31 en 71

Liggend op het gras, kijkend naar de sterrenhemel en luisterend naar de krekels, denk ik aan Egypte, Luxor. Alsof het gisteren was. We zijn ondertussen drie maand verder.
Op een dag hadden Els – een Belgische vrouw wonende in Luxor – en ikzelf gekozen om samen naar de andere kant van de Nijl te gaan om boodschappen te doen en iets te gaan eten.
In een klein fair-trade winkeltje werden we verwelkomt door een lieve jonge dame. Haar mama, zat zo stil in een hoek dat ze me niet was opgevallen. Ik keek wat rond naar de artisanale spulletjes. Hoewel ikzelf geen nood had aan spullen zeker wanneer je geen huis hebt en minimaal leeft, voel ik me aangetrokken tot prachtige azuurblauwe mondgeblazen glazen. Ik neem er spontaan eentje vast en zeg ‘och, voor in mijn huisje’. Ik was verwonderd van wat ik zei. ‘Een huis en ik heb er geen! ‘, zeg ik tegen Els. Ik voelde echter dat de uitspraak kloppend was tot in mijn buik. Een begin van een nieuwe fase kwam aan het licht.

De weken gingen voorbij en ik werd me meer en meer bewust van wat Egypte me bracht. De Djed, de vleugels, de slang, de Lotus, de Dendera tempel
Zelfs in Egypte bleven de cijfers 31 en 71 zichtbaar, hoewel onze taal er niet is, vond iemand het leuk om me via mijn gsm’s wat te plagen. Wanneer ik op mijn ene telefoon keek – die dienst doet als telefoon en internet – bijvoorbeeld 31 zag duwde ik hem weg omdat ik het niet wou zien. Dan nam ik de andere – die dienst doet als caméra- en zag 71 staan. Ik werd er pieponnozel van. Weglopen was duidelijk niet mogelijk, hihi.
Ik verbleef in Luxor 3 weken in éénzelfde huisje naast Samir mijn buurman. Hoewel het contact herleid werd naar een goede dag, het delen van onze dag op de hoek van de straat, een glaasje drinken. Iedere dag kwam ik hem ergens tegen en wachtte hij me op met een grote hartgedragen glimlach. Als ik eraan terug denk voel ik vreugde, zie en hoor ik zijn glimlach en vooral voel ik een heel nauwe verbondenheid met hem. Twee vertrouwde zielen die elkander terug hebben ontmoet. Tijdens die drie weken zag ik voortdurend 11:11 die terug kwamen. Ik wordt me nu bewust terwijl ik erover schrijf dat deze verdwenen zijn en zachtjes uitgedoofd zijn op mijn weg richting Europa.
Ik genoot in het huur huisje van het koken, van het op bezoek gaan, te verwelkomen, boodschappen doen…
Zo groeide de weg stilletjes aan naar een woonst.

De weg naar een vaste plaats kreeg verschillende vormen in mijn gedachten. In Egypte blijven, want ik voelde de fijne diepverbonden band tussen Samir en mij. Deze band was voor mij duidelijk op zielsniveau en voel dat balans tussen het ratio, het hart en het lichaam mij helpen om het in een andere vorm die onbegrenst en vrij is neer te zetten en te transformeren in de niet tastbare en tastbare materie.

Rond ‘Magdala ‘ gaan wonen dicht bij de fraternitéit om hen af en toe te helpen. Voor diegene die me nog niet lang volgen.
Ik werd richting ‘Magdala’ geduwd na een droom met het woord ‘Mira‘. Ik ben daar het afgelopen jaar op regelmatige basis geweest. De plaats, de mensen toonde me op verschillende manieren dat intreden niet mijn weg was, wel mijn eigen weg te blijven volgen en naast en met hen een weg samen af te leggen. Niets gebeurd zomaar.

En toen hoorde ik mijn vader die hulpbehoevend werd en stelde hem voor om samen te wonen. Na een ja te hebben ontvangen en met een open hart naar hem toe te zijn gegaan werd ik op een sluwe manier de deur gewezen. Het meisje in mij had blijkbaar nog een les te leren. En hoewel ze pijnlijk was, zie ik vandaag welke nut ze heeft gehad en kan ik in dankbaarheid mijn weg verder.

Het leven toonde me duidelijk dat dit niet de wegen waren die ik diende te nemen.
En voor mij is het allang duidelijk dat iets doen vanuit een zeker opvoeding regel, iets zoeken omdat het op één of andere manier ons zo aangeleerd en getoond wordt, het toch niet tot stand komt. Het zoeken naar een woonst greep me letterlijk bij de keel waardoor ik besefte dat mijn weg vertrouwen is en dat het leven mij gewoon zal schenken wat ik nodig heb. Dus bleef ik verder surfen op de zalige golven van het leven.
En zo kwam ergens vanuit het niets een prachtig levensgeschenk.
Egens in augustus zei een hartsvriendin me terwijl we gezellig aan het tafelen waren, “oh, ik denk nu aan iets. Ik ken een huisje die echt voor jou zou zijn.”
En zo rolde een balletje en kreeg ik rond 15 augustus een beeld te zien van een huisje. Als mijn bekken het met woorden of klanken had kunnen uitdrukken was het oneindig hoorbaar. Ik kan er geen woorden opkleven, één iets was duidelijk mijn lichaam had geen twijfel en ik kreeg een volle ‘JA’ op het leven, het huisje en nog zoveel meer. Ik vertrouwde zo wat ik voelde, gebeurde, dat het zelfs overbodig was om het huisje eerst te zien voor ik ja zei.
En zo begreep ik ook mijn terugkerende 31 en werd ik gewaar wat de 71 betekent.

Felouka

Ik open de deur van mijn slaapkamer.
Een zwarte poes komt voorzichtig aangewandeld. Ze ziet er wat magertjes uit. Ik wandel naar de buitenkeuken en open een blik tonijn die ze zal weten te appreciëren. .
Hier en daar zie ik rode hibiscus in volle bloei. Terwijl ik mijn koffie drink onder een afdak in riet, bewonder ik de Kolibri die fladderend de nektar uit de Hibiscus neemt. Wat een geluk om dit te kunnen waarnemen en bewonderen.

Ik haal de waterslang en laat het water lopen in de tuin , een belofte aan mijn huisbaas Mahmoud “Geen zorg, ik heb groene vingers en ik hou van tuinieren”, zei ik hem toen hij het huisje verliet. Dit kwam me goed uit want ik had geen zin om voortdurend in het oog gehouden te worden door een eigenaar die ergens om de hoek staat te loeren of mij de vraag te stellen waar ga je. De redenen kunnen verschillend zijn: Sociale controle, een gedrag vertrekkend vanuit hun opvoeding ‘de man dient de vrouw te beschermen’ en dat nemen ze werkelijk bij iedere letter als ‘waar’ wat vaak als versmachtend aanvoelt, of ze voelen zich eenzaam of een gedrag vanuit hebberigheid waaruit dan jaloersheid ontstaat wanneer je met iemand anders staat te praten. En eigenlijk wel vreemd om zo een gedrag te hebben vooral als er totaal geen sprake is van een relatie, alsof je hen al toehoort. ‘Hmm, laat ik duidelijk zijn. Ik zal niemands eigendom worden’, hoor ik mezelf zeggen.

Ik open de deur van het tuinhekken, sluit hem achter me, draai me om en zie Samir met zijn handen in zijn broekzakken, mij aankijkend met een brede glimlach, zijn hoofd wat schuin buigend naar zijn schouder en wat naar beneden gericht. Als een onwennige puber die zich niet weet hoe gedragen na iets uitgespookt te hebben. Gewoon al deze houding zien, kan ik niet anders dan te lachen.
Ik wordt gewaar dat ik verleid wordt door zijn non verbaal gedrag en dat er iets in mij zoekend is wat gaande is en hoe ik hiermee kan omgaan.
“Ik heb gisteren gans de dag aan mijn huisje gewerkt. Ik heb het een eerste witte laag verf gegeven. Kom zien!”, zegt hij zo fier als een pauw. Hij is zo fier op wat hij gedaan heeft dat ik zelf zijn fierheid tot in het diepste van mijn zijn kan voelen, als een moeder naar haar zoon. Hmm, bijzonder mooi dit gewaar te worden.
Dit heb ik nog nooit eerder zo intens gehad, denk ik dan, hoewel ik al eerder met kinderen in contact ben gekomen. Hier is echter de context anders, geen enkele ouder die rond hem aanwezig is. De gevoelens kunnen ‘vrij’ geuit en beleefd worden.
” Drinken we samen een koffie. Ik heb een er eentje voor je”. ‘Alle, waarom niet’, overtuig ik mezelf voorbij de gedachte dat ik in een vangnet terecht kom en echo’s die tussen mijn oren aanwezig zijn. Laat ik het een kans geven, zoniet snij ik me af van mijn eigen manier van Zijn.

