Le Puy-en-Velay

Le Puy en Velay

Le Puy-en-Velay. Gisteren avond kwam ik na zonsondergang aan in le Puy. Na wat zoeken voor een overnachting kwam ik aan bij de zusters Franciscanessen. Het reizen had mij vermoeid en ik kwam al snel horizontaal te liggen in mijn slaapzak. Toen ik er inlag voelde er iets vreemd. Ik herkende hem niet meer, er was iets veranderd aan de materie. De dikke kraag die rond de hals was om mij warm te houden was plat. De luchtigheid van mijn ganzenveren was niet meer. En op mijn buik voelde ik enkel de stof. Hmm, ik begreep het niet en maakte me zorgen want de kamer was behoorlijk fris en voelde de koude door mijn slaapzak heen en wetend dat ik soms buiten zal slapen wist ik dat er een probleem zou komen. De geur van mijn slaapzak was anders. Ik kijk naar de witte letters op de stof , wat ooit wit was. Er kwam meer duidelijkheid. Ik check even bij E., een hartsvriendin waar ik laatst logeerde. Inderdaad de ganzendons kreeg een metalen trommel te zien. De wasmachine. Mijn grootste zorg was comfortabel de nacht doorbrengen.
Wanneer een slaapzak met ganzenveren wordt gewassen dan verliest deze zijn veerkracht en gaat het vet van de veren verloren waardoor men zich niet meer kan warmen. Daarbij komt, wanneer dit in een te kleine trommel wordt gewassen en gedroogd dan breken ook de veren.

Ik kreeg onmiddellijk het voorstel om een nieuwe aan te schaffen. Daar voelde en voel ik me niet goed bij. Mijn slaapzak is nl. mijn bed, en wanneer ik tussen mijn tochten een warm nestje zoek dan mag ik altijd op haar rekenen en staat er een bed op mij staat te wachten bij haar thuis. Dan klopt haar voorstel niet voor me.
En wat voor me nog meer doorslaggevend is in mijn keuze, is dat mijn slaapzak gewassen geweest is met een hartelijke intentie en om mij te plezieren. Dan vind ik niet dat ik dit kan waarmaken.
Ik zie wel wat de komende dagen mij zullen brengen en met de hoop dat het nog herstelbaar is.

Na een misviering in de verwarmde aangenaam aanvoelende kapel, ontvang ik
samen met een andere pelgrim, in een serene intieme sfeer, de pelgrimszegen. Ik verlaat le Puy op de Podiensis, één van de bekendste en meest drukke wegen in Frankrijk richting Compostella.

Ook al voelde het ijzig koud deze morgen bij het starten, mag ik na vijf minuten stappen mijn wintervest uittrekken zodat mijn lijf vrij kan gaan ademen. Ik volg de GR65 en al heel snel zit ik midden de natuur. Hier en daar is nog wat sneeuw zichtbaar. Ik kom langs kleine dorpen waar zo een dertig mensen leven. Af en toe staan borden met wat uitleg over het leven in de regio.

In het eerste dorp hou ik een halte in een café. Zes mannen staan aan het contoir. De geur van Ricard vult de plaatselijke bar, gemengd met de geur van mazout. Het is even wennen na de pure lucht van buiten. Voor mij zijn er twee kleine honden aan het ravotten. Met hun muil nemen ze elkander vast. Een vrouw komt binnen, Chantal. Met haar handen in haar zakken, een pet op haar hoofd, neemt ze plaats aan het contoir. Ze kijkt me aan. “Het zijn twee broertjes” deelt ze me. Er volgt een gesprek rond rozen en grootmoeders tussen de mannen. Een muziek wordt opgezet ‘C’est aujourd’hui dimanche….’ ik flist even terug in het verleden. ‘Les roses blanche’ van Berthe Sylva.
Het volgend onderwerp is politiek en wat de mensen onder hun neus hangt. Prijsverhogingen.
‘Tous ensemble, tous ensemble nous irons’, zingt een man. Een manifestatie is op komst. Op de achtergrond hoor ik het deuntje van het 13u nieuws, de vrouw des huizes zit achteraan in een keuken.

Ik stap nog verder tot in Saint Privat-d’Allier. De avondzon kleurt de natuur warm oranje. Bij mijn aankomst kan ik nog net het silhouet waarnemen van het dorp. Mijn eerste avond eindigt in een gîte waar Michel me uitnodigd aan zijn tafel. Het onderwerp vrouwen, pelgrims en de commercanten. Rond 22uur rond ik de avond af na een goed gevulde eerste wandeldag.

HIER een kort filmpje

HIER extra beelden

Les roses de Solange

Het laatste stuk op de GR41 gaat via de abdij van Noirlac, niet ver van Saint-Amand Montrond. Een prachtige abdij in een grote eenvoud. Wanneer ik in de gangen wandel, in de tuin vol rozen, boven op dakhoogte. De ruimte, de eenvoud, de stilte mogen gewaarworden. Wat voel ik me er goed.
Ik stap verder tot aan Bouzais waar ik een dag rust neem. Zorg draag voor mijn voeten en even mijn rugzak opzij zet.

