Avallon

img_20200104_1217038988677250333617155.jpg

Ondertussen is het hier een komen en gaan. Mensen komen bezoek brengen aan familie en vrienden, vergaderingen gaan door in Centre Madeleine…
In la salle St. Jacques leer ik een man kennen. Hij komt hier voor drie dagen uitblazen en antwoorden zoeken. Zijn lichaam, energie voelt onrustig. We geraken al heel snel in gesprek. Een niet weten, dilemma draait in zijn lijf en vooral hoofd over wat hem te doen staat in een levenssituatie. (ik ga niet verder in detail omdat het niet ter sprake doet).
Ik voel sterk dat hij op mij komt leunen en antwoorden bij me komt zoeken. Ik probeer goed bij mezelf te blijven om me niet te laten meeslepen in het verhaal waarin ik kan zien, voelen wat gaande is. Ik laat het bij hem. Mijn taak is niet om hem een antwoord te geven, om hem uit zijn lijden te halen, ook al zou ik hem daar misschien wel willen bij helpen om pijn weg te nemen. Dit zou eerder iets vertellen over mijn eigen pijn die nog aanwezig zou kunnen zijn in mezelf. Men kan de pijn van een ander niet wegnemen, omdat het zijn of haar pijn is. Iets dat we allen wel kennen en kunnen herkennen.
Het enige wat ik voel en wat ik kan doen is me blijven openstellen en luisteren naar hem. In het gesprek zegt hij plots, “dit le moi, tu connais la réponse. Je le vois.” “Non, je ne peut te donner une réponse. Ce n’est pas à moi de le faire”, hoor ik mezelf zeggen. In volle expansie met zijn lijf komt hij wat dichter, als een man die op instorten staat maar tegen zichzelf aan het vechten is. Ik neem wat stappen achteruit. Hij vertelt verder…. Ik eindig het gesprek met, “Tu sait… même si je saurait la réponse je ne peut te la donner. Car si je le ferais ce serait une conversation du mental au mental. La réponse que tu veut ne viendra pas de la. Cela ne t’apprendra rien car tu ne l’auras pas ressenti. La réponse viendra a toi, pas en la cherchant, mais tu la recevra à un moment inattendu”. De man wordt stil, kijkt me aan. Zijn energie wordt zachter. Zonder woorden hadden we elkander begrepen.

Op de middag ga ik naar de viering. Tijdens een… ik vermoed een homélie, hoor ik in een paar woorden wat ik deze morgen deelde aan de man.
Na de viering zoek ik het op in de bijbel… ik vind het niet terug. En eigenlijk doet het er niet toe. Wel fijn dat bevestigingen dichter en dichter komen en ik me hierin gesteund voel.

Ik ga even om de hoek, naar de winkel van de zusters om een boodschap. Een zuster spreekt me aan en deelt, “oh,… À partir d’un certain âge c’est difficile de rentré. En la essayé mais le moule est fait…”. Hmm, ik begrijp eerst niet waarover ze het heeft, ik had hieromtrent ook geen vraag of raad gevraagd. Ik luister verder naar haar delen omdat ik voel dat er een energie aanwezig is waarin we naar elkander toe worden gehaald en wat de zuster deelt met mij te maken heeft. “Allez a La Pierre-qui-Vire, la il y a quelqu’un qui te donnera une réponse qu’elle direction à prendre. Bon ils y a un peut des fous là bas. Mes ’t inquiètes pas.” “Euhh, ma sœur je savez pas que cela exister”, deel ik haar, voelend dat het haar humor was die ze boven haalde. Ik zet ern paar stappen richting de deur, kom terug op mijn stappen… “Ma sœur… Euh… La Pierre-qui…”. “La Pierre-qui-Viré, oui en a viré Marie ils reste que Viré”, antwoord ze met ‘Hi’. Een bijzondere zus.

Terug in centre Madeleine bekijk ik even de grote landkaart die aan de muur hangt waarop vele Jacobswegen uitgetekend zijn. Ik stip Vézelay aan, zoek naar Bugarach (hier later meer over) en Sainte Beaume. Een nieuwe tocht… Ik neem wat afstand van de kaart… een L vorm.

