Magdala

Église Saint Jacques-Bergerac

Een paar dagen vóór mijn aankomst in Fátima nam ik contact met een dame die ik vorig jaar ontmoette in de kerk van La Souterraine op weg naar Limoges, op de Lemovicensis ( één van de oudste wegen naar Compostela).
We zouden elkander normaal vorig jaar terug ontmoetten bij het verder zetten van mijn weg na Limoges, maar de wegen van het Universum zijn soms ondoorgrondelijk, want de weg riep me terug naar België in het overstromingsgebied.

Iets in mij zei ‘doe het nu’. Zo geschied. Terwijl ik op de bus zat was er wat spanning en een herkenbaar oud patroon/gewaarwording in mij aanwezig. Gelukkig was ik me ervan bewust en kon ik met volle bewustzijn aanwezig zijn bij de gewaarwordingen, gevoelens. Mijn buik voelde aan alsof deze in een knoop kwam te liggen, onvrij. Mijn stuit duwde en mijn keel begon te kuchen. Het voelde als een haakse beweging van wat mijn unieke weg is.
Ik bleef in acceptatie staan en gaf voldoende ruimte aan wat gebeurde, zonder te voeden. Het werd me duidelijk dat het patroon gecreëerd door het mentale, vertrekkend vanuit oude pijn voor afwijzing, buitengesloten worden, pestgedrag en angst om anders gezien te worden, te maken had met een verlangen voortvloeiend vanuit die angst, vertrekkend vanuit een keuze, die niet mij weg is, ontstaan vanuit deze gevoelens en gevoed door een voorgekauwd beeld in de maatschappij.

Wat bijzonder voelbaar is, en me vreugde brengt, is bewust te zijn hoe snel oude patronen voelbaar verdwijnen, omdat ze voor mij geen enkel meerwaarde of kwaliteit in met zich meedragen. Integendeel, ik kan ze vandaag zien of vergelijken met een grote plas water waar geen stroom aanwezig is, die stilletjes leegloopt en waar alles dor wordt, tot zelfs gaat sterven daar waar het water verdwijnt en waar op het einde een verrotte plas nog aanwezig is.

Ik kwam aan in Zuid-Frankrijk na 17 uren reizen. Een warme ontvangst stond me op te wachten. Een fijn gesprek. Een koffie en een heerlijke verse Franse croissant. Om dan twee uurtjes te gaan slapen, het duurde niet lang of ik was al in een diepe slaap.

In de namiddag terwijl Fabienne een afspraak had wandelde ik naar het centrum van Bergerac en kwam recht op de kerk St. Jacques. Na tweemaal hier te zijn langs gekomen op mijn pelgrimstochten en telkens aan een gesloten deur te staan, kon ik eindelijk haar eens binnenin zien.

De dag nadien laat Fabienne me de omgeving La Dordogne zien. Een tal van plaatsen waren herkenbaar. Ik wandelde hier op een pelgrimtocht in 2017 waar ik de krachtplaats Rocamadour leerde kennen.

We houden een halte in Limeuil waar we op een terras een heerlijke maaltijd nemen.
Fabienne stelt me een vraag of ik in vreugde ben. Een vraag die niet altijd eenvoudig is om te beantwoorden, zoals de vraag ben je gelukkig. In het Nu moment toen de vraag kwam, was het antwoord “als ik hier rond mij kijk op het terras heb ik het gevoel dat ik niet van deze wereld ben, bij deze wereld hoor. Ook al sta ik op deze wereld. Een gevoel die af en toe aan de oppervlakte komt. Zoals nu. Dus in het Nu, neen ik voel die vreugde niet. Wat niet wil zeggen dat ik niet van het leven hou” Vreugde en gelukkig zijn trouwens voor mij gevoelens die nooit vast kunnen zijn. Dat ben ik nooit in een constante, dit zou een illusie zijn. (terwijl ik in het hier en nu schrijf zie ik het verband tussen mijn antwoord aan tafel en mijn gewaarwording op de bus).
We spreken en delen verder over communauteiten. Ik deel over La Fraternité Monastique de Jeruzalem die ik ken in Vézelay. Fabienne kent la Fraternité in Parijs. Ik deel haar dat er meerdere zijn en er zelf nog eentje is dichtbij Parijs en ik deel erbij, “het ligt bij een groot meer”.
Fabienne dringt aan, waarbij ik op Google zoek. Een kaart wordt zichtbaar met de namen van de Fraterniteit waar ze gelegen zijn. Met mijn twee vingers vergroot ik het scherm en lees ik Magdala, Fraternités de Jéruzalem. Ik schrik van wat ik lees ‘Magdala’… Ik blijf er perplex zitten. (Magdala is de naam die de groep draagt van 4 vrouwen die naar Jeruzalem zullen stappen.)
Mijn haar komt recht te staan op mijn armen, ik wordt op mijn adem genomen en tranen komen vrij. Een vreugdevol gevoel is voelbaar in gans mijn lijf. Verwonderd zeg ik “achhh, en aan een meer. Water.” Het vreugdevol gevoel is zo diep aanwezig dat ze de kleinste hoekjes van mijn lijf vullen. Fabienne, deelt, “als dat niet duidelijk is”. “Fabienne ik ken nu reeds 8 jaar deze fraterniteit. Ik wist dat ook daar de fraterniteit aanwezig was, maar nooit had ik gezien dat deze plaats deze naam draagt.”
Telkens wanneer ik alles een beetje meer laat bezinken, komen de tranen van vreugde terug. En dit in Lim-euil (oeuil) Mira=oceaan/water, Zien.
Les clin D’œil, les Clin D’ieux zijn soms wonderbaarlijk.

