Moederdag

Veertien dagen geleden mocht ik in de familie een nieuwe geboorte vieren.
Een nieuwe geboorte.
Het was fijn om terug gekende gezichten te zien en in familie verband te zijn. Ik zag er ook en dit na bijna 6 jaar mijn moeder terug in life voor me.
De laatste keer dat ik haar zag was in het ouderlijke huis, het eerste huis in Belgie waar ik aanklopte tijdens mijn lange pelgrimstocht van de Heilige lijn van Aertsengel Michaël na bijna 8 maand stappen. Het ene huis waar ik aan de deur werd gezet, waar ik tot vandaag nog altijd niet welkom ben. Gans het gebeuren het waarom, hoe is op mijn netvlies gekleefd en de echo’s komen af en toe terug. De gewaarwordingen van toen zijn gelukkig zachter geworden. Het liefst zou ik deze situatie vergeten, het kan voor mij enkel in tijd afstompen en zachter worden en misschien verdwijnen.
Op mijn onderweg zijn vind ik het belangrijk om welke situatie ook, aangenaam of niet ze te blijven ervaren en evenwicht blijven houden en hierin niet te vergeten hoe belangrijk het is te vergeven. Kunnen vergeven is verder blijven groeien in liefde naar een harmonieus leven.
Het zorgt ervoor dat er geen nieuwe beschermlagen zich kunnen opbouwen en dat bestaande kunnen verdwijnen.

Maar hoe gaat men om met zo een situatie? Daar is geen klaar en duidelijk antwoord voor.
Voor mij is het belangrijk om dicht bij mezelf te blijven, trouw te blijven aan mezelf, aan mijn waarden die ik al van kleinsaf in mij draag, te voelen, doorvoelen. Het balans gewaar te worden tussen wat buiten mij afspeelt en in mij, het balans tussen het kind en de volwassen vrouw in mij. Zorgen dat ik niet oversla in het gedrag om mij ‘mannelijk’ te gedragen om te voldoen aan de wereld waar ik ben opgegroeid waar het patriarch sterk aanwezig was. Waar de vrouw geen plaats had en vernederd werd.
En ik als kind het gevoel had als meisje niet welkom te zijn en ik hierdoor liever een jongen was geweest omdat ik toen dacht dat mijn leven beter zou zijn want alle aandacht was gericht op mannen.

Toen mijn mama plots voor mij stond op het feest, nadat ik iemand anders had verwelkomt met een zoen, voelde ik dat ik deze beweging niet kon verder zetten. We keken elkander aan. “Dag mama”, zei ik. Mijn moeder wou me een zoen geven. Ik bleef staan in mijn vertikaliteit. “Mama, dit klopt niet voor me. Ik hoop dat je het begrijpt.”
Ik voelde een trilling door mijn lijf en voelde tranen opkomen. Mijn nicht nam me mee naar buiten waar ik even in haar armen kon uithuilen. Het voelde best pittig en terzelfde tijd voelde ik dat ik iets doorbroken had, maar kon het toen nog geen plaats geven.
Het deet me deugd om even lucht te scheppen en mijn emotie te laten zijn. Bij het vertrekken stapte ik naar haar toe om een goededag te zeggen.
’s Avonds bij het terug keren naar huis kwam schuldgevoel de kop opsteken. Mijn hoofd wist me van alles te zeggen. “Je bent toch wat je niet wou herhalen in de familie lijn… koppigheid, rancuneus zijn”. Ik voelde dat mijn mind me zo naar beneden aan het trekken was. Ik probeerde hier met zachtheid en mildheid naar te kijken en kon gelukkig dicht bij mijn hart blijven “neen, Jasmine. Je bent dit niet. Je hebt in liefde zorg gedragen voor jezelf. Er is niets mis mee aan je te laten respecteren.”

Ik voelde heel duidelijk dat mijn beweging niet meer kwam vanuit het oud patroon om mij te beschermen, wel vanuit zelfzorg.
De moeder in mij droeg zorg voor het kind in haar. En zachtjes terug opbouwen is niet misplaatst. Geen zoen geven wil niet zeggen dat ik haar niet meer graag zie of mag, wel dat er grenzen zijn.

Toen ik de leeftijd had om kinderen te baren heb ik bewust gekozen om geen kinderen op de wereld te zetten. Ik had schrik om niet op de hoogte te zijn wat opvoeden betreft. Angst te geven wat ik liever niet had ontvangen en niet te kunnen geven wat ik wel had gewenst als kind. Ik had trouwens al een kind waar ik eerst zorg wou voor dragen, mijn innerlijk kind.

