En route

Buiten hoor ik praten. Le poteau du jour is aangekomen. Ik kijk op mijn wekker 7u30. Ik breng mijn handen onder mijn hoofd, kijk naar het plafond en denk terug aan mijn droom terug naar boven.

Hoewel ik niet naar het nieuws kijk en ik me niet kan voorstellen dat dit me zou hebben beïnvloed… heb ik gedroomd over een ziekenhuistafereel, de tweede keer een identieke droom in korte tijd…
Ik lig op een bed, handen in elkaar, wit gekleed. En glijd van het ziekenhuis bed. Als een lichaam zonder beenderen, vloeiend de vormen volgend. Het afglijden duurt lang en diep. Het voelt goed. Er is veel volk in de buurt, niemand ziet het. Een verpleger/arts staat naast me om me terug op bed te leggen met de woorden – zonder ze werkelijk uit te spreken en zonder me te raken – “komaan ik geloof in je, op eigen kracht kan je je terug overeind komen en gaan liggen”. Hmmm, bijzondere droom met een telkens goed gevoel.

Ik sta op en ga naar de woonruimte om mijn ontbijt te nemen met gekende gezichten. Na wat aanwezig te zijn, te luisteren, ga ik mijn rugzak maken en me klaarstomen voor mijn tocht naar Vézelay. Ik neem afscheid.

Et hup en route… Mijn start op de Via Arduinna, de eerste heuvel richting Montmédy. Een weg die ik nu uit mijn broekzak ken, deze nam ik eenmaal per week om boodschappen te doen bij mijn verblijf in Avioth. Net zoals vroeger ipv met een voertuig, met de benen 8 km verder.

Ach wat deugddoend om mijn weg te blijven volgen.
In de namiddag bel ik mijn pa. “Bonjour papa, comment va tu ?” “Bhein, je suis à l’hôpital depuis ce matin.” Ik bleef er rustig bij en had zo mijn vermoeden wat de reden was. De bevestiging kwam.
Ik zet de telefoon uit en vraag me af wat ik kan doen of wat mijn verantwoordelijkheid hierin is.
OK, in het hier en nu. Ik stap verder en zal regelmatig met hem bellen. Hij kan alvast moppen uithalen, dus dit zit goed. Liefde zal ik hem toe sturen en hopen op een goede gezondheid. De rest is hopen dat mijn papa zijn eigen verantwoordelijkheid opneemt om niet in herhaling te vallen.

”s Avonds kom ik aan in Baâlon. Ik klop aan bij het gemeentehuis. Een man achter de balie zet zijn witte stoffen mondmasker op. “Bonjour, je suis à la recherche de monsieur le maire.” “Oui, c’ est moi”, zegt de man. Ik leg hem uit dat ik vernam dat er een feestzaal was en vroeg me af of ik er kon overnachten. Hij bespreekt met zijn collega de regels rond de Covid en ziet er geen bezwaar in… een feestzaal voor één persoon.

Spiegels

Centre de partage — Avioth

Vier uur in de morgen… Klaar wakker. Nieuwe maan. Duidelijkheden over een huiselijke situaties komen de één na de ander naar me toe… een klare geest…

Terug in Avioth. Hoewel er wat tweestrijd aanwezig was om te komen, kon ik niet anders dan in vertrouwen, de duw in mijn rug te volgen.

Toen ik hier voor de eerste keer kwam, ondertussen 4 maand geleden, waren me een paar dingen opgevallen.
Een man, D. leek op 2 druppels water op mijn jongste broer. Op een zondag namiddag stond D. achter me te telefoneren – het was net de stem van mijn vader – toen ik hoorde dat hij belde met zijn zoon, genaamd naar de naam van mijn jongste broer, hmmm, vond ik het best frappant.

Iets kwam de kop opsteken. Zo gaat dit in het leven, ook al is er geen contact met de een of de ander. Vroeg of laat komt de spiegel ergens wel tevoorschijn om je nog even te laten zien of je gegroeid bent of niet.
Dat ook mijn vader hier in vermengd zit, is niet vreemd en kan ik al heel snel de link leggen naar mijn vorige pelgrimstocht en het terug vinden van mijn tante, (vaders zus) na meer dan 30 jaar niet te hebben mogen zien.
Een herhaling had zich voorgedaan. Broer versus zus. Met als thema grensoverschrijdend gedrag, manipulatie, chantage.. angst. En moeder versus zoon/dochter. Met als thema ongeloof, eigenbelang, wegduwen.