In Loye-sur-Arnon herken ik het dorpje, waar ik zeven jaar geleden zo blij was om een bio winkel te zien op de weg. Ik ga naar het kerkje…het beeld St. Solange is er terug, ik word gewaar dat er zich iets wenst te tonen. Ik laat los.
Ik stap richting de plaats waar ik zal overnachten in een caravan. Bij Justine en Alex die een grote boerderij hebben. Justine komt aan de deur. We stellen ons voor. En plots wordt het duidelijk dat ik bij de persoon terecht gekomen ben, die zeven jaar geleden in de Bio winkel was
Justine nodigt me uit bij haar thuis.
Ik stap de keuken binnen. Een prachtige boerderij gerestaureerd volgens de regels van de kunst… De man des huizes heeft werkelijk ‘gouden’ handen.
Op een kastje staat een heel klein kadertje met een foto van een bejaarde vrouw. Haar glimlach trekt mijn aandacht.

In het gesprek, in het delen over de buurt en langs waar mijn weg is gegaan zegt Justine “je suis de ce village, mes parents habite juste avant le pont” wanneer ik spreek over Bigny. “Oh, le chemin sort sur la route juste à cette endroit. J’ai même étais attiré par des roses roze d’une beauté. Et même la maison me parler”, en ik toon haar op de kaart, waar het is. “Bhein la maison appartient à cette dame, ma voisine, notre petite Solange”, terwijl Justine verwijst naar het klein kadertje op de kast. “Oh”, hmm. OK, er is duidelijk iets die aan het licht wenst te komen.

Ik geniet ten volle van de boerderij. Het ziet eruit als in een sprookje van Hans Christian Andersen. Witte ganzen wandelen wiebelend over het pacht. Een kalkoen loopt achterna. Een haan laat zijn gekraai horen over diversen hoeken. Is hij niet in de geitenstal, dan kraait hij ergens op de omheining van het prachtig roze varken met haar lange wimpers. ‘Trompette’ de bordercollie gaat af en toe spelen met de ganzen. Hier en daar een lieve poes. 50 geiten en alles wat niet zichtbaar is.
Terwijl Justine hooi geeft aan de geiten, ga ik het hoge gras afmaaien. Met een koptelefoon op mijn hoofd, een grasmaaier hangend aan een harnas, zwier ik van rechts naar links.
Zelf een deugddoende verfrissende onweerswolk houd me niet tegen.
”s avonds zit ik met 4 jongeren rond de tafel en het raakt me, het is zo hartverwarmend om te zien hoe ze op een liefdevolle zachte manier omgaan met elkander. Hoe ze met zoveel liefde spreken over hun job bio-boeren, Bio voeding. Het raakt me om te zien hoe zij terug de weg nemen van de natuur, daar waar velen er zover van verwijderd zijn. Hoe ze bewust in het leven staan… En als ik dit zie wordt mijn hoop en geloof naar een positieve toekomst alsmaar groter.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Roland

Terwijl David nog slaapt maak ik mijn rugzak klaar. Ruim het portaal op en wandel onder de paraplu tot aan de plaatselijke ‘epicerie’. Twee bananen, vier ontbijt koeken, rijst, look, een sjalot, prei en een gourgette.

Terug bij de kerk hoor ik beweging in de tent, “Goedemorgen David !”. Ik leg een banaan bij zijn gerief en ga ondertussen de twee lege emmers terug brengen.

In de verte zie ik Guy al wiebelend afkomen. Hij heeft al een portie kilometers in de benen. “” Bonjour Guy, tu a déjà fait un beau chemin aujourd’hui. Nous en vient à peine de ce réveiller. ” we spreken af bij een koffie in de bar. Guy klaagt wat over de weg, de vrachtwagens, de regen… ‘Hmm, waar zijn die vrachtwagens’ denk ik dan in mezelf.
Samen met David vertrek ik richting Arbouse.

‘Zeg nooit nooit’, zeggen ze dan…wel ik zal nooit meer kunnen zeggen dat ik de natte wegen niet heb gekend. Voor de eerste keer mag ik in de modder ploeteren. Ik voel de modder tussen mijn tenen glibberen en wanneer ik naar mijn voeten kijk zie ik het verschil niet meer tussen mijn voeten en de wegen. Ik geniet ervan en beleef er plezier aan, zeker wanneer David mij filmt in ik plots dieper zak.

In Arbouse wandel ik verder naar Chateaudun waar een pelgrims gîte open is. David wandelt nog wat verder en zal stoppen daar waar hij moe is. Dit is één van de voordelen wanneer men in een tent slaapt of onder de sterrenhemel.
In Chateaudun ontmoet ik terug Guy….in een nette spartiaanse herberg. En Guy… hij klaagt.

De dagen gaan voorbij. Iedere dag geniet ik van al het moois die mijn weg kruist, van de ontmoetingen, de gesprekken en op mijn beurt eens te mogen koken voor een pelgrim. Zo kook ik op een rustdag, in Lao Refuge (La Charité sur Loire) voor Guy en nodig ik ook Nadia uit, de eigenares van de refuge.

Een gesprek met Guy. “J’adore ce gîte, il est super. La simplicité.” “Oui… Mais”… en Guy klaagt. “Guy, il y a une chose qui m’échappe. Vos yeux raconte tellement le contraire de ce que tu partage. Je vois de la joie dans tes yeux et chaque fois dans tes partage il y a beaucoup de ‘oui, mais….’. Het komt zacht binnen bij Guy, hij kijkt me teder aan. Verbondenheid.
In de namiddag komt een jong koppel aan zij komen van richting Nantes en Assisi. Ik heb de laatste tijd al zoveel jongeren mogen ontmoeten. Allen tussen 20 en 28 jaar… en wat dragen ze een wijsheid in zich, het is zalig om horen. Met hen gaan we een nieuwe toekomst tegemoet.