Inderdaad wanneer ik binnen stap en zijn werk zie en hij me verteld wat hij nog van plan is, dan mag hij daar terecht fier op zijn. Een creative, man die weet van aanpakken. Een huisje in plaatselijke gebakken steen, een houtgebinte vormt zijn dak. Zijn venster openingen zijn gebouwd in een halve maan. En de frisse kleuren van wit en blauw komen de bouwaccenten accentueren. Zijn Nubiaanse roets zit er duidelijk in verweven.

Op een bank in zijn tuin, drinken we samen een koffie waarbij hij heel snel over zijn leven begint te vertellen. “Ik heb twaalf jaar op mijn felouka gewoont en heb gespaard waardoor ik dit huisje kon bouwen. Ik mis de Nijl een beetje en als ik me alleen voel dan ga ik slapen in mijn felouka daar voel ik me goed en gewiegd. De Nijl is mijn thuis, mijn boot als de schoot van mijn moeder.”
Samir is van oorsprong uit Nubia, Aswan, Upper Egypt, wat duidelijk te zien is aan zijn gezichtsbouw, de donkere huidskleur en zijn dikke kroezelig haren.
Als kind hielp hij zijn grootvader door citroenen te verkopen op de plaatselijke markt en nadien leerde zijn grootvader hem vissen. Ik kan hem me zo inbeelden als klein kind in zijn omgeving alsof ik erzelf was, vreemd.

Als jong volwassen woonde hij op zijn boot omdat hij werd weggeduwd van huis omwille dat zijn familie hem richting een traditioneel huwelijk duwde, die hij niet kon volbrengen.
“Hoe kan ik trouwen met een vrouw die ik niet ken, met een vrouw die veel jonger is, niet geschoold en besneden. Ik wil mijn vrouw ook leren kennen en niet enkel een vrouw om kinderen te baren.
En niet alleen dit, ik voel me niet klaar om vader te worden, hoe kan ik vader zijn zonder hen een stevige basis te geven.
Hoe kan ik dan trouwen en kinderen hebben. Terwijl ik mezelf nog niet volwassen voel?!” Ik schrik wanneer ik te horen krijg dat ook hier jongere vrouwen worden besneden. Samir ziet het aan mijn blik.” Ja, ik begrijp niet waarom ze dit doen, dit houd geen enkele steek. Dit heeft zelfs niet met het geloof te maken. “” Ik begrijp je heel goed Samir wat betreft trouwen en kinderen grootbrengen. De besnijdenis gaat werkelijk mijn petje te boven en is voor mij onaanvaardbaar. Ik heb ooit hierover een fotoreportage willen maken in Guinee Conakry. Echter de periode die ik erheen wou werd een massamoord gepleegd in het voetbalstadion, dit was in 2009 en heb ik de reportage niet kunnen doen. Het onderwerp was toen te gevaarlijk om aan te werken. Dan heb ik een fotoboek gemaakt ten voordele van weeskinderen waarvan de ouders aids hadden. “

Het eerste huisje die hij bouwde, op dezelfde plaats, werd vernield door de staat. Hij bouwde namelijk zijn nestje zonder te weten dat hij een vergunning moest aanvragen. En zo kwam ooit een kraan langs vernielde wat hij had opgebouwd, behalve één kamer en een toilet mocht blijven staan. Hij maakte geen tweemaal dezelfde fout.

Na de gezellig babbel verlaat ik zijn thuis en tuin met banenbomen. Ik word gewaar dat hij me probeert te overhalen om nog wat langer te blijven. Ik voel me wat onwennig en wordt duidelijk gewaar dat ik mijn grenzen dien neer te zetten. Met een verlegen glimlach en wat ontgoocheld aanvaard hij het. We zeggen elkander “tot later”.

Babylon

Plots kom ik op een tekst over Babylon, de Openbaring van Johannes.
Oef, amai, de woorden die hier te lezen zijn en op regelmaat terug komen: hoererij, haar, hoer, haar zonden, bloedschuld,
Zinnen als: ‘de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde’,
‘Hij heeft de grote hoer geoordeeld’ , ‘verdorven met haar hoererij’, ‘Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit’, ‘met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, en zij die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij’. ‘Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde.

Wanneer ik die tekst plat lees kan ik niet anders dan denken dat ‘de vrouw’ in een slecht daglicht staat. Toch! Dit kan nu toch niet anders gelezen worden, denk ik dan. En wanneer men weet dat dit in de geschriften staat dan kan je daar toch niet als mens onverschillig over zijn.
En natuurlijk als gevolg vloeit daar een oordeel uit. Niet abnormaal dat de mens hier kwaad kan op worden en de rug toekeert naar het geloof.

Maar wat als het woord nu verkeerd zou vertaald geweest zijn in oorsprong. En waarom koos men voor haar en niet hij! Dan brengt me dit bv. naar vandaag en hoe we de aarde noemen, Moeder aarde, is het niet!

Laat ik nu de tijd nemen en met een open hart waar oordeel of vooroordeel geen plaats kent om de tekst bij mij te laten binnenkomen.
Wanneer ik dit doe voel ik, dat dit voor mij niet om de vrouw, niet over een persoon gaat, eerder om een ‘gedrag’ die gesteld wordt. Om gedragingen die Liefde stuk maakt en kiest voor macht. Waren andere woorden dan niet mogelijk!? En is dit ook niet hedendaags!? Hier onder de noemer van iemand ‘liefde’ is men uit op macht.

Maar stel je nu eens voor, alle mensen die deze tekst plat lezen en hebben gelezen. En één van hen gaat op deze manier het woord doorgeven of verkondigen. Wanneer het zijn doel verliest en uit de context wordt gehaald dan is helemaal om zeep. En kan er veel kwaad gedaan worden. Terwijl de inhoud van die tekst net het omgekeerde wenst te tonen.
Wat ook is, zolang de mens de weg niet naar binnen neemt en kiest voor het zuivere zal de tekst over Babylon een gewicht blijven in zichzelf.
En misschien is dit schrijven er ook eentje van, want als ik me niet goed zou uitdrukken voor sommigen of dat het anders over komt of geïnterpreteerd wordt bij de ander dan wat ik bedoelde.
Het kan zijn dat ik me dan op glad ijs bevind, wel dan zal ik leren mij verder bewegen tot ik recht kan staan op het ijs.

Ik denk even terug aan de vele bas-reliefs in de tombes, in de crypte van Dendera, aan het Mystieke, de verborgen medische kennis, aan de alchemie.
En wat als toen in die tijd, en laat ik even fantaseren en gebruik maken van hedendaagse voorbeelden die ik waarneem en hoor. Ik kan me voorstellen dat toen in die tijd, als ik de prachtig beelden zag van de mensen, hun lichaam, de rijkdom…. dat jaloezie toen ook al bestond. En dat die jaloezie deels oorzaak was van de vele onnodige slachtoffers die afgebeeld staan op de muren van de tempels.
En ik spreek van over 3000 jaren vóór Christus.
Waar twee mannen vechten om een vrouw, er één geen gelijk haalt of zich afgewezen voelt en hierdoor razend werd en onterecht kwaad over de vrouw uitsprak. Of er was, een vrouw die een mystiek leven leidde en die de alchemie begreep van het lichaam en de levensenergie. Een vrouw die mensen in hun kracht bracht en waardoor velen haar wilden bezitten omdat men eerder uit was op macht dan in eigen kracht.
Is het dan de vrouw die in haar kracht staat die iets verkeerd doet of eerder de persoon die bezitterig is en het buiten zichzelf zoekt.
Ik kan me voorstellen wat dit kan teweeg gebracht hebben.
Dit doet me denken aan de taferelen, de personages die vernietigd werden door de Copten (=Egypte) omdat het niet meer zichtbaar mocht zijn. De prachtige beelden van Isis en Horus, van Hathor in de tempels of in de Mammisi, het geboortehuis , de Tempel van Isis in Aswan, alle Godinnen, de borsten, de geslachtsdelen werden verwijderd.
Dan komt er in mij op “maar jullie hebben niets begrepen van wat God van jullie verwacht.”