Lap, het zat onmiddellijk recht in de roos en dit al op de tweede dag. Niet enkel was er de spiegel vader/zoon, een nieuwe vrouw is aanwezig V, die mij de moeder spiegeld.
Een levende familie opstelling. Boeiend.

Even kwam angst om de hoek. Toen D. me zei op een bepaalde toonhoogte “Jasmine, tu le sait, hein.”, na dat ik als medebewoonster V. had gevraagd om haar slaapzak in haar kamer te plaatsen – in het huis wonen is niet te vergelijken met het huren van één van de cabanes, daar zit je privé. Hier wordt je soms met verschillende problematieken geconfronteerd: verslaving, mensen zonder papieren, mensen die heel zwaar gekwetst geweest zijn in het verleden, incest, pooiers….
Er zijn duidelijke afspraken in het huis en er word gevraagd naar co-verantwoordelijkheid –
“Je sais qoui ?”, antwoord ik terug. Zijn zin kwam out of the blues. “Jasmine, attention, hein”, met wenkbrauwen naar boven getrokken en een fronsend voorhoofd en een wat schuin draaiend hoofd. Het was duidelijk dat mijn vragen niet welgekome waren. “Attention, à qoui ?”
Waw, wat een verandering die voelbaar was bij mezelf. Ik bleef staan. Recht en krachtig, zonder angst, zonder weerstand.
D. kreeg geen verdere voeding, redder zijn van V. werd overbodig en vertrok. En zelf van binnen voelde ik een bevrijding en door in mijn eigen verantwoordelijkheid te gaan staan, te vertrouwen kreeg angst en bedreiging geen verdere kans.

Ook V. brengt me spiegels. Op een avond zie ik V. naar le ‘Fruitier’ gaan en komt terug met een ijsje. Heel snel gaat ze richting de openhaard, gooit het papier erin. Draait zich om zodat het niet zichtbaar is dat ze een ijsje in de hand heeft. (de maaltijden mogen enkel gebruikt tijdens de daarvoor voorziene uren, rantsoeneren is hier uit noodzaak). V. verlaat de ruimte en gaat naar haar kamer.
Ik voel dat deze beweging van V. me triggert en deed me zoveel jaren terug gooien in de tijd.

Als kind vroeg ik soms om chocolade. Soms kregen we als antwoord dat er geen was, om dan toch waar te nemen bij valavond dat mijn moeder, terwijl ze de dagelijkse kassarekeningen telde, stiekem chocolade uit haar handtas haalde en at. Ik zat in de zetel toen ik dit zag en herinner me dat ik dit als kind niet juist vond. Soms durfde ik reageren, en kreeg ik onder mijn voeten of was het geen waar wat ik zag. Het vertrouwen kreeg een deuk.
Andere keren stelde ik dan een vraag (ik omzeilde mijn rechtstreeks reageren door de mogelijkse gevolgen) – antwoorden was natuurlijk moeilijk wanneer men iets te verbergen had in de mond, dit deed ik in de hoop om er zich bewust van te worden.

Toen V. terug kwam zei ik, “il étais bon le chocolat ?”. Ik werd niet alleen terug in de tijd gegooid, ik stelde ook hetzelfde gedrag.
En hier voelde iets in mijn lijf anders dan toen, er voelde iets niet ok. Ik kon het niet onmiddellijk plaatsen en vroeg ”s nachts om raad.
De nacht bracht raad.
Er waren twee dingen. Dankzij die situatie werd ik me bewust welk gevoel ik erbij had als kind nl. onrechtvaardigheid, bedrog. .
In het Nu, door mijn vraag- il étais bon le chocolat ?”- had ik V. in een ongemakkelijke positie geduwd in ons contact. Haar alertheid, ongemak werd groter. Mijn gedrag was niet goed te keuren. Dit had ik niet te doen. Door de bewustwording in deze situatie werd ik bewust dat er zich iets had getransformeerd in mezelf. En besefte dat wat ik zag bij de ander, de onvrede die ik erbij voelde niet de reden was van mijn gedachten in het NU.

Ondertussen ben ik opgestaan. Brrr, ik trotseer de koude in de gang en ga naar de keuken. Midden in de nacht, iedereen slaapt. Alle lichten branden nog. Ik leg nog een dikke houtblok op het vuur. En verkies al snel om terug onder mijn dons te kruipen. Ik slaap terug in voor een paar uurtjes.