Vroeg in de morgen, na de bakker, richting de bar voor een koffie. Eén tafeltje, 2 stoelen. “Bonjour monsieur, est ce que cela vous gêne si je me join à vous ?” “À non, pas du tous, au contraire en pourras parler de chemin !”. Telkens wanneer ik over de Weg praat zie ik ontroering in zijn ogen. “Oh, peut être un jour je ferais le chemin. ..”, er volgt een stilte. Een tachtig jarige die absoluut zijn leeftijd niet draagt. Wanneer ik opsta om mijn koffie te betalen deelt de man, “non non, c’est pour moi. Vraiment c’est avec un grand plaisir. Le partage ma touché”, oogvocht vult zijn ogen, zijn Iris veranderd van vorm als een zachte golf in de zee met opgaande zon. “Allez va va”, met een trilling in zijn stem. Ik groet hem. Roland.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Charité sur-Loire

En route…

Canal du Nivernais

Na een pauze van 10 dagen neem ik terug de rugzak. Deze keer niet richting Nevers – zoals in 2014 – wel richting Bourges voor een ‘Tour de Vézelay’, een weg van zeven dagen stappen gecreëerd door Huberta en Arnout van de pelgrims herberg ‘L’ esprit du chemin’ gelegen op de weg van Nevers. Zoals velen al weten hoe mijn wandelwegen zich creëeren, nl. dat alles in beweging is en een planning vanuit de ‘mind’ andere wendingen kan aannemen wanneer men in verbondenheid, in het Nu, in de voorzienigheid leeft. Zo wordt het me al snel duidelijk dat het rondje Vézelay niet kloppend is en ik richting het Zuiden wordt getrokken.

Wanneer de pelgrim aan komt kloppen voor info ivm met de Lemovicensis ( één van de oudste historische routes naar Compostella, met als startpunt Vézelay) krijgt een ‘hospitalier’ (een persoon die pelgrims verwelkomt, een luisterend oor is en zorg draagt voor de plaatsen die de pelgrim ter beschikking ontvangt zoals keuken, slaapplaats) vaak de vraag ga ik via Bourges of via Nevers.
Vandaag zou ik antwoorden met volgende vragen:

  • hou je van veiligheid en natuur?
    Dan zeg ik alvast voor het begin ga tot in La Charité sur Loire (op de camino/GR654) en maak pas van hieruit je keuze.

Via veld- en boswegen verlaat ik Vézelay. Ergens in de hoogte op een heuvel draai ik me om en zie ik de basiliek achter me. Hoewel ik al twee kilometer verwijderd ben is het alsof ze heel dichtbij is. Een totaal ander gevoel, gewaarwording dan via Saint-Père, daar waar ze zo veraf lijkt te zijn en toch met dezelfde aantal kilometers verwijderd…. Weg is ze nooit meer.

De voorbije regen heeft de natuur heel veel deugd gedaan. Ik geniet van de rust die de natuur met zich meebrengt en heel snel voelbaar is in het lijf. Eén van de beste manier om te herbronnen, energie op te doen na de drukte of wanneer je je evrnthes verloren voelt. De natuur bron van leven. Uren stap ik door het bos. In la Maison Dieu neem ik een pauze. Zwier mijn rugzak op de bank oef…. mijn lichaam is tevreden. Rond de deur van de kerk zijn heel oude sculpturen te zien het lijken allemaal maskers te zijn, wat toch wel bijzonder is.

Het landschap, de vergezichten zijn golvend en van een aangename zachtheid voor het oog. .. in de vroege avond steek ik de rivier de ‘Yonne’ over. Een aangenaam verzorgt huisje weet me te bekoren, telkens stel ik me dan de vraag ‘zou ik hier kunnen leven’ en beeld ik me zelf in de plaats en toch telkens voel ik… hoe aangenaam het mag zijn… neen… dit is belange nog niet aan de orde…en misschien wel nooit. En dit gevoel, het idee is voor mij vandaag ok en heb ik vrede mee genomen. Wat voel ik me thuis op de weg.
Langs het kanaal ‘du Nivernais’ wandel ik verder tot in Tannay waar een ‘gîte de pelerin’ is. Voor het slapen gaan genieten mijn verhitte voetzolen van een heerlijk koud bad en wanneer ik me horizontaal leg ben ik al heel snel in dromenland.

Klik HIER voor een kortfilm

Permaperegrina

Ik vul mijn dagboek aan en plaats een filmpje op het net. En bericht nog even met Sylvie van Radiocamino.