Hmm, amai een ganse boterham vloeit er uit mijn pen en dit uit dat ene woord ‘prostitutie’. Een woord die zo vaak uit de mond komt wanneer men kwaad is op een vrouw. Ik heb het zelf vaak mogen horen. Waarom omdat men niet kreeg wat men wou, omdat ik in mijn kracht bleef staan en dat had niets te maken met sexualitéit. Dit kreeg ik vooral te horen van de mannen. En dan die ene keer dat ik het verhaal deed aan mijn grootmoeder van een man die me trakteerde met een maaltijd op de luchthaven omdat ik geen geld meer had. Ik kon tussen de lijnen lezen wat ze bedoelde wanneer ze zij, “wat heb je daarvoor moeten doen!?”, haar blik sprak boekdelen. Terwijl ik daar stond met fierheid omdat ik geen angst had, omdat ik in de goedheid van die man geloofde, omdat ik mijn plan kon trekken. Ik voelde me met de grond gelijkgemaakt.
En dan de zovele keren dat ik heb mogen horen” je hebt het zelf uitgelokt”, terwijl er in mijn gedrag niets aanstootgevend was, ik geloofde in de goedheid van de mens, ik had de persoon lief, ik was soms naïf. Telkens in een fractie van een seconde kon gans mijn zijn goed aanvoelen dat iets niet OK was. En hier kwam de uitspraak van een vrouw. Zo zie je ook dat we niet te hoeven generaliseren en altijd alles in de schoenen van de mannen hoeven te duwen.

Wat hebben we met deze oude geschriften de wereld toch in gestuurd, die voor velen niet toegankelijk zijn!?
En eigenlijk doet dit er niet meer toe, wel wat kunnen we er vandaag meedoen.
Herstellen kunnen we niet, wel anders doen in het NU. Aan ons de keuze.
Vooruit!
En ons de vraag stellen in welke realiteit wens ik te leven, want die is belangrijk, en met deze wens ik hand in hand te stappen. Ikzelf neem geen blad voor de mond wanneer ik voel of zie dat er iets onrechtvaardig gebeurt.

Ik wandel door de zanderige wegen en onder de blakende zon. Mannen komen aangelopen, “Madame felouk”, “taxi”, “hey”, “psst”, “why you not smile”, “you want a helicopter”, “beautiful hair”, “Goodmorning”, “nice color”, “nice t-shirt”, “I now you”, “welcome”, “I have see you on the boat”, “hi, I have see you. I’m a friend of”, “hey, it’s close”…. en zomaar verder. Vindingrijkheid zijn ze om je te benaderen. En eenmaal je er aan toegeeft ben je verloren. Onuitputtend zijn ze.
Dan komt het voor mij goed uit om op mijn eigen eilandje zijn, waar ik kan uitblazen.
Ik moet nog denken aan één van mijn zusters uit Magdala die zei, ” jou zullen ze niet veel lastig vallen met je kort geknipt kopje”. Hihi, kort kopje of niet.
Lang gekleed, of kort. Een doek op de schouders of op het hoofd. Het maakt geen verschil, ik ben een blanke vrouw en die wordt hier geassocieerd met rijk. Is gelijk aan een ticket richting Europa, want wanneer je als Egyptenaar niet voldoende op je rekening hebt dan verlaat je gewoon het land niet. Zo wordt ik vaak op een subtiele intimiderend manier benadert.
Dit is soms heel vermoeiend, maar ik wens er leren mee om te gaan. No stress, geduld en vooral bij mezelf zo goed als mogelijk blijven.
En ondanks de vele vermoeiende benaderingen voel ik me hier veiliger dan in sommige buurten in de hoofd- grootsteden in Europa.

Huwelijk

Luxor, back in Luxor na een paar weken, of waren het eerder dagen, in het Zuiden. Haha, tijd…
Ik zit hier op een blanco veld te kijken.
En misschien is dit wel het beste hoe ik Egypte kan omschrijven in wat het me brengt, wat het mij laat Zien, wat de gewaarwordingen mij brengen en nog zoveel meer… naar een wit veld.
Een wit veld die zich vult met dankbaarheid en vreugde.

‘Hmm, waar begin ik nu’, gaat door meheen. ‘Hoe begin ik eraan. En wat met het onderwerp. Euh, neen eerder een hoofdpersonage’ Samir’. Drie weken was hij… overal. Overal kwam ik hem wel ergens tegen met zijn verterende blik of hoorde ik hem roepen vanuit zijn tuin ‘Yasmeen’. Er aan ontsnappen was onmogelijk, wat rust krijgen ook niet, maar wat er zeker was, was de vreugde en onze lachmomenten samen. Wie was hij eigenlijk. Waar kwam hij vandaan.
‘A scriber’, zij iemand me. Hij heeft ooit voor jou gewerkt, je stond boven hem. Hij moest zaken opschrijven voor je. Alleen nu is het jij die gaat beslissen en is het niet meer hem die je iets zal opleggen hoorde ik een Egyptische vrouw zeggen in de laatste dagen dat ik in Luxor was. We waren beiden vreemd voor elkaar. Ze had niets gehoord van de situatie met hem. Ze zag ons amper 5 min. staan terwijl ze in de winkel was. Vreemd, maar OK. Want wat zij me vertelde kon ik in zekere zin volgen, vooral de zin ‘alleen nu is het jij die gaat beslissen.’

Even terug naar mijn aankomst in Luxor. Ik stap van de ferry en wandel richting mijn nieuwe verblijfplaats ‘Adam en Eva’ house. Een appartement, ik kijk ernaar uit. Terug mijn eigen potje koken, eigen ritme volgen, ongestoord kunnen blijven slapen zonder dat er ergens een deur toeslaat. Gewoon mijn ding kunnen doen.
Een jonge man, met donkere huidskleur, krullend zwarte haren en een mooie glimlach komt naar me toe gewandeld. “Feloeka”, zegt hij. “Ik kan je brengen waar je wilt” ” La, Choukran”, antwoord ik terug en wordt gewaar dat er iets is, ik geef er geen aandacht aan en stap verder. Aangekomen bij ‘Adam en Eva’ wordt ik hartelijk verwelkomt door de eigenaar Youssef. Een week verblijf ik in dit appartement rustig gelegen op de Westbank van Luxor met zicht op de Oostbank.
Youssef nodigt me op een avond uit naar een huwelijksfeest van iemand in zijn familie. En als ik spreek van familie dat kan hier soms wel heel breed gaan. Die trouwt met de zus van de neef en die met de broer van de nicht om dan te trouwen met een nonkel of met de dochter van een tante…. Enfin, ja je begrijpt het, het zit hier niet altijd eenvoudig in elkaar en zeker in de traditionele huwelijken.
In mijn witte linnen hemd en broek vertrek ik samen met Youssef en zijn zoon naar het huwelijk. In mijn rechter hand een geschenk voor de gehuwden, een kitcherige doos met veel tierlantijntjes en een Koran erin. Hmm, dit was niet zo evident om te kiezen wanneer men de traditie hier niet kent. En bloemen zijn hier schaars en leven maar één dag.

Het koppel komt de trappen naar boven en ze worden verwelkomt in een grote kantine van het sportcomplex. Vooraan staat een podium met een zetel. De zaal is verlicht met fluoriserende fushia neon lichten. Ze beginnen te dansen, de vrouwen aan de ene kant, de mannen aan de andere kant. Vanuit de verte kijk ik naar het gebeuren. Ik zie het plezier van de mensen op de dansvloer, behalve bij de bruid. Weinig tot geen mimiek is zichtbaar. ‘Zou dit wel kunnen onderdeel zijn van hun traditie’, gaat er door mijn hoofd ‘of is ze zo gekleed dat ze bijna niet kan bewegen en haar witte schmink er niet af mag:. Rarara. Wanneer ze zit is er een zekere onrust zichtbaar in haar handen en het voelt alsof ze niet volledig aanwezig is in het gebeuren. Wanneer Youssef me nadien deelt, dat het meisje nog jong is, en maagd en de jongen al meerdere relatie heeft gekend en zogezegd al weet van aanpakken met meisjes. Een zelfverzekerde redenering naar mijn gedacht, begrijp ik vanwaar de spanning zou kunnen komen.

Ik geniet van het aanwezig zijn en andere vreugdevolle mensen te zien en vooral vrouwen te zien lachen. Want om eerlijk te zijn lachende, vreugdevolle vrouwen op straat is hier weinig te bespeuren of misschien is dit ook traditie.
Kinderen zitten mij aan te staren, hebben binnenpretjes, proberen de één of de andere te duwen om naar mij te komen. Ze kunnen blijkbaar geen weg met hun zelf.
Ondertussen hoor ik mijn maag wat knorren en krijg ik wat honger. Ik vond het maar verstandig om niet te eten voor ik naar het huwelijk kwam of dit werkelijk een goed was!