Deze namiddag in de vergadering kon ik dit verhaal in groep delen tijdens le ‘temps de parole’….
“V. , j’ai a m’excuse auprès de toi… Je m’excuse pour me comportement, car c’était injuste. Et aussi je me pardonne à moi même.”(Wat niet wil zeggen dat hier iemand schuld heeft. Ik weet alleen niet welk andere woord te gebruiken. Het gaat hem vooral om verantwoordelijkheid op te nemen.) Het werd stil in de ruimte. Mijn vergiffenis bracht een korte deugddoende vloed aan tranen. Liefde was voelbaar.

Dankbaarheid om wie V. is en dat ze mij die spiegel bracht. En dankbaar om dit huis en haar waarden.

De dag sluit zich met een prachtige zonsondergang. Na een dag vol-zon en gure koele wind. Een gezellig samenZijn rond de tafel met kop thee, bij de warme haardvuur.

La chambre ‘Tilleul’

La chambre ‘Tilleul’ kreeg een grote schoonmaakbeurt. Niets kon ontsnappen aan de harde borstel, sodakristallen en Azijn…tot in de kleinste hoekjes. Het behang werd verwijderd, geplamuurd, terug behangen, geschilderd… resultaat een frisse aangename kamer.
Toen ik op de 1ste zondag van de advent het behang aan het verwijderen was, kwam woord voor woord… een verhaal/tekst aan het licht. ‘Un poème’

‘Didier mon coeur
Didier bonheur
Didier douceur
Didier mon sein
Didier calin
Didier coquin
Didier Je t’aime je voudrais être endormie près de toi
La tête dans tes cheveux blonds
Tu te réveilleras avec ton sourire coquin.
Tu mettras le lait à chauffer et tu m’apporteras un bol brûlant
Nous irons à vélo, nous descendrons le toboggan.
Nous conquerrons la citadelle.
Tes yeux s’ourriront grands.
Tu me diras: “Maman, tu es la plus jolie des dames avec ta robe rose”.
Je t’emmènerai dans le soleil d’août, je te montrerais le tableau de la Basilique d’Avioth.
Le village avec ses toits rouges et bleus.
Je te conterai le verger, la rivière, le lac, les peintres, les flûtistes, la chaleur et la rayonnance de Sœur Andrée.
Les blagues d’Yvon, les conseils de Marc, les amoureux dans la tente, Christiane endormie sous le soleil, Ismaël enfant d’Égypte, et tous les autres.
Nous attendrons ton père sur le seuil de notre maison.
Je t’embrasserai, tu m’embrasseras, tu essuieras quelque larmes, puis tu t’envoleras comme un grand bonhomme.
Tu iras retrouver les chèvres, Angie, les chats, ton verger, ta chambre rose.
Tu t’en dormiras en rêvant à ta maman.
Mon Amour Bonsoir,

Bonjour ‘

Ik werd zacht geraakt. Ik probeerde de situatie voor ogen te halen. Een blote muur, een balpen, een stille winteravond vóór het slapen gaan, dromend naar morgen… Een mama, een kind…

Ondertussen is de tekst terug verdwenen onder het nieuw behang.. slapend… .

Terwijl ik een broodpudding aan het bakken ben, hoor ik D. op de gitaar spelen ‘La Bohème’, zijn warme stem vulte zachtjes de ruimte en de klanken komen in golfjes richting de keuken. Ik ga in de deuropening staan, leun tegen de muur.

Een openhaard knettert. Pascha ligt languit op zijn rug in de zetel. Nog wat botjes aan, een hoed en het is precies de gelaarsde kat.

Diepe zucht.

Voir, écouter … la beauté… dans les chose simple de la vie. En gratitude

La tornade blanche

Jardin ‘Maison de Partage’

De haan kraait. Ontwaken. Ik trek mijn kleren aan en stap mijn kamerdeur uit richting de keuken. Ik druk een zwart knopje in, een groen licht gaat branden… koffie. Een bizar geluid ontsnapt uit de koffiemachine… De eerste heerlijke aroma druppels vullen de kan. Ondertussen zit ik op een bankje voor de houtkachel, steek het vuur aan en geniet van de dansende vlammen. Buiten wordt het stilletjes aan daglicht, hier en daar zijn nog sterren zichtbaar aan de hemel.