‘… Sylvie, j’espère que tu reprendra les chemin ainsi que beaucoup d’autre. La terre, le peuples à besoin des pèlerins.’
‘… C’est beau ce que tu dis “le monde a besoin de pèlerins”. J’aimerais tourner une vidéo sur ce thème. Tu peux m’en dire un peu plus ?’
‘… Plein de gents ce referme sur eux, et se sans bloquer à cause de tous les règlement. Un pèlerin bouge continuellement, pas simplement avec le corps mes tous son âme. Le pèlerin est un  exemple aujourd’hui pour montre que en vie sa liberté. Que tous suffit simplement de osé et prendre la desicion. Le pèlerin inconsiament mais dans son mouvement les gent ensemble.
Donc il vie le contraire de se que la société attend de lui. Ce n’est pas de la rebellie mais il écoute ce qui est beaucoup plus grand, bien au delà ce qui est touchable…’

Er wordt aan de deur geklopt, “Entree”, roep ik terwijl ik rechtsta en naar de deur toe wandel. Annenarie brengt mij een verse koffie, zo eentje met een laagje schuim erop. Heerlijk.

Mijn dagelijkse routine. Ik stop mijn slaapzak, donsvest, thermo slaapzak in elk zijn daarbij horend zakje. Sandalen aan, een lichte regenvest – die me vooral beschermd tegen de wind – muts, handschoenen, rugzak… Klaar is kees…
Oh, ja. Mijn wandelstokken nog.

Ik verlaat Bessy-sur-Cure richting Arcy-sur-Cure.
Op een geheven moment sta ik voor een fikse afdaling in het bos. Oeps, ik wordt gewaar dat ik wat in paniek ga. Ik blijf stilstaan en kijk wat rond me of er een andere mogelijkheid is. Neen.
“OK, Jasmine. Komaan. Hou je rustig, je kan het”, spreek ik mezelf de moed in.
“Komaan, het is jou denken die zegt dat het stijl is en stijl koppelt aan vallen. Als ik rustig en goed aftastend mijn voeten zet, dan heb ik geen reden om angstig te zijn”, verder de moed inspreken.
En ja hoor na een half kom ik beneden. Ik draai me om, “yes, I did it.”
Ik twijfel even of ik verder het bos intrek of kies voor de weg. Of ik kies voor angst of niet.
Zonder angst trek ik verder het bos in richting Vezelay.

Terwijl ik rustig verder stap denk ik terug aan het huisje die ik in de buurt van Vezelay zag. Een paar dagen geleden zag ik dat het verkocht werd. Een beetje ontgoocheld en spijtig. Ik zag het al helemaal voor me. Waar ik wat zou doen, welke materialen… mijn creativiteit was aan het bruisen.
“Jasmine,  je creativiteit stopt toch niet bij dit ene huis”, hihi, als je zolang op weg bent praat je wel eens tegen jezelf, hmm, ook als ik niet op weg ben.
Het belangrijkste is dat ik er plezier en vreugde heb aan beleefd en als ik daaraan terug denk voel ik zo terug de vreugde. En als het huisje verkocht is, dan is het omdat het zo moet zijn. Ik heb het volste vertrouwen dat de dingen zich aan mij zullen aanbieden in ‘right time, right place’.

In Tonnerre dichtbij de kerk stond een stenen bank, daarop lag een klein boekje en omdat het niet door de wind zou wegwaaien, een dikke steen erboven op. Ik liep ernaar toe. Ik voelde dat het boekje voor mij bedoeld was en nam het mee zonder enige twijfel, ‘Évangile selon Luc’.
‘Zou het me nu wel aanspreken, zou het me nu wel lukken om erin te lezen’, terwijl ik het even tussen mijn twee handen neem en daarna in mijn heuptasje steek.

Ik denk terug aan het huisje. Sluit even mijn ogen, en maak het stil binnenin. Spontaan stel ik een vraag, ‘Jezus aub, help mij inzicht te krijgen in het waarom het huisje er niet meer is. Wat is de betekenis, wat moet ik hiermee. Ik open me voor je, dank je’.
Hmm, is dit nu wat men een gebed noemt.
Ik wandel ondertussen verder. Neem de telefoon uit mijn heupzakje. Oh, ja het evangelie. Ik neem het vast en doe het lukraak open. Ik lees.

Il dit à un autre:
– Suis-moi. Mais celui-ci dit:
– Seigneur, permets-moi d’ aller d’abord ensevelir mon père. Jésus lui dit:
– Laisse les morts ensevelir leurs morts; mais toi, va annoncer le Royaume de Dieu.
Un autre encore dit:
– Je te suivrai, Seigneur; mais permets-moi de prendre d’abord congé de ceux qui sont dans ma maison. Jésus lui dit:
– Nul homme, qui après avoir mis la main à la charrue regarde en arrière, n’est propre pour le royaume de Dieu.

Après cela, le Seigneur en désigna aussi soixante-dix autres, et les envoya deux par deux devant lui dans toute ville et dans tout lieu où il devait lui-même aller. Il leur disait:
– La moisson est grande, mais il y a peu d’ouvriers ; suppliez donc le Seigneur de la moisson, affin qu’il pousse des ouvriers dans sa moisson. Allez; voici, je vous envoie comme des agneaux au milieu des loups. Ne portez ni bourse, ni sac, ni sandales; et ne saluez personne en chemin.
Mais, dans toute maison où vous entrerez, dites d’abord : Paix à cette maison ! Et s’il y a là un fils de paix, votre paix reposera sur elle, sinon elle retournera sur vous.

Euhhh… Frappant en dit na mijn delen met Sylvie en mijn vraag van daarnet.