De bruidegom begint te dansen met zijn vader. Dit gebeurt nadat elk een soort sabel in de hand hebben gekregen waarbij ze vloeiende zwaaiende bewegingen in een cirkel beginnen te maken. Na de afronding van deze dans loopt de camera man met een fel licht en zijn camera naar de ingang. Een ronde taart wordt voortgeduwd op een kar richting het koppel.
Och, daar zal mijn buikje blij mee zijn.
Het ganse trouw gebeuren is mee te volgen op tv schermen.
Het gebak wordt gesneden. De vrouw neemt een stukje op haar vork en steekt het in de mond van haar man en vice versa. En dan nemen ze beiden een stukje en geven ze het op hetzelfde moment aan elkaar. Dit gebeurt ook met een glas frisdrank.
En de taart hmmm. die verdwijnt in de coulissen, mijn buikje had het mis. Na de taart is het de beurt aan de juwelen. Armbanden, ringen werden op een plateau vol snoep naar het koppel gebracht.
Nadien is het de beurt aan de foto’s samen met alle genodigden. Ik wordt naar voor geduwd om ook op het beeld te staan. Niet echt mijn ding, ik geef eraan toe en ik wordt naast haar geplaatst. Een onwennigheid is zowel voelbaar in mezelf als zichtbaar bij haar.

Wanneer dit afgelopen is verlaat iedereen op een wat chaotische manier samen de zaal en vertrekt iedereen richting zijn huis. De tijd is gekomen dat het koppel tien dagen in eigen appartement zal vertoeven waarbij ze zullen worden gevoed door derden.
Het appartement staat ondertussen volledig klaar ingericht door alle familieleden en genodigden. Zelfs de kinderkamer staat volledig klaar met twee bedden vol versiering van Mickey en Minie Mouse. Amai de sociale druk op het koppel.

Bij het naar huis gaan kom ik gelukkig nog een eettent tegen waar ik iets kan eten, waardoor mijn maagje rustig de nachtrust in kan.
Blij dat ik horizontaal mag liggen. En hoewel zo een feesten niet echt mijn ding is, want ik hou liever van vieren op een eenvoudige manier en in een intiemere kring, ben ik een ervaring rijker.

Aswan

Trein guichet Luxor

Samen met Amandine vertrek ik richting het station. Ik verlaat vandaag Luxor richting Aswan verder naar het Zuiden, terwijl Amandine richting Hurghada vertrekt om haar vlucht te nemen naar Europa.

Terwijl de man aan het guichet met pen en papier mijn ticket invult vraag ik of ik een beeld van hem mag nemen. “Ja, geen probleem”, terwijl hij glimlacht. Achter mij hoor ik een mannenstem roepen, “Kan het wat rapper. Daar hebben we geen tijd voor.” Ik draai me om, “meneer, kent u geduld?” “We staan hier al een half uur in de rij en worden van de ene rij naar de andere geduwd”,terwijl hij ongeduldig staat te duwen en over mijn schouders kijkt naar de man achter het guichet die nog altijd zijn papiertje aan het invullen is. “Dit klopt. Dit geldt ook voor mij. Ik koos namelijk dezelfde rij als jij”.
“In euro” vraagt de bediende. “Neen, Egyptische pond”. Het werd me aangeraden de trein te nemen in 1ste klasse, VIP. “465 EGP”. (In Egypte betaald de buitenlander een pak meer wanneer je het openbaar vervoer gebruikt. En met een pak meer, bedoel ik zes maal meer. Een ticket kost voor een Egyptenaar 70 EGP. Wanneer je dan nog eens de keuze maakt om in euro te betalen, betaal je 20 euro = 660 EGP ipv 465EGP)
In Egypte is het heel gemakkelijk om een bankcontact te vinden en ze zijn talrijk aanwezig. In Luxor vind je er zowat aan iedere hoek. En het voordeligste is op de East bank en niet de West Bank aan de Nijl)

Op het perron vraag ik een man, “Salaam, pardon is this the train to Aswan?” “I don’t speak English”, met een behoorlijk mooie uitspraak. “You speak it really good”, antwoord ik hem terwijl ik hem aankijk. Aan zijn blik te zien is het duidelijk dat er geen bereidwilligheid is. Een blik die ik hier zelden heb gezien in veertien dagen zelfs niet bij hen waar ik weigerde in te stappen.
Een andere man komt erbij. Volslank, de sigaret in de hand. Op de zijkant van zijn wang zie ik een zwaar litteken. Ik hoor hem op een negatieve toon iets zeggen terwijl hij me aankijkt “…. Arabic” en begrijp eruit op de manier hij me aankijkt dat ik Arabisch moet spreken. Zijn non verbaal gedrag spreekt boekdelen. Ik zie de mensen stilzwijgend en zonder enige emotie kijken naar de situatie. Ik laat het niet binnenkomen en stap wat verder.
Een man spreekt me aan en vraagt om mijn ticket. “Ik neem dezelfde trein als jij” en we openen een fijn gesprek rond tijd naar aanleiding van de gehaaste man in de rij die wat verder op het perron staat. Iedereen kent wel het verhaal van de haas en de schildpad. Of niet.

Ik hoor een man op het perron iets uitroepen naar een man op het ander perron die gekleed is in burger met een wapen aan de riem. Die stapt naar een jonge man toe, neemt hem op een zachte manier bij de arm, opzij. Hij vraagt de jonge man om zijn zakken te legen. De jongen, ik schat een jaar of zestien benadert de agent op een speelse manier. Die hem op zijn beurt op een zachte manier meeneemt richting de uitgang. Geen enkel geweld, geen enkel machtsvertoon is zichtbaar, wel op een vrolijke manier komt hij onder de vleugels van de politiemannen terecht. Zelden tot niet is agressiviteit hier zichtbaar.

De trein is ondertussen aangekomen en stap doorheen een donker vuile wagon. Ik zoek de gereserveerde zetel. Een man ligt er languit te snurken. Ik laat hem in zijn rust en ga naast hem zitten in een wankele zetel omringd door troep. Hmm, een ticket met de naam VIP, First Class. Het is wat het is. Ik geniet van het prachtig landschap die slingert langs de Nijl aan de ene kant en het zien van het dagelijks leven in de dorpen buiten de grote steden aan de andere kant.

Aangekomen in Aswan maak ik gebruik van de app. om een chaffeur te vinden en me naar een nieuw logement te brengen, die de naam van mijn jonge broer draagt.
De wagen brengt me in een buitenwijk die me wat doet denken aan de beelden die we soms zien op tv., hoge appartements gebouwen, straten in aarde, en troep overal. Een man verwelkomt me vriendelijk en brengt me naar mijn kamer. Een piepkleine ruimte in een kelder, zonder vensters, met een piepkleine badkamer en een open gat in de muur waar ik de voeten zie van de mensen op een terras. Oehoe, even wat anders dan mijn vorige twee verblijfplaatsen. Ik zet me op bed kijkend naar de deur, op enkel één meter afstand van mijn neus en neem een diepe zucht. ‘We maken het beste ervan’, zeg ik tegen mezelf.

Na een frisse douche stap ik richting het centrum van Aswan. Om de drukte van de wagens en hoofdweg te vermijden neem ik een zijstraat. Ik passeer een plaatselijke bakkerij en zie er grote stenen vaten staan. Een man nodigt me uit te kijken. Drie vaten vol frisse melk. De natuurlijke koelkast.
Van de melk naar de hete brood ovens. Vier mannen staan graatmager te werken terwijl druppels water van hun voorhoofd parelen. Ik vraag een man of ik een beeld mag nemen. “Jaja, neem hen maar in beeld”, terwijl hij naar iedereen wijst. “Neen, neen ik vraag het graag aan ieder afzonderlijk”.
In een kadans worden de platte deegschijven op een band gegooid om er aan de andere zijde kant en klaar uit te komen. Ik neem nog wat beelden en dank hen. Voor ik verder wandel koop ik tien broodjes. Die ik graag straks schenk aan iemand.

Klik HIER voor meer beelden

Sekhmet

Tempel of Ptah – Karnak

Amandine, zin om mee te gaan naar de Karnak tempel?” vraag ik haar. Ik verneem dat ze zich niet goed voelt en de voorkeur heeft om uit te rusten in een frisse kamer. Buiten is het namelijk een 40 graden Celsius.

