“Au revoir Anne. Merci pour votre hospitalité.” achter de kerk, hoekje om en hup een nieuwe dag breekt aan. De goede zorgen hebben me deugd gedaan. Nog geen 1 km verder stopt een dame met de wagen. “Allez monter, je vous emmène. Vous allez où”, Ik neem aan wat op me afkomt.
De vrouw zet me 5 kilometer verder af aan een benzine station. Ik zoek de toiletten. Een bar. Wanneer ik binnenstap heb ik het gevoel hier ooit geweest te zijn. En ja hoor, herkenningspunten. Bijzonder, ik kruiste op deze weg reeds 2 punten van een vorig tocht terwijl ik me niet vastpin aan bestaande wegen. Voelt wat vreemd. Alsof ik op deze tocht telkens plaatsen, omgevingen sluit… ik vind geen andere verwoording.
In de apotheek ga ik binnen voor de jeuk aan mijn voeten die me ” s nachts wakker houd. Zelfs hier herinner ik me plots dat ik op deze plaats reeds binnenkwam voor hetzelfde probleem. Hoe bijzonder.
Een lange weg voor me. Mijn voeten hebben het moeilijk, alsof ze mij niet kunnen dragen. Wat scheelt er, wat gebeurt er…
Tot ik midden de velden plots luidkeels mijn stem openzet en roep. Ik heb het moeilijk met het feit mijn lichaam niet wil en ik de weg niet zal verwezelijken zoals ik gewoon ben te doen…en dan die wagens, waarom stoppen ze… Ik begin te huilen. Kort en bondig… Een wagen komt aangereden en vertraagd. Ik veeg mijn tranen af. “Vous allez ou, je vous enmene”, hoe kan dit nu, voor de 3de keer vraagt men waar ik ga. Ik besef dat ik hulp krijg en ik deze ook mag aanvaarden. Zij zorgen er alvast voor dat ik zorg draag voor mijn voeten. “Oh, merci pour votre aide”, zeg ik aan de jonge vrouw. “Oh, avec plaisir en plus c’est à la dernière minute que j’ai desider de parti”.
Ik vraag me eigenlijk af wat de pijn me komt vertellen… Voeten, aarde, aarden, staan, sta(à) nd-punt, hmmm. Het is alvast niet dat ik niet geaard ben.
Ik wordt afgezet aan een rondpunt op een drukke baan. Ik zoek een landweg. Een van de voordelen van landbouw is dat er altijd een landweg is voor de boer en het daarop zachter lopen is voor de benen…. zachter… Hmmm. Op een pad tussen twee velden zie ik een vos en een kraai. De kraai zit op een paar meter voor de vos en telkens de vos vooruit ga, huppelt de kraai verder. Doet me denken aan le Corbeau et le renard.
Ik ben op 2 à3 dagen wandelen van Troyes. Ik stuur een messenger bericht naar Joce, die ik reeds leerde kennen op mijn eerste tocht in 2014 in Eaux-Puiseaux. “Tu est sur Troyes les jours prochaine ?”. Neen, was het antwoord. Waar ben je? Pik ik je op, kom je. Ik leg uit… en zo beland ik plots in Eaux-Puiseaux op 6 dagen stappen.
Ik heb er een fijne avond en wat een fijn weerzien. En het was niet zomaar, ik er net op dit moment ben. Joce had hulp nodig.
Ik voel dat ik een beslissing moet nemen voor de komende dagen. Nog voor de nacht mij raad kan brengen, beslis ik om morgen tot aan Vézelay te gaan. In de hoop mijn benen wat kunnen rusten.