Ik wandel verder richting Vezelay. Op een tiental kilometer vóór mijn aankomst zie ik la Colline Éternelle voor me. Mijn hart maakt een vreugdesprong. In ‘le Jarie’, vraag ik of ik gebruik mag maken van een tent om in het droge wat te kunnen uitrusten en eten. Ik krijg zelfs een fijn huisje aangeboden met een warm drankje.

De laatste kilometers… Via Asquins, de prachtige kapel van ‘La Cordelle’… een fikse stijging richting la basilique Marie Madeleine.
Tranen van vreugde.

’s Avonds deel ik nog de tekst aan Sylvie na mijn delen.

‘ … Et tu m’écris “le monde a besoin de pèlerins”‘
‘oui’
‘Tu envisages de devenir “permaperegrina” ?’
‘😊 C’est qoui’
‘Perma = tout le temps. Peregrina = pèlerine.’
‘Ah 🤣je pensé à la permaculture’
‘Il y a sûrement un lien. La permaculture vise à atteindre une société moins dépendante des systèmes industriels de production et de distribution. Et la permapèlerine, quel message veut-elle donner au monde ? Ton beau message d’hier était clair…’
‘🙏💖 Merci à toi’

Klik Hier voor bewegend beeld

Bessy-sur-Cure

Ik sluit de deur van de Gîte in Saint-Cyr-les-Colons en verlaat het dorp. Rechts van me een open landschap, links een huis met rondom rond een ellenlange hoge grijze muur in betonsteen. Hmm, amai zo een muur bouwen om je heen.
Een auto rijd uit.. blijft staan… Een vrouw stapt uit. “OH, je peut te demander une question sur tes bâton de marché ?” Ik heb nog geen tijd om te antwoorden en er komt al, “oh, tu va me dire va voir sur internet.” “Euh, non, pas du tous. Je veut bien vous aider.” “J” aimerais bien savoir comment en utilise des bâton… tu a envie de boire un café. Je t’invite ? “” oh, bhein pourquoi pas.”

” Asseyez vous, du café, du thé… Cette tasse sa vous va… Ou, une autre…De l’eau chaude du robinet, c’est bon… ” De snelheid dat de vragen naar me toekomen is als een snelheidstrein. Het beantwoorden als een locomotief, hihi.
” Je peut enregistré ce que vous partager”, vraagt de vrouw. “Si vous avez envie, pourquoi pas”, Ik heb er geen bezwaar in, als dit de vrouw goed doet waarom niet.
Een tal van verscheidene vragen komen naar me toe.
De vrouw deelt haar persoonlijk leven…
“Mon ami à étais voir un magnétiseur,parce que ils avait mal à la tête. Et le magnétiseur avez dit que c’était à cause de la voisine.”

Slik…

“C’est la raison pourquoi votre ami à construit l’énorme mur en béton ?” “Oui.” “Bhein didons, la cage est énorme.. Ne serait-ce pas le mouvement opposé qui serais important à faire. Ce libéré du mur autour et à l’intérieur de soi pour ce libéré du mal de tête.”

Na een uurtje ga ik terug op stap.
In Cravant herken ik een stukje van de camino in 2014. Niet de meest aangename plaats als je er als pelgrim gaat aankloppen in het gemeentehuis. De ontvangst is er helaas in zeven jaar niet op veranderd.
Wel altijd fijn om er met de plaatselijke handelaars te spreken. En een herinnering, waar ik toch wel heel fier op ben. Ik stak hier mijn laatste sigaret op. Yup, zeven jaar vrij van die vieze troep die ik in mijn lijf pompte. Geen afhankelijkheid meer.

Vanaf Cravant wandel ik terug in bossen en langs de rivier ‘la Cure’. Wat had ik de vogels en hun gezang gemist dd laatste dagen. Moe en voldaan kom ik aan in Bessy-sur-Cure. De laatste halte vóór Vézelay.

Oh j’ai froid, j’ai trop froid !” “Moi aussi, moi aussi !”, disent tous les petits frères et sœurs hérissons.
“Rapprochons-nous pour nous réchauffer.”
Mais les petits hérissons sont jeunes, ils n’ont pas l’expérience. Ils se piquent les uns contre les autres. Vite, ils s’écartent, puis se rapprochent, et se répliquent à nouveau. Finalement, l’un d’eux dit: “Rabattons nos épines !” Les petits hérissons couchent leurs épines sur leurs petits corps. Ils se serrent les uns contre les autres. Ils se sentent bien. La chaleur de chacun s’ajoute à l’autre. Les petits hérissons pourront passer l’hiver sans en mourir.

Parabole de Schopenhauer.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Saint-Cyr-les-Colons

Ik draai het vensterluik open… Kijk in de lucht, grijs en regen. Ik maak me spullen klaar, open mijn paraplu en vertrek richting de kapper.