Op de middag ga ik iets kleins eten met Marie-France en Martine. Aan een tafeltje zitten twee dames, een onbekende en één van de dames die me sprak over Sainte Beaume. We wensen elkander gelukkig Nieuwjaar.
De andere dame staat op en komt Martine aanspreken… Sainte Beaume… zelf ga ik achteruit en neem wat afstand om niet te horen. Wanneer het gesprek afgelopen is schuif ik terug aan. We hebben een fijn moment samen.
In de namiddag gaat Martine naar Avallon. Ik wordt uitgenodigd en ga erop in. Avallon een naam die ik al vaak heb gehoord…

img_20200108_1842207842845736545638454.jpg

Abbatiale Avallon

Een uur later zijn we in Avallon. Ik herinner me dat ik vorige jaar tijdens mijn 8 maanden pelgrimstocht hier iets over zag verschijnen op FB. Ik zoek even op en lees… hmm, het eerste wat ik lees gaat over een interpretatie, persoonlijke invullingen over Vézelay, de Basiliek en over een zuster met een stofzuiger… Hmm, een verdraaid beeld wordt weergegeven van de realiteit… Ik lees verder over Avallon…het is dus wel hier, Avallon in Frankrijk. Ik zoek de kerk op, die een abbatial is. Het timpaan van de abbatial trekt mijn aandacht. Rijkelijk versierd met beeldhouwwerk. De rechtopstaande pilaren staan vol met florale afbeeldingen. Ik stap de kerk binnen. Een zwaarte is hier voelbaar, het is er somber en vochtig, de vele glasramen tonen de rijkdom van toen. Een eenvoudig beeld van de Aertsengel Michael is te zien in de rechterflank. In het midden een enorme metalen rooster ook in florale vormen. Daaronder de crypte die voor het publiek niet toegankelijk is waarin de schedel van Lazarus zou liggen. (Op het einde van de tiende eeuw zouden de relieken zijn overgebracht door Hendrik I van Bourgondië, maar ook in Marseille houdt men vol dat ze in het bezit zijn van het hoofd van de heilige. Lazarus is de patroon van de lepralijders – Bron:Wikipedia)
Patroon van de lepralijders, dan is dit niet vreemd dat ik hier een zekere zwaarte mocht gewaarworden, wanneer een gids me verteld dat l’abbatiale vooral in de geschiedenis gevuld werd met leprozen omdat de omringende buurten en kerken ook al vol lagen, tot in Vézelay tien kilometer verderop (bron: gids Vézelay)
Ik verlaat de kerk en wandel terug richting de markt. Een warme chocomelk met Martine en dan terug naar… huis….

In de wagen deelt Martine me wat de vrouw aan haar vertelde deze middag. “La dame me parlez d’un arbre en forme de L, une grotte…”….

OK, j’ai compris, affirmation reçue….Een pelgrimstocht krijgt vorm. Hi, ik voel vreugde binnenin.

img_20200103_1124156210346054571553369.jpg

Hoogaltaar – abbatiale Avallon

En route…

img_20190505_222619938530398664760258.jpg

In de verte draait een bus de brusselsesteenweg op….een reisbus.
Samen met Jeannette (91 jarige vriendin) gaan we er even op uit naar Lourdes. Regelmatig sprak ze me over een reis naar Lourdes samen met haar dochter, die op vroege leeftijd is overleden. Ik hoorde hoe belangrijk dit voor haar was.
Spontaan stelde ik haar voor om nog eens te gaan. Een pelgrimstocht op een andere manier.

Op de leeftijd van Jeannette is dit geen evidentie om zo een reis te ondernemen. Talrijke obstakels – voor mij kleine, voor Jeannette grote – komen ons tegemoet.
De verminderde kracht in haar knieën en lichaam de te hoge treden van de bus zorgen ervoor dat het ‘klimmen’ moeizaam gaat.
21 en 22, onze zitplaatsen. Ik sta verstelt te kijken naar de evolutie van het interieur in de bus. Geen groot verschil met het interieur in een vliegtuig. Toch wel… mijn zetel schuift naar rechts. .. ruimte. Een groot, afgerond, futuristisch ogend raam. Een blijvend oneindig zicht op de snelweg en natuur. De bomen schitteren in hun lentefris jasje. De lucht kleurt donkergrijs. Dunne witte wolken zweven over het landschap en kleuren soms zilvergrijs dankzij de zon.

Ik sluit even mijn dagboek… mijn ogenleden krijgen het moeilijk… slaaptekort.