Ik begin mijn dagelijks wandeltocht heel vroeg in de morgen om tegen openingsuur aan de deur van de ticketoffice te staan. Op de hoek van de straat en net buiten het landelijk dorp waar ik verblijf staat een taxi chauffeur. “Taxi”, zegt de man. “Afhankelijk van je prijs, als je deze onmiddellijk zal opblazen omdat ik blank ben. Neen, dankjewel.” “Ik moet werken, geld is niet het probleem. Stap maar in”, zegt de man. Zijn gezonde ingesteldheid overtuigd me en ik neem de taxi tot aan de tempel.

De taxi chauffeur begint een gesprek in een gebroken Engels. Wat niet altijd evident is. “Ik heb een tweeling thuis die moet eten krijgen. Ik moet veel werken voor hen. Ze vragen veel energie en ik ben vaak moe wanneer ik bij hen ben. Ze zitten nooit stil en vragen veel van me.” Ik luister naar zijn verhaal. “En jij, je land ?”, vraagt hij me. “Belgica” antwoord ik hem want Belgium kennen ze niet omdat ze dit woord niet begrijpen en vaak weten ze niet dat het bestaat.
“Hoe oud zijn je kinderen. Ik kan me goed voorstellen dat een tweeling in huis veel van je vraagt.” Hij bevestigd mijn delen. “Ze zijn bijna twee jaar. Jij kinderen? ” vervolgt hij. Daarna komt al snel, een man, een vriend. “Ik was 32 en heb ooit een Duitse vrouw gehad van 46 jaar voor drie maand. En jij?” Het is hier blijkbaar als een vanzelfsprekendheid wanneer je een blanke vrouw bent en een langere tijd op eenzelfde plaats verblijft je opzoek bent naar een man. Hmm. “Niet geïnteresseerd”, zeg ik hem en zorg ervoor dat ik hem geen aandacht meer geef door naar buiten te kijken. Een manier van benadering die ik al zo vaak gehoord en gezien heb, hier en in andere landen. En waarom…. om leegtes op te vullen die men in de thuisbasis niet vind. En met thuisbasis bedoel ik de omgeving en je eigen ‘thuis’ de leegte in jezelf. En de leegtes kunnen verschillende gedaantes aannemen, te kort aan geld, te kort aan Liefde en ik gebruik hier het woord Liefde met de grote L. Deze die men vaak onmiddellijk wil opvullen met iets tastbaar en hierdoor de basis, de essentie mist omdat men het buiten zichzelf zoekt. Om dan na drie maand te vertrekken, met misschien, een vol gevoel. En als men dan werkelijk bewust stil sta bij de gewaarwording, eerlijk is men zichzelf. De moeite durft te doen, voorbij de angst, zichzelf in de spiegel te kijken zonder oordelend te zijn naar zichzelf, men dan kan gewaarworden dat het om een illusie gaat. Want het vat zal blijvende lekkages vertonen zolang men het niet durft onder ogen zien. En zo komt men in vicieuze cirkel terecht van ‘hongersnood’ en het blijvend zoeken van voeding buiten zichzelf. Terwijl het zaad in onszelf, die er reeds is, dient te wortelen om die vruchtbare boom te worden. Hoe, door de deur naar je eigen hart te openen en het licht erop te laten schijnen. Zeg ja tegen jezelf op een gezond de manier, zodat jij op je beurt naast iemand kan staan op een gezonde manier. Respecteer jezelf en de anderen zullen je respecteren en je dromen… die zullen gekleurd kunnen blijven.

In alle rust kan ik doorheen de Karnak tempel wandelen. Hier en daar zitten er tempel bewakers en politieagenten, ze hebben gelukkig nog geen oog voor de ‘blanke vrouw’. Na twee uren van de ene zuilenzaal naar de andere. Beslis ik nog even een klein tempel te bezoeken weg van de drukte van de groepen en de roepende gidsen die zich proberen hoorbaar maken.
Net naast de Osiris Kapellen kom ik in de Ptah tempel. Een tempel bewaker volgt me van dichtbij en probeert me ergens heen te brengen. Ik bedank hem vriendelijk en volg mijn eigen weg. De kapel is gebouwd in drie delen. Een midden deel, santuarium, waarin een graniet beeld staat van Ptah zonder hoofd en met een deel van de djed in zijn handen te zien is. Ik wordt aangetrokken tot de linkerzijkapel. Ik laat mijn ogen even wennen aan de ruimte om me er dan te laten onderdompelen door de zalige energie die er is. Blij dat ik nog de energie en de kracht had om mijn intuïtie te volgen en tot hier te stappen.

De Karnak tempel verlatend zie ik een vrouw strompelend en leunend over de schouders van haar dochter en kleinzoon de tempel verlaten. Ik maak me zorgen en geef wat aanwijzingen. “Het gaat dank je wel. Ik kom hier al meerdere jaren”. Ik respecteer haar neen en blijf haar toch wat in het oog houden. Tot ik zie dat het moeilijker gaat. Ik stap naar een verantwoordelijke van het museum en vraag een rolstoel. Hij vraagt me om te tonen wat gebeurt. Ik word kordaat en zeg dat daar geen tijd voor is. Vertrouw me ik weet wat ik doe. De vrouw komt af, de rolstoel laat op zich wachten. Ik vraag het kort bijzijnde toilet. “Daar”, wijst de man naar een toilet binnen in een verkoelde ruimte, “maar je kan niet via hier, je moet via daar”, wat wilde zeggen via de blakende zon en een langere weg. “Sorry, ik heb geen tijd voor die regels. Die vrouw heeft, nu, een toilet en de kortste gezonde weg nodig.” Ze worden gewaar dat mijn delen menens is en laten ons door. Een volgend obstakel ‘centen’. “LA LA” en zo komen we eindelijk bij de toiletten. Het duurt een eindje. Ik wacht. Wanneer de vrouw na twintig minuten uit het toilet komt zie ik terug blozende wangen en een betere energie. “Oef, je ziet er duidelijk beter uit.” We verlaten de wcruimte terwijl ik ze ondersteun. “Waar is je bus” vraag ik haar. “Daar ergens” De vrouw staat nog niet vast op haar benen. “Kom we nemen de korte weg en trekken ons van regels verder niet aan. Ik zall bij je blijven. Terwijl je dochter zal vragen aan de chauffeur om dichter te komen.” We passeren ongezien de politie controle. Terwijl we staan te wachten stellen we ons aan elkander voor en zie ik haar later de bus op stappen. Oef.

Egypte brengt me in een alignment. Het trouw blijven aan mezelf brengt me verder, dieper naar die stabiliteit. In resonantie van tijd en op de juiste plaats.
Ik word gewaar dat het tijd is om mijn levenservaring in te zetten, te gaan durven staan met mijn ervaringen, capaciteiten. En hoewel ik dit deels al doe, toch heb ik het gevoel dat het wat op de achtergrond blijft, beperkt, er iets ontbreekt. Een onzeker gevoel, de beperking van me klein te houden is ergens altijd nog wel sluimerend aanwezig.
Dat wens ik niet meer, ik wil wat in mij is laten stralen voor mezelf en met de anderen.
Hoe, is me nog niet duidelijk. Wel voel ik dat een soort van ‘verfijnen’ noodzakelijk is. Als alle losse papiertjes samen te brengen tot één geheel. En owee, ik kan het zo goed aan anderen zeggen, maar zelf doen…. brrrr.

Ik bel Amandine op terwijl ik een koffie drink op terras. Ik hoor dat het nog niet beter gaat en spreek af met haar dat ik bij haar langs ga vóór ik naar de apotheek, vaste voeding en water voor haar haal.
Na goede zorgen, een doktersbezoek, een portie humor en het Samenzijn zie ik haar beter worden. Gelukkig want een vlucht staat haar op te wachten terug richting Europa.

Ik wandel terug richting mijn verblijf tussen de bananenbomen via de Franciscus kerk en een boeken winkel. Ik vraag advies en vraag een boek rond mystiek, religie van het oude Egypte. Ik krijg er eentje met de titel principes van de universele mystieke religie. Ziet er interessant uit en laat het nog wat bezinken. Boven de boekenwinkel verfris ik mijn innerlijk wezen met een frisse verse citroen munt en stil ik mijn jonger met een konafa. Naast mij, aan een andere tafel komen Nederlandstalige mensen zitten. Ik deel mijn teveel aan konafa en geraak met hen aan de praat.