Benieuwd naar het verder verloop. Ik heb er alvast een goed gevoel bij.

Kerst

Art ~ Charles Andrade

De 12 Heilige nachten starten in Vézelay. Het kan niet beter en dan nog met koorts, symbolisch zo schoon. Koorts ik verwelkom je. Ik omarm mijn lichaam, mijn voertuig, de enige materie die voor mij zo waardevol is en mij brengt daar waar ik Zijn mag. Vuur in mij ik koester je, je hebt mij de voorbije 5 maanden geholpen om mij doorheen een gebied te laten bewegen, mij kracht gegeven om te verwezenlijken wat ik er diende te verwezenlijken, daar waar een ‘waterdraak’ zoveel zaken aan het ‘licht’ bracht.
Michaël je stond me bij om evenwicht te brengen, daar waar nodig door mensen naar het bewustzijn mee te nemen.

Mijn taak zit erop. ‘Tijd’ om eindelijk naar binnen te kunnen en om balans te brengen in mijn eigen ‘ materie’ tranen vloeien over mijn warme wangen, op mijn onderbuik een warmwaterkruik. Naast mij water.

Gisteren mocht ik een bijzonder iemand ontmoeten. In haar delen naar mij toe kwam aardbevingen, taw en lamed (Hebreeuws), Essenen, La Colombe. Hmm, la Colombe, deze is meerdere malen recent naar me toegekomen. In volle vertrouwen neem ik aan. Benieuwd wat er komt.

Amour je suis
Amour est tu

Dat  het Licht jullie allen dragen mag.

Jafar

Baugy. Ik trek de deur van de herberg achter me dicht. Met de sleutel in de hand wandel ik richting ‘la Mairie’, het gemeentehuis. Een halte in het kerkje ‘St. Martin’, één van de weinige kerkjes waar een volledig glasraam in het koor gewijd is aan Maria Magdalena.

Op het terras van de bar zit een man – terug getrokken in zichzelf – een limonade te drinken. Ik haal de chocolade reep uit mijn rugzak die ik gisteren kocht in een plaatselijk chocolade fabriekje. Ik stap naar de man… “Bonjour monsieur, je peut vous faire plaisir avec un morceau de chocolat ?” De man kijkt op. “Oh, bhein c’est gentil. Ah, merci beaucoup.” Ik zie de man zijn gezicht opklaren. “Oh, c’est une exception aujourd’hui de voir un geste comme vous avez fait.” Ik luister verder naar zijn delen. “Vous vous appelée comment ?” “Jafar.” “Enchanté Jafar, ravie de faire votre connaissance.” De man begint plots veel te vertellen en begint zijn ongenoegen op een zachte manier te delen over andere…. “Tu c’est defois il y a vraiment des con, et la je suis raciste envers eux.”… Ik laat hem uitspreken. “Jafar, je peut te partagé quelque chose sur se que tu vient de me partagé ?” “Oui, biensûr.” “Ce que je vais te partagé n’a rien d’une jugement sur ton partage mes vois le comme une ouverture vers…Tu sait ce que on voit chez l’autre en le voit par nos propre yeux, ce que il y a on nous. Si non on ne peut pas le reconnaître. Et quand on dit a l’autre raciste cela veut déjà dire que c’est quelque chose qui t’appartient.” ” Ah, je l’ai j’amais vu comme cela. Les conversations avec toi son bien intéressante.” Het gesprek blijft vloeiend.” Ce que on seme on le récolte”, voegt Jafar er aan toe. “Hmm, dit is afhankelijk van hoe die zin uitgesproken wordt. Met welke intentie. Wanneer het met de gedachte is zoals men vaak aan karma denkt, dat je ervan overtuigd bent en soms wenst dat de ander iets slecht zal overkomen omwille van zijn of haar gedrag dat niet in ons eigen leefwereld past. Dan is men zelf al een zaadje aan het zaaien in de negativiteit en zou het wel een boomerang effect kunnen hebben”, deel ik hem verder in de Franse taal.
“oui, c’est vrai. Écoute je suis n’avrais mes je doit te laisser. Le garagiste m’attend. Merci à toi, j’ai étais bien ravie de faire ta connaissance Jasmine.” “Merci Jafar et c’est réciproque. Et n’oublie pas Jafar sème ce qui vient d’être semer.”

Een lange weg op een drukke niet veilige asfalt baan brengt me tot in Saint Solange.

In Villabon hou ik een halte aan de kerk om te kijken naar de zoneclips. Langs de weg op veel plaatsen hangen truitjes in plastiek te wapperen in de wind. De rode bolletjes trui doet me vermoeden dat de ‘Tour de France’ hier voorbij zal komen. En ja, begin juli zal het stille dorp in een massa evenement omgetoverd worden. De temperaturen zijn fors gestegen en dit in combinatie met het asfalt, werkt dit heel vermoeiend en nefast voor de benen en voeten. Voldaan en vermoeid kom ik aan in Saint Solange.

