La Loue

Vuillafans

Lods

De zon blijft van de partij niet enkel in de natuur, ook binnenin mezelf. Iedere morgen opstaan en de zon voelen schijnen.
De krekels zijn al vroeg op de dag van de partij en mengen zich harmonieus met het gezang van de vogels.
Langs de rivier ‘La Loue’, doorkruis ik kleine pittoreske dorpen. Tussen boomgaarden, kleine straatjes, het water…

In Vuillafans zijn dames vrijwillig de bloembakken aan het vullen van hun dorp. De pélargoniums zullen straks de straten kleuren.

Mouthier-Haute-Pierre

Door de warmte neem ik een lange middagpauze. Met mijn voeten in de lucht mijn hoofddeksel op mijn hoofd val ik in slaap.
Na twintig min. komt een vlieg me ontwaken. Een picknick.
Tussen Mouthier en Ouhans verdwijn ik diep in de bossen in een ravijn en verder langs de rivier. Op bepaalde plaatsen ben ik heel tevreden om gebruik te kunnen maken van balustrades of touwen om mij op te trekken. Filmen al wandelend is uitgesloten, behalve als ik aan canyoning wens te doen.
Een subliem stuk natuur die me vaak op mijn adem neemt en me weet diep te ontroeren.
Het water is naar kleur heel uitnodigend, doch wordt vaak herhaald dat hier baden gevaarlijk kan zijn. Hoewel de rivier er soms zo zacht en uitnodigend uitziet, is ze op andere plaatsen zo krachtig dat ze oorverdovend is. Na een goede 6km sta ik op een bijzondere plaats ‘le source de la loue’ de bron… en mag ik het harde geluid van het water achter mij laten en terug genieten van de rust van het open landschap.

Source de la Loue

De buizerd, de Milan Royal… zijn talrijk aanwezig. Ik ben altijd blij ze te mogen zien. Binnenin me zelf zeg ik hen dan een goede dag. ‘Broeder’ is de aanspreektitel die ik hen dan geef en het voelt zo juist. Wel zijn ze minder op de voorgrond dan voordien, ze hebben me geleerd om met mijn intuïtie om te gaan en vooral er in te geloven. Ik ben ze zo dankbaar.

In Ouhans staat een vrouw haar bed af. Weigeren was niet aan de orde. Op het plafond sterretjes en schapen. Onder een verlichte sterrenhemel val ik als een blok in slaap. De schapen heb ik alvast niet moeten tellen.

Ouhans

Interview

Ik open het raam van de badkamer. Vogelgezang. De zon. Groen. Rust.
Op het terras een houten bank en tafel. Een ontbijt buiten samen met Fabien en Hélène.
Le Milan Royal. Een kraai. Een gevecht in de lucht. De kraai die blijft aanvallen, de Milan die in zijn kracht telkens weet te ontsnappen aan de kraai zonder wederaanval.
Een gesprek met Fabien over kruiden, Ayhuasca, de krachten van de natuur, de kracht van het denken, de essentie, belevingen, het hart….een wederzijds delen… een energie circuleert in mijn ruggegraat. Mijn stuit reageert heftig. Ik voel de energie stijgen en een op en neergaande beweging maken. Ik deel het… door te delen besef ik dat het draaglijker wordt… Ik laat het toe zonder er teveel aandacht aan te geven… ooit ben ik er klaar voor om het totaal toe te kunnen laten. kippenvel.

Een koppelende meikever vliegt op mijn rugzak. Allé, voor wat nog leeft. De ene is al dood terwijl hij nog vast hangt aan de andere. Ongelofelijk hoe krachtig die insecten zijn.
Een prachtige weg neemt me mee in het bos. Een fikse daling tot aan een forellenvijver, zie het eerder als een paar grote bakken waar mensen een vislijn kunnen huren en vissen.

Een telefoontje. Mijn metekind. Een interview tussen doopmeter en metekind. Boeiend om de vragen te krijgen en erbij stil te staan.

1.waarom werkt u als vrijwilliger voor de kerk?

Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot spiritualiteit, tot religieuze plaatsen dit kan zowel van een kapel, kerk, abdij, klooster als tot een moskee zijn… Daar waar mensen samenkomen al eeuwen lang. Waar sereniteit kan zijn, stilte, verbondenheid…Een zachte énergie waar Liefde voelbaar kan zijn. Een plaats waar ruimte is en iedereen welkom is.
Na een pelgrimstocht ben ik vrijwillig geworden in de Sint-Jacobs Cultuurkerk Gent.
Nog altijd een gewijde kerk. Door er cultuur binnen te brengen, passend aan plaats en ruimte, kunnen de deuren terug openen. Op zich werk ik niet rechtstreeks voor ‘De kerk’, de kerkinstantie. Wel voel ik me verbonden en heb ik mijn manier van contact.

2.wanneer bent u begonnen te geloven in God?

Ik ben altijd wel gelovig geweest. Tot aan mijn 14 jaar ben ik met mijn doopmeter naar de mis geweest op zondag. Nadien niet meer omdat ik mij veel vragen begon te stellen en veel hypocrisie zag binnen de kerk. Er stond veel haaks ten opzichte van wat werd verkondigd. De plaats bleef me aantrekken zoals in de eerste vraag.
Ik ben gelovig in iets groots, iets universeel. Het woord ‘God’ zal ik niet zo snel gebruiken omdat men dan van God iets tastbaar wil maken. Barrières, vakken, groepen plaatst en/of maakt. Net door het tastbaar te willen maken met ons hoofd, denken, wil men bewijzen, kan controle ontstaat en kan ongeloof daaruit ontstaat … De weg, mijn leven, mijn ervaring heeft mij geleerd dat door het net niet tastbaar te willen maken, het tastbaar is, komt via gewaarwordingen, gebeurtenissen en deze zeggen voor mij meer dan een woord. Woorden worden dan overbodig.
Als ik letterlijk de vraag zou beantwoorden … Ik ben gelovig geworden… dan moet ik hier eerlijk op antwoorden dat kan niet voor mij niet, want dan zou ik het buiten mezelf moeten plaatsen en om dan toch het woord ‘God’ te gebruiken dan zeg ik ‘ik wordt niet gelovig dat ben ik’,. God is in ieder van ons, al van voor onze geboorte.