Één vrouw vraagt me wat me naar Egypte heeft gebracht. Ik vertel in het kort over de signalen van la Sainte-Baume, over de pelgrimstocht van Maria Magdalena in 2020, over de roeping naar Jerusalem via Egypte. “En u mevrouw wat brengt je hier?” De vrouw bevind zich op een tweesprong tussen Nederland en Egypte. “Wat houd je tegen?”, vervoeg ik eraan toe. We wisselen onze nummers uit. En de vrouw schenkt me een klein zilveren hangertje. “Dit is de krachtigste onder de vrouwen. Dit is Sekhmet je kan ze zien in de Karnak tempel” “In de Karnak tempel?!” ” Ja een kleine tempel buiten de grote. De tempel van Ptah” “Oh, daar ben ik geweest vandaag. Ik heb haar niet gezien. Ik was ook aangetrokken tot een krachtige zijkamer links. In de rechterkamer kon ik niet in. Er was een groep met tempelwachter die wat vreemd deed alsof hij me er niet in wou.” “Wel daar staat ze in een granieten beeld” “Dankjewel, je delen raakt me. Niets is toeval”.

Klik HIER VOOR meer beelden

Links Sekhmet

Stabiliteit

Luxor tempel

Daar gaat de volgende koetsier. “Excuse moi. Madame. Marié. Moi me marié avec toi ! Excuse moi.” Terwijl ik neen blijf zeggen. “Neen, ik zal niet trouwen met je.” “Waarom?” vraagt hij me. Terwijl hij de prijs naar beneden haalt van honderd naar vijftig. “” Je mag gelijk wat proberen. Ik stap niet in je koets. Ik hou van wandelen. En omdat ik niet graag de paarden zo op asfalt en zo mager zie rondlopen voor het plezier van een toerist. “” Ik wil met jou Frans spreken. “” Dat is fijn, dit kan ik ook al wandelend naast je koets. ” Ik heb er even genoeg van en ga wandelen in de tegenovergestelde richting om met rust gelaten te worden.

Het is vandaag het einde van de ramadan en dit is duidelijk te zien op straat. Overal wordt er gevierd. Jonge meisjes lopen er fleurrijk bij en werden geschminkt. Jongeren, enkel jongens rijden er in bende vorming op hun moto terwijl ze gans het verkeer inpalmen. Ze zitten niet met één of twee op de moto, wel met drie tot vier. En dan zie je ze rodeo spelen midden de grote baan. Hun voorste wiel gaat naar boven terwijl er vier op de moto zitten. Gekker kan het niet.

Kinderen spreken me aan. “Your name?” “Anna Jasmine” “Yasmeen”, vragen ze me verbaast. “Het is een Egyptische naam! “, zeggen ze me. Ik knik bevestigend. “Ik noem ook Yasmeen”, zegt een jong meisje terwijl ik haar fierheid zie. Haar moeder nodigt me even uit om een goede dag te zeggen. De ene foto na de andere foto wordt genomen. Iedereen wil met mij op de foto. Dit voelt wat vreemd aan, alsof ik een trofee in hun telefoon ben.

Tegen valavond ben ik in Luxor tempel. Hmm, het wordt me snel duidelijk dat ik geen voeling heb met deze tempel. Ik wandel erdoor samen met Amandine en na een half uur kiezen we ervoor om naar buiten te gaan en uit de chaos te stappen.

Voor het naar huis gaan laten we ons verleiden door kleine oliebollen met een laagje chocolade. Ik maak me de bedenking dat de chocolade niet hard wordt. Amandine begint te lachen. Hihi, hoe gewoontes er kunnen inzitten en ik vergeet dat ik in Egypte ben bij en temperatuur van 30 graden.

Ik voel me hier goed in Egypte en ik kan het omschrijven als ‘stabiliteit’. Alsof ik een bevestiging ontvang op de voorbije pelgrims jaren, als een eicel en zaadcel die samenvloeien en op één lijn komen in trouw blijven aan mezelf in een stabiliteit. Als ying en yang die een vloeiende beweging is. En wanneer ik terug denk aan alle signalen, symbolen die naar me toe zijn gekomen in de voorbije jaren en vooral deze in 2020 op het pad van Maria Magdalena ben ik heel blij dat ik ernaar geluisterd heb en er trouw aan ben gebleven. En eigenlijk als ik er nu bij stil sta al veel vroeger. Ik had echter niet onmiddellijke de link gelegd bij haar.

Het was me zelf nog niet onmiddellijk opgevallen hoe Isis eruit zag tot ik aan etalage stond van een juwelierszaak en een symbool me was opgevallen waar ik enorm was aangetrokken en me niet meer losliet. Een Ankh, de vleugels van Isis, de Djed en de turkoois steen opgebouwd in de vorm van een kruis. Wanneer ik de vier elementen opzocht met hun betekenis was het zo kloppend als het samenvloeien van de twee cellen. Er was niets in mij die twijfelde om mijn symbool (fraternida di Romena) die ik sedert 2018 droeg te veranderen in deze Ankh. Deze voelt voor me werkelijk aan als compleet… als een verlengde van mezelf. Terwijl ik dit nooit zo gewaar ben geweest bij het symbool van la Fraternida. Ik had altijd het gevoel dat er iets ontbrak.

De vleugels. Ja, ze blijven aanwezig. Isis, Horus… Ik wordt gewaar dat er een enorme behoefte is om mijn eigen vleugels rond mezelf te omwentelen, als een cape over mijn schouders, als de Pèlerine van een pelgrim en de behoefte om mijn vrouwelijkheid in zijn volle kracht te laten zijn. En terzelfde tijd ze wijd open hebben en erin te gaan staan. Ik word gewaar dat mij levensenergie af en toe aangewakkerd wordt en mijn lijf in een transformatieproces terechtkomt, als iets krachtig vertikaal die zich horizontaal uitzet …. Zoiets.

Djed staat voor Zijn, worden, stabiliteit. Het is een symbool waar vaak de god Osiris mee wordt vereenzelvigd. Omdat Osiris een koning van de eeuwigheid was, is het ook niet verwonderlijk dat het symbool djed duurzaamheid en eeuwigheid betekent.


Ankh : symbool van leven en kracht


Isis: symbool van vruchtbaarheid, mysterie, liefde. Haar oorspronkelijke naam is “Aset” wat “zie” betekent, het woord dat Nut uitriep toen ze Isis baarde. Isis is een licht dat uit de duisternis tevoorschijn komt. In hiërogliefenschriften wordt Isis’ naam geschreven met de hiëroglief van de troon, haar naam betekent “koningin” of “soeverein”. Isis maakt ons bewust van onze soevereiniteit. 


Turkoois: intuïtie, evenwicht, balans

Klik HIER voor meer beelden

En HIER luxormuseum

Amandine

Jasmine en de Shisha

Na een weekje en na een poetsbeurt verlaat ik mijn knus appartement aan de Westbank onder de ogen van de vele zielen in The Queen Valley. Ik neem even een halte in een café niet ver van Medinet Habu Temple waar ik regelmatig een social talk heb met een man uit België die zich pas in Egypte heeft geïnstalleerd, Laurent. Een jonge Frans sprekende vrouw komt binnen en spreekt Laurent aan. “Zin om erbij te komen zitten?”, vraag ik haar en vervolg “U vertrekt?” ” Neen, ik ga naar de andere kant van de Nijl”, antwoord ze me. “Och fijn, ik ga ook die kant uit. Zin om samen te gaan?” We beginnen te praten over spiritualiteit, geloof, voelen en gewaarworden en hebben al heel snel door dat we ons op een gelijke golflengte bevinden.
Met onze rugzak vertrekken we richting Oostbank met de ferry.
(Er zijn drie verschillende mogelijkheden om deze te kruisen de publieke boot voor 5 EGP, de privé boot met motor voor 30 EGP of de wagen (taxi – duurder dan privé of privé met de app Indrive, Uber, Careem reken 150 EGP) Eén euro is vandaag gelijk aan 33 EGP wat heel snel kan fluctueren. Dit even terzijde.) Eenmaal op de Oostbank gaan we elk naar ons stekje en spreken af om elkander ’s avonds te zien.

En zo begint een vriendschap tussen twee vrouwen die elkander hebben gevonden op de Westbank in Luxor. We passeren een ongelofelijke intense week vol humor. En amai, wat een plezier. We vinden elkander in de manier van in het leven te staan.
Ik zie mezelf in een spiegel met een verschil, als ik me goed herinner, van 20 jaar. Zo zie je maar hoe belangrijk leeftijd voor me is. Niet dus.
Ik geniet telkens van het zien, te horen dat wijsheid niets met leeftijd te maken heeft, wat velen denken, en daar wordt ik telkens gelukkig van. Hoeveel jongeren ik de laatste jaren heb mogen ontmoeten en Zien met welke kracht ze iets neer zetten en hun eigen weg durven te gaan, dan kan ik alleen maar toejuichen. Zijn zij niet de stevige zonnebloemen die morgen zullen schijnen en ons licht geven!?

