Magdala

Mijn verblijf in ‘Magdala’

Wat hou ik van die plaatsen waar men de mens in zijn verantwoordelijkheid laat en vertrouwen heeft in zijn/haar kunde en kennis, waar zijn of haar ‘Zijn’ zich mag ontplooien zonder dat er een voortdurende controle is. Waar respect is voor ieders terrein. Waar ik dienstbaar mag zijn en mag schenken aan de maatschappij wat mij aan een andere kant gegeven wordt.
Zo voelde het voor mij in Magdala. Binnen een structuur mogen bestaan zoals je bent, met gans je ‘Zijn’ en je er een plaats hebt, je er mag bestaan. En waar liefde in het samenleven voelbaar aanwezig is. Is dit niet wat de basis is van een ‘ thuis’.
Zo voelt het voor mij een ‘thuis’,daar waar men welkom is.
Tussen de vaste uren van samenkomen, gebeden, in stilte eten en samen de afwas doen…nam ik de stoelen, kasten en deuren onder handen voor reparatie.
Een zuster zei: “Het doet goed je aanwezigheid. Het brengt me een veilig gevoel, als een vader die aanwezig is, als wanneer er iets misloopt weet dat er iemand is waarop je kan rekenen.”

De aangename losse humor van een zuster. De kleine attenties en goede zorgen van de andere. De perfectie,rechtuit zijn van nog een andere zuster…een fijne mengelmoes in de individualiteit die een evenwichtig geheel vormt.

Op een middag net voor de middag dienst ontvang ik van zuster Marie-Sophie een brief.

Ik lees de brief…

Liefste JASMINE, bij het openen vandaag van het boek van C. De Meester op een boodschap van Thérèse de Lisieux, ben ik geraakt bij het lezen van een citaat van de Kleine Prins, vóór de introductie, die me aan jou deed denken en aan wat je beleeft van dag op dag…
…. We houden jou in ons hart en in onze gebeden en hopen je terug te mogen zien in Magdala. Er is geen bel, weet dat je je mag installeren zonder aankloppen… Bonne route…

Geraakt door deze woorden en haar delen van de zuster.


Na de mis ga ik naar de zuster en dank haar voor haar gebaar terwijl ik iets uit mijn broekzak haal – De Kleine Prins – Marie-Sophie is verwonderd bij het zien. We kijken elkander in de ogen… zonder woorden.

Ik stap richting mijn kamer. Mij aankijkend in de spiegel, begin ik te huilen, ik voel dat er iets vrij komt, afscheid en vreugde is voelbaar.
Vanuit een diep bewustZijn hoor ik mezelf aanspreken :” Jasmine ook al zou je graag willen intreden, je weg is daar, onderweg, er zijn mensen die je op je wachten, die je graag ont-moeten.” Mijn tranen vloeien.
Later, bij de afwas bevestigd Christine me wat door meheen kwam.

Wat een zalige plaats midden de natuur. Vader Hert met zijn 4 takken gewei, de familie everzwijnen die je rond het terrein hoort terwijl ik ’s avonds een telefoontje die onder de open sterrenhemel en volle maan.

Het leren herkennen van paddestoelen bij de pluk met zuster Marie-Laetitia om ze’ s avonds klaar te maken en ’s anderendaags een feestelijke maaltijd op tafel te hebben.

‘ s Middags op de feestdag van de aertsengel Michaël – 29 september – terwijl aan tafel een maaltijdgebed wordt voor gelezen, vliegt een buizerd rakelings over de aarde, richting een boom net op het moment dat het woord Michael wordt gebruikt. Wat een resonantie van tijd!

Kom ik hier terug… ABSOLUUT… en wat ben ik blij dat ik zo een vertrouwen heb in het leven en in wat het me toont. Dat ik kon, mocht en wou Zien.
Ik mis deze plaats nu al en mijn hart… die bonst nog meer dan voordien.
Leven, Licht, Liefde.

Pace e Luce.
Magdala… Ik kom terug…
Dankjewel zusters.

