Een wei. Een kooi. Een omheining. In de kooi iets zwart, een vogel. Ik kan niet echt uitmaken welk soort. Wat het ook moge zijn, het dier zit gevangen. Ik zoek naar een opening in de omheining. Mijn nieuwsgierigheid is groot. Ik kijk rechts en links om te zien of niemand mij gezien heeft. Ik stap naar de kooi. Een kauw in het middelste vak met twee voederbakjes. Hij dient als lokaas. Vriend, wat je hier ook doet, dit is voor mij niet oké. Ik open het deurtje zodat hij kan ontsnappen. Komaan… hop hop… Yes, eruit. Een levend wezen dient niet in een kooi te zitten en zeker niet als deze als lokmiddel voor een andere kauw moet gaan dienen. Vogelvrij, ik blij.

Een fikse noorderwind is van de partij. Tussen de percelen grond volg ik een aarden weg die me van het ene kleine dorp naar het andere brengt. Rondom wijdse zichten. De wegen zijn modderig… Het is ploeteren. De wandelstokken doen goed hun dienst. Ze zijn best handig om de diepte te meten van de plassen en voor mijn evenwicht. Na twee uur voel ik de moeheid in mijn benen. Het vraagt veel concentratie en aandacht. Aan de andere kant geniet ik er enorm van. De geschenken komen één voor één naar me toe. Van jonge herten naar een volwassener met zijn prachtig gewei. En hoewel de boswachter tussen ons beiden wandelde zonder aandacht voor het tafereel, voelde ik een enorme blijheid en verbondenheid. De buizerds vliegen in het rond. De jonge herten verplaatsen zich in groepen van 2 tot 5. Ondertussen gaat het ploeteren verder. De geuren van de natuur zijn overweldigend. Ik open mijn armen en breng deze in een grote bocht naar voren en terug naar mijn borstkas. Met een zacht en wijd gebaar doe ik dit een paar keer. Telkens haal ik diep adem en breng het maximum van de geur van de natuur naar me toe en dompel ik me onder. Een waar festijn. Zoveel schoons die ik mag ontvangen van de natuur.
Vroeg in de namiddag kom ik aan in een dorpje. Een kerk, gras, ik plof me neer. Een man begint het gras om te maaien. Pff, ik ben zo moe dat ik deze hoor verdwijnen op de achtergrond. Een korte diepe slaap.
Terug fit op pad en met moed om nog wat kilometers te wandelen. Het aankloppen ’s avonds bij mensen gaat heel vlot. Aan de eerste bel heb ik vaak al geluk wanneer ik me laat leiden en vertrouw op mijn gevoel. Net zoals nu. Een gezin met 3 kinderen, een vierde is op komst voor de kerstperiode. Ik ga met Julie mee op boodschappen. Een supermarkt, het voelt vreemd. Zoveel keuze dat ik er verloren in loop. Ik neem een taart mee en betaal de helft van wat op de band ligt. En voor de kleine en grote kinderen… Een kindereitje voor als extra. Ik ben verzot op die verrassingen. Mijn klein meisje (knipoog)