Een jonge dame komt naar me toe en geeft me een kapstok. Ik hang er mijn regenvest op en plaats mijn rugzak ergens onder de toonbank.
Met een hip schortje neem ik plaats in de zetel. De jonge dame deelt iets over het oortje van haar dochter
Ik weet niet waarom ik voel dat ik iets met haar mag delen. “excusés moi, j’ai un peut suivi votre partage. C’est l’oreille gauche ou droite ? elle c’est blessé ?” “Oui, elle c’est percé le tympan il y un peu plus que un an. Maintenant le tympan est déjà guéri, mes elle n’arrête pas d’aller dans son oreille. C’est son oreille gauche.” “il y a une chose qui vient à travers moi que je sens que je doit vous partager. Gauche, que veut elle pas entendre, qu’est ce que elle refoule en elle… Comment est votre contact?” “Oh, en est très relié l’un à l’autre.” ” Elle vient de perdre quelqu’un ?” ” Oui, sa grand mère. Un peut plus que un ans. Et cela fait un bon bout de temps que en va chez le docteur pour son oreille et que le problème continue” “Et comment étais le rapport entre toi et ta maman?” Oh, ma mère est en moi. “… . Ze deelt me verder het verhaal… “Cherchez un peut cette direction. Tous pourez bien s’expliquer et ne vous inquiètes pas, le problème a sont oreille pourrais bien se résoudre après.”…
Wanneer ik voor de spiegel mag plaats nemen, zeg ik “tient pourquoi je vous est partagé tous cela. Je me souvient même plus pourquoi ou comment sur quoi notre conversation a débuté.” Hmm, en ook al weet ik niet meer van het waarom, een vol vertrouwen is aanwezig in dat wat ik gedeeld heb, ok is.

In de verte zie ik de mensen in de wijngaarden hun doodhout opbranden. Hier en daar staan kacheltjes tussen de wijnranken.
Ondertussen is de regen verdwenen en geniet ik van de dans tussen de zon en de dreigende wolken.

In een volgend dorpje komt de geur van de openhaard me tegemoet, het brandend hout mengt zich met de eerste bloeiende hyacinten. Een koekoek is hoorbaar op de achtergrond. Een man ledigt zijn emmer.
De groene bladeren van de tulpen en irissen zijn al goed zichtbaar, nu nog de bloemen.

Vroeg in de namiddag stap ik het gemeentehuis binnen van Saint-Cyr-les-Colons. Ik vraag of ik me even mag warmen in hun gîte municipale. Het onthaal is zo warm hartig dat ik beslis om er te blijven overnachten. Het weinig contact die we nog hebben is zo vreugdevol.
De vrouw toont mij de gîte, legt de verwarmingen aan en kijkt of er iets is als koffie of thee. Geeft me de sleutel, en verdwijnt terug achter haar bureau.

Ik lees wat reacties op mijn pagina, speel blokfluit en geniet van een heerlijke warme douche terwijl mijn was in de wasmachine aan het draaien is… tot ik plots in het donker sta in de douche… Hmm,. Op de tast zoek ik de rest van mijn kleren, niet veel, want de rest zit in de machine. Ik kijk even op straat, alle lichten branden nog. Ohoh… bij het zoeken naar de oorzaak, constateer ik dat de wasmachine de oorzaak is. Ik probeer even het omgekeerde, zet alle verwarmingen, koelkast uit. Tevergeefs.
Mijn was zit vast.
Ik bel een nummer. Een lieve vrouw zal bellen naar de burgemeester…
In een mum van tijd staat de burgemeester, de vrouw naar wie ik belde en een vakman in het huisje.
Terwijl ik op een krukje zit, zie ik een heen en weer geloop van de wasmachine naar de electriciteit kast. “En a un problème, votre linge est bloqué à l’intérieur.” “Oh, bhein ça, hihi, heureusement que je n’avez pas mi tous dedans. J’aurai étais bien ici.”
De spanning verdwijnt in de ruimte.
Finaal breekt men de deur open. Verdwijnt de burgemeester met mijn was, komt ze even terug met ‘un pâte de canard, deux œufs frais, un bout de pain et un dessert’. Later op de avond brengt ze mijn gewassen kledij terug en droog ik ze in de droogkast.
En zo werd mijn avond gevuld met fijne mensen, werd er gelachen mits de situatie.
Hoe fijn is dat stoppen waar het goed voelt, luisteren naar wat het leven je brengt en hierin keuzes maken.
Dankjewel wasmachine, hihi, je vulde onze avond met lachen, ook al wou je langer snoepen van mijn was.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Pierrette

Tonnerre

Ik verlaat het huis waar ik een nachtje mocht doorbrengen, ‘Une Maison pour femme victime de violence’ en breng de sleutel terug naar het gemeentehuis.
De straten zijn leeg. Op vele plaatsen hangt ergens aan een venster ‘À Vendre’. Een bloemenwinkel. Even binnen… ik kom buiten met twee roosjes met een kleurrijk raffia lint.

Het gemeentehuis van Tonnerre. “S’il vous plaît madame et merci pour votre aide hier soir et votre collègue ou puis je la trouvé…ah, je la vois”, en ik geef de andere roos aan de dame die doorheen het paperassen en protocol me naar het huis bracht nadat l’hébergement du presbytère weigerde te openen.
“Oh, mes c’est gentil. Ils fallait pas.” “C’est avec un grand plaisir et le plaisir de vous faire plaisir me fait plaisir.” Ik verlaat het gemeentehuis, in vreugde en fris voor een nieuwe dag.