Roland

Terwijl David nog slaapt maak ik mijn rugzak klaar. Ruim het portaal op en wandel onder de paraplu tot aan de plaatselijke ‘epicerie’. Twee bananen, vier ontbijt koeken, rijst, look, een sjalot, prei en een gourgette.

Terug bij de kerk hoor ik beweging in de tent, “Goedemorgen David !”. Ik leg een banaan bij zijn gerief en ga ondertussen de twee lege emmers terug brengen.

In de verte zie ik Guy al wiebelend afkomen. Hij heeft al een portie kilometers in de benen. “” Bonjour Guy, tu a déjà fait un beau chemin aujourd’hui. Nous en vient à peine de ce réveiller. ” we spreken af bij een koffie in de bar. Guy klaagt wat over de weg, de vrachtwagens, de regen… ‘Hmm, waar zijn die vrachtwagens’ denk ik dan in mezelf.
Samen met David vertrek ik richting Arbouse.

‘Zeg nooit nooit’, zeggen ze dan…wel ik zal nooit meer kunnen zeggen dat ik de natte wegen niet heb gekend. Voor de eerste keer mag ik in de modder ploeteren. Ik voel de modder tussen mijn tenen glibberen en wanneer ik naar mijn voeten kijk zie ik het verschil niet meer tussen mijn voeten en de wegen. Ik geniet ervan en beleef er plezier aan, zeker wanneer David mij filmt in ik plots dieper zak.

In Arbouse wandel ik verder naar Chateaudun waar een pelgrims gîte open is. David wandelt nog wat verder en zal stoppen daar waar hij moe is. Dit is één van de voordelen wanneer men in een tent slaapt of onder de sterrenhemel.
In Chateaudun ontmoet ik terug Guy….in een nette spartiaanse herberg. En Guy… hij klaagt.

De dagen gaan voorbij. Iedere dag geniet ik van al het moois die mijn weg kruist, van de ontmoetingen, de gesprekken en op mijn beurt eens te mogen koken voor een pelgrim. Zo kook ik op een rustdag, in Lao Refuge (La Charité sur Loire) voor Guy en nodig ik ook Nadia uit, de eigenares van de refuge.

Een gesprek met Guy. “J’adore ce gîte, il est super. La simplicité.” “Oui… Mais”… en Guy klaagt. “Guy, il y a une chose qui m’échappe. Vos yeux raconte tellement le contraire de ce que tu partage. Je vois de la joie dans tes yeux et chaque fois dans tes partage il y a beaucoup de ‘oui, mais….’. Het komt zacht binnen bij Guy, hij kijkt me teder aan. Verbondenheid.
In de namiddag komt een jong koppel aan zij komen van richting Nantes en Assisi. Ik heb de laatste tijd al zoveel jongeren mogen ontmoeten. Allen tussen 20 en 28 jaar… en wat dragen ze een wijsheid in zich, het is zalig om horen. Met hen gaan we een nieuwe toekomst tegemoet.

Vroeg in de morgen, na de bakker, richting de bar voor een koffie. Eén tafeltje, 2 stoelen. “Bonjour monsieur, est ce que cela vous gêne si je me join à vous ?” “À non, pas du tous, au contraire en pourras parler de chemin !”. Telkens wanneer ik over de Weg praat zie ik ontroering in zijn ogen. “Oh, peut être un jour je ferais le chemin. ..”, er volgt een stilte. Een tachtig jarige die absoluut zijn leeftijd niet draagt. Wanneer ik opsta om mijn koffie te betalen deelt de man, “non non, c’est pour moi. Vraiment c’est avec un grand plaisir. Le partage ma touché”, oogvocht vult zijn ogen, zijn Iris veranderd van vorm als een zachte golf in de zee met opgaande zon. “Allez va va”, met een trilling in zijn stem. Ik groet hem. Roland.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Charité sur-Loire

David

David

Na een nacht slapen onder een heldere fonkelende sterrenhemel, geniet ik van het ochtendgloren. In de tent naast mij is nog geen beweging. Terwijl ik rustig ontwaak en me klaar maak voor een volgende dag, komt een man in een witte camionet aangereden. De plantsoendienst.
Ik zit recht in bed… Hihi, een kamer zonder muren.

Een half uurtje later is David wakker. We pakken alles in en stappen samen verder richting Varzy. Het looiend landschap is prachtig.
Na een bocht midden de velden, zie ik midden een bos, iets hooguit iets zwarts uitsteken. Ik kan het niet onmiddellijk thuis wijzen. Neem mijn camera, zoom in. Een groot zwart vrouwelijk beeld.