Parijs… Mastodonten van betonblokken. Het weinig groen vergaat in het niets. Mijn maag begint te protesteren, mijn lichaam voelt zich misselijk bij dit zien. Ik sluit mijn ogen en focus me op een punt op mijn lichaam, mijn bovenlip. Ik voel mijn ademhaling en in een flits haal ik mijn denken uit het beeld die ik net zag. Mijn geest, mijn ziel, mijn voertuig het lichaam, mijn dierbaar Zijn, mijn heilige ruimte.
De laatste weken, dagen voel ik mijn lijf terug vrij worden. De levensenergie is terug voelbaar aanwezig en waar ze langs stroomt zijn het net zaadjes die openspringen na een tijd van productie in stilte en geslotenheid. Het ene zaadje knalt het andere open…een continuïteit van vreugde en verlangen is aanwezig.

We razen het Franse land dieper in richting de Pyreneeën. Ik geniet van de wijdsheid van dit land en telkens wanneer ik er ben voel ik mijn roots diep in mijn aderen vloeien.

 

Een kauw

Een wei. Een kooi. Een omheining. In de kooi iets zwart, een vogel. Ik kan niet echt uitmaken welk soort. Wat het ook moge zijn, het dier zit gevangen. Hammer genoeg is de omheining dicht en kan ik ze niet openen. Ik stap verder. Aha, een opening. Mijn nieuwsgierigheid is groot. Ik kijk recht links, ik stap naar de kooi. Een kauw in het midden vak met twee voederbakjes. Vriend, wat je hier ook doet dit is voor mij niet ok. Ik open het deurtje zodat hij kan ontsnappen. Komaan… hop hop… Yes, eruit. Een levenswezen dient niet in een kooi te zitten en zeker niet als deze als lokmiddel moet gaan dienen. Vogelvrij, ikke blij. Later lees ik en dit na een vraag te hebben gesteld op de FBpagina van het Velt dat de kooi dient om andere vogels te vangen. Dikke pech.

Een fikse noorderwind is van de partij. Tussen de parcelen grond volg ik een aarden weg die me van het ene kleine dorp naar het andere brengt. Rondom rond wijdse zichten. De wegen zijn modderig… Het is ploeteren. De wandelstokken doen goed hun dienst. Ze zijn best handig om de diepte te meten van de plassen en voor mijn evenwicht. Na twee uur voel ik de moeheid in mijn benen. Het is vraagt veel concentratie een aandacht. Aan de andere kant geniet ik er enorm van. De geschenken komen één voor één naar me toe. Van jonge herten naar een wat volwassener. Zijn gewei was duidelijk zichtbaar. En hoewel de boswachter tussen ons beiden wandelde zonder aandacht voor het tafereel, voelde ik een enorme blijheid en verbondenheid. De buizerds vliegen in het rond. De jonge herten verplaatsen zich in groepen van 2 tot 5. Ondertussen gaat het ploeteren verder. De geuren van de natuur is overweldigend. Ik open mijn armen en breng deze in een grote bocht naar voor en terug naar mijn borstkas. Met een zacht en wijds gebaar doe ik dit een paar keer. Telkens haal ik diep adem en breng het maximum van de geur van de natuur naar me toe en dompel ik me onder. Een waar festijn. Wat ik mag ontvangen van de natuur is niet in woorden uit te drukken.

Vroeg in de namiddag kom ik aan in een dorpje. De kerk. Gras. Ik plof me neer. Een man begint het gras om te maaien. Pff, ik ben zo moe dat ik deze hoor verdwijnen op de achtergrond. Een korte diepe slaap.

Terug fit op pad en met moed om nog wat kilometers te wandelen. Het aankloppen ”s avonds bij mensen gaat heel vlot. Aan de eerste bel heb ik vaak al geluk wanneer ik me laat leiden en vertrouw op mijn gevoel. Net zoals nu. Een gezin met 3 kinderen en rond kerst een vierde. Ik ga met Julie mee op boodschappen. Een supermarkt, het voelt vreemd. Zoveel keuze dat ik er verloren in loop. Ik neem een taart mee en betaal de helft van wat op de band ligt. En voor de kleine en grote kinderen… Een kindereitje voor als extratje. Ik ben verzot op die verrassingen. Mijn klein meisje (knipoog)

Le Flamisch

Langzaam ontwaakt het huis ten huize Paul, Magalie en Alexan. Ondertussen hou ik mijn dagboek bij en vul ik mijn rugzak. Terwijl Paul en ik aan de ontbijt tafel zitten praten, geniet ik van de warme en prachtige stem van Magalie in de badkamer. Op een zondagsritme vertrek ik laat in de voormiddag samen met Magali en een buurvrouw. Samen op stap. Een kilometer verder scheiden onze wegen. Une embrassade. Een warme ontmoeting.

