Cahors

Zittend op een balcon met uitzicht op de woestijn ga ik even terug in gedachten naar mijn laatste twee dagen van mijn wandelende pelgrimstocht richting Cahors. Ik ben gewaar dat zolang ik deze tocht in schrijven niet beëindig ik niet vrij ben in het Nu om wat hier is in Egypte neer te pennen. Ik neem jullie dus nog eventjes terug mee in de tijd…

Montfaucon. Ik verlaat het dorp in gezelschap van André. Het was een fijn gezelschap en avond samen met zijn vrouw en vrienden. Hij wijst me wat de weg in het dorp. We stappen samen een bio winkel binnen en ik trakteer hem op wat lekkers. En dan is het tijd van afscheid of eerder au re-voir.

Ik wandel verder de natuur in. Pas tegen de avond kom ik aan het eerste dorpje van de dag, Cras. Ik bel het nummer op die aan de deur hangt van het gemeentehuis. Aan de andere kant van de lijn heb ik de burgemeester. Een kwartier later kkmt hij aangereden met zijn kleinzoon en opent de feestzaal waar ik mag installeren voor de nacht.

Na een goede nachtrust verlaat ik de zaal. Ik draai me nog eens om, bedank de ruimte en sluit de deur. De vrieskou van deze nacht bracht de natuur een prachtige frisse lichtblauw tint die over de aarde ligt. Ik wandel langs het kristalhelder water van de rivier ‘La Rauze’
De buxusbossen zien eruit alsof een lang elegant gewaad dragen van mos. Het brengt hen mysterieuze vormen … lang uitgerekte bidsprinkhanen, krekels… fantasie genoeg… En eigenlijk beetje spookachtig. Ik waag me zo in één of ander sprookje uit mijn jeugd.
Een ree springt voor me uit. Het is even schrikken.

Voor ik Cahors bereik heb ik nog een overnachting bij Chantal en Gilles. Ik ontmoette Chantal in een café en stelde me voor om bij hen te overnachten in ‘La chambre de même’, zoals zij de kamer noemen. Na een fijne babbel met Chantal komt Gilles thuis. Aan zijn non-verbaal gedrag zie en voel ik dat hij wat onwennig is met de situatie en hij me in zijn zetel aantreft. Een tal van vragen komen naar meheen. Ik voel me er heel vrij in om ze te beantwoorden en ik ben daar heel vaak heel open in. Want hoe kan iemand anders zich goed voelen als men een muur rond zich plaatst.
Na ik in het kort vertelde over mij thuissituatie om iets te duiden in mijn tocht zegt Gilles, “als je zo telkens op weg bent dan is dat toch omdat je van iets wegvlucht, je familie, je verleden.” “Oh, neen hoor. Eerst en vooral waarom zou ik moeten vluchten van iets die niet van mij is, mij niet toehoort. Het is een illusie dit te denken dat men van iets kan weglopen, want alles komt altijd vroeg of laat terug. Wat er vooral is en meer en meer aanviel is dat ik er de wijde landschappen, de openheid, de lange vergezichten, de natuur, de gezonde lucht mis. En ook gewoon omdat het leven me vandaag deze vorm van leven schenkt die me voldoening brengt. Zelf ben ik altijd iemand geweest die problemen durf onder ogen zien en er niet van weg loop, wat niet voor iedereen in dank werd afgenomen. Ik heb me leren los maken wat mij niet toehoort, wat niet van mij is, ik zeg neen tegen agressiviteit, loop ik ervan weg neen. Nooit geweest, ook al was het soms hard te verduren. Ik ben er blijven in staan in wat voor mij juist aanvoelde. Ik stelde mijn grenzen ook al kwam er dan geweld. Het onder ogen durven zien alsook mezelf in de spiegel willen bekijken, hebben ervoor gezorgd en ik durf zelf te zeggen, dat ik vrij ben.” Zijn vraag vertelde eigenlijk meer over zichzelf en hoe hij in het leven staat, dan mijn manier van leven. Maar dat was ok.

Sedert gisteren voel ik wat stramheid in mijn enkel. Ik sta er even bij stil. Hmm, ben ik in iets stram, zet ik in iets mijn tanden, hoe zit het met mijn ‘wil’. Ik vind er geen antwoorden op en laat los. De komende dagen zullen me wel wegwijs brengen.

Langs de Lot, kom ik aan in Cahors. Net voor de brug herken ik de man met zijn prachtige krullend haar, dikke baard en blauwe ogen, de manden vlechter uit Figeac, Nicola. Hij verkocht mij een nieuwe pelgrimspaspoort voor het vervolg van mijn tocht naar Egypte in de voetsporen van Maria Magdalena. “Hey, bijzonder dat ik je hier ontmoet zoveel dagen en kilometers verder.” We wandelen samen tot in het centrum en hebben plezier tot we beiden onze eigen weg verder zetten. Ikzelf richting de apotheek om taping en de overnachtingplaats. Hij met zijn takken onder de arm richting een administratief centra.