3. wat is geloof voor u?

Alles

4. wat betekent religieus zijn voor u ?

Is het beleven van ‘mijn geloof’ in vertrouwen met al wat is. In verbinding met al wat is. In het hier en nu en deze dagelijks te mogen beleven en delen. In Liefde Zijn

Ik had bij de vragen eigenlijk moeten bijschrijven… Dit is wat het voor mij NU betekent. Morgen is een andere dag, alles is veranderlijk.

Ornans

Gustave Courbet

In Ornans pauzeer ik langs het water, de frisheid doet deugd. Ik geniet om te zien hoe een bejaard koppel vreugde beleefd bij het zien van de vissen. Hoe ze elkander benaderen in zachtheid en attentvol ze zijn voor elkaar.
Voor ik de stad verlaat een bezoek aan het museum van Gustave Courbet. Een geschreven uitspraak van de schilder
‘Il faudra que l’ on dise de moi, celui-là n’a jamais appartenu à aucune école, à aucune église, à aucune institution, à aucune académie, surtout à aucun régime si ce n’est le régime de la liberté’… Gustave Courbet- 3 juin 1870, Paris.
Herkenbaar.

In de vroege vooravond wandel ik verder langs la Loue, de rivier. Aan het volgend dorp, een gîte. Een man staat een kussen uit te schudden. “Vous êtes le propriétaire ?” “Oui, je le suis”, zegt de man. “Je peut vous demander que est ce que est le repas et le petit déjeuner svp?” Het menu wordt opgesomd…hmmm. Aantrekkelijk… Een avondje verwennerij… Zelfzorg…

Frère Max

Crypté en herdenkingsmonument Chapelle des buis

Besançon vanop la Chapelle des buis

De meikever

Kamperfoelie

7u30 de mis. Als er iedere week een mis zoals deze zou zijn, dan ben ik overtuigd dat de gebedsruimte zich terug zouden vullen. Geen priester die vooraan staat, wel samen in een cirkel. Samen vieren zonder waar hiérarchie voelbaar is. Waar geen barrière is, integendeel. Na de viering, een pelgrimszegen, mijn hart wordt geraakt in een diepere laag. Wat fijn dat ik deze gewaarwording kan toelaten zonder er overstuur van te worden of in een gemis te stappen. Na de mis gaan we verder in ontmoeting met elkaar, een ontbijt tafel, op dr potluck manier. Aan mijn rechterzijde frère Max (een landgenoot) , links frère Jacques… een bruin pij… de eenvoud… Een gesprek. Ontspannen… Een huiselijke sfeer… Genieten.

Een dagje platte rust… is er uiteindelijk niet van gekomen. De natuur opzich brengt me er al zoveel. Na de keuken te hebben opgeruimd stap ik verder richting Pontarlier en de Zwitserse grens. Mijn komende dagen zullen wat korter in afstand zijn, pas begin juni gaat le Grand col du Saint-bernard open. Vroeger kan ik er niet over omwille van de sneeuw of zou ik gebruik moeten maken van een shuttle bus… wat niet mijn bedoeling.

De laatste dagen voelt mijn weg anders. Veel dieper, steviger en terzelfde tijd het gevoel gedragen te worden. Ik heb niet meer het idee als ‘pelgrim’ op stap te zijn – hoewel ik dit altijd zal blijven – maar eerder het gevoel ‘dit hoort in mijn leven’, dit is mijn leven. Alsof het woord niet meer buiten mij staat, als een werkwoord. Het idee het nodig te hebben. Wel het gevoel dat de weg, het pelgrimeren diep geïntegreerd is in mijn cellen. Het is mijn leven, het leven, het is eigen geworden. Geen gevoel van gémis of het idee iets te hebben verlaten of achtergelaten. Het idee of de behoefte niet meer hebben ‘ik zoek naar antwoorden’, geen zoeken niet meer… Alles is… Het voelt ruimer, geen beperkingen, geen gevoel van dualiteit… geen barrières… geen grenzen… geen angsten. Alleen maar openheid in ontmoeting en verbinding met al wat mij omringd en al wat is.
Fijn dit gevoel en deze bewustwording te mogen hebben. Dankbaar.

De nood of het zoeken om gezien te wilen worden, graag gezien, de nood aan bevestigingen verdwijnen. De weg naar binnen naar mezelf, is de weg naar bevrijding. Naar de essentie… Vanuit deze beweging terug naar buiten komen vanuit mijn pure zijn. Waar ook hier alles al is… en waar de bodemloze leegte (die ik lang heb gevoeld) diep binnenin mezelf, een leegte waar ik jaren naar heb gezocht om op te vullen. Die me vaak de zin hebben gegeven er niet meer te willen zijn, te leven…
Nu, met Liefde is gevuld.

’s Avonds ontmoet ik terug Fabien en Hélène. Samen verblijven we in een gite rural. Ik geniet van de avond zon. De tuin. De compagnie en van de vele meikevers die met de avond tot leven komen. Wat vind ik dit prachtige insecten.