Een paar kilometers verder heb ik het geluk een groentewinkel en bakker te hebben, nog voor ik het bos van Mormal in stap. De rugzak gaat al snel een kilo meer wegen.

Madelief, witte en paarse dovebrandnetel, Muscatine staan zij aan zij langs de wegen. Vlinders fladderen heen en weer. Citroentje, Atalanta, dagpauwoog…

Een rust heerst over het bos van Mormal. De everzwijnen hebben hier deze nacht fiks wat graszoden omgedraaid. Een jong hert kan ik even spotten. In sta een lange tijd stil en luister naar de vogels rondom me heen. Het getimmer van de specht op de voorgrond. Het geluid van een vliegtuig hoog in de lucht, het deert me niet.
Mijn lichaam doet het goed. Af en toe wat kleine ongemakjes die mijn aandacht in een fractie van een seconde opeisen en waar ik heel snel hun aandacht parkeer.

Le ‘roi du bois’ . Quercus Robur. Een eik.

Mado in de krant

In het midden het bos, een dorp. Loquignol. Een café. Op de muur buiten staat ‘le Flamisch’. Ik dacht bij mezelf een woordspeling voor de Vlaming. Hmm, ik had het duidelijk verkeerd. Dit is het plaatselijk woord dat ze geven aan de kaas ‘le Maroilles’. Een fijne babbel met Mado. De eigenares van het café. Bij het vertrekken vergezeld de vrouw me tot op de stoep. Met haar armen gekruist wenst de vrouw me een goede reis. Ze steekt haar arm op als een mama die uitzwaait op een morgen dat je naar school gaat. Een klein gebaar, zo deugddoend op de weg.

Terug het bos in. Ik ontmoet een vrouw Christine en haar hond Lola. Een lieve hond van 4 maand komend uit Spa (dierenasiel). ‘Je vous invite ?’, vraagt de vrouw me. Ik voel even wat het bij me doet. ‘Je vous remercie madame pour le proposition. Je préfère continuer. Le temps est agréable et j’ en profite encore un peut.” Bon courage ! ‘

Rond de vroege vooravond hoor ik de merel zijn gezang. Hij kondigt regen aan. Herkenbaar van lang geleden, toen zij mijn vader altijd ‘ il va pleuvoir’. Laat op de avond regent het.

Kikkerdril

Jasmine, Yasmin

Vallei l’Alzou

Rocamadour

Drie nachten in Rocamadour. Klaar om te vertrekken. Met een gevoel van evenwicht,  openheid, rust verlaat ik de stad. De weg gaat naar boven. Ik draai me regelmatig om en kijk naar de rots en de vallei de l’Alzou. Het blijft aantrekken, toch voelt het goed en juist om te vertrekken. Heel blij dat ik deze plaats heb mogen ervaren. Een plaats die heel veel teweeg heeft gebracht. Intense ervaringen die me heel diep hebben geraakt.

In l’Hospitalet hou ik een korte halte voor een koffie en boodschap. Eventjes twijfel ik terug, mijn denken. Mijn gevoel. Mijn hart weet dat mijn weg verder zetten, de juiste is.

Al fluitend wandel ik doorheen het dorp. Mijn gedachten gaan naar de vrouwen in mijn familie… mijn metekind, moeder, halfzus…mijn eigen vrouw zijn… Ik voel verbondenheid. Een gevoel die ik zelden heb gehad in mijn jeugd. Of eerder ik had wel het gevoel, maar het kon niet zijn.

Vreugdevol stap ik doorheen het prachtig landschap. De zon straalt, ik voel mezelf stralen.