Hier een kortfilmpje

31-soeur Christine

Magdala – la fraternité de Jeruzalem

De laatste dagen zie ik vaak terug de nummers 31 en 71.
Op de middag kom ik aan in een dorpje, waar een plaatselijke rommelmarkt het dorpskern heeft gevuld.
Een man begint met me te praten. Wanneer hij hoort aan mijn accent dat ik uit België vandaan kom, deelt hij dat hij veel klanten heeft in Brussel en omstreken. Ondertussen als handelaar probeert hij me te overtuigen iets te kopen, een hertengewei met wel 4 vertakkingen.
Ik zie liever de herten in de natuur, dan een trofee aan de muur.
“Meneer zoveel jaren geleden heb ik rommelmarkten afgelopen, ik kocht zilver, verzilverd materiaal. Opzoek naar borden. Wat was het leuk om die stempels te leren kennen. Soms zaten er kleine leuke vondsten tussen met minder geldelijke waarden die ik het mooist vond. Onderliggend was altijd de gedachte aanwezig of de hoop iets te vinden van grote waarde. Ik was op schatten jacht, als een kleinkind opzoek naar dat ene kleine dingetje die mijn dag gelukkig maakte. En ook al vond ik het leuk, Ik had niet genoeg, want de hoop lag al naar de volgende week, zelfde plaats, zelfde tijdstip.
Dit was toen.
Vandaag ben ik veel rijker- met enkel deze lichte bagage die ik mee heb, wijzend naar mijn rugzak op mijn rug dan toen ik de rommelmarkten afliep op zoek naar materie, naar iets buiten mezelf. Want ik vergat af en toe het kleine ‘dingetje’ in mezelf, die van onmeetbare waarde is, altijd toereikend wanneer men het wil en waar overvloed aanwezig is, het was, is zo dichtbij. Een rijkdom die in elk van ons is”, terwijl ik mijn handpalm op mijn hart leg. We hebben nog een fijne babbel en groeten elkaar met een glimlach wanneer onze wegen scheiden.

Van eikenbossen naar, kastanje bossen naar naaldbossen… onder mijn voeten is fijn zand aanwezig… zand… van wat hier ooit de zee was.
Een daas komt rond mijn oren vliegen. Wanneer je lang in de natuur vertoeft leer je het gedrag van de kleine, grote dieren, de macro en microwereld – de natuur, daar waar ook wij toebehoren – kennen. Zo laat ik de uitdagende daas horizontaal rond mij zoeven, want uit ervaring weet ik dat hoe meer je ze probeert weg te jagen, hoe agressiever ze worden en aanvallen. Dus, blijf ik bij mezelf en laat ik ze met hun eigen gedrag.

De paddestoelen beginnen zichtbaar te worden. Ik zou ze zo graag leren herkennen op mijn weg en mensen er ’s avonds plezier mee doen. Wie weet krijg ik ooit de mogelijkheid.

‘ s Avonds kom ik aan in La Marolle-en-Sologne. Waar ik de avond doorbreng net naast het vroeger prachtig leegstand rvt gebouw. Niet meer binnen de normen wordt me meegedeeld, het staat er achtergelaten bij. Een gebouw waar het gemeentehuis weigert er iets aan te doen. Een zoveelste leegstand pand waar je mensen zonder woning en een job kan schenken en een dak boven hun hoofd. En zo zouden vele dorpskernen her-bloeien en leven met zich meebrengen. Hoeveel mensen hebben gouden handen en kunnen ze helaas niet inzetten voor de maatschappij omdat ze vastzitten in de structuren van wetten en regels waarin velen niet meer buiten de lijntjes van deze kunnen, willen kijken en handelen.
Ik geniet er van een wedstrijd pétanque, waarvan één van hen mij een overnachting aanbood.

Van La Marolle-en-Sologne naar La Saint-Viâtre op enkel twaalf kilometer vóór ‘Magdala’, zo kan ik ‘le lundi du désert’ respecteren en heb ik een korte dag bij aankomst. De woestijn maan-dag, is een dag waar de fraterniteit een stiltedag heeft.

Wanneer ik ’s anderendaags aankom in’ Magdala’ via het bos en natuurgebied omringd door meren, loop ik recht op een nieuw houten gebouw met één grote glazenwand. Ik zie mijn lichaam gereflecteerd in het glas…. versmeltend… met een prachtige schilderij binnenin achter het glas… Maria, Jezus in een mandorle. Een schilderij vol symboliek. Waarin een weg afgebeeld staat aan de voeten en verwerkt in de mantel van Maria. Aan de voeten Jeruzalem met verschillende gebouwen.
Geraakt door deze verwelkoming, vloeien tranen langs mijn wangen van vreugde.