In Varzy genieten we van een pot koffie en ontbijt op terras. Een boeiende, diepzinnig gesprek installeerd zich. Wat fijn om met een gelijkgestemde te kunnen uitwisselen… Voeding… . David is een bijzondere wijze jonge man van 26 jaar.
Daar gaat het weer… mijn delen komt van ergens, die niet geplaatst kan worden zoals we het geleerd geweest zijn, tenminste het krijgt geen start vanuit mijn denken, wat we gekoppeld hebben aan ons hersenen, hoofd. Het is veel breder, veel dieper. Iets levend, het vult gans het lijf en zelfs veel verder… oneindig.
Ons SamenZijn voelt zo goed dat we de ‘tijd’ niet voorbij zien gaan.

Op de middag stappen we verder… David naar links, ik naar rechts. Ergens in een hoek, onder een afdak van de L’avoir ontmoet ik Guy, een pelgrim. Hij stopt in Varzy na een zware eerste dag. We maken een praatje, het brengt wat ontspanning wanneer de moraal er niet in zit. Ik zie zijn gezicht opklaren. Zalig om zien.

Mijn benen doen het nog goed en beslis nog verder stappen. Stad uit, bos in… langs de kapel van ‘St. Lazare’ die een belangrijke functie had tijdens de Middeleeuwen en getuigd van het vele bestaan van leprozen tijdens die periode.

Ondertussen heeft David me terug ingehaald. We eindigen de dag samen in Champleny, waar we samen opzoek gaan naar een overnachtingsplaats. We eindigen onder het portaal van de kerk. Terwijl David zijn tent opzet. Ga ik opzoek naar twee emmers bij iemand in de buurt. Om deze dan later te laten vullen bij iemand anders. Met twee gele, volle emmers over straat begin ik binnensmonds te zingen ‘twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen…’
Na een h-eerlijk avondmaal die David voor me klaar maakte. Sta ik in mijn blootje mij buiten te wassen, om wat later fris mijn bed in te duiken. Nagenietend en dankbaar van wat voorbij is.

Via deze LINK laat ik jullie het talent en passie ontdekken van David.

Voor een kortfilmpje klik HIER

De vos

Ik wandel de kerk van Tannay binnen, wat een deugddoend contrast van temperatuur. Aan de muur hoog boven mijn hoofd hangt een schilderij.
Een boot, een man vooraan, achterin een vrouw met kind. Twee touwen zijn vast aan de boot. Aan het einde van de twee touwen, twee gevleugde wezens. Het tafereel doet me op een of andere manier denken aan ‘Le passeur’, waarover ik eerder schreef.

Ik verlaat Tannay via een drukke baan, gelukkig van korte duur en al heel snel ben ik ergens midden de velden tussen de graangewassen en de kleurrijke voorjaarsbloemen.

In een dorpje vraag ik aan een vrouw of ik even mag uitrusten op een bankje in de tuin.
“Bien sûr”, gevolgd door een mooie glimlach. De vrouw komt even terug op haar stappen, “un petit café cela vous parle ?”
“Oh, avec grand plaisir. Merci.”
We delen een fijn gesprek. Een jonge man, de zoon vraagt me, “vous marché avec un kilométrique ?” “Il y a quelque année oui. Car je croyais l’avoir besoin pour ne pas faire des excès. Depuis deux ans je ne l’utilise plus. Cela me sers plus à rien, car les chiffres non pas d’importance, seule les chiffres qui me guide”, deel ik met een glimlach.
“Mon corps est mon compas. Et si je ne l’écoutais pas, ma boussole interne fait tilt.”
“Et comment vous faite pour dormir ?” “aux début je devais depasser mes préjugés et mes peur pour frapper à une porte. À laissé les jugements des autres chez les autres. En même temps j’ai appris a prendre conscient et surtout faire confiance à mon instinct. Aujourd’hui je me pose plus des question à ce sujet, dans la providence en reçois ce que en a besoin. ” “Veut tu dire que tu serais guider.” “Oui, en peut le dire comme cela, je suis guider en chemin. Et tous le monde peut l’être si en s’ouvre et en est à l’écoute.”

Terug de natuur in. In een klein dorpje waar alles leeg lijkt te zijn, onbewoond. Ontmoet ik een fietsende pelgrim. Een korte babbel, een uitleg over het verschil tussen de Compostella wegen en de GR paden. De voordelen en de nadelen van beiden en wat het met het lichaam doet.
Om dan languit te genieten van het frisse stromend water van de rivier op mijn benen en het heerlijk drinkbaar water van de bron. Terug stappend achter een bocht, komt een vosje niets vermoedend naar me toe gewandeld. Ik bevriest en bewonder de schoonheid. Een spitse neus, lichtroest gekleurd met wit-beige vlekken, een dikke staart en donkere ogen. Plots kijkt de vos op, ziet me blijft staan, gaat zitten, recht zich, draait zich om… Ik zie de vos verdwijnen in de berm in alle rust. Hmmm, wat een bijzonder waardevolle ontmoeting.

”s Avonds stop ik in Cunsy-lès-Varzy. Een klein dorpje. Een gemeentehuis, met internet verbinding niet onbelangrijk want straks heb ik een eerste vergadering met 7 vrouwen voor een groot project. Een pelgrimstocht van Frankrijk naar Jeruzalem op de voetsporen van Maria Magdalena. Sommigen van jullie hadden reeds deze boodschap gelezen op FB.
22 Juli 2022 wordt het ganse project kenbaar gemaakt, het zaadje is reeds gezaaid en voor mij al reeds mijn tocht van vorig jaar.