Montvalet

Vlinders. De Icarus vlinder. Vogels. Buizerd en nog een koppel roofvogels die ik niet herken, veel groter en donker. De wind laat alles golvend bewegen. Wat hou ik van die beweging.
Dankjewel Rocamadour voor wie, wat je bent…
Dankjewel Jasmine voor wie je bent… ja waarom niet… mezelf danken, is mezelf ook zien, mezelf herkennen. Mogen zijn wie ik ben Jasmine, Yasmin 

Tranformatie

Van LnrR. Gabriël, Michaël, Raphaël. Brandglas in de kapel Saint-Michel

Deze morgen krijg ik te horen dat de sachristienne op het einde van haar contract is en een plaatsvervanger wordt gezocht. Oh! Daar gaan we weer. Wat overkomt me! Waarom vertelt Gilles me dit, alle, ergens heb ik wel een vermoeden en voel ik het diep van binnen. Het raakt me en brengt het me in de war. Ik voel me wat verdeeld. Een verdeeldheid die ik zou kunnen delen en het zou het ook gemakkelijker maken, alleen is de tijd er nog niet rijp voor. Trouw aan mezelf.

Kapel Saint-Michaël. Onderaan L – Saint-Christophe. Bovenaan rechts. Annuntiatie, engel Gabriël, Marie en Elisabeth

Een bezoek met gids aan de basiliek en haar kapellen. In mijn hand ‘la sportelle’, het embleem van de pelgrims in Rocamadour. In de vorm van een amandel, symbool van het leven. Dankjewel Gilles.

Waar het gebouw nu is tegen de rots, daar was vroeger de rivier L’alzou, nu ligt de rivier ongeveer 80 meter lager, allé, droog.
De religieuze site is gebouwd met zeven kapellen in de vorm van een kroon.

De naam Rocamadour is afkomstig van de naam Roc- Amadour. Roc (rots) en Amadour (Amor, amour) komt van de stoffelijke resten van het lichaam van een Hermiet die men heeft terug gevonden in de rots, zijn naam was Amadour.

Kapel Notre-Dame de Rocamadour. Met een deel van een schilderij uit de 15° ‘Nous avons etait ce que vous êtes, vous allez venir ce que nous sommes’.

Kapel Notre-Dame de Rocamadour. Met de vissersklok.

Kapel Saint-Michel. Engel Seraphine, is de verbinding tussen hemel en aarde. Kenbaar aan haar vier vleugels, om haar te beschermen tegen het hemelslicht. Passeur d’ame.

De site is zo opgebouwd:

– kapel Saint-Jean, die staat voor de geboorte
– kapel Saint-Blaise, die staat voor liefde en vergiffenis. barmhartigheid
– kapel Saint-Anne. Familie
– de crypte, de dood

Deze vier kapellen vormen de mensheid, humaniteit. De bijna volmaaktheid.

Een verdiep hoger:
– basiliek Saint- Sauveur
– kapel Notre-Dame
– kapel Saint-Michel ( mi chemin entre terre et ciel. dieux envers les homme),

Deze drie staan voor Goddelijkheid

De vier kapellen van de mensheid en de drie kapellen van de Goddelijkheid vormen samen de zeven die staat voor de eeuwigheid, het universele.

Goddelijkheid, spritueel, universeel …verbonden…

De waterbron

Het bezoek duurt een twee uur en zeker de moeite waard om mee te volgen voor wie daar ooit zou gaan.

De melding van deze morgen blijft in mijn hoofd draaien. Hoewel het mij enorm aanspreekt en het me ook wel wat uitdaagt, blijf ik met beide voeten goed op de grond. Ik blijf vooral voelen en kijk wat het met me doet. Spanning komt op mijn onderrug waardoor ik niet volledig kan zakken in mijn lijf, tot ik het bewust werd. Angst is ook voelbaar. Ik laat alles toe en ga wat wandelen. Een bezoek aan een bron en wandeling in de natuur. Een telefoon met familieleden en een kortstondig gesprek met een zuster na de gebeden brengen me inzicht in wat er aan het gebeuren is. Vrouwen. Zachtheid. Op verschillende niveaus voel ik beweging en het is alsof ik gewoon sta te kijken naar mijn eigen transformatie. Het ontroerd me.
Een diep raken op hartniveau, ik omarm mezelf.

’s Avonds ga ik op mijn eentje uit eten. Mezelf verwennen met een fijne maaltijd klaar gemaakt met liefde.

Limeuil

Lalinde

Lalinde is de eerste kleine stad waar het nog wat levend is. Waar enkele handelaars nog kunnen blijven bestaan. Geen overdaad, net genoeg.

