Lumière

Ik klop aan de deur van het woonhuis. Een man met baard en bril doet open, brede voorovergebogen schouders, tussen zijn armen en zijn lijf lijkt het erop alsof er een luchtbal tussen zit die verhindert om zijn lichaam te laten ontspannen. Op tafel staat koffie. Ik zet me. Recht tegenover mij een kleine tengere stille vrouw. “Bonjour… “, en om de sfeer in het huis wat de doorbreken, “… les enfants sont parti à l’école ?”, vraag ik haar. We kunnen eventjes een gesprek aangaan tot de man een vraag stelt. Haar ogen richten zich terug naar beneden.
De man praat verder en een vraag die regelmatig naar me toekomt is ‘wat mijn werk is’. En van het één komt het ander. Van vaderstaat, naar het verschil tussen België en Frankrijk (hij is nl. van Belgische afkomst), naar geschillen in burenruzies… ‘dit zou van mij niet waar zijn’, naar advocaten, in gevecht gaan met het systeem, in gevecht met wat buiten zich afspeelt en continue bij die ander zijn en wijzen, omdat men denkt de waarheid in handen te hebben, zich verbergt achter wetten en regels om ze dan te gebruiken wanneer het ons uitkomt en ze ook graag overschrijden wanneer het ons uitkomt.
Ik luister en blijf zo goed mogelijk bij mezelf om me niet hierin te laten meeslepen.

Oh, wat ken en herken ik dit… het gevecht om ‘gelijk’, zie mij… , om een positie in te nemen alsof dit bijna een noodzaak of een moeten is om in een bepaald kader te passen. Terwijl dit beeld iets is die we buiten onszelf hebben waargenomen, en we dan nog eens in gevecht gaan tegen dit beeld die buiten onszelf was (en soms nog is) en eigen hebben gemaakt daar we van niet beters wisten. Het meegaan in het verhaal om erbij te willen horen, niet afgewezen te worden, gezien te worden, erin opgegroeid zijn….

De man weet me ook te delen, dat de huidige situatie hem zwaar begint te wegen. Hij doet dit door een verhaal van een vrouw te vertellen die in zijn ogen sterk was, een ‘plantrekker’, zoals hij het verwoord. Door dit beeld te schetsen komt hij plots bij zichzelf en deelt hij, “je n’est jamais pensé que un jour ou autre la dépression viendrais si près et frapper à ma porte. Je crois que je n’en suis pas loin”. Terwijl hij dit deelt zie ik zijn lichaam zachtjes zakken, zijn stem wordt zachter… zienderogen veranderd zijn lichaam.

Is dit niet de beweging, het beeld, die velen vandaag krijgen en maken. Is dit niet eigen aan de tijd! (al altijd wel geweest, maar nu op groter vlak.)

Aan de ene kant het blijven aan de touwen trekken, in gevecht blijven gaan om niet te verliezen, om gelijk te krijgen omdat men denkt de waarheid in handen te hebben.
En aan de andere kant zich klein maken, volgzaam zijn omdat men denkt ‘ze zullen wel gelijk hebben’.
In beide gevallen zijn ze nefast voor het individu.

Zien we niet de muren rond ons in elkaar zakken, zien we niet de externe maatregelen wankelend worden, en gaat men vanuit de instantie deze gaan bestrijden door de ander extreem kort te wieken in een manipulerend en onder de noemer ‘zorg voor elkander’ reklame, dit zou ik kunnen noemen zacht-geweld, het blijft geweld.
Is dit niet een vorm van angst die zich laat tonen, waarin we in gevecht of onderdanigheid gaan om de schijn-veiligheid die ons wordt aangeboden vanuit een controlende beweging vertrokken uit angst. Is dit niet wat vandaag wereld wijd aan het gebeuren is.

Terwijl het belangrijk is net vandaag, en liever gisteren dan morgen om naar binnen te keren en vandaaruit terug naar buiten te komen. Trouw aan zichzelf en niet wat ons in het strot werd en wordt geduwd, mijn excuses voor mijn uitspraak, ik vind geen ander woord om te duiden.
Ik zou hier misschien verder kunnen op ingaan. Dit zal ik niet doen, omdat ik daar allang niet meer voor kies. Ik wil hier ook niet een waarheid verklaren, wel een delen die ‘door’ meheen komt in het Nu.

“Oh, vous savez cela fait bien longtemps que je ne crois plus dans ce mouvement de combats. J’ai vue, je vois des gents ce détruire, l’un et l’autre. Mes surtout soi même à petit feu.
Je reconnais ton histoire, car j’y suis passer par la.
Et dans le passer j’ai reçue une cage en or, le jour où j’ai ouvert la petite porte de la cage, je me suis donner la chance de trouvé l’or à l’intérieur de moi. Lumière qui est en moi, en toi en vous.
Je ne crois que dans ce chemin qui nous enmenne vers la liberté et le bonheur. Je pourrais peut-être bien appeler cela ‘Un combattons de Lumière,’ . Et où le mots combats prend toute une autre valeur.
Car combattre n’est plus nécessaire… être Lumière.

Een strakke wind… een fijne regen als een voilengordijn… mijn paraplu…
Als een schipper die zijn zeil optrekt… ‘direction bon-port, direction le soleil’.

Als een schipper die de keus maakt waar hij naartoe wenst, rekening houden met de natuurelementen en aandacht wens te geven aan de vloeiendheid des levens en niet aan wat een schip doet wankelen.

Klik HIER voor een kortfilmpje

2 gedachtes over “Lumière

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s