Deze nacht slaap ik in openlucht op een grasveld vóór de feestzaal in gezelschap van David een jonge man die ik zag in Vézelay.

Voor een kort filmpje klik HIER

En route…

Canal du Nivernais

Na een pauze van 10 dagen neem ik terug de rugzak. Deze keer niet richting Nevers – zoals in 2014 – wel richting Bourges voor een ‘Tour de Vézelay’, een weg van zeven dagen stappen gecreëerd door Huberta en Arnout van de pelgrims herberg ‘L’ esprit du chemin’ gelegen op de weg van Nevers. Zoals velen al weten hoe mijn wandelwegen zich creëeren, nl. dat alles in beweging is en een planning vanuit de ‘mind’ andere wendingen kan aannemen wanneer men in verbondenheid, in het Nu, in de voorzienigheid leeft. Zo wordt het me al snel duidelijk dat het rondje Vézelay niet kloppend is en ik richting het Zuiden wordt getrokken.

Wanneer de pelgrim aan komt kloppen voor info ivm met de Lemovicensis ( één van de oudste historische routes naar Compostella, met als startpunt Vézelay) krijgt een ‘hospitalier’ (een persoon die pelgrims verwelkomt, een luisterend oor is en zorg draagt voor de plaatsen die de pelgrim ter beschikking ontvangt zoals keuken, slaapplaats) vaak de vraag ga ik via Bourges of via Nevers.
Vandaag zou ik antwoorden met volgende vragen:

  • hou je van veiligheid en natuur?
    Dan zeg ik alvast voor het begin ga tot in La Charité sur Loire (op de camino/GR654) en maak pas van hieruit je keuze.

Via veld- en boswegen verlaat ik Vézelay. Ergens in de hoogte op een heuvel draai ik me om en zie ik de basiliek achter me. Hoewel ik al twee kilometer verwijderd ben is het alsof ze heel dichtbij is. Een totaal ander gevoel, gewaarwording dan via Saint-Père, daar waar ze zo veraf lijkt te zijn en toch met dezelfde aantal kilometers verwijderd…. Weg is ze nooit meer.

De voorbije regen heeft de natuur heel veel deugd gedaan. Ik geniet van de rust die de natuur met zich meebrengt en heel snel voelbaar is in het lijf. Eén van de beste manier om te herbronnen, energie op te doen na de drukte of wanneer je je evrnthes verloren voelt. De natuur bron van leven. Uren stap ik door het bos. In la Maison Dieu neem ik een pauze. Zwier mijn rugzak op de bank oef…. mijn lichaam is tevreden. Rond de deur van de kerk zijn heel oude sculpturen te zien het lijken allemaal maskers te zijn, wat toch wel bijzonder is.

Het landschap, de vergezichten zijn golvend en van een aangename zachtheid voor het oog. .. in de vroege avond steek ik de rivier de ‘Yonne’ over. Een aangenaam verzorgt huisje weet me te bekoren, telkens stel ik me dan de vraag ‘zou ik hier kunnen leven’ en beeld ik me zelf in de plaats en toch telkens voel ik… hoe aangenaam het mag zijn… neen… dit is belange nog niet aan de orde…en misschien wel nooit. En dit gevoel, het idee is voor mij vandaag ok en heb ik vrede mee genomen. Wat voel ik me thuis op de weg.
Langs het kanaal ‘du Nivernais’ wandel ik verder tot in Tannay waar een ‘gîte de pelerin’ is. Voor het slapen gaan genieten mijn verhitte voetzolen van een heerlijk koud bad en wanneer ik me horizontaal leg ben ik al heel snel in dromenland.

Klik HIER voor een kortfilm

Obéir

La Colline Éternelle-Vézelay

Een blauwe lucht, de zon… een rust fladdert door de straten van la Colline Éternelle.
Ik duw een zwart metalen poortje open, trapje af. Een huisbel.
Broeder Pierre-Emmanuel doet open, “soyez la bien-venue.” “Merci, Pierre-Emmanuel.”
We nemen plaats in een knus, klein vertrek omgeven door boeken en met zicht op de tuin.
Ik deel wat er gebeurt is tijdens de Paaswake. Met aandacht luistert Pierre-Emmanuel. “Et tu a une idée comment tu vois ton chemin ?”, vraagt P. E. “Oh, comment je vois le chemin. Je peut que dire aujourd’hui avec grande certitude que je veut me marié à Jésus. Après je ne sait pas du tous. C’est aussi un peut nouveau de venir frappé à une porte d’un curé et de déplier comme cela ce qui c’est passer. Een stilte..
“Il y a, entré dans les ordre où continuer comme tu fait maintenant”, deelt P. E. “Oh, les ordres ce n’est pas mon chemin. Car quand on m’appelle, je prend la route, comme des racines qui ce propage sur la terre. Dans la foi et la confiance, dans l’instant présent. Car une petite boule en cristal je n’est pas. Au jour le jour et voir ce qui vient à moi.”