Narcissen, krokussen en sneeuwklokjes zijn zichtbaar in de tuinen en brengen kleur aan de stad die omringd is door water. Het sappige Franse zuiders accent is hoorbaar in de straten. Hier en daar is reeds Mimosa te bespeuren.

In Cahors beslis ik om 2 dagen rust te nemen voor mijn voet die enige zorg vraagt. De pijn wordt erger, vermoedelijk het begin van een peesontsteking.
Na twee dagen wil ik verder stappen of me toch proberen in beweging te steken maar dan met korte etappes. Helaas, kan ik nog niet vooruit niet enkel omwille van de voet, nu blokkeerde Frankrijk zich en ligt gans het openbaar vervoer plat. Tot 2x toe koop ik een treinticket en wordt deze geannuleerd. Hmm, benieuwd wat me hier in Cahors houdt. De naam Cahors blijft ook klinken in mijn oren hoewel ik het niet kan plaatsen.
Ik laat los en ga in overgave in de gebeurtenissen.

In stap een boekenwinkel binnen en probeer me in te houden om er geen aan te schaffen wetend dat ik tal van ongelezen boeken ergens in een bananendoos heb…. en toch, ik laat me verleiden. Haha… Ik hou van boeken, papier en een mooie pen, mijn tweeling-tweeling kan het blijkbaar niet laten. De keuze van een boek gebeurt altijd intuïtief en dan lees ik het wanneer het moment er rijp voor is. Ik lees hoogstens een boek uit per jaar. Ik kom naar buiten met het boek ‘les cinq piliers de l’ Islam’ van Abdennour Bidar. En of het boek in de bananendoos zal terecht komen. Ik denk het niet al van de eerste pagina weet hij mij te boeien en lees ik al snel tot pagina 31 waar ik ben blijven steken.

Zonder enige vervelendheid van niet te kunnen stappen, geniet ik van de stilte in het niet bewegen, die beweging in mezelf brengt. De Arabische taal horen, op een terras zittend in de zon, het kijken naar het leven en de rust en zorg die mijn voeten nodig hebben doen me inzien hoe ik binnenkort wens de tijd door te brengen in Egypte en vooral het belang ervan.
Deze bewustwording bracht de ene
synchroniciteit na de andere en bevestiging in mijn aanvoelen. Zo kwam ik langs een dagbladhandelaar en lag er een tijdschrift in de etalage over de apocryfe teksten van Marie Madeleine. Met het tijdschrift in de hand terwijl ik slenter door de straten van Cahors, zie ik een korte tekst staan over Champollion. Wanneer ik dan terug mijn aandacht naar de omgeving breng zie ik plots dat ik op de hoek sta van Quai Champollion en place Champollion. Zaligggg.

En is een pelgrimstocht ook niet het leven wandelen. Het is ontwaken, de ogen openen en een innerlijke vreugde voelen in wat voor een situatie men zich ook bevind.
Het is zich openen en open blijven aan alles wat zich aanbied.
Het is het dragen en delen van je vruchten ontstaan door het zaad in die innerlijke vreugde doorheen de jaren het leven.
Het is slapengaan en de nacht ingaan ein dankbaarheid voor wat was, is.

Dus zou ik hier nu schrijven mijn pelgrimstocht eindigt in Cahors. Niets is minder waar, want die is oneindig.

Met volgende tekst die gisteren even voorbij kwam op fb eindig ik mijn tekst.
‘Le vent souffle où il veut : tu entends sa voix, mais tu ne sais ni d’où il vient ni où il va. Il en est ainsi pour qui est né du souffle de l’Esprit’ . (Jn 3, 1-8)

Hier wat beelden…. En nogEn nog

HIER wat bewegend beeld… en HIER

Montfaucon

Het ochtendlicht komt binnen via mijn openstaand dakraam, ik ontwaak in een klein knus kamertje in het huis van de zusters niet ver van het sanctuarium.

Buiten hoor ik het geroep van een arend. In de hoge rotswand waar mijn kamer op uitkijkt, probeer ik de arend te zien. Hij is niet te bespeuren, maar hem horen en weten dat hij daar ergens is verheugd mijn hart. Al van jongs af aan ben ik gefascineerd door deze roofvogel. Roofvogels, waar ik me sterk verbonden mee voel en die me hebben doen inzien dat ik mocht vertrouwen op mijn intuïtie.

Ik stap naar de keuken. Het is stil in huis. Ik zet wat koffie en ga aankloppen bij Marc. “Marc zin om samen te ontbijten.” “Och, ja met plezier”, terwijl hij zich haast om te komen. “Is ok Marc, je mag gerust verder inpakken. De koffie is nog niet klaar”, deel ik. Hij bedankt me en doet verder met inpakken. Marc dient zijn pelgrimstocht te onderbreken wegens familiale omstandigheden. Ook dit hoort bij een pelgrimstocht, het leven.