Laten we dus leeftijd opzij plaatsen en luisteren naar de wijsheid van jongeren. Laten we luisteren, werkelijk luisteren want wijsheid is niet leeftijd bepalend. Een spreekwoord die me nooit verlaten heeft sedert mijn lagere school is, ‘ de waarheid komt uit de kindermond’ en die mij geholpen heeft om recht te blijven staan in momenten waar men mij klein heeft willen houden. En met klein bedoel ik ‘ mij niet in mijn kracht laten, kleineren, mij het zwijgen opgelegd zowel fysiek, met woorden, psychisch.. .’ En als men later, doorheen deze pijn kan zien van het waarom men zo een handeling heeft gesteld, dan komt dit meestal vanuit hun eigen gekwetste stukken en dan kan je in Liefde blijven staan.

Wijsheid kan overal te vinden zijn voorbij iedere grens van wat ons is aangeleerd. Wijsheid is voor mij niet iets dat men enkel in boekjes vind. Wijsheid is voor mij iets die in ons Zelf aanwezig is die kan wakker gemaakt worden door iets extern.
En wijsheid gecreëerd door het denken zonder een inwendige beleving, gewaarwording vroeg of laat valt men door de mand omdat er geen wortels aan de wijsheid is. Niet enkel bij de ander, vooral bij zichzelf. Want hiermee verloochen je enkel jezelf, ver weg van groei en puur zijn en stagneert men, met alleen de gedachte, het idee te hebben te groeien.

Zo las ik recent op FB een vraag waar een vrouw om een titel vroeg van een goed boek in verband met Maria Magdalena. Een intuitief antwoord kwam door meheen in het Frans, “Un des plus beau livre à lire et c’est la que Marie Madeleine veut que la personne va. C’est vers sa pureté intérieur sans mettre des nouvelles couche extérieur. C’est ouvrir et rentré dans son propre livre et ressentir goute par goute toute les couches qui ont étais mises, pour entré, arrivé ainsi vers la semence de lumière au plus profond de soi. Bonne lecture. “

’s Avonds heb ik afgesproken met Amandine in Luxor centrum in de buurt van het station en Luxor tempel. Ze helpt me bij het zoeken van een telefoonkaart en nadien gaan we een shisha roken op een terras langs de Nijl. Een Shischa is een waterpijp waarbij via verdamping een rook ontstaat die via een pijp wordt vrijgegeven.

‘ s Anderendaags breng ik een bezoek aan de Luxor tempel. Ik sluit mijn deur van mijn nieuw verblijf die zich een vijf kilometer aan de buitenkant van de stad bevind. En vertrek te voet midden de velden en bananenteelt. Langs een drukke weg kruis ik vaak wagens, bromfietsen, paardenkoets. “Taxi taxi”, wordt geroepen. “La, Choukran”, terwijl ik met een openhand een zwaaibeweging maak. Met veel geduld blijf ik volhouden in mijn ‘neen’.
En vindingrijk zijn ze om de mens te overtuigen toch maar in te stappen. Hoe zou men zelf zijn als er brood op tafel moet komen en toerisme het enige inkomen is voor velen, maar toerisme aan een heel laag pitje is.
“Tu chèrche un marie comme moi”, vroeg de koetsier me. Een ontwapende humor hebben ze wel. Wanneer men in openheid er kan blijven in staan gaat er een totaal andere wereld open dan wat wij kennen in het Westen. Dit is een van de verborgen krachten die Egypte heeft.

Hatshepsut

Tempel of Hatshepsut

Ik duw mijn kamervenster wijd open richting het balkon.
Overal zie ik kleurrijke elementen in de lucht als omgekeerde waterdruppels.
Luchtballons. Onderaan hangen rechthoekige immense manden gevuld met wel een twintal personen. Af en toe zie ik het vuur, de lucht in de ballon opwarmen.

Ik neem mijn telefoon die ik liet liggen op tafel naast de bank waar ik in slaap was gevallen bij het opzoeken wie Hathor was.
Ik vervolg mijn zoektocht.

Hathor is de godin van zang, dans, liefde, seksualiteit, erotiek, muziek, moederschap en vruchtbaarheid. Ze was bijzonder geliefd onder de vrouwen, die offers brachten
aan de godin hopend op conceptie, een goede geboorte, een gezond kind, etc.

Werd gezien als ‘Godin van het Westen’, de plek waar je heen ging als je stierf. Hathor is dus ook godin van het dodenrijk. In graven is ze te zien als boomgodin die voedsel en/of water geeft aan de overledene. Of ze is te zien als koe die uit de berg tevoorschijn komt en de overledene beschermt.

Op weg naar de tempel en sanctuarium van Koningin Hatsjepsut, wat betekent “eerste onder de vrouwen” en één van de zeldzame vrouwelijke farao’s, hoor ik een hels lawaai en kom ik door een dikke stofwolk waar de zon er probeert doorheen te schijnen. ‘Wat is me dat! ‘, gaat er door meheen. Al heel snel wordt het me duidelijk. Kleine vrachtwagens razen door het woestijnlandschap zonder zich van anderen iets aan te trekken. De mannen achteraan in de laadbak hebben alle voordeel aan om zich goed vast te klampen of ze vliegen eruit. Ze gaan opzoek naar de luchtballon, neen, op jacht is een beter woordgebruik wanneer ik zie hoe het er hier aan toegaat. Met een agressief rijgedrag rijden ze kriskras door elkaar. Eén wagen om het massatoerisme op te pikken, één voor de mand en één voor de ballon zelf. Met zowat meer dan vijftig ballonnen in de lucht vermenigvuldigden met drie à vier wagens per ballon.
Vredig in de lucht, maar niet op aarde. De gevolgen in de rustige woonbuurt is groot. Ik zou hier de luchtkwaliteit niet willen meten. Iedere morgen op hetzelfde uur hangt hier een immense dikke zwarte wolk over de vallei van de doden die de bewoners inademen. Ik probeer me een weg te banen en kruis mijn vingers dat ik hier levend uitkom.

Net voor de tempel van Hatsjepsut zijn mannen aan het delven in graven. Gehurkt leggen ze stenen in een emmer en die met een katrol naar boven wordt getrokken. Een van de zoveelste graven die binnen een paar jaar misschien open zal gaan. De vondsten zijn hier ontelbaar.

In dit immens woestijn landschap sta ik voor de tempel met zijn twee terrassen. Via een lange rechte lijn kom ik op een eerste terras terecht. Waaruit ik nadien naar een tweede kan.
Ongelofelijk hoe in die tijd de mensheid zo een gebouwen kon laten bouwen en dit met de weinig middelen die ze toen hadden. Allé, weinig middelen, als ik het vergelijk met wat we vandaag allemaal aan machines nodig hebben om een huis te bouwen. Dan lijkt het vandaag bijna speelgoed naast dit. Ik draai me om en sta met mijn rug naar de tempel, kijkend richting de Nijl en probeer me voor te stellen hoe het er vroeger uitzag een immense grote tuin, groen, met tal van Afrikaanse planten en bloemen.
Bussen komen aangereden ik zet mijn weg verder vóór de rust is verdwenen, langs de prachtige muurtaferelen, slingerend tussen de kolossale pilaren.

Na de tempel ga ik nog naar twee tombes. Een wachter komt half wakker mij de deur openen nadat we de vele trappen hebben afgedaald. Bij iedere trede heb ik bijna het idee dat hij door zijn benen zal zakken. Zijn armen hangen zwaar te bengelen. Zijn bril staat half op zijn neus en zijn ogen vallen bijna dicht. Wanneer hij spreekt hoor ik dat er geen kracht meer uit zijn stem komt. Beneden maakt hij teken en deelt hij dat ik er mag aanwezig zijn zolang ik wil en dat hij in een hoek op een rieten mat zal blijven tot ik klaar ben. ‘Ik ben moe, morgen het einde van de ramadan’, voegt hij eraan toe.
Ik heb het geluk dat het toerisme deze tombe niet op hun agenda plannen. De eerste tombe is een pareltje diep onder de grond. Het lichtspel, de stilte, de vele basrelief en de wachter die in slaap gevallen is maken het plaatje compleet.