Naar de bakker. Hmm, welkeen. Twee bakkers naast elkaar.
“Bonjour madame, je crois que c’est la première fois que je vois deux boulangerie l’un à côté de l’autre. Vous êtes la même maison ?” “Nonnon, en est deux boulangerie séparé. Cela a toujours étais comme cela. Depuis bien longtemps. Et cela ce passe bien, il n’y a j’amais u de guerre entre les deux”, weet de vrouw me te vertellen. Ondertussen bestel ik me ‘une Gougere’, dit is een soezendeeg met kaas erin. Terwijl ik betaal zeg ik, ” Bhein, C’est bien de entendre cela. Faire une porte entre les deux dans le mur, ce serait bien, non!” “A non, faut pas exagéré”, zegt de vrouw voor ik de winkel verlaat.

Tonnerre is een stad die mij niet echt aantrekt, de stad voelt wat somber aan. Donkere verborgen steegjes. Smalle doorgangen… en op veel plaatsen… sluikstort.

Ik neem een trap die me naar een heuvel zal brengen en kom op een open plein terecht. Ik kijk wat rond en zie dat onder mijn voeten, verborgen onder het nieuwe plein, een crypte aanwezig is. Helaas, gesloten. Ik draai rond op het plein, het doet me denken aan mijn eerste handwerk op school. Een rij smalle pitoreske huisjes in kruisjessteken.

Ik wandel langs wijnranken, de ene heuvel na de ander. In de verte zie ik daken, ik nader een dorp. Ik zoek de kerktoren.. plots zie ik dat de kleur van de kerktoren zich heeft vermengd met de natuur…verborgen.

Het dorpje Collan ligt in een diepte. Ik moet dringend naar het kleinste vertrek. Hmm, midden in een dorp is dit niet echt handig. Ik klop aan, “Bonjour madame, je cherche un endroit dans le village où je pourrais aller au toilet et me mettre un peut au chaud pendant que je mange”. “Aller à la salle municipale, le maire viendras vous ouvrir.” Ik ga tot aan de feestzaal, na een academisch kwartiertje en vooral voor mijn darmen die wat ongeduldig zijn, ga ik terug naar de vrouw. Met de telefoon in de hand, laat de vrouw me bij haar thuis binnen. We zetten beiden een masker op. Ik hoor dat ze nog aan de telefoon is met de burgemeester.
Uiteindelijk kan ik bij Pierrette wat uitrusten. Ze doet het verhaal van haar pas overleden broer, die gisteren werd begraven. We eten samen, zij in de zetel, ik aan tafel…Na haar warm knus huisje te hebben getoond, een koffie te hebben gedronken is het tijd om terug verder te trekken… Ik plaats mijn handen samen, kijk Pierrette aan en buig terwijl ik de Namaste groet doe. Ze gooit me nog een handkus… Ik hoor haar deur sluiten.

Ik verlaat dit aangenaam dorp en zie het al snel verdwijnen in het dal. Alsof het opgeslorpt is door de omliggende heuvels.
Mijn avond eindigt in Chablis.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Lumière

Ik klop aan de deur van het woonhuis. Een man met baard en bril doet open, brede voorovergebogen schouders, tussen zijn armen en zijn lijf lijkt het erop alsof er een luchtbal tussen zit die verhindert om zijn lichaam te laten ontspannen. Op tafel staat koffie. Ik zet me. Recht tegenover mij een kleine tengere stille vrouw. “Bonjour… “, en om de sfeer in het huis wat de doorbreken, “… les enfants sont parti à l’école ?”, vraag ik haar. We kunnen eventjes een gesprek aangaan tot de man een vraag stelt. Haar ogen richten zich terug naar beneden.
De man praat verder en een vraag die regelmatig naar me toekomt is ‘wat mijn werk is’. En van het één komt het ander. Van vaderstaat, naar het verschil tussen België en Frankrijk (hij is nl. van Belgische afkomst), naar geschillen in burenruzies… ‘dit zou van mij niet waar zijn’, naar advocaten, in gevecht gaan met het systeem, in gevecht met wat buiten zich afspeelt en continue bij die ander zijn en wijzen, omdat men denkt de waarheid in handen te hebben, zich verbergt achter wetten en regels om ze dan te gebruiken wanneer het ons uitkomt en ze ook graag overschrijden wanneer het ons uitkomt.
Ik luister en blijf zo goed mogelijk bij mezelf om me niet hierin te laten meeslepen.

Oh, wat ken en herken ik dit… het gevecht om ‘gelijk’, zie mij… , om een positie in te nemen alsof dit bijna een noodzaak of een moeten is om in een bepaald kader te passen. Terwijl dit beeld iets is die we buiten onszelf hebben waargenomen, en we dan nog eens in gevecht gaan tegen dit beeld die buiten onszelf was (en soms nog is) en eigen hebben gemaakt daar we van niet beters wisten. Het meegaan in het verhaal om erbij te willen horen, niet afgewezen te worden, gezien te worden, erin opgegroeid zijn….

De man weet me ook te delen, dat de huidige situatie hem zwaar begint te wegen. Hij doet dit door een verhaal van een vrouw te vertellen die in zijn ogen sterk was, een ‘plantrekker’, zoals hij het verwoord. Door dit beeld te schetsen komt hij plots bij zichzelf en deelt hij, “je n’est jamais pensé que un jour ou autre la dépression viendrais si près et frapper à ma porte. Je crois que je n’en suis pas loin”. Terwijl hij dit deelt zie ik zijn lichaam zachtjes zakken, zijn stem wordt zachter… zienderogen veranderd zijn lichaam.