Ik ben hier bijna drie weken en ben nog steeds blij hier te mogen zijn, ook al is het niet altijd evident wanneer je met 10 à 13 bewoners, om nog maar te zwijgen van de vele poteau’s (de steunpilaren in la Maison du partage) die hier over de vloer komen.

Dagelijks delen we de maaltijd. Het huis en de tuin. Lief en leed, en hoewel dit meestal niet in woorden wordt geuit, wel vaak in non-verbaal gedrag en soms kan ik zo de luchtigheid voelen veranderen naar een zwaar beladen energie. Stilte is dan de enige oplossing in het nu-moment om te vermijden dat een discussie hier een loopje neemt. Want heftig kan het hier wel zijn.

Sedert ik hier ben ontferm ik me over de netheid van het huis. De keuken en badkamer kregen al een grondige schrobbeurt en voor ikzelf ben beginnen koken werd eerst alles ontvet, schimmel verwijderd, muren afgewassen, silicone vernieuwd, met een schraapstaal de aangekoekte viezigheid uit de hoeken gehaald…. ‘La tornade blanche’, noemen ze dit hier.
Het is net als tijdens mijn pelgrimstochten. Ik voel me pas aankomen wanneer ik de keuken en badkamer onder handen heb genomen. Een minimum aan basis hygiëne vind ik toch wel belangrijk en niet moeten voortdurend letten waar ik mijn voeding neerleg.

Zeven dagen heeft het geduurt om de rest van de inwoners deels mee te krijgen om het verder netjes te houden en ik maak me geen illusie, hoe het er nu bij ligt zal het niet blijven… of zou hier een mirakel mogelijk zijn…
Mijn dienstbaarheid op deze manier inzetten brengt me een enorme voldoening. Het huis zien veranderen naar een thuis. Het huis voelen veranderen van louter materie en noodoplossing naar warmte en hartelijke inhoud.
Dankbaar om hier te kunnen Zijn/zijn. Dankbaar om wat hier gecreëerd geweest is. Dankbaar om te zien hoe mensen in nood hier terecht kunnen en tijd krijgen om even terug op hun positive te komen.

“Arrête de travailler”, “N’oublie pas de prendre une pose”, “N’en fait pas de trop” “tu veut le faire changer ici”… uitspraken die ik regelmatig te horen krijg. Wel lief dat ze zich bekommeren. Dit zegt helaas meer over hen dan over mezelf.
Het is voor mij eerder als pelgrimeren. In beweging zijn zonder haast, rustig verder doen op mijn eigen tempo, zonder rush. Meditatief bezig zijn en er plezier aan beleven.

Het is net als de roos van de Kleine Prins, “c’est le temps que tu a perdu pour ta rose, qui fait ta rose si importante”, deze zin is sedert gisteren voortdurend aanwezig tijdens mijn bezigheden. Liefde steken in alles waar je mee bezig bent en vastneemt.


Wel belangrijk is het evenwicht behouden tussen mezelf en de ander, en daar ga ik zeer zorgvuldig mee om. Achter mijn hulp aanbieden zit geen verwachting of tegenprestatie… Van harte ben ik ‘la tornade blanche’… een nieuwtje op mijn lijst na ‘la pierre blanche’ en de ‘witte raaf’.

Wordt vervolgd…

Pasha le chat dans la Maison de Partage

Bernadette

“Vous allez plonger ? “, vraagt een kleine, tengere vrouw die haar compostbak naar buiten brengt. Aan haar voeten witte slofjes en lange kousen met een rood boordje die haar onderbenen warmen. Een panty met leger print en een loshangende trui. Op haar neus een rond brilletje die te groot is geworden.
” Pardon, vous dites ! ” en de vrouw herhaald haar zin.” Pourquoi? “” “Bhein, il pleut ?”, terwijl de regen al een half uur achter de rug is.
Twee kleine honden beginnen te blaffen en trippelen op korte pootjes naar buiten. “Ils s’appellent comment les chiens ?”
“Nono et Bernadette, comme moi.” “Allé, je continue mon chemin, bonne journée à plus tard !”, al zwaaiend verlaat ik Avioth voor een wandeling van een uurtje. Op zak een papier waar data, uur en verblijfplaats op staat voor in geval ik controle heb van de politie.
Op de achtergrond hoor ik Bernadette nog met een fijne stem roepen achter haar honden, “allez vite”.