Hmm, ik ben hier nu reeds een paar dagen en voel zo mijn lijf in balans komen. Mijn huidproblemen zijn ondertussen aan het verdwijnen.
Wanneer ik voor al deze immense schoonheid sta kan ik de grootsheid gewaarworden van wat niet zichtbaar is voor het oog. Dit land brengt me letterlijk in mijn volle kracht. Als een volle ‘ja’ om in het leven te staan, klaar om mijn volle potentieel te laten zijn. Als een kruis stevig geankerd in de grond met voelbaar een balans tussen het horizontale, de aarde en het vertikale, het hemels, gedragen door het hart, een roos.

En hoe raar het klinkt. Het is alsof de prinses in mij, het land van Aladin heeft ontmoet.
In dit land aanwezig zijn, Zien, niet met de blik van iemand die opgegroeid is in het westen, zie ik doorheen alle afval en ontdek ik niet enkel de schoonheid van de kunst, de cultuur ook deze van de mensen hier aanwezig. Want schoonheid is niet enkel wat we waarnemen, schoonheid is iets die veel verder reikt. Het is in de chaos de harmonie gewaarworden.

Klik hier voor meer beelden

Tomb Pabasa

Deir el-Médineh

Hathor tempel – Deir el-Medineh

Ik daal de trap af van het appartement. De vrouw des huizes wacht me op. “Deze avond jij eten met ons in familie!”, deelt ze in gebroken Engels. “Met plezier dank je wel!”, zeg ik haar terwijl ik mijn hand op mijn borst leg met een wat buigende beweging om haar te danken.

Na een dagelijkse wandeling kom ik aan in Deir el Medina waar ik drie graftombes bezoek. In eentje moet ik me heel klein maken om de kleine ruimtes te kunnen betreden, tot bijna op mijn knieën.
Ik betreed er verschillende kamers. Het is goed te zien hoe men eerst offers schenkt om zo de overleden via ieder deur mee te helpen naar het eeuwig leven.

Deir el médina was een dorp waar de vaklieden leefden die in de graftombes van de koningen werkten. Ze werden genoemd
‘Servants in the Place of Truth”. En natuurlijk een koning kan geen koning zijn zonder al zijn servers want, god ziet hem.

Deir el-Medineh ontstond rond 1500 vóór J.-C. waarvan hun activiteit duurde tot zowat 500 jaar. Metsers, graveerders, schilders werkten er in alle verborgenheid aan de realisatie van de koninklijke dodenstad. Ze werkten er negen dagen voor één dag rust. Maar omdat ze wisten waar de ingang van iedere graftombe zich situeerde mochten ze geen enkel contact hebben met de andere kant van de Nijl, de wereld van de levende.

Van hieruit wandel ik verder naar the Valley of the Nobels. De man, de wachter van de laatste tombe loopt met me mee om de grote metalen poort van de Hathor tempel te openen. “Wacht”, zegt hij en maakt teken dat hij het licht wenst aan te zetten zodat ik beter kan waarnemen. “hmmm, neen alstublieft. Het is ok zoals het is. Ik hou liever van het natuurlijk licht.”. Ze kijken me bizar aan en ik zie dat ze het niet echt begrijpen waarom ik liever voor natuurlijk licht kies en toon hem hierbij twee beelden waarbij zij het zelf kunnen waarnemen.

Deze tempel werd in de eeuw na Christus bekeerd tot een monasterium of Saint Isidorus the Martyr. Vanwaar de naam in het Egyptisch Arabisch ‘Deir el-Médina wat letterlijk betekent’ Monasterium van de stad’.

De Hathor tempel weet me onmiddellijk te raken op een zachte manier. Vreugde is voelbaar in gans mijn lijf. Niet een vreugde die even er is en volatile is zoals ik vroeger kon hebben bij het zien van een zonsondergang of het zien van iets nieuws en waarbij je dan zo snel mogelijk dit wenst te delen met anderen. Wel een vreugde die ieder kleinste hoekje van mijn lijf laat ontwaken en vibreert door gans mijn lijf om zich dan te installeren in een zachte bedding.
Met volle aandacht bekijk ik ieder detail terwijl twee wachters buiten zitten te praten. Ik wordt zo opgeslorpt door de taferelen dat ik me bijna levend het tafereel kan inbeelden. Wat een zalige zachte kracht is hier aanwezig.

Onder de blakende zon wandel ik verder naar de Vallei van de Nobles waar ik nog verschillende tombes ga bekijken. Ik wordt aangevallen door piepkleine vliegjes die het leuk vinden om pijnlijke prikken te geven en al heel snel jeukende ontstekingen achter te laten op de huid. Later op de dag verneem ik dat deze mini vliegjes aanwezig zijn wegens het afmaaien van het graan.

Wanneer ik thuis kom loopt een meisje me achterna. Ik begrijp eruit dat ze me komt halen om samen naar de familie te gaan. “mag ik tien minuten”, terwijl ik met mijn hand, alsof ik een sproeier vast neem, om nadien met open hand een cirkel voor mijn aanzicht maak met ogen gesloten. Als teken dat ik me wens te wassen.

Tien minuten later sta ik beneden en wandel ik met Fatma naar de ouders van Ahmed. Op het einde van een zandweg staan vijf koeien aan een koord vastgebonden. Twee mannen en een bejaarde vrouw zitten op een stenen zitbank tegen de gevel van een aarden huis. Kinderen komen naar me toe en één voor één wordt ik aan de familie voorgesteld. De grootmoeder en haar twee zonen maken me teken dat ik tussen hen mag zitten.
Een man in lange joggings broek komt gebukt uit de velden aangewandeld met een groot pak Luzerne op zijn schouder en legt het neer in een kleine ruimte. Wanneer hij zich omdraait zie ik dat het mijn huisbaas is in een lange onderbroek. Hij wast zijn handen, verfrist zijn gezicht en trekt zijn galabia, een lang hemd tot op zijn voeten, over zijn hoofd. Hij stelt me verder voor aan alle aanwezigen en neemt me mee naar binnen door een donkere gang kom ik in een grote ruimte terecht. Hun woonkamer. In de ruimte staan twee houten banken en ligt er om de grond een groot tapijt met daarop een grote open gesneden plastieken geweven zak. Zo eentje waar men graan in bewaard. Ik krijg een glas frisdrank in een plastieken glas. Een grote metalen schaal van wel bijna twee meter diameter wordt door jonge vrouwen in de ruimte binnen gedragen en neergezet op het tapijt. Ik wordt uitgenodigd plaats te nemen.
Met mijn stramme heupen probeer ik een comfortabele houding aan te nemen. Ik schuif een hard kussen onder mijn poep zodat ik mijn benen zijdelings langs mijn zitvlak kan brengen.
Op de grote schotel staan verschillende gerechten. Aardappelen in tomaten staan nog te pruttelen in het stenen kommetje. Ik krijg een stuk brood in de hand en vóór mij wordt een stuk gegrilde kip gelegd. Ik laat hen beginnen en zeg “Bismillah” voor ikzelf begin aan de maaltijd.
Een meisje van zeven geeft eten aan haar kleine zusje. De grootvader zit ergens in een uithoek met zijn kleinzoon Adam. Die hebben reeds gegeten. Een gewoonte in de Arabische cultuur, de oudste man in huis begint altijd vóór de anderen.
De vrouwen zitten sappig te eten en ik geniet van deze samenhorigheid en gedeelde maaltijd. Ik tel even…. met negentien zitten we in de ruimte eten.
Na de maaltijd verdwijnt alles in een snelheid van de grond. Verdwijnt bijna de helft van de aanwezigen uit de woonkamer. De grootvader maakt teken… met zijn grote handen en gestrekte vingers klopt hij op de zitbank en vraagt me om naast hem te zitten. Hij geeft me verse dadels in de hand. Amai, hmmm, wat zijn die succulent.
Wanneer ik zie dat ieder zijn gangetje ga stap ik naar buiten en zet me nog even op de bank. Ik geniet van de eenvoud die er is, van het zien, het gewaarworden, het samenZijn.
Plots komt Ahmed me halen en brengt hij me terug naar het huis.

Voor het slapengaan zet ik me nog even op het balcon en zoek op wie Hathor is.
Ik wordt afgeleid door de rust, de stilte, de sterren. En val in slaap op de slaapbank onder de sterrenhemel.

Hier wat meer beelden

Deir el-Medineh

Hathor tempel

En Valley of the Nobles

Tomb of Nahkt – Valley of the Nobles