Grenzen

dav

Mon gps. Hola, pas de routes, j’ai oublié de les programmer. Je me comporte clairement comme un bleu avec cet appareil où dois-je découvrir autre chose. Ma mémoire visuelle m’aidera bien.

Je continue mon chemin le long de l’Escaut direction Renaix (Ronse). À hauteur de Pottes je quitte l’Escaut pour prendre le sentier GR. Un petit patelin. Une grande habitation attire mon attention. Est-ce un ancien couvent? À la grille en fer forgé, une grande pancarte jaune, une photo et des petites lettres, me font supposer que c’est à vendre. Vingt-cinq chambres, salle à manger, cuisine… mon imagination me joue des tours. Glycines, roses, Verbena Bonariensis, roses trémières, lavandes… des volets couleur pastel. Du chêne, de la pierre bleue et beaucoup de matériaux naturels. Une grande salle de travail. Trois générations. Un projet de cohabitation. Des gens qui viennent et repartent.

Je continue ma marche. La maison disparait de ma vue. Un sentier étroit le long d’une clôture. Un berger allemand et un chien avec plein de touffes de poils détachées. Négligés. Des aboiements sans fin, une grosse queue, le poil redressé et de grandes canines m’empêchent d’avancer. Je m’adresse aux chiens. L’aboiement est plus fort que ma voix.

Je me sens clouée au sol. Je me demande comment faire pour arriver de l’autre côté. J’essaie de calmer les chiens en étant moi-même calme. Cela ne réussit pas. Je hausse la voix pour couvrir celle des chiens. Ça ne marche pas non plus. Autorité contre autorité. Non, Jasmine comme cela tu n’y arriveras pas, me dit une petite voix intérieure. Quelque part mon corps sait comment faire pour parvenir de l’autre côté. Je reste sur place et ramène mon attention à l’intérieur de moi.

Je sens une énergie monter le long de mes jambes, de mon bassin, mon ventre. D’une voix profonde, pleine et douce je dis, “Stop, ça suffit.” Je mets mes limites. Ma peur s’en va. La confiance s’installe. Les chiens se calment. Un premier pas puis un second, troisième…chaque fois reprenant force intérieurement. Un des chien s’avance quelque peu. Enfin après  une demi-heure je me retrouve de l’autre côté, j’ai parcouru vingt mètres. Les chiens sont à mes côtés. Reconnaissante pour l’évènement. Reconnaissante de voir que j’arrive à mettre mes limites.

Il s’est mis à pleuvoir. Les hauts peupliers me protègent. Après un parcours fatiguant et un long bout de route en transport en commun j’arrive à Gent. Contente d’être à la maison. Une douche bien chaude. Demain le kiné. Samedi je repars direction Ternat pour trois jours de volontariat à ‘Litha fest’ (festival pour le solstice d’été). Mardi je continue mon chemin, au départ de Dworp, juste sous Bruxelles direction Luxembourg.

GPX Bestand Mont d’enclus à Renaix/ Kluisbergen naar Ronse

Grenzen

Mijn gps. Oeps, geen route, die ben ik vergeten in te brengen in het toestel. Duidelijk nog een groentje met dit toestel of zou ik iets anders mogen ontdekken. Mijn visueel geheugen zal me wel helpen. Langs de Schelde zet ik mijn weg verder richting Ronse. Ter hoogte van Pottes verlaat ik de Schelde en volg ik verder het GR-pad. Een klein gehucht. Een grote woonst trekt mijn aandacht. Zou dit een klooster geweest zijn? Een groot geel bord, een foto en kleine letters aan het smeden hek doen me vermoeden dat het te koop is. Vijfentwintig kamers, eetzaal, keukens… Mijn fantasie slaat op hol. Blauwe regen, rozen, Verbena, stokrozen, lavendel… Pastelkleurige luiken. Eik, blauwsteen… veel natuurlijk materiaal. Een grote praktijkruimte. Drie generaties. Een samenwoonproject. Mensen die komen, mensen die gaan.

Ik stap verder. Het huis verdwijnt uit mijn zicht. Een smal pad langs een omheining. Een Duitse herder en een hond met allemaal loszittende plukken. Onverzorgd. Het continue geblaf, een dikke staart, een rechtopstaande vacht en grote hoektanden houden me tegen om vooruit te gaan. Ik spreek de hond aan. Het geblaf klinkt boven mijn stem. Ik voel me verankerd aan de grond. Hoe zal ik aan de andere kant geraken, stel ik me de vraag. Ik probeer de honden tot rust te brengen vanuit rust. Het lukt me niet. Ik verhoog mijn stem om me boven de hond te plaatsen. Ook dit lukt niet. Autoriteit tegen autoriteit. Neen Jasmine, zo zal je er niet geraken, weet een klein stemmetje me te vertellen. Ergens voel ik in mijn lijf dat de manier waarop ik aan de overkant kan komen me niet onbekend is. Ik blijf staan en breng mijn aandacht naar binnen. Vanuit mijn benen, bekken en buik voel ik een energie stijgen. Met een diepe volle en zachte stem zeg ik, “Stop, het is genoeg geweest.” Ik stel mijn grens. Mijn angst verdwijnt. Vertrouwen is voelbaar. De hond wordt rustig. Een eerste stap, een tweede, derde… telkens opnieuw herhalend, vanuit het gevoel in mijn lijf. De hond wandelt een stuk naar voren. Eindelijk na een half uur raak ik aan de overkant, amper twintig meter overbrugt. De hond aan mijn zijde. Ik ben dankbaar om het gebeuren. Dankbaar te beseffen dat grenzen stellen mogelijk is.

