. Vanuit een kwetsuur. Alleen hier was niets aanwezig van een onderliggende negative toon, geen kleineren of rediculiseren van de vrouw.

Ik sta versteld van hoe de sterke drank hier in grote hoeveelheden over de toonbank glijden. Beetje naif dacht ik dat ze enkel koffie kwamen drinken. Een plaatselijk drankje Zoco 25% met Sleedoorn, kersen, honing, vleugje anijs… lijkt aantrekkelijk, maar wat het teweeg brengt op lange termijn in de bovenkamer en in de lever is veel krachtiger dan die 25%.

Wanneer ik vertrek uit de bar steek ik mijn hand op, glimlach hen allen toe en wens hen een goede dag. Met twee appelsienen extra, gekregen van de barman begint mijn dagtocht.

Uit het dorp, draai ik me nog even om en zie het zonlicht schijnen op de kathedraal van Hinojosa del Duque. Een kathedraal die absoluut niet de omvang heeft als de andere kathedralen die ik ken.
Een raam opening heeft een bijzonder mooi architectuur. Maar wat mij het meest aantrok was de kapel op dit marktplein met haar mengeling van Moorse kunst.

8u30… De natuur ontwaakt…
Mijn lijf voelt zich gedragen door de zachtheid die vertoeft in deze omgeving. Wat een hemelsbreed verschil bij de vorige weken, het gebied vóór Córdoba.

Een ochtendnevel hangt over de horizon. In de verte zijn bergen zichtbaar, misschien wel de volgende om straks te trotseren.
Een bord staat langs de weg ‘je bent uitgenodigd om deze zone netjes te houden’. Och, wat zou ik deze o zo graag meer tegenkomen om de mensen dit bewustzijn aan te leren.

De mimosa is bijna uitgebloeid. Met de zon in mijn rug wijst mijn schaduw naar het westen. Mussen zitten massaal in de struiken, bij mijn aankomst vliegen ze in een zwerm naar de volgende struik. Een pimpelmees is wat moediger en springt van het ene takje, naar het ander.
Het landschap ziet er hier en daar uit als een quilt. Als lappen harmonieus tegen elkaar.

Al wandelend voel ik plots iets bizar…
Ik kan het vergelijken als iemand die de knop aan de radio draaide zodat ik op een ander frequentie terecht kom.
Net alsof ik door de wand ben gestapt van een immense waterbubbel waarin het landschap lichtjes danst, zelfs de bomen zouden bijna kunnen dansen. Ik voel me lichaam vertragen. Ik kijk op mijn telefoon… geen bereik meer. Oeps… OK, no panic… Ga rustig verder en onderga. Ik zoek een plaatsje in de natuur waar ik me kan neervleien… Mijn Zijn neemt me mee naar een eik… Ik zet mijn stokken neer. Breng mijn beide handen plat op de boom steunend en wacht… ik voel mijn hart bonzen… Ik blijf een eindje leunend tegen de boom. Mijn lichaam ademt ruim, diep en vrij. Geen reden tot paniek.
Afwachtend… kijk ik naar de bomen rond mij… Overal, zie ik bijna in iedere boom vrouwelijke vormen…Of met de armen naar boven gericht als ‘vragend’ of naar beneden gericht als ‘aanbidden’… En anderen rechtop ‘ontvangen’.
Leunend tegen de boom, wat uitrusten en zijn kracht voelend… Bomen ik dans met jullie mee op deze golven.

Ik stap terug verder. Er is hier een klimaat voelbaar van werkelijk 2 tegenpolen. Als een magneet die men omgekeerd op elkaar probeert te brengen. Zwaar en ijl.. Op het moment dat ik verder stap besef ik dat zelfs de aarde van structuur is veranderd. Daarnet had ik zanderig doorlatende grond, nu wandel ik op een zware kleverige grond. In de verte twee roofvogels. Ik kijk op het uurwerk van mijn telefoon… 10 min zijn voorbij… het lijkt een eeuwigheid.