In het instituut kerk, katholieke kerk bestaat er zoiets als Heilige Maagden of Vierge Consacré in het Frans, klinkt in mijn oren wat oubollig.
Nadat zuster Christianne, reeds twee jaar geleden over sprak ben ik even gaan piepen. Een ritueel of heeft dit een andere naam binnen het instituut, het kan, ik weet het niet, is dat de persoon die deze weg neemt beloftes aflegd en het is de bisschop die de dienst doet.

Ik deel hierover aan P. E. “Il y a une chose que je suis certaine. Je me vois pas dans un voile blanc.” Waarschijnlijk was mijn non-verbaal ook duidelijk, we schieten in een lach. Hihi, soms zou ik wel eens mijn eigen expressief gezicht willen zien terwijl ik iets deel.

Een paar dagen later in een gesprek met A. hebben we het over hiërarchie, instituut kerk, over hiërarchie in de verschillende studies die ik deed.
Tot A. me deelt, “tu connais l’éthymologie de Obéir, qui veut dire en latin oboedire ?” “Non, mes j’aimerai bien entendre ton partage” “Cela veut dire écoute, prêter l’oreille à quelqu’un .”
‘Écoute, écoute… blijft door mij gaan’ “Ohhh… waw…”, een bevrijding is voelbaar doorheen mijn lijf, een weerstand is plots als lucht opgegaan en terzelfde tijd kan ik ook de uitdrukking gebruiken ‘ik heb het licht gezien’. “Merci pour ce partage. Bhein ça alors, la ou j’ai toujours u des combats intérieur sur ce qui est la hiérarchie, mes toute ma vie je suis déjà à l’écoute. Dans l’instant présent, la foi. Dans la providence, la providence c’est presque Obéir.” Obéir à l’Esprit Saint.

Ik voel dat het woord Obéire blijft ‘trekken’…. ‘soumettre aux impulsions de quelque chose, exécuter un mouvement commandé par l’homme, être soumis….staat verder geschreven in het woordenboek opgemaakt sedert het jaar stilletjes.

Obéir… gehoorzamen… is het werkelijk dit waar ik het moeilijk mee had. Of is het eerder een manier van optreden van iemand naar iemand vanuit een autoritair gedrag en dan nog meestal vanuit een hiërarchische plaats. (Een voorbeeld is hier overbodig, iedereen kan er voor zichzelf wel eentje naar boven halen.)
Een plaats waar, als men niet alert is het ego fiks kan gestreeld worden en misbruik kan gemaakt worden van zijn of haar positie, om dan vanuit deze positie wetten en regels op te dringen zonder werkelijk een stevig gefundeert argument te geven, of ontstaan vanuit ‘lucht’ zonder werkelijk zelf te hebben aan de lijve ervaren. Is dit dan ongehoorzamen, neen voor mij niet, eerder ik ben niet het ‘kieken zonder kop’, wat ik wel doe is gehoorzamen aan de uitnodiging van het ‘Licht’, daar waar mijn uniek Zijn Is.

Psaume 139

… In de verte zie ik Christian zijn weg verder zetten richting Le Chemin.
Terug naar de salle St. Jacques waar B. op me wacht.
In een gesprek deelt hij verder over zijn privé. Op mijn beurt deel ik hem de stappen die ik aan het nemen ben. “Oh, maar nu begrijp ik het, kan ik het plaatsen. Toen we gisterenmorgen samen aan tafel waren was er iets die mij triggerde. Ik kon het geen plaats geven. Ik voelde bij jou noch vrouw, noch man… het is alsof je daar boven staat”, deelt B.
“Jou delen raakt me B., dankjewel. Dankjewel om mij te zien.” Een traan rolt over mijn wang.

We vertrekken naar de winkel om boodschappen.
Nadien gaat B. naar de arts voor zijn been.
Wanneer hij terugkomt deelt hij wat ik reeds vertelde, een Tendinitis… rust, ijs, essentiële oliën van Helycrisum italicum, Gaultheria in Calophyllum.
12h…de klokken… Amai, wat is de morgen rap voorbij.
B. steekt zijn arm uit. Al grappend wandelen we over het plein naar de viering.
Wat hou ik van de vieringen met de fraterniteit van Jeruzalem. De gebeden zijn als mantra’s, zo noemen we dit vandaag, klinkt minder bedreigend, zoals Universeel, Vadershemels ipv God.
De synchroniciteit blijft verder gaan. De vele bevestigingen, die ik mag ontvangen zijn deugddoend en hartverwarmend.