Ik geniet van de zonnestralen, de natuur, de rust… Ik voel me precies op pelgrimstocht. Eigenlijk vind ik het wel bijzonder om hier te zijn. Oorspronkelijk zou ik naar Avioth gestapt zijn begin juni, ik koos echter om de grens over te gaan in Sedan.
Wat ik niet wist is dat le ‘Centre de Partage’ waar ik verblijf op een pelgrimsroute naar Compostela ligt, ‘Via Arduina’. Hier komen dus vaak pelgrims aankloppen.

Canadese ganzen vliegen in grote hoeveelheid in de lucht. In een schuine beweging landen ze gezamenlijk links van me in een vijver. Wat een fijn geluid om te horen wanneer ze landen en verder drijven op het water.

15u45. De klokken van de kerktoren van Breux laten zich horen… Tata taaa… Tata taaa…
Hmmm, sedert ik begonnen ben met Altblokfluit spelen hoor ik deuntjes en ritmes overal en probeer ik verder een muziekstukje te creëren.

1 uur later hoor ik Nono en Bernadette terug blaffen wanneer ik terug voor de deur passeer.

In de basiliek zoek ik een hoekje waar ik nog een uurtje muziek zal spelen. De akoestiek is hier schitterend. Nooit gedacht dat ik ooit muziek zou durven spelen in een kerk.
De zon gaat onder, het wordt frisser. Ik keer terug naar ‘centre de partage:.

Vóór het avondmaal spelen we met zes een intuïtief concertje.
M. zet het ritme in met de sjamendrum, E. volgt met een melodieus ritmisch vinger getokkel op een gitaar, A. vind de weg naar de gitaar. A. laat haar warme stem horen. Ik doe een poging om te volgen met de blokfluit waar I., die leerkracht muziek is, inspeeld op mijn intuïtieve deuntje… En al heel snel creëeren we met zijn alleen een ritmisch, vloeiend en harmonieus geheel…
Op het einde zijn we allen zo verbaasd van wat er is ontstaan is dat er een gezamenlijke kreet ontstaat…

Basilique Notre Dame Avioth

Avioth

Bijna 2 maand ben ik terug van mijn fysieke pelgrimstocht.
Het was toen de bedoeling dat ik zou gaan samen wonen in Brakel in een co-housing. En hoewel ik er naar uitkeek was ik wat verwonderd dat het voor mij niet goed voelde om op deze plaats te zijn/Zijn. Ik had me toen zelf 3dagen de tijd gegeven om het stil te maken in en rondom mezelf en te gaan voelen wat gebeurde. Ik dacht toen dat er angst was. Het was niet.
Mijn lichaam gaf me wel signalen en daar vertrouwde ik op. Nadien kon ik zien dat de beweging van komen en gaan, hoe kort het ook was, ik mij bewust werd dat het een vorm van fine-tune was op mijn weg en mij alsmaar dichter brengt bij mezelf.

Het was deugddoend om mijn kleurrijke plooifiets te nemen, gepakt en gezakt de heuvel op te rijden naar het open en lichtrijke landschap waar de zon boven de horizon te zien was.