Is dit niet de beweging, het beeld, die velen vandaag krijgen en maken. Is dit niet eigen aan de tijd! (al altijd wel geweest, maar nu op groter vlak.)

Aan de ene kant het blijven aan de touwen trekken, in gevecht blijven gaan om niet te verliezen, om gelijk te krijgen omdat men denkt de waarheid in handen te hebben.
En aan de andere kant zich klein maken, volgzaam zijn omdat men denkt ‘ze zullen wel gelijk hebben’.
In beide gevallen zijn ze nefast voor het individu.

Zien we niet de muren rond ons in elkaar zakken, zien we niet de externe maatregelen wankelend worden, en gaat men vanuit de instantie deze gaan bestrijden door de ander extreem kort te wieken in een manipulerend en onder de noemer ‘zorg voor elkander’ reklame, dit zou ik kunnen noemen zacht-geweld, het blijft geweld.
Is dit niet een vorm van angst die zich laat tonen, waarin we in gevecht of onderdanigheid gaan om de schijn-veiligheid die ons wordt aangeboden vanuit een controlende beweging vertrokken uit angst. Is dit niet wat vandaag wereld wijd aan het gebeuren is.

Terwijl het belangrijk is net vandaag, en liever gisteren dan morgen om naar binnen te keren en vandaaruit terug naar buiten te komen. Trouw aan zichzelf en niet wat ons in het strot werd en wordt geduwd, mijn excuses voor mijn uitspraak, ik vind geen ander woord om te duiden.
Ik zou hier misschien verder kunnen op ingaan. Dit zal ik niet doen, omdat ik daar allang niet meer voor kies. Ik wil hier ook niet een waarheid verklaren, wel een delen die ‘door’ meheen komt in het Nu.

“Oh, vous savez cela fait bien longtemps que je ne crois plus dans ce mouvement de combats. J’ai vue, je vois des gents ce détruire, l’un et l’autre. Mes surtout soi même à petit feu.
Je reconnais ton histoire, car j’y suis passer par la.
Et dans le passer j’ai reçue une cage en or, le jour où j’ai ouvert la petite porte de la cage, je me suis donner la chance de trouvé l’or à l’intérieur de moi. Lumière qui est en moi, en toi en vous.
Je ne crois que dans ce chemin qui nous enmenne vers la liberté et le bonheur. Je pourrais peut-être bien appeler cela ‘Un combattons de Lumière,’ . Et où le mots combats prend toute une autre valeur.
Car combattre n’est plus nécessaire… être Lumière.

Een strakke wind… een fijne regen als een voilengordijn… mijn paraplu…
Als een schipper die zijn zeil optrekt… ‘direction bon-port, direction le soleil’.

Als een schipper die de keus maakt waar hij naartoe wenst, rekening houden met de natuurelementen en aandacht wens te geven aan de vloeiendheid des levens en niet aan wat een schip doet wankelen.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Jaune

PilPoil et Solinne

Samen met Solinne en PilPoil maken we een ochtendwandeling in het rustige dorp Unienville. Al vroeg in de morgen weet Solinne me het één en het ander te vertellen, een echte spraakwaterval. Wat een fijne meid.

In Amance splitst de GR654 (Vézelay – CAMINO Compostella) en de GR145 (VIA Francigena – Rome).

Aan een heel oude schuur, zie ik een greppel gegraven. Mijn nieuwsgierigheid doet me stoppen. Ik vraag een man wat hij doet uit interesse.
Momenteel ben ik een beweging aan het volgen om eventueel een klein stekje aan te kopen in Frankrijk. Ik zie wel, niets moet, alles kan. Benieuwd wat het me zal brengen.

Hier en daar mag ik op deze grijze dag geel zien in de tuinen. Hihi, als ik nog terug denk aan lang geleden, waar ik een allergie had aan het kleur geel in de tuin. Ik volgde zo een 25 jaar geleden een cursus tuinarchitectuur. Enkel roos, paars en wit mocht aanwezig zijn in mijn tuin. Liefs alles afgestemd en onder controle willen houden… Geel, o, neen. Ik koppelde dit als ‘ouderwets’.
Gelukkig is alles veranderlijk en in beweging en kan ik me vandaag niet meer inbeelden dat ik een in vakjes tuin nog zouden hebben… Zo puur mogelijk. Jaune soleil, jaune Lumière, jaune qui rayonne, jaune en moi.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Je vous souhaite des rêves à n’en plus finir
et l’ envie furieuse d’en réaliser quelques-uns.
Je vous souhaite d’aimer ce qu’il faut aimer
et d’oublier ce qu’il faut oublier.
Je vous souhaite des passions,
je vous souhaite des silences.
Je vous souhaite des chants d’oiseaux au réveil et des rires d’enfants.
Je vous souhaite de respecter les différences des autres,
parce que le mérite et la valeur de chacun sont souvent à découvrir.
Je vous souhaite de résister à l’enlisement, à l’indifférence et aux vertus négatives de notre époque.
Je vous souhaite enfin de ne jamais renoncer à la recherche, à l’aventure, à la vie, à l’amour, car la vie est une aventure, et nul de raisonnable ne doit y renoncer sans livrer une rude bataille.
Je vous souhaite surtout d’être vous, fier de l’être et heureux,
Car le bonheur est notre destin véritable.

Jacques Brel