De homélie…
Notre vie à la suite du Christ, notre vie de foi à toutes les caractéristique de la vie physiologique. Il y a une naissance, une vie qui grandit, une vie qui se nourrit de ses expériences.
Mais la comparaison s’arrête là, car arrivée à maturité, la vie naturelle, la vie humaine commence son déclin inexorable, la courbe s’inverse et les forces diminuent jusqu’à leur extinction.
Il en va tout autrement avec la vie qui est donnée par Dieu, certes elle aussi cette vie dans et de l’Esprit, peut décliner, s’assecher et nourrir. Tous ce qui détourne de Dieu peut nous faire réellement nourrir spirituellement, ne parle-t-on pas de péché mortel ?
Mais tel n’est pas la nature de cette vie que Dieu veut nous donner en partage.
Sa vie, une vie éternelle, infini.
Et si elle est infini, alors sa croissance n’a pas de limite en nous, notre vie de foi, notre vie à la suite du Christ ressuscité est toujours à nouveau appelée à grandir à ce développer, à faire de nouveaux progrès, à franchir de nouveau palier, de nouveau seuils, avec la grâce de Dieu.
Combien de paroles de Jésus, sont nudes, difficiles à entendre pour nous. On peut alors s’habituer à ne plus entendre ces paroles décourageantes.
On peut aussi récriminer secrètement contre elles, contre Jésus, avec toute sorte de stratagème au final faire dire au texte, à la parole de Dieu, ce que nous voulons lui faire dire.
Ayons le courage de regarder en face d’écouter ces paroles de Jésus qui nous scandalisent. C’est l’esprit qui fait vivre, la chair n’est capable de rien, les paroles de Jésus sont Esprit et elle sont vie.
A l’écoute des paroles de Jésus qui me scandalisent, me révolte, m’agasent, me déstabilisent… Qu’est-ce qui réagit, qu’est-ce qui dicte et orienté ma réaction: la chair, mon ego, mes peur, ma soif de pouvoir, de contrôle, de savoir, ou bien l’Esprit de Dieu qui se joint à mon Esprit.
Ce même esprit qui nous fait dire avec St. Pierre “Seigneur Jésus à qui irions nous ? Tu a les paroles de la vie éternelle, oui nous croyons et nous savons que tu es le Saint de Dieu. Sachons rendre grâce à Dieu qui veut voir notre foi grandir dans une liberté toujours plus adulte. Rendons grâce à Dieu pour sa patience et sa miséricorde. Rendons grâce à Dieu qui veut nous faire grandir dans la foi et la confiance. Rendons grâce à la confiance qui veut rendre libre de l’aimer et d’aimer nos frères, d’un amour toujours plus grand et plus fort. Vous donc soyez parfait, comme votre Père Céleste est parfait, oui seigneur je peux tout en toi qui me donne ta force, ton Esprit.

~Pierre Emmanuel, fraternité de Jeruzalem 24.04

Bij het verlaten van de viering deelt B al lachend, “Je vais t’appeler la Psaume 139.”
In de namiddag neemt B. contact met een priester. Wanneer hij terug komt vraag ik hem. “Alors tu a u une réponse satisfaite sur ta question sur l’Ancien Testament ?” “En a passé à coter”, zegt B.

Maandag ‘jour du désert’…geen Laudes bij de fraterniteit.
B. komt afscheid nemen – en ook al is zijn wandel-weg hier momenteel beëindigd, in drie dagen tijd zag ik hoe hij op een andere manier zijn pelgrimstocht mocht bewandelen – een knuffel, een zoen op de wang.
Ik vertrek naar La Cordelle, la Chapelle au pieds de la colline Éternelle, daar waar de Franciscanen in eenvoud geen vieringen delen.

OT

Groot timpaan – Basiliek Saint Marie Madeleine

Salle St. Jacques… De tafel wordt gedekt, er wordt gekookt… Deze avond zitten we met vier aan tafel. Rechts van mijn B., hij kwam gisteren aangewandeld vanuit Parijs. Een tendinitis vraagt hem te vertragen… een rustdag. Schuinover mij A. een vrouw die hier telewerk komt doen en om de lockdown in Parijs te vermijden. Vóór mij Christian, één van de zovele moedige Belgen. Zijn open blik, zijn glinsterende ogen en zachtheid doen me wat denken aan Vincent die ik een paar weken geleden mocht ontmoeten op de weg.

Plots deelt B. dat hij is beginnen lezen in het OT. “Wat ben ik geschrokken van het geweld dat geschreven staat in het Oud-Testament. Ah, echt dit heeft me geshockeerd en maakt me kwaad.”
“Ik kan je begrijpen, antwoord ik hem. Lang geleden deed ik dezelfde opmerking en begreep ik niet wat dit te maken had met het ‘Licht”. Waarom begreep ik het niet omdat ik de tekst plat leesde, in afscherming, overleving en weerstand leefde. Omdat ik veel buiten mezelf zocht. “
A. gaat er verder op in, ze kent de bijbel bijna uit haar broekzak. Volgde theologie en deelt catechese les aan jongeren.
Christian en ik blijven er rustig bij zitten en bekijken vanop afstand het gesprek. In stilte kijken we elkander soms aan en proberen in stilte verder te eten.
Een zekere spanning komt aankloppen. B. stelt vragen omtrent de inhoud en het brengt hem nog meer in stress omdat hij er geen antwoord op ontvangt. Het gesprek verliest zijn verbinding. Een over en weer gebabbel van losse woorden die vertrekken en waarop men terug kletst zonder werkelijk te laten aankomen. Net als een ping-pong balletje die over en weer gaat.
Na een eindje verlaat ik de tafel. Ruim af en maak het aanrecht wat netjes.
B. spreekt me aan “blijf je niet aan tafel, zullen we nog samen een dessert nemen?” Waarop ik me omdraai en zeg, “ik kom straks terug aan tafel. Ik zag de waarde er niet meer in om te blijven zitten. Het gesprek brengt geen aangename sfeer aan tafel, in de ruimte. Het is een constante ping-pong van woorden zonder enige verbinding tussen elkaar, waarop men uren kan verder gaan en jullie geen steek vooruit zal helpen. Doe gerust verder ondertussen ruim ik af. ” ” Excuseer me, je hebt wel gelijk. Ik heb me laten meenemen”, antwoord B. “Vraag morgen even raad aan één van de twee priesters, misschien kunnen zij je helpen. Ik denk dat het goed is voor ons allen dat de rust hier terug mag komen voor het slapen gaan.”
A. verlaat de ruimte in stilte.
Nadat de gemoederen zijn gesust, dek ik de tafel voor het ontbijt en gaan we allen slapen.