Ik heb ook altijd gezegd ‘de kinderen van de wereld zijn mijn kinderen’ en ik voel vandaag dat dit zo kloppend is.
‘Moeder’ is de laatste maanden heel present en voelbaar aanwezig. Moeder aarde, het dagelijks in de natuur leven. Moeder Maria die op een bijzondere manier zich liet voelen. De moeder in mij die ik zo goed kan voelen met de kinderen op school. Iedere dag verlang ik om de fiets op te stappen en naar school te rijden. Om in contact te zijn met hen. Om ze bewustzijn bij te brengen. Om op een consequente, rechtvaardige en liefdevolle manier samen met hen naar het einde van het schooljaar toe te stappen. Ik zie ze zo graag. En toen de directie de planning aan het maken was voor volgend schooljaar met de vraag of ik terug kwam, kwam zonder twijfel een volle ja.

Vandaag wordt moederdag gevierd. Ik heb gekozen om naar de zee te gaan en dicht bij het water te zijn. Bij het opstaan open ik mijn gordijnen. Ik word gegroet door een prachtige rood oranje roos die zich net opende. De roos die op het Magdalena wiel geplaatst is bij Anna en Joachim. De voorouders. Ik open de deur en ga er mijn neus insteken. Ik sluit mijn ogen haar verrukkelijke geur verrast me vrolijk.
Ik maak mijn rugzak en spontaan neem ik mijn gebedskrans mee. Bij het afstappen van de tram wandel ik even door de straten. Ik bel mijn moeder. Ze neemt niet op en spreek een boodschap in. Aan de overkant is een kerk. Ik ga even naar binnen. Een goed aanvoelende kerk. Ik maak het stil. Het eerste beeld die ik er zie is deze van Thérèse van Lisieux. Vooraan zie ik een beeld van Fátima. Bij het naar buiten gaan zie ik dat er een crypte is. Ik daal de trappen af. Een verrassing. Ik zag een oude crypte voor ogen, het was een grote plaats die voor mij eerder leek aan een bedevaartplaats. Ik neem plaats op een stoel. Vooraan staat een sereen beeld van een Onze Lieve Vrouw met een Rozenkrans. En rondom rond het verhaal van de kinderen van Onze Lieve Vrouw van Fátima. Ik begin het Angelus op te zeggen.
Het deed deugd.
Bij het verlaten van de crypte. Probeer ik nog eens mijn moeder op te bellen. Het blijft rinkelen. Ze neemt niet op.

Tijd om met mijn voeten in het water te gaan. Eb en vloed mijn voeten laten strelen en te genieten van wat mij voed.

Ik wens iedere vrouw op aarde een fijne moederdag.

De tout coeur

Je kinderen, zijn je kinderen niet

Een zin die vaak als een echo weerklinkt en ik al mijn hele leven meedraag.
‘Je kinderen zijn je kinderen niet’, uit ‘de profeet’ van Kahlil Gibran.
Al op jonge leeftijd leerde ik deze zin kennen via mijn vader. Deze zin heeft me in mijn jeugd geholpen op mijn pad… en nog steeds.
Wanneer ik in moeilijke momenten zat bracht ze me kracht om op eigen benen te durven gaan staan, om beslissingen te nemen. Terzelfde tijd deed ze ook pijn, want op één of andere manier voelde ze voor mij aan als een kloof tussen mijn vader en mezelf.

Door de jaren heen kreeg ze een veel diepere betekenis, waarvoor ze in oorsprong bedoeld was. De zin zorgde ervoor dat het lijntje tussen ons beiden nooit verdween ook al hoorden/horen we of zagen/zien we elkander niet veel. Het is nl. niet de hoeveelheid die telt, wel de diepte van een relatie.

Een zekere diepte kreeg ik via mijn vader mee in de wieg… in verschillende opzichten…spiritualiteit, kruiden en natuur. Door er dagelijks bewust mee om te gaan besef ik hoe dankbaar ik mijn vader ben, wat ik lang niet heb kunnen zeggen omdat er eerst andere zaken dienden gezuiverd en getransformeerd te worden. De diepe verbondenheid is echter nooit weggeweest. Dankbaar om mijn voorouders en dat ik verder de kwaliteiten mag uitdragen op deze wereld.
… Verder op pad…
🙏

Jasmine Marie José

Uit ‘De profeet’ ~ Kahlil Gibran.

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen,
dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet
hen aan jou gelijk te maken.
Want het leven gaat niet terug,
noch blijft het dralen bij gisteren.
Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten..
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige,
en hij buigt je met zijn kracht opdat zijn pijlen
snel en ver zullen gaan.
Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter
een vreugde voor je zijn:
want zoals hij de vliegende pijl liefheeft,
zo mint hij ook de boog die standvastig is.