Het is beginnen regenen. De hoge populieren beschermen me. Na een vermoeiende tocht en een lange rit met het openbaar vervoer kom ik aan in Gent. Tevreden thuis. Een warme douche. Morgen kiné. Zaterdag terug vertrek richting Ternat voor drie dagen vrijwilligerswerk op ‘Litha Fest’ (Festival voor de zomerzonnewende). Dinsdag zet ik mijn tocht verder vanaf Dworp, net onder Brussel richting Luxemburg.

Raftje

Raf

Half acht, het ochtendgebed. De klank van de gezongen gebeden is zo mooi dat mijn eigen stem niet vrij komt. In stilte geniet ik mee. Aan het ontbijt een onverwachte fijne ontmoeting, Hilde, een vriendin. Rond tien uur ben ik in Torhout. Het marktplein wordt omgebouwd voor het vertrek van de ‘Nacht van West-Vlaanderen’. Aan de apotheek, een groep mannen allemaal rond de leeftijd van tachtig jaar. Ik stap naar hen toe. De één al wat plezanter dan de ander. Eén springt er werkelijk uit, een echte stand-up comedian. Ik vraag zijn naam. “Aerts Raphaël, voor de vrienden, Raphaël. Moar min vrouwke noemt me Raftje”, antwoordt hij me met pretoogjes. Of hij werkelijk Aards-Raphaël heet, laat ik in het midden. Deze naam draagt hij goed. “Tis goe, meug ik Raftje zeggen”, zeg ik met een knipoog terug. “Das goe moa nie zeggen aan min vrouwtje hé!” En zo blijven de gesprekken een uur duren en hebben we samen veel plezier. Ik neem een beeld van hen en een van Raftje. “En woa goa je doar mee doen”, vraagt een andere man. Met mijn hand naast mijn mond ga ik richting het oor van Raftje en fluister “tis voor op mijn nachttafel”, zodat de anderen het ook kunnen horen. “Jaja, we zin bekend van ‘Iedereen beroemd’ enne van …”, zegt één van de mannen met grote fierheid. En zo verlaat ik al zwaaiend deze hechte mannengroep op de markt van Torhout.

Na Torhout, naar de Sint-Jacobskerk van Lichtervelde en Gits. Langs open velden en weiden kom ik aan in Kortemark. Een wagen vertraagt. Een korte kennismaking en een onverwachte uitnodiging voor een overnachting. Twijfel. Ik blijf nog even doorstappen. In het centrum van Kortemark ga ik op zoek naar het adres van de onverwachte uitnodiging. Bij Annemie en Erik. Een bad, een heerlijke maaltijd, een wasmachine en een goede nachtrust staan op me te wachten.

GPX Bestand Groenhove – Kortemark

Raf

Sept heure et demie, la prière du matin. Le son des chants religieux est si beau que ma voie en reste muette. Je me réjouis en silence. Au petit déjeuner une rencontre inattendue et bien agréable; Hilde, une amie.

Aux environs de dix heures j’arrive à Torhout. La place est transformée pour le départ de la ‘Nuit des Flandres’. A hauteur de la pharmacie, un groupe d’hommes, tous octogénaires, les uns plus rigolos que les autres. Je m’en approche. L’un d’eux se distingue vraiment, un vrai humoriste. Je lui demande son nom. “Aerts Raphaël, Raphaël pour les amis. Mais ma femme m’appelle Raftje”, me dit-il avec un regard coquin. Je laisse, la question de savoir si Aerts Raphaël est son vrais nom, de côté. Il porte bien son nom. Je lui demande avec un clin d’œil, “je peux t’appeler Raftje.” “Bien sûr, mais ne dit rien à ma femme, hein!” La conversation continue sur le même ton durant près d’une heure et nous avons bien du plaisir ensemble. Je prends une photo du groupe et une de Raftje. “Et qu’es ce que tu vas en faire”, me demande l’un d’entre eux. En mettant ma main devant ma bouche, je souffle dans l’oreille de Raftje de façon à ce que les autres puisent l’entendre, “C’est pour sur ma table de chevet”. “Oui, oui nous sommes célèbres, tu sais, nous passons dans l’émission ‘Iedereen beroemd’ et de… “, dit l’un d’entre eux avec une certaine fierté. C’est comme cela que je quitte, avec un signe de la main, ce groupe d’hommes au marché de Torhout.

Après Torhout, les églises Saint-Jacques de Lichtervelde et de Gits. Longeant des plaines et des prés, j’arrive à Kortemark. Une voiture ralentit. Une brève entrevue et une invitation inopinée pour passer la nuit. Hésitation. Je continue encore un peu à marcher. Au centre de Kortemark je vais à la recherche de l’adresse reçue de façon inattendue. Chez Annemie et Erik. Un bain, un repas délicieux, un lave-linge et un bon sommeil m’attendent.