Een quiche voor ontbijt in een plaatselijk café.
Aan de toog, drie mannen. Alle drie een goede ronde buik, ongeschoren. De ene een berret, de andere twee mannen een pet op hun hoofd. Op de toog, rilliette, frans brood en camenbert. Tussen hen een duitse herder die wacht tot iets zou naar beneden vallen. Op de achtergrond radio Nostalgie.  Het onderwerp: jagen, wandelwegen, GR6. Allen een aangenaam accent Perigourdin. Ik geniet van hun gezelschap in stilte.

Via het kanaal naar Mauzac. Een dikke ochtendmist. Platanen en populieren. Het zicht is subliem. 

Een lange metalen wand, erboven op, prikkeldraad. Op de hoek een uitkijktoren. De gevangenis. Een vreemd gevoel. Vrijheid versus gevangen. Gevangen zijn waar! Gevangen zijn is  niet altijd achter tralies, gevangen in eigen handeling en of gedachten. Een iets is voor mij zeker, wandelen laat wanden en muren verdwijnen.

Een roodborstje zingt uit volle borst. Een fox-terriër staat te blaffen en te springen onder een boom. Zijn prooi een poes. Wat verder zijn baasje staat te roepen.
‘Vous crier après votre chien?’ ‘Oui, j’y je ne le retrouve pas il reviendra pas si je ne vais pas le cherchez.’ ‘Il est la plus loin endessus le chataigner’. De man vertekt hem halen. Ik draai me nog eens om. ‘Monsieur, il est ici’. Hij zat plots achter mijn hielen terwijl zijn baasje de andere kant op was. Blijkbaar toch wel een gehoorzame hond.

Mauzac

Trémolat

In Mauzac kan ik na de middag verder in sjort en t-shirt. De twintig graden doet deugd na de ochtendfrisheid. Een weg neemt me mee naar boven op een rots. Van hieruit heb ik een schitterend zicht op de vallei en de Dordogne. Subliem. Wat een prachtige streek. 

Van Trémola naar Limeuil via eikenbossen. Een uil, een hermeline, vogels, vlinders en wat slakken vergezellen me afwisselend richting mijn slaapplaats. Ik ben benieuwd waar ik deze avond terecht zal komen. Limeuil is een van de mooiste dorpen van Frankrijk, gelegen langs de Dordogne en stevig klimmen voor naar het centrum van het dorp te gaan. Aan de eerste deur waar ik aanklop. Geen plaats, wel ernaast in het restaurant. De vrouw voelt zich wat verveelt. Ik vind het zalig. Een warm ingericht restaurant met zicht op de vallei. In het openbaar toilet van het dorp maak ik gebruik van de lavabo om me te wassen. Terwijl ik me was sta ik te kijken hoe een spin haar prooi beet neemt. Dit was vroeger niet mogelijk geweest, met de spinnenfobie die ik had, was ik hier zelfs niet binnen kunnen komen. Het koude water heeft me deugd gedaan. Terug buiten voelt het als een zomeravond. De zon is onder, tijd voor een nachtrust.

Découvrir

 

sdr

Chooz (France)

Hier soir j’ai reçu un message de ma filleule Liudmila  ‘J’ai réussi.’ Que je suis fier d’elle! Une courte promenade vers le château de Vêves, en compagnie de Brigitte. Une heure plus tard il est temps de se dire au revoir.

De Gendron je descends la colline direction la Lesse et Houyet. Au loin de la musique, longboard skaters. Chaque année, ici, la route est fermée pour cet évènement. C’est dingue la façon dont ces garçons descendent la colline à du 40 à 60 km/h sans aucune protection. Arrivés en bas, un nuage blanc de caoutchouc brulé provenant de leurs chaussures.

Houyet vers Wiemme. De gros nuages gris. Je n’y échappe pas. Sur le chemin je rencontre des personnes. “Vous allez direction Wiemme?” “Oui “, me répond une femme. “Oh super, alors je suis le même chemin.” Nous bavardons encore un peu. Une bonne averse de grêles. Protéger mon sac à dos. Mon super imperméable coutant à peine huit euros, me tient bien au sec. Tonnerre, éclairs et grêles s’alternent. Les flaques d’eau sont inévitables. L’orage ne me dérange pas. Sans notion du temps je continue ma marche. Une confiance totale. Seulement deux heures plus tard que je me rends compte que je marche direction Wiemme. Pas deux km mais dix km sur place…un fou rire sans suit.