Nadien kwam ik bij vrienden terecht een nachtje hier, een nachtje daar… Ze opende hun deuren en verwelkomde mij. Ik vond er telkens een warm nestje. Het was iedere dag heen en weer rijden tot ik na een paar dagen bij Els en Luma (een zalig lief zacht hondje) terecht kwam. Els ontmoette ik voor de eerste keer 7 jaren geleden. Film, fotografie, reizen bracht ons naar elkaar toe.
Ondertussen bleef ik maar zoeken achter een woonst. Talrijke huisje passeerden mijn netvlies.
Toen zag ik een vierkantshoeve ‘La ferme de la Haie Saint’. Het trok me aan en heel spontaan postte ik het op mijn fb pagina, met een oproep om gelijkgestemden te vinden en er samen te wonen. De eerste persoon was A. Michaël en dan volgenden er nog een paar. Een paar dagen later belde ik het immobilien kantoor op. Een aangename stem aan de andere kant van de telefoon stelde de data 29 september voor. En ook al lag die boerderij aan een brede baan Brussel-Charleroi, ik voelde dat ik erheen moest.
Er was iets met de data. Ik kon het niet plaatsen. Ik liet los.
”s avonds kijk ik een film, een liefdesverhaal tussen een jonge man (Michael) en een vrouw. De titel ontsnapt me.
’s Anderendaags bekijk ik de film verder en het valt me op dat de naam plots voluit word genoemd A. Michaël.’ Oh, toch wel geen courante naam om deze nog eens te horen in een andere context. Michael, Michaël, 29 september… Toen kon ik het plaatsen en zag ik de gelijkenissen…
Hup naar de boerderij. Het was alsof ik ernaar toe werd gezogen, de plaats was bijzonder, gelegen op een paar meter van de Leeuw van Waterloo. Hier was 200 jaar geleden het slagveld en ook al was het hier gesitueerd deze bijzondere plaats was een oase van rust en vrede. Ik voelde mij er onmiddellijk goed en zag me hier een warme thuis creëeren waar mensen konden herbronnen, dicht bij zichzelf en de natuur komen. Waar de keuken een centraal punt zou zijn. Waar gastvrijheid, dienstbaarheid op de eerste plaats komt en op donativo basis.
Ik ontmoette de dame des huizes. Een warm, spontaan en hartelijk contact. Ik sprak over het feit dat ik net terug was van pelgrimstocht en onmiddellijk was er een aanknooppunt. De ontmoeting was bijzonder. Toen ik meedeelde dat mij volgende tocht naar Jeruzalem gaat, niet via de bekende route wel via Egypte – wat duidelijk naar me toekwam op mijn tocht – viel plots de naam Cairo en Tel Aviv. “Oh, nous allons habiter aux Caire et il y a… Tel Aviv…”.
Hmm, wat hou ik van die momenten en synchroniciteiten.

De weg die ik bewandelde om mensen te zoeken zorgde ervoor dat ik mijn vloeiende energie vastzette en ik vast kwam te zitten. Ik verloor de flow en toen ik hier aandacht aan schonk en naar mijn lichaam luisterde en erin ontspande werd het me duidelijk dat het om de ontmoeting te doen was en niet het huis, ook al had ik er graag gewoond en was/is het een bijzondere en warme plaats.
Op het moment dat ik in ontspanning kwam en in vertrouwen verder deed zonder willen, belde de 4 kandidaten af in 2 dagen tijd. Het was duidelijk. Ik liet los.
Ik bleef verder zoeken en ook deze beweging voelde niet juist. Ik stopte met zoeken naar een vaste woonst, belde de abdij van Orval op, centre de partage in Avioth en in een mum van tijd had ik tot eind december een woonst in de natuur met alle ingrediënten waar mijn hart naar verlangt.

Naar aanleiding van de gezondheidsmaatregelen voelde ik gisteren dat ik in beweging moest komen en niet wachten tot 2 november, in de hoop dat alles nog doorgaat.
Een uur later belt le Centre de Partage.”” Bonjour Jasmine” “Bonjour Olivier. Je pensée juste à vous et j’allais vous téléphoner. J’espère que mon séjour aux centre n’est pas annulé ?” “Non, Jasmine. Écoute je n’est pas beaucoup de temps maintenant je vous ré téléphone dans deux heures. Mes vous pouvez venir…”… Oefffff, dit was goed nieuws.
En zo hoorden we elkander twee uur later. “Écoute, tous est annulé pour courte durée. Il n’y que les longue durée qui savent venir.” Mijn hartje maakte een sprongetje. En ik kreeg onmiddellijk de mogelijkheid om er vanaf vandaag te zijn.
En terwijl ik dit nu schrijf zie ik net een mail van Orval dat de 4 dagen die ik daar zou zijn werden geannuleerd. Het moest zo zijn.

Zo ben ik vandaag in Avioth aangekomen met een schitterende zon. Ik genoot van het kleurrijk landschap op de trein. Ik zat zelf in een treincoupe, een wagon die ik al sedert mijn 12 jaar niet meer had gezien, het was best plezant.
Ik zal hier verblijven tot eind december. Met evenwicht tussen samen wonen, ruimte en tijd voor mezelf. Werken voor de gemeenschap en wandelen in de natuur, muziek spelen en lezen… Weg uit de prikkels van de stad. Straks nog een avond wandeling bij volle maan en verder lezen in mijn boek ‘L’ Amour sans conditions’ van Paul Ferrini bij de open haard.