Ondertussen dek ik de tafel. Wanneer Marc binnenkomt is hij verwonderd dat dit gebeurt is. We delen het brood en de koffie. Gesprekken komen op gang.
We hebben het over kinderen, adolescenten. Over het vrouwelijk en mannelijk deel in elk van ons. Over opvoeden en over de levensenergie. Over wat Liefde is zonder zich in de ander te verliezen en op jezelf te blijven bestaan. Over hoe de sexuele opvoeding gebeurde en de vele taboes errond en welke consequenties dit kon en nog kan hebben. Over de afwezigheid van het leren kanaliseren van de levensenergie en de gevolgen ervan.
En misschien schrijf ik zelf ooit wel eens over hoe taboe mijn leven heeft beïnvloed op sexueel vlak en hoe angsten in de opvoeding door worden gegeven.

Voor ik Rocamadour verlaat stap ik samen met Marc nog eens richting het sanctuarium. We nemen afscheid van elkaar. Het was een korte gelijkgestemde ontmoeting in diepe verbondenheid. Zelden ontmoet ik onderweg gelijkgestemde pelgrims. Deze ontmoeting is er eentje die zal blijven in herinnering.

In mijn rug hoor ik de klokken van Rocamadour weergalmen in het dal.
Ik bewonder de natuur die nog in winterslaap is, terwijl er moedige dieren langzaam maar zeker uit hun winterslaap tevoorschijn komen.
Grillige bomen dragen een mantel van mos en brengt zo een diversiteit aan grijsgroene tinten op mijn weg. En dan is er een naaldboom die fier en krachtig in een rechte vertikale lijn er boven uitsteekt.
Hier en daar zijn prille bladknoppen zichtbaar die klaar zijn om straks te ontluiken.

Ik word gewaar dat mijn zintuigen goed openstaan en het waarnemen veel groter is geworden. Wanneer je lang onderweg bent en hoofdzakelijk in de natuur leeft, heel dichtbij dan verscherpen de zintuigen. Zalig!!

De laatste dagen zijn er wat meer verharde wegen en dit vinden mijn voeten en beendergestel niet zo leuk. Vermoeiend zelf.

Het wordt frisser. Ik hou even een halte om mijn rug wat vrij te maken van het gewicht van de rugzak en om mijn jas aan te trekken. De natuur rond mij doet me wat denken aan Extramadura, de regio waar ik vorig jaar doorheen wandelde van Zuid naar Noord Spanje.
Ik wandel langs een kleine blokhut geplaatst voor de wandelaars. Binnenin zie ik wat telefoonnummers hangen eentje voor voeding en één voor een overnachting. Ik bel de eerste en krijg een vriendelijke man aan de lijn die me onmiddellijk probeert te helpen voor beiden. Ik ontvang zijn hulp en meld hem ook onmiddellijk dat ik vertrouw op wat mag zijn. Hij vraagt me een paar keer terug bellen. Eén, twee, drie… Ik sus hem met te zeggen “maak je geen zorgen. Weet dat ik er volledig op vertrouw dat ik een overnachting zal vinden. Ik ben iemand die aanklopt en ben dit gewoon. Je mag gerust loslaten. Dit doe ik alvast.”

Wanneer ik aankom in Montfaucon. Zie ik aan een deur een wit blad hangen met de volgende tekst ‘ “Le Refuge” Aujourd’hui nous accueillons Lyli & Christian”. In een mooi artistiek handschrift. Ik wandel verder, mijn hoofd twijfelt. Mijn lijf, intuïtie doet me op mijn stappen terug keren. Ik bel aan. Niemand antwoord. Plots hoor ik de claxon van een wagen. Een vrouw komt aangereden “zoekt u iets”, vraagt de vrouw. “Ja, ik zag het blad aan de deur en dacht ik vraag even hulp want ik zoek een overnachtings plaats.” “Oh, neen dit blad is voor onze buren ze zitten zonder verwarming en het was een grap voor hen want ze komen bij ons zich opwarmen”,deelt de vrouw. Ik begin te lachen. “Ik vind dit best wel een fijne grap en ik die dacht dat jullie pelgrims ontvangen”, zeg ik al lachend. Uiteindelijk na veel plezier samen aan de deur krijg ik een overnachting aangeboden. Ik stap het huis binnen en sta plots voor een schitterend artistiek kleurrijke schilderij. Met open mond sta ik ernaar te kijken. Iets intrigeerd me in dit werk en voel dat ik erdoor opgezogen wordt. “Waaawww, wat een prachtig werk”, zeg ik. “Dankjewel”, zegt de man dus huizes. “Is dit uw werk”, vraag ik de man. Ik ben bij de kunstenaar zelf, André Bielen.
Later op de avond mag ik zijn atelier zien en wanneer ik een 3D brilletje krijg om naar het grote kunstwerk te kijken, rollen de tranen over mijn wangen en begrijp ik wat ik gewaar werd.
Ik werd nog meer opgezogen en reisde werkelijk in het kunstwerk doorheen verschillende lagen. Amai, had ik de ruimte dan komt er zonder twijfel eentje aan mijn muur en zie ik me al zittend in een zetel uren te kijken naar dit kleurenpalet die me zal doen reizen op een totaal andere manier.

We hebben samen een heel fijne en vrolijke avond en dat met landgenoten in Montfaucon.

Hier nog beelden

Hier een kortfilmpje