Arrivée dans la cantine je me laisse tenter par un hotdog croustillant.

Une heure plus tard mes vêtements sont secs et je reprends la route. L’orage violent suivant. Je suis mon gps et essaie de prendre le chemin le plus court. Un sentier le long d’un domaine militaire. Le tonnerre au-dessus de ma tête. J’hésite. Est-ce que je retourne sur mes pas ou bien je continue dans le bois? Il pleut des cordes. Dans le bois plus de signal gps. Par ce temps je me sens plus en sécurité ici que le long de la route où les autos foncent autour de moi. Le sentier est impraticable. A cause de la boue épaisse je sens mes chaussures glisser de mes pieds. Mes sens sont sur le qui-vive. Je continue. En communion avec la nature. Sans signalisation. Je regarde autour de moi. La sortie. Par où?

Je suis les traces d’un animal. De hautes herbes couchées. La lumière d’un terrain vague. Des herbes qui montrent la présence d’un cours d’eau. Le bruit. Tous des signaux qui m’aident à sortir d’ici. Jamais pensé que j’oserais. Entre de hautes ronces, orties et fougères. Sous mes pieds un doux tapis de mousse. Des champignons dégageant une odeur insupportable. Une plaine. Un barbelé. La route. Un panneau ‘Baronville 1 km’. Mon chemin le plus court fut le plus long. Presque deux heures pour parcourir un kilomètre.

Ça m’a apporté de la joie, de la sagesse et de la richesse. Contente d’être sortie du bois et fier d’avoir osé… eh bien quel expérience éducative. Sur la route je sors mon pouce. Givet et puis direction Chooz. Une visite chez de bons amis en France. Michèle et Gérard, rencontrés sur mon chemin de Compostelle en 2014.

GPX bestand Hastière-Par-Dela à/naar Vodelee

GPX bestand Vodelee à/naar Fagnolle

GPX bestand Fagnolle à/naar Chooz (France)

Ontdekken

Gisteravond nog een sms ontvangen van mijn metekind Liudmila. ‘Geslaagd.’ Wat ben ik fier op haar! Samen met Brigitte een korte wandeling naar het kasteel van Vêves. Een uur later, tijd voor afscheid. Vanaf Gendron wandel ik de heuvel af richting de Lesse naar Houyet. In de verte muziek, longboard skaters. Ieder jaar wordt de straat hier afgesloten voor dit evenement. Gek hoe deze jongeren aan 40 à 60 km/u de heuvel afstormen zonder extra bescherming. Beneden aangekomen, een witte wolk van verbrand rubber van hun schoenen.

Houyet naar Wiemme. Dikke grijze wolken. Ik ontsnap er niet aan. Op de weg ontmoet ik mensen. “Vous allez direction Wiemme?” “Oui”, antwoordt een vrouw. “Oh super, alors je suis le même chemin.” We praten nog wat. Een fikse hagelbui. Rugzak beschermen. Mijn superregenvest van amper acht euro weet me droog te houden. Donder, bliksem en hagel wisselen elkaar af. Plassen zijn onmogelijk te vermijden. Het onweer kan me niet deren. Zonder notie van tijd stap ik verder. Een totaal vertrouwen. Pas na twee uur word ik mij ervan bewust dat ik inderdaad naar Wiemme aan het stappen ben. Geen twee kilometer, wel tien, sur place…de slappe lach volgt. Aangekomen in de kantine laat ik me verrassen met een krokante hotdog.

Een uur later zijn mijn kleren droog en ben ik terug op weg. Een volgende hevige onweersbui. Ik volg mijn gps en probeer de kortste weg te nemen. Een pad naast een militair domein. Gedonder boven mijn hoofd. Twijfel. Keer ik nu terug of wandel ik verder het bos in? Het regent pijpenstelen. In het bos verdwijnt mijn gps-signaal. Met dit weer voel ik me hier veiliger dan op een weg waar ze langs mij heen razen met de wagen. Het pad is onmogelijk te bewandelen. In de dikke modder voel ik hoe mijn schoenen wegglippen van mijn voeten. Mijn zintuigen staan op scherp. Ik ga door. Eén met de natuur. Zonder bewegwijzering. Ik kijk rond. De uitgang. Waar? Ik volg de sporen van een dier. Lange grassen die plat liggen. Het licht van open terreinen. Grassen die aantonen dat er een waterstroom is. Het geluid. Allemaal signalen die me helpen hieruit te komen. Nooit gedacht dat ik dit zou durven. Tussen hoge bramen, netels en varens. Onder mijn voeten een zacht tapijt van dik mos. Paddenstoelen die een ondraaglijke geur afscheiden. Een open veld. Een prikkeldraad. De weg. Een bord ‘Baronville 1 km’. Mijn kortste weg werd de langste. Bijna twee uur voor een kilometer… Het bracht me vreugde, wijsheid en rijkdom. Blij dat ik het bos uit ben en fier dat ik het gedurfd heb en… amai wat een leerrijke ervaring. Op de weg steek ik mijn duim uit. Givet en dan naar Chooz. Een bezoek aan goede vrienden in Frankrijk. Michèle en Gerard ontmoette ik op mijn weg in 2014 richting Santiago de Compostela.

