
Ik verlaat het huis waar ik een nachtje mocht doorbrengen, ‘Une Maison pour femme victime de violence’ en breng de sleutel terug naar het gemeentehuis.
De straten zijn leeg. Op vele plaatsen hangt ergens aan een venster ‘À Vendre’. Een bloemenwinkel. Even binnen… ik kom buiten met twee roosjes met een kleurrijk raffia lint.
Het gemeentehuis van Tonnerre. “S’il vous plaît madame et merci pour votre aide hier soir et votre collègue ou puis je la trouvé…ah, je la vois”, en ik geef de andere roos aan de dame die doorheen het paperassen en protocol me naar het huis bracht nadat l’hébergement du presbytère weigerde te openen.
“Oh, mes c’est gentil. Ils fallait pas.” “C’est avec un grand plaisir et le plaisir de vous faire plaisir me fait plaisir.” Ik verlaat het gemeentehuis, in vreugde en fris voor een nieuwe dag.
Naar de bakker. Hmm, welkeen. Twee bakkers naast elkaar.
“Bonjour madame, je crois que c’est la première fois que je vois deux boulangerie l’un à côté de l’autre. Vous êtes la même maison ?” “Nonnon, en est deux boulangerie séparé. Cela a toujours étais comme cela. Depuis bien longtemps. Et cela ce passe bien, il n’y a j’amais u de guerre entre les deux”, weet de vrouw me te vertellen. Ondertussen bestel ik me ‘une Gougere’, dit is een soezendeeg met kaas erin. Terwijl ik betaal zeg ik, ” Bhein, C’est bien de entendre cela. Faire une porte entre les deux dans le mur, ce serait bien, non!” “A non, faut pas exagéré”, zegt de vrouw voor ik de winkel verlaat.
Tonnerre is een stad die mij niet echt aantrekt, de stad voelt wat somber aan. Donkere verborgen steegjes. Smalle doorgangen… en op veel plaatsen… sluikstort.
Ik neem een trap die me naar een heuvel zal brengen en kom op een open plein terecht. Ik kijk wat rond en zie dat onder mijn voeten, verborgen onder het nieuwe plein, een crypte aanwezig is. Helaas, gesloten. Ik draai rond op het plein, het doet me denken aan mijn eerste handwerk op school. Een rij smalle pitoreske huisjes in kruisjessteken.
Ik wandel langs wijnranken, de ene heuvel na de ander. In de verte zie ik daken, ik nader een dorp. Ik zoek de kerktoren.. plots zie ik dat de kleur van de kerktoren zich heeft vermengd met de natuur…verborgen.
Het dorpje Collan ligt in een diepte. Ik moet dringend naar het kleinste vertrek. Hmm, midden in een dorp is dit niet echt handig. Ik klop aan, “Bonjour madame, je cherche un endroit dans le village où je pourrais aller au toilet et me mettre un peut au chaud pendant que je mange”. “Aller à la salle municipale, le maire viendras vous ouvrir.” Ik ga tot aan de feestzaal, na een academisch kwartiertje en vooral voor mijn darmen die wat ongeduldig zijn, ga ik terug naar de vrouw. Met de telefoon in de hand, laat de vrouw me bij haar thuis binnen. We zetten beiden een masker op. Ik hoor dat ze nog aan de telefoon is met de burgemeester.
Uiteindelijk kan ik bij Pierrette wat uitrusten. Ze doet het verhaal van haar pas overleden broer, die gisteren werd begraven. We eten samen, zij in de zetel, ik aan tafel…Na haar warm knus huisje te hebben getoond, een koffie te hebben gedronken is het tijd om terug verder te trekken… Ik plaats mijn handen samen, kijk Pierrette aan en buig terwijl ik de Namaste groet doe. Ze gooit me nog een handkus… Ik hoor haar deur sluiten.
Ik verlaat dit aangenaam dorp en zie het al snel verdwijnen in het dal. Alsof het opgeslorpt is door de omliggende heuvels.
Mijn avond eindigt in Chablis.
Klik HIER voor een kortfilmpje
Lieve Jasmine. Dankjewel voor de rozen. Ik zie je het doen, met een glimlach op jouw en hun gezicht. Ik zie je ook bezig in de bakkerij. Mooie zachtsterke mens. Knuffel
Lieve Peter, dankjewel lieve vriend. Een fijne dag, veel liefs
🙏💖