Ik wandel verder langs het gebouw op zoek naar de zusters of de ingang. Tot ik midden de vierkantshoeve terecht kom – omgeven door een prachtige natuur – hoor ik stemmen. Aan een kleine venster roep ik, “is er iemand!”. “Ik kom”, hoor ik aan de andere kant. Een enthousiaste vrouw komt naar buiten in een lichtblauw gewaad in jeansachtige stof, met een wit hoofddoek op het hoofd. Sœur Christine van de fraternitéit van Jeruzalem. Al snel komt een tweede zuster erbij. “Heb je gereserveerd”, vraagt de zuster. “Ja via de website, maar kreeg geen antwoord. Ik dacht de zusters hebben het druk. En stuurde nog niet zolang geleden een tweede mail verwijzend naar de eerste. Ook hier geen reactie. Ik wist dat dit niet jullie gewoonte is. Ik liet het los en liep verder in vertrouwen. En voilà hier ben ik. “, zeg ik al lachend. “Och, we waren net aan het spreken over de website.” De zuster legt uit aan nog een ander zuster die ondertussen naar buiten kwam en zo leerde ik onmiddellijk drie zusters kennen. Een onweersbui verhinderde het e-mail verkeer.
Een fijn puur en open onthaal waar alles als een vloeiendheid verloopt. Christine neemt me mee naar een kamer, in wat vroeger een paardenstal was. Bij het openen van mijn deur krijg ik de boodschap, “Sluit altijd je onderste deur dat verhinderd de adders naar binnen te komen.” Slik, die was ik vergeten de voorbije dagen bij het buiten slapen zonder binnentent.
Een uitnodiging voor een koffie en een babbel, waar ik mijn verhaal deel en het waarom van mijn komst. De roeping om al of niet in te treden, het verloop en mijn tocht van volgend jaar naar Jeruzalem.

Het verloop van de dag indeling wordt meegedeeld en een groot deel van de gebouwen wordt me getoond. Er wordt gevraagd naar wat ik kan. “Zuster vraag me eerder wat doe ik niet graag en het antwoord zal korter zijn”, zeg ik al lachend. “Zuster hoe mag ik je trouwens noemen zuster, zuster Christine of mag het bij je voornaam zijn?”, vraag ik. “Christine is ok” Dit voelt goed aan.

Al heel snel wordt ik ingezet voor taken. Nieuwe vilten op de stoelen aanbrengen tot ik zie dat bepaalde stoelen uit elkaar beginnen te vallen.
Ik haal mijn houtkunde uit en begin de stoelen te restaureren in het Atelier. Een zalig plaats die al heel snel mijn favorite plaats wordt.
Bij het restaureren van een kast die bijna ineen valt, zie ik een telefoon. Naast de telefoon zie ik een briefje met nummers en namen. Geen 1,2,3….. wel 30 sœur…, 31 sœur Christine… Ik krijg een binnenpretje.
En wordt al snel duidelijk dat ik hier mag zijn… ZIJN….

Hier een kortfilmpje, en nog eentje…(komt later)

Hier wat beelden, en nog beelden, en hier.

M

Deze nacht, Lailly-en-Val, sliep ik terug onder de tarp. Oeps, de nachtelijke temperaturen zijn sterk gedaald, deze nacht was het vriespunt niet ver weg. Gelukkig heb ik mijn wollen kousen aangetrokken en met mijn dons van de slaapzak op mijn hoofd kon ik mijn lichaamstemperatuur op peil houden. Bij het opstaan nodigen Renee en Michel me uit voor een koffie, na bijna twee uren gezellig praten en delen verlaat ik hun huisje waar ik in hun tuin mocht overnachten.

Midden in het bos staat een groot wit kruis. In het middenpunt waar de 2 benen samen komen, het hart, is een symbool verwerkt, een hart met een kruis erop (gelijkbenig kruis) uit hout gesneden.
Wanneer ik dit symbool in mij opneem, laat binnenkomen en mijn kijk, mijn waarnemen breder en dieper wordt, ik zou kunnen het woord ‘Zien’ gebruiken dan wordt het symbool levend. Wat bedoel ik met ‘levend’ , wel dat het symbool niet meer plat is zoals bij de eerste blik ‘hart en een kruis’, wel dat er een verhaal komt, ze krijgt diepte, diepgang. Ze wordt levend omdat iets in mezelf wordt aangesproken. Het is niet iets die buiten mij is.
Je kan het vergelijkenis als naar een muziekconcert gaan of naar een theaterstuk. Bij sommige optredens blijf je de kijker en het raakt je niet, bij andere kom je buiten en heeft het gans je ‘Zijn’ aangesproken en had je kippenvel en krijg je onmiddellijk zin om iets te verwezenlijken… Of je gaat naar een tentoonstelling