Mijn wekker… La salle St. Jacques. Ik kijk naar de tafel waar we gisteren zaten en herinner mij de situatie alsof ik naar een theater stuk kijk.
Ik zie de tafel duidelijk gesplitst. Rechts 2 mensen in sereniteit, rust, open, verbonden. Links 2 mensen, in spanning, stress, gesloten. Dualiteit ten top. Yin-yang.

Christian komt binnen. “Bonjour, bien dormis.” Zijn glimlach spreekt boekdelen.
Tu c’est Christian je peut te partager quelque chose d’hier ? “” Oui, bien sûr”.
En ik begin te delen hoe ik de tafel zie. “De situatie deed me een beetje denken aan de bijbel op zich. Het stuk die B. las in het OT, wat hem zo overstuur bracht was duidelijk links zicht-voelbaar aan tafel, de inhoud was levend. Rechts het NT. Men zou kunnen zeggen wat hij las was niet zozeer belangrijk, wel wat het in hem naar boven heeft gehaald. Het OT werd een spiegel.”
Ondertussen komt B binnen. Ik vraag hem of ik het ook met hem mag delen wat het bij me opriep. Zijn antwoord is positief.

Wat is het fijn om mensen te ontmoeten die de durf hebben om zich in vraag te stellen, die bereid zijn de weg te nemen van innerlijke groei naar een lichter en vrij leven.

Ik neem de bijbel in handen…en blader grof door het boek tot ik op het einde kom van het OT. “Zie je hoe het boek in elkaar zit? 3/4 OT, 1/4 NT. het NT die voor mij veel meer ‘licht’ bevat. Een vraag die ik me stel, heeft het werkelijk zin om te weten wat de inhoud is, wat waar is of niet. Helpt ons dit werkelijk vooruit. Het zou mooi zijn dat we vandaag evolueren naar 3/4 NT en 1/4 OT
En laten we ook kijken hoe waardevol je lezen was B in het OT. wat het bij je teweeg bracht en je deed inzien. Had je dit niet gelezen, had je de spiegel niet gehad. Dankjewel dat je het boek las, als een leesboek. Je delen, je vraagstelling. “

In de verte hoor ik de klokken luiden. Handig wanneer men geen uurwerk heeft. We vetrekken samen naar de basiliek. Vandaag mag Christian zijn zegen ontvangen.
Ik geraak vreugdevol ontroerd door de tekst die wordt voorgelezen… het vertrouwen in mezelf groeit.
Na de Laudes komen we buiten. Deelt Christian,” de tekst die werd voorgelezen dit gaat toch over wat je deze morgen deelde!” we kijken elkander aan. Onze ogen glinsteren.

Samedi 3e semaine Pâques
Jn 6, 60-69

De saint Bernard
au XIIe siècle
« Voulez-vous partir vous aussi ? »

Nous lisons dans l’Évangile que lorsque le Seigneur s’est mis à prêcher et, sous le mystère de son corps donné en nourriture, à instruire ses disciples sur la nécessité de participer à ses souffrances, certains ont dit : « Cette parole est dure », et ont cessé de l’accompagner. Mais comme Jésus demandait à ses disciples si eux aussi voulaient le quitter, ils ont répondu : « Seigneur, à qui irions-nous ? Tu as les paroles de la vie éternelle ».
De même, je vous le dis, frères, encore de nos jours pour certains les paroles de Jésus sont « esprit et vie », et ils marchent à sa suite. Mais à d’autres elles paraissent dures, si bien qu’ils cherchent ailleurs une misérable consolation. En effet « la Sagesse élève la voix sur les places », et plus précisément sur « la route large et spacieuse qui conduit à la mort », pour appeler ceux qui s’y sont engagés. « Quarante ans, dit un psaume, je me suis tenu proche de cette génération, et j’ai dit : ce peuple a toujours le cœur égaré ». « Une fois Dieu a parlé » : une fois, oui, parce que sa Parole est unique, sans interruption et perpétuelle. Il invite les pécheurs à rentrer dans leur cœur, parce que c’est là qu’il habite, là qu’il parle. « Si aujourd’hui vous entendez sa voix, n’endurcissez pas votre cœur ». Et dans l’Évangile ce sont presque les mêmes paroles : « Mes brebis entendent ma voix ». « Vous êtes son peuple, les brebis de son pâturage, si aujourd’hui vous écoutez sa voix. »

Sermon divers n°5, sur Habaquq ; PL 183,556 (trad. cf. bréviaire)