Rechts voor mij in de verte rijst een andere bewoonde wereld op. Huizen.
‘Komaan Jasmine een kleine 20 kilometer verspreid jullie’. .., spreek ik mezelf de moed in. Als met zwemvliezen aan mijn voeten stap ik verder. Boven mij het krijsend geluid van de arend.
Het gewicht aan mijn voeten en in mijn lijf voelt zo zwaar dat ik het gevoel heb dat ik aan het krimpen ben. Ik voel me precies een dwerg wordend. Hihi, ik begin te lachen en voel vreugde bij deze gedachte.
Op een bepaald moment stop ik… Plaats mijn twee stokken op de grond en zeg ik” ok wat wil je, ik kan hier toch niet blijven staan wat kom je me vertellen”, terwijl ik naar boven kijk.
Op dat moment hoor ik een stem van de boer in de verte die roept…
En net wanneer ik terug een voetstap zet…
Waw, 4 grote herten huppelen weg. Arenden vliegen boven me. Eentje blijft er in mijn buurt…wanneer ik hem in beeld heb, dank ik hem… Ontroerd van het gebeuren.

Ik open een hekken naar een ander terrein.
Gele, witte bloemetjes kleuren de border.
De schapenboer steekt een kudde schapen in een andere wei.
Ik word gewaar dat gans mijn Zijn terug is. Oef… Wat was dat!

Een man komt aangereden… Laat zijn venster neerdalen en roept,” Bounos dias…”, met een grote glimlach als teken van welkom. De boer gaat bergopwaarts naar het huis, zijn hond een bordercollie , volgt hem.

KLIK HIER voor een kortfilmpje

KLIK HIER voor meerdere beelden

Hart

14 – febr. 2022. Reeds zeven maand geleden werd la Vesdre overstroomd. Na bijna zeven maand vrijwilligerswerk verlaat ik Wallonië voor een nieuw avontuur. Dankbaar om wat er de laatste maand aan het ‘Licht’ is moge komen en zich heeft moge transformeren.
Vandaag neem ik ook afscheid van de zusters van l’Abbaye Paix Notre-Dame. Hier moge zijn/Zijn was heel verrijkend op mijn weg.
Het leven naast hen, zo dichtbij, mijn hulp aanbieden. Mijn kloosterkamer. Een ontmoeting met de zusters in de gang, ook al was het soms kort… wat heb ik daarvan genoten en voelde ik me nauw verbonden met hen. Ik zal hen missen.

In de namiddag mocht ik nog eens alle zusters ontmoeten en ”s avonds kreeg ik de pelgrims zegen tijdens’ les Vigiles’. Een prachtig en persoonlijk gebed mocht ik ontvangen. Het raakte me. Merci, Soeur Madeleine et merci à la communauté. En gratitude.

15 febr. 22.
Een vlucht naar Almeria, met een tussenstop in Madrid. Alles verloopt vlot.
In het vliegtuig, zit ik weg te dwalen en keer ik even terug naar deze morgen na de Laudes. Toen ik de kapel verliet groette ik het altaar, draaide me om en deed de namaste groet. Ik zag sœur Madeleine en sœur Charlotte geknield, beiden mij aankijkend met een warme glimlach. We zwaaide naar elkaar. Mijn hart zag.
En dan sœur Francesca, die me vergezelde tot voor mijn vertrek. Een foto. Een knuffel, een zegen. Mijn hart zag.

Toen ik de trein van Brussel noord naar Zaventem nam, rechtstond bij aankomst en nog eens achteruit keek of ik niets vergeten was… Pas toen zag ik wat er naast mij stond getekend op het venster… Een hart.

In Almeria werd ik hartelijk ontvangen door Nelly en José. Ze stelde me gisteren voor om me te komen afhalen aan het station en zorgde voor een kamer in een convento (klooster). Wat een hartelijke verwelkoming. Grazias Nelly e José.