Hoe wordt het voor mij levend…
In het hart staat een niet gelijkbenig kruis, waarvan de basis van het kruis worteld in het hart, waardoor de basis niet meer waarneembaar, zichtbaar is voor het oog. Wel voelbaar kan worden voor wie het Hart volgt, zijn/haar eigen Hart.
De wortels zitten in het Hart, in ons Hart.
Wanneer ik terug het grote houten kruis in het bos waarneem, zie ik aan zijn basis nog een symbool.
De letter M met een kruis erop.
In de M zie ik een gelijkbenig evenwichtige letter, met een middenpunt waar het kruis zijn basis zoekt. Een M van Maria, Maria Magdalena, Moeder…. 3 keer M.
Het kruis (betekend voor mij het Christusbewustzijn) met als basis zijn wortels komend uit de M.
Het grote houten kruis staat alvast goed geworteld in Moeder Aarde.
Het kruis, het Hart, de M. = mannelijk en vrouwelijk ‘gedragen’ verenigd in OnsZelf.
Twee polen Verenigd.

De herfstgeuren komen stilletjes aan sterker aanwezig. Ik geniet van ‘La Sologne’ en haar natuurlijke beboste omgeving. Haar grote meren en haar fauna. De everzwijnen houden op de wandelwegen een ware ravage, enorme oppervlakte werden omgewoeld. En voor wie opzoek is naar iemand om de tuin om te spitten, wel ik kan ze jullie echt aanraden, de graszoden liggen onmiddellijk onderste boven en de grond wordt ‘luchtig’.

Het gezang van de vogels is gelukkig terug meer aanwezig – na de gebieden van gewassen – want ik had ze wat gemist. Sedert een lange tijd zijn ook de koeien terug présent, soms staan ze midden de weg en na een babbeltje met hen maken ze de weg vrij, eenmaal voorbij nemen ze terug hun plaats in. Hier en daar mag ik herten zien en soms een edelhert. De bronsttijd is gestart en af en toe mag ik ze hoorbaar aanwezig voelen. Wat is het fijn om in hun habitat te vertoeven en te mogen genieten van al die levende wezens.

Ik blijf staan om dit natuurlijk spektakel in deze prachtige omgeving te bewonderen. Ik wordt de wind gewaar op mijn armen, de warmte van de zon in mijn nek. Mijn voeten voelen stevig geaard op de zachtig ondergrond, ik word gewaar voorbij de grenzen van wat wij het lichaam noemen…. oneindig, zachtbegrensd in het oneindige, als een flinterdunne film doorlatend. De wind speelt in de bladeren van de eikenbomen, de takken van bramen bewegen ritmisch op en neer.

Twee herten staan me aan te kijken ze nemen een stap naar voor. Och zouden ze in mijn richting komen… eventjes maar en nadien stappen ze rustig het groen in. Wie weet ooit komt dit nog dat ik ze van dichtbij mag benaderen.

Een bonte specht vliegt voor me uit en begint een wandeltocht op een boomstam. Af en toe komt hij piepen naar de voorkant, wandelend tot in de kruin. Vlinders fladderen tussen de boomstammen. Mijn neus herkent zoete, houterige geuren , de geur van vochtige aarde.

Binnen twee dagen kom ik aan in Magdala. Zonder verwachtingen ga ik zien en gewaarworden wat me daarheen brengt. Hoewel ik een eureka gevoel had toen ik gewaar werd dat ik naar deze plek werd getrokken, geroepen. Heb ik de ingesteldheid genomen het ‘eureka’ gevoel in mij levend te houden zonder er iets te moeten mee doen. Het onderweg zijn heeft me ondertussen verder gesteund op mijn weg. In vertrouwen stap ik het leven verder, in wat naar mij komt en wat aan mij getoond wordt. En dit brengt zoveel rust en diepgang. Daarin ligt voor mij het oneindig antwoord, in het onderweg zijn. Er zijn vastepunten of eerder houvast momenten in het leven, laten we ze echter niet vastpinnen, wel in beweging laten. En daar kan ik me soms zo in vergaloperen, en me verwijderen van mezelf.
Voor de ene is dit een huis die om de zoveel jaren eens getransformeerd wordt, voor de ander toont zich dit op een andere manier. Wat het ook is en dit is voor ieder anders, vergeet niet te blijven groeien met een openkijk op het leven.

Hier een kortfilmpje

Hier wat beelden