
Le Puy-en-Velay. Gisteren avond kwam ik na zonsondergang aan in le Puy. Na wat zoeken voor een overnachting kwam ik aan bij de zusters Franciscanessen. Het reizen had mij vermoeid en ik kwam al snel horizontaal te liggen in mijn slaapzak. Toen ik er inlag voelde er iets vreemd. Ik herkende hem niet meer, er was iets veranderd aan de materie. De dikke kraag die rond de hals was om mij warm te houden was plat. De luchtigheid van mijn ganzenveren was niet meer. En op mijn buik voelde ik enkel de stof. Hmm, ik begreep het niet en maakte me zorgen want de kamer was behoorlijk fris en voelde de koude door mijn slaapzak heen en wetend dat ik soms buiten zal slapen wist ik dat er een probleem zou komen. De geur van mijn slaapzak was anders. Ik kijk naar de witte letters op de stof , wat ooit wit was. Er kwam meer duidelijkheid. Ik check even bij E., een hartsvriendin waar ik laatst logeerde. Inderdaad de ganzendons kreeg een metalen trommel te zien. De wasmachine. Mijn grootste zorg was comfortabel de nacht doorbrengen.
Wanneer een slaapzak met ganzenveren wordt gewassen dan verliest deze zijn veerkracht en gaat het vet van de veren verloren waardoor men zich niet meer kan warmen. Daarbij komt, wanneer dit in een te kleine trommel wordt gewassen en gedroogd dan breken ook de veren.
Ik kreeg onmiddellijk het voorstel om een nieuwe aan te schaffen. Daar voelde en voel ik me niet goed bij. Mijn slaapzak is nl. mijn bed, en wanneer ik tussen mijn tochten een warm nestje zoek dan mag ik altijd op haar rekenen en staat er een bed op mij staat te wachten bij haar thuis. Dan klopt haar voorstel niet voor me.
En wat voor me nog meer doorslaggevend is in mijn keuze, is dat mijn slaapzak gewassen geweest is met een hartelijke intentie en om mij te plezieren. Dan vind ik niet dat ik dit kan waarmaken.
Ik zie wel wat de komende dagen mij zullen brengen en met de hoop dat het nog herstelbaar is.
Na een misviering in de verwarmde aangenaam aanvoelende kapel, ontvang ik
samen met een andere pelgrim, in een serene intieme sfeer, de pelgrimszegen. Ik verlaat le Puy op de Podiensis, één van de bekendste en meest drukke wegen in Frankrijk richting Compostella.
Ook al voelde het ijzig koud deze morgen bij het starten, mag ik na vijf minuten stappen mijn wintervest uittrekken zodat mijn lijf vrij kan gaan ademen. Ik volg de GR65 en al heel snel zit ik midden de natuur. Hier en daar is nog wat sneeuw zichtbaar. Ik kom langs kleine dorpen waar zo een dertig mensen leven. Af en toe staan borden met wat uitleg over het leven in de regio.
In het eerste dorp hou ik een halte in een café. Zes mannen staan aan het contoir. De geur van Ricard vult de plaatselijke bar, gemengd met de geur van mazout. Het is even wennen na de pure lucht van buiten. Voor mij zijn er twee kleine honden aan het ravotten. Met hun muil nemen ze elkander vast. Een vrouw komt binnen, Chantal. Met haar handen in haar zakken, een pet op haar hoofd, neemt ze plaats aan het contoir. Ze kijkt me aan. “Het zijn twee broertjes” deelt ze me. Er volgt een gesprek rond rozen en grootmoeders tussen de mannen. Een muziek wordt opgezet ‘C’est aujourd’hui dimanche….’ ik flist even terug in het verleden. ‘Les roses blanche’ van Berthe Sylva.
Het volgend onderwerp is politiek en wat de mensen onder hun neus hangt. Prijsverhogingen.
‘Tous ensemble, tous ensemble nous irons’, zingt een man. Een manifestatie is op komst. Op de achtergrond hoor ik het deuntje van het 13u nieuws, de vrouw des huizes zit achteraan in een keuken.
Ik stap nog verder tot in Saint Privat-d’Allier. De avondzon kleurt de natuur warm oranje. Bij mijn aankomst kan ik nog net het silhouet waarnemen van het dorp. Mijn eerste avond eindigt in een gîte waar Michel me uitnodigd aan zijn tafel. Het onderwerp vrouwen, pelgrims en de commercanten. Rond 22uur rond ik de avond af na een goed gevulde eerste wandeldag.
HIER een kort filmpje
HIER extra beelden