Ultreia

Godinne, église Saint-Pierre

Op tafel een huisgemaakt heerlijk ontbijt ‘ à la recette Marie-Pierre’.
Wat later nemen we samen de weg richting de Maas, daar nemen we afscheid… De grote rugzak zit wat in de weg om op een comfortabele manier een goededag te zeggen.
Om het zachtjes aan te doen blijf ik de Maas volgen, kwestie van traag in te lopen en mijn lichaam terug gewoon maken aan een lange afstandswandeling .

Grijze wolken komen te voorschijn. Een frisse bries. In korte broek maar met laagjes op mijn bovenlijf, een paraplu boven mijn hoofd, trotseer ik de eerste regenbui.

Een bakkerij… “Vous avez des toilettes svp”, vraag ik de jonge heer achter de toonbank. “Oui, allez y.” “Je vous fait confiance, je vous laisse mon sac.” “Bhein, madame c’est la plus grande bêtise”, antwoord hij met een grote glimlach. “Bhein, justement cela me fais donner encore plus de confiance”. Een fijn contact.

Op een bankje.. een halte. Een man op de fiets steekt me voorbij. Ik zie hem een ommekeer maken. “Vous allez ou ? À Compostelle !” “Je vais direction les Cathares, les Pyrénées Orientales. Je l’appelle,… sur le chemins de Marie-Madeleine.” De man deelt verder dat hij ooit de weg terug neemt naar Santiago en het nu wat vreemd aanvoelt om de pelgrims niet te zien. Voor hij verdwijnt, steekt hij de hand op en roept” Ultreia!”

In Profondeville ben ik hevig opzoek naar een openbaar toilet. Gesloten. Het gemeentehuis. Vele interne regels zorgen ervoor dat de toiletten niet toegankelijk zijn.” Hmm, bien ambetant. Comment je fais ? Je ne peut pas me mettre dans le jardin public, je vais me prendre une amende.” Ik wacht even. De mense kijken me wat gegeneerd aan en machteloos. “Svp ne placer pas les règles au dessus l’être humain.” Vermits het hoogdringend was vraag ik de verantwoordelijk, vermits daar de sleutel is tot verbod. Plots mag ik in een gebouw verder in de straat, op een andere dienst het toilet benuttigen. Oef, grote opluchting.

Ter hoogte van Godinne wandel ik de natuur in richting la ferme de tricointe. Een grote boerderij die door een multinational is opgekocht en waar conferenties doorgaan, de naam laat ik in het midden. Ik volg een ellenlange omheining met wel vijf barrières. Er een nachtje in het geniep doorbrengen zal niet aan de orde zijn.

Aan een voorgevel hangt een Sint-Jacobs schelp. Een bord ‘in-Finisterre’ ‘Compostella’ l’avenir en Compost- le passer. Ik klop aan, een man doet open ‘Jesus’. De plaats waar Marie-Pierre over sprak. Geen plaats. Hij stopt namelijk als hospitalier en gaat er weg. Mijn ervaring op de weg heeft me geleerd dat welke goede tip ik ook mag krijgen voordien… dit niet kan verwezenlijkt worden. Het is duidelijk dat ik mijn eigen weg dien te wandelen.
Ik eindig de avond aan tafel bij de buren en de nacht breng ik door op hun hooizolder na een avondwandeling en een bezoekje aan 2 ezels en een pony.

Op weg naar Spanje

1April 2104 – Na 2 dagen slapen in een bijzonder huisje waar mijn lichaam tot rust is gekomen, sta ik klaar voor mijn eerste dag op de Camino. Ik neem de trein van Gent naar Namen om vandaar wandelend mijn weg verder te zetten. Eerst een tussenstop in de Bozar – Brussel voor Zurbarán – Master of Spain’s Golden Age. Een schitterende selectie van monniken, heiligen, religieuze taferelen en stillevens.

Voor een immens kunstwerk van de Onze-Lieve-Vrouw van de rozenkrans, sta ik haar aan te kijken. Zij kijkt me op haar beurt aan. Ik bewonder deze schoonheid en hoe langer ik ze aankijk hoe meer ik bijna het gevoel heb dat ze uit het doek stapt, tot leven komt. Een schitterend begin. Dank je wel Jacqueline voor de tip.

Namen – zachtjes beginnen zit er niet in. Onmiddellijk brengt de GR me naar de Citadel, klimmen en puffen dus. Een voorbereiding vooraf in hoogtestage was prima geweest 😉 De omgeving is prachtig. Bos in bos uit. Mijn eerste blaar voel ik aankomen, Alsof een blaar een must is op de Camino. Naar de avond toe wandel ik verkeerd richting de B&B, 4 km extra en dit voel ik goed in mijn lichaam. Ik voel dat ik een grens overga. Met het muziek van ABBA – I have a dream kom ik uiteindelijk een uur later aan in ‘La Source Fleurie’.

image

Gare de Namur

Après 2 jours de sommeil dans une chaleureuse petite maison où mon corps s’est reposé, je suis prêt pour mon premier jour sur le Camino direction Compostelle. Je prends le train de Gand direction Namur puis je continue mon chemin à pieds à partir de là.
Je fait d’abord une escale au Bozar à Bruxelles pour une exposition de Zurbarán – Maître du Siècle d’Or espagnol. Une belle sélection de moines, saints, scènes religieuses et natures mortes. Devant une immense œuvre d’art de Notre-Dame du Rosaire, je la regarde. Elle me regarde à son tour. J’admire cette beauté et plus je la regarde, plus j’ai l’impression qu’elle sort de la toile et prend vie. Un merveilleux début pour commencé mon pèlerinage. Merci Jacqueline pour m’avoir fait connaître ce grand artiste.

Namur. Commencer doucement n’est pas une option. Le GR m’emmène immédiatement à la Citadelle, je grimpe, je souffle.
Une préparation à l’avance avec un stage en altitude n’aurait pas fait du mal, ou est ce que c’ est plus top une condition physique qui est à zéro. 😉
Le cadre est magnifique, je marche de forêt en forêt. Je sens ma première ampoule arriver sur mon talon, comme si une ampoule était un passage obligé sur le Chemin. Vers le soir je marche à contresens vers le B&B, quatre km supplémentaires, je me sens bien dans mon corps. J’ai l’impression de franchir une ligne. Sur la musique d’ABBA – ‘I have a dream’ j’arrive enfin une heure plus tard à ‘La Source Fleurie’.