Tonoo

Slapen in een yurt, dit is ontwaken in balans. Mijn eerste nacht sedert lang dat ik aan één stuk sliep. Boven mijn hoofd een tweehonderdjarige eik die zichtbaar is door het dakraam of Tonoo. Geen muren in steen, enkel een natuurlijke zachtewand in wol en katoen.

Ik neem afscheid van Jérome, Jean-Michel en Gandalf de hond.

In Treignac haal ik mijn voorraad voeding, chocolade voor bij een dipmoment. Kwestie van deze snoepgewoonte niet te verliezen. 🙂
Een kerkhof. Geen muur, een zeldzaamheid. Hier kan dood en leven gewoon naast elkaar staan. Fijn om te zien. Grafzerken worden ontdaan van mos. Bloemen worden neergezet. Het doet me herinneren dat we bijna 1 november zijn. De dorpen en steden zien er vaak verlaten uit. Leegstaande huizen. Huizen met een ziel. Huizen die aantonen dat het hier ooit een drukke stad is geweest, waar leven voelbaar was.

De geur van dennen die zich mengt met de geur van bramen. Een heerlijk natuurlijk parfum. De hoge dennenbossen vind ik fijn om in te wandelen. Ze voelen naar energie totaal anders aan dan loofbomen. Mijn voorkeur gaat naar een dennenbos. Het voelt energieker en het idee dat verbinding hier veel gemakkelijker kan. Een fijne stroom is vaak voelbaar in mijn lijf, een stroom die subtiel aanwezig mag zijn zonder dat er een plaats is waar het heviger is dan een ander. Dit is nieuw voor mij en aangenaam om gewaar te worden.

Op een paar dagen heb ik drie departementen doorgewandeld. Corrèze, Haute-Vienne en nu la Creuse verder richting Bénévent-l’Abbaye.

Een kraan die kraait. De zon zorgt ervoor dat er terug vierentwintig graden is. De geur van koeienmest. Stromend water. Poezen hier en daar. De geur van hooi. Een venster opent zich, een man ‘parla’ terwijl hij me de weg wijst. De spinnenwebben zijn talrijk aanwezig. Afvegen is geen oplossing, ik kan ze enkel verwijderen als ik ze vastneem. Taai zeg.

Yurt

Geen direct zonlicht te zien. Mist. In een bar neem ik mijn ontbijt. Een koffie. Zalig om tijd en ruimte te nemen ’s morgens om in alle rust een nieuwe dag in te zetten. Klaar om dan energiek te kunnen stappen.

In de verte een buizerd en een kraai. Ik observeer. De kraai valt de buizerd aan. Op en neer, heen en terug. Knap om te zien hoe de buizerd niet in de aanval gaat, hoe hij in de lucht telkens weet op het nippertje te ontsnappen. Hoe hij in soepelheid weet te ontwijken en bij zichzelf weet te blijven. Dieren kunnen ons toch zoveel bijbrengen.
De natuur blijft me verwonderen.

Chaumeuil. Voor mij een lange tafel, de openhaard. Een vader tussen een meisje van 2 en eentje van 8 jaar. Het kleinste, haar gezichtje is één schilderspalet van choco en griesmeel. In haar handen maakt ze bolletjes om ze dan overal rond te wrijven. De vader, in zijn linkerhand zijn vork, rechts zijn draagbare smartphone. Een film.

Een romaanse kerk die de naam draagt van Jacobus. Klein en met prachtige beelden.

Chaumeuil

Een rood-warm zacht tapijt onder mijn voeten. Rechts loofbomen bijna volledig kaal. Hun stam bekleed, met mos. Ik sta even stil. Water… beneden. Links hoge naaldbomen. Ik voel de frisheid van de herfst op mijn wangen. Tastbaar koud, binnen warm. Een lichte bries.

In Veix blijf ik overnachten. De bediende van het gemeentehuis helpt me zoeken naar een slaapplaats. Terwijl ik wacht, schrijf ik mijn dagboek in het bureau van de burgemeester, met zicht op de maan.
Na een gezellige avond met twee charmante mannen eindig ik mijn avond in een yurt onder een tweehonderdjarige eikenboom van ferme des Borderies.