Deir el-Médineh

Hathor tempel – Deir el-Medineh

Ik daal de trap af van het appartement. De vrouw des huizes wacht me op. “Deze avond jij eten met ons in familie!”, deelt ze in gebroken Engels. “Met plezier dank je wel!”, zeg ik haar terwijl ik mijn hand op mijn borst leg met een wat buigende beweging om haar te danken.

Na een dagelijkse wandeling kom ik aan in Deir el Medina waar ik drie graftombes bezoek. In eentje moet ik me heel klein maken om de kleine ruimtes te kunnen betreden, tot bijna op mijn knieën.
Ik betreed er verschillende kamers. Het is goed te zien hoe men eerst offers schenkt om zo de overleden via ieder deur mee te helpen naar het eeuwig leven.

Deir el médina was een dorp waar de vaklieden leefden die in de graftombes van de koningen werkten. Ze werden genoemd
‘Servants in the Place of Truth”. En natuurlijk een koning kan geen koning zijn zonder al zijn servers want, god ziet hem.

Deir el-Medineh ontstond rond 1500 vóór J.-C. waarvan hun activiteit duurde tot zowat 500 jaar. Metsers, graveerders, schilders werkten er in alle verborgenheid aan de realisatie van de koninklijke dodenstad. Ze werkten er negen dagen voor één dag rust. Maar omdat ze wisten waar de ingang van iedere graftombe zich situeerde mochten ze geen enkel contact hebben met de andere kant van de Nijl, de wereld van de levende.

Van hieruit wandel ik verder naar the Valley of the Nobels. De man, de wachter van de laatste tombe loopt met me mee om de grote metalen poort van de Hathor tempel te openen. “Wacht”, zegt hij en maakt teken dat hij het licht wenst aan te zetten zodat ik beter kan waarnemen. “hmmm, neen alstublieft. Het is ok zoals het is. Ik hou liever van het natuurlijk licht.”. Ze kijken me bizar aan en ik zie dat ze het niet echt begrijpen waarom ik liever voor natuurlijk licht kies en toon hem hierbij twee beelden waarbij zij het zelf kunnen waarnemen.

Deze tempel werd in de eeuw na Christus bekeerd tot een monasterium of Saint Isidorus the Martyr. Vanwaar de naam in het Egyptisch Arabisch ‘Deir el-Médina wat letterlijk betekent’ Monasterium van de stad’.

De Hathor tempel weet me onmiddellijk te raken op een zachte manier. Vreugde is voelbaar in gans mijn lijf. Niet een vreugde die even er is en volatile is zoals ik vroeger kon hebben bij het zien van een zonsondergang of het zien van iets nieuws en waarbij je dan zo snel mogelijk dit wenst te delen met anderen. Wel een vreugde die ieder kleinste hoekje van mijn lijf laat ontwaken en vibreert door gans mijn lijf om zich dan te installeren in een zachte bedding.
Met volle aandacht bekijk ik ieder detail terwijl twee wachters buiten zitten te praten. Ik wordt zo opgeslorpt door de taferelen dat ik me bijna levend het tafereel kan inbeelden. Wat een zalige zachte kracht is hier aanwezig.

Onder de blakende zon wandel ik verder naar de Vallei van de Nobles waar ik nog verschillende tombes ga bekijken. Ik wordt aangevallen door piepkleine vliegjes die het leuk vinden om pijnlijke prikken te geven en al heel snel jeukende ontstekingen achter te laten op de huid. Later op de dag verneem ik dat deze mini vliegjes aanwezig zijn wegens het afmaaien van het graan.

Wanneer ik thuis kom loopt een meisje me achterna. Ik begrijp eruit dat ze me komt halen om samen naar de familie te gaan. “mag ik tien minuten”, terwijl ik met mijn hand, alsof ik een sproeier vast neem, om nadien met open hand een cirkel voor mijn aanzicht maak met ogen gesloten. Als teken dat ik me wens te wassen.

Tien minuten later sta ik beneden en wandel ik met Fatma naar de ouders van Ahmed. Op het einde van een zandweg staan vijf koeien aan een koord vastgebonden. Twee mannen en een bejaarde vrouw zitten op een stenen zitbank tegen de gevel van een aarden huis. Kinderen komen naar me toe en één voor één wordt ik aan de familie voorgesteld. De grootmoeder en haar twee zonen maken me teken dat ik tussen hen mag zitten.
Een man in lange joggings broek komt gebukt uit de velden aangewandeld met een groot pak Luzerne op zijn schouder en legt het neer in een kleine ruimte. Wanneer hij zich omdraait zie ik dat het mijn huisbaas is in een lange onderbroek. Hij wast zijn handen, verfrist zijn gezicht en trekt zijn galabia, een lang hemd tot op zijn voeten, over zijn hoofd. Hij stelt me verder voor aan alle aanwezigen en neemt me mee naar binnen door een donkere gang kom ik in een grote ruimte terecht. Hun woonkamer. In de ruimte staan twee houten banken en ligt er om de grond een groot tapijt met daarop een grote open gesneden plastieken geweven zak. Zo eentje waar men graan in bewaard. Ik krijg een glas frisdrank in een plastieken glas. Een grote metalen schaal van wel bijna twee meter diameter wordt door jonge vrouwen in de ruimte binnen gedragen en neergezet op het tapijt. Ik wordt uitgenodigd plaats te nemen.
Met mijn stramme heupen probeer ik een comfortabele houding aan te nemen. Ik schuif een hard kussen onder mijn poep zodat ik mijn benen zijdelings langs mijn zitvlak kan brengen.
Op de grote schotel staan verschillende gerechten. Aardappelen in tomaten staan nog te pruttelen in het stenen kommetje. Ik krijg een stuk brood in de hand en vóór mij wordt een stuk gegrilde kip gelegd. Ik laat hen beginnen en zeg “Bismillah” voor ikzelf begin aan de maaltijd.
Een meisje van zeven geeft eten aan haar kleine zusje. De grootvader zit ergens in een uithoek met zijn kleinzoon Adam. Die hebben reeds gegeten. Een gewoonte in de Arabische cultuur, de oudste man in huis begint altijd vóór de anderen.
De vrouwen zitten sappig te eten en ik geniet van deze samenhorigheid en gedeelde maaltijd. Ik tel even…. met negentien zitten we in de ruimte eten.
Na de maaltijd verdwijnt alles in een snelheid van de grond. Verdwijnt bijna de helft van de aanwezigen uit de woonkamer. De grootvader maakt teken… met zijn grote handen en gestrekte vingers klopt hij op de zitbank en vraagt me om naast hem te zitten. Hij geeft me verse dadels in de hand. Amai, hmmm, wat zijn die succulent.
Wanneer ik zie dat ieder zijn gangetje ga stap ik naar buiten en zet me nog even op de bank. Ik geniet van de eenvoud die er is, van het zien, het gewaarworden, het samenZijn.
Plots komt Ahmed me halen en brengt hij me terug naar het huis.

Voor het slapengaan zet ik me nog even op het balcon en zoek op wie Hathor is.
Ik wordt afgeleid door de rust, de stilte, de sterren. En val in slaap op de slaapbank onder de sterrenhemel.

Hier wat meer beelden

Deir el-Medineh

Hathor tempel

En Valley of the Nobles

Tomb of Nahkt – Valley of the Nobles

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s