Hartelijkheid

Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay

Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay

14 april 2015 – De laatste dag richting Vézelay.  Even checken in de ruimte dat ik niets vergeten ben. De fietszakken vullen en om acht uur ben ik klaar om mijn eerste kilometers te trappen.  Om de vele hellingen te vermijden tijdens deze zonnige dag kies ik voor het kanaal Nivernois. Prachtig. De ene na de andere reiger. De mooie dorpjes volgen elkaar op. Ik verlaat het kanaal voor terug een paar stevige hellingen.  Het is zweten.  Ik verlang zo naar mijn aankomst dat ik vergeet te eten. Aan het einde van een dorpje, een stenen tafel. Honger! Brood, geitenkaas.  Aan mijn voeten talrijke madeliefjes. ‘Je t’aime, un peut, beaucoup, profondement, a la folie’. Een glimlach,  een traan. Citroengele vlinders fladderen heen en weer.  De bosanemonen staan freel en toch met veel kracht gericht naar de zon. Door het park du Morvan. Ik voel mijn borstkas die breder wordt,  ik voel openheid.  Een diepe ademhaling. Ik voel leven. Ik voel liefde. Het laatste stuk wandel ik verder te voet tot aan de croix Saint -Bernard.  Rechts een buizerd. Ok, ik heb je begrepen. Ik volg die richting.  Een mooie kapel. Nog een duwtje en ik ben er. Na een hevige stijging sta ik voor de Basiliek Saint-Marie-Madeleine van Vézelay. Ik ben blij hier terug te mogen zijn op deze vredige plaats. Een plaats en een weg die ik in mijn hart mag dragen.  Ik wens jullie allen veel Hartelijkheid op jullie weg.

Saint Franciscus

Meidoorn

Meidoorn

Meidoorn

13 april 2015 – Witte bonen als  ontbijt. 🙂
Op ‘la petite Vienne’ (een wandel en fiets weg om Troyes rustig te verlaten), op een bankje, Joce.
Joce is de vrouw die me vorig op Pasen uitnodigde aan tafel om in familie het Paasmaal te delen.
We zitten wat bij te praten, na een korte pauze rij ik verder. Het is warm. Af en toe hoor en zie ik roofvogels. Telkens voel ik een blijheid wanneer ik ze zie.
De bloeiende meidoorns vormen lange natuurlijke hagen langs de weg. De meidoorn dankt de zon door op haar beurt haar frisse geur vrij te laten in de natuur. Ik rij Sommeval uit. Een lange weg die op en neer gaat. Ik waag me op de roetsjbaan.  Mijn handen stevig op mijn stuur. Mijn benen gestrekt en voeten van de pedalen, laat ik me de ene helling na de andere af glijden. De wind blaast langs mijn oren. Het is genieten.
Ik denk aan de vele afdalingen die ik al nam. Hi, het kan niet anders ik daal ook de kaart af 😉 , vandaag richting Chablis. De refuge, ik klop aan. Een pelgrim doet open, Gertjan. De hospitaliére is nergens te vinden. Een verfrissende douche.  Een visgerecht om de vingers af te likken in ‘Le bistrot des grands crus’ au prix des petits 😉 . Wanneer ik terug wandel naar de refuge met Gertjan staan we plots voor een gesloten deur. Een onaangename ontvangst, door een wantrouwen van een hospitaliére. Ik laat het niet aan mijn hart komen en ga een goede nachtrust tegemoet.

Refuge - Chablis

Refuge – Chablis