Jafar

Baugy. Ik trek de deur van de herberg achter me dicht. Met de sleutel in de hand wandel ik richting ‘la Mairie’, het gemeentehuis. Een halte in het kerkje ‘St. Martin’, één van de weinige kerkjes waar een volledig glasraam in het koor gewijd is aan Maria Magdalena.

Op het terras van de bar zit een man – terug getrokken in zichzelf – een limonade te drinken. Ik haal de chocolade reep uit mijn rugzak die ik gisteren kocht in een plaatselijk chocolade fabriekje. Ik stap naar de man… “Bonjour monsieur, je peut vous faire plaisir avec un morceau de chocolat ?” De man kijkt op. “Oh, bhein c’est gentil. Ah, merci beaucoup.” Ik zie de man zijn gezicht opklaren. “Oh, c’est une exception aujourd’hui de voir un geste comme vous avez fait.” Ik luister verder naar zijn delen. “Vous vous appelée comment ?” “Jafar.” “Enchanté Jafar, ravie de faire votre connaissance.” De man begint plots veel te vertellen en begint zijn ongenoegen op een zachte manier te delen over andere…. “Tu c’est defois il y a vraiment des con, et la je suis raciste envers eux.”… Ik laat hem uitspreken. “Jafar, je peut te partagé quelque chose sur se que tu vient de me partagé ?” “Oui, biensûr.” “Ce que je vais te partagé n’a rien d’une jugement sur ton partage mes vois le comme une ouverture vers…Tu sait ce que on voit chez l’autre en le voit par nos propre yeux, ce que il y a on nous. Si non on ne peut pas le reconnaître. Et quand on dit a l’autre raciste cela veut déjà dire que c’est quelque chose qui t’appartient.” ” Ah, je l’ai j’amais vu comme cela. Les conversations avec toi son bien intéressante.” Het gesprek blijft vloeiend.” Ce que on seme on le récolte”, voegt Jafar er aan toe. “Hmm, dit is afhankelijk van hoe die zin uitgesproken wordt. Met welke intentie. Wanneer het met de gedachte is zoals men vaak aan karma denkt, dat je ervan overtuigd bent en soms wenst dat de ander iets slecht zal overkomen omwille van zijn of haar gedrag dat niet in ons eigen leefwereld past. Dan is men zelf al een zaadje aan het zaaien in de negativiteit en zou het wel een boomerang effect kunnen hebben”, deel ik hem verder in de Franse taal.
“oui, c’est vrai. Écoute je suis n’avrais mes je doit te laisser. Le garagiste m’attend. Merci à toi, j’ai étais bien ravie de faire ta connaissance Jasmine.” “Merci Jafar et c’est réciproque. Et n’oublie pas Jafar sème ce qui vient d’être semer.”

Een lange weg op een drukke niet veilige asfalt baan brengt me tot in Saint Solange.

In Villabon hou ik een halte aan de kerk om te kijken naar de zoneclips. Langs de weg op veel plaatsen hangen truitjes in plastiek te wapperen in de wind. De rode bolletjes trui doet me vermoeden dat de ‘Tour de France’ hier voorbij zal komen. En ja, begin juli zal het stille dorp in een massa evenement omgetoverd worden. De temperaturen zijn fors gestegen en dit in combinatie met het asfalt, werkt dit heel vermoeiend en nefast voor de benen en voeten. Voldaan en vermoeid kom ik aan in Saint Solange.

Roland

Terwijl David nog slaapt maak ik mijn rugzak klaar. Ruim het portaal op en wandel onder de paraplu tot aan de plaatselijke ‘epicerie’. Twee bananen, vier ontbijt koeken, rijst, look, een sjalot, prei en een gourgette.

Terug bij de kerk hoor ik beweging in de tent, “Goedemorgen David !”. Ik leg een banaan bij zijn gerief en ga ondertussen de twee lege emmers terug brengen.

In de verte zie ik Guy al wiebelend afkomen. Hij heeft al een portie kilometers in de benen. “” Bonjour Guy, tu a déjà fait un beau chemin aujourd’hui. Nous en vient à peine de ce réveiller. ” we spreken af bij een koffie in de bar. Guy klaagt wat over de weg, de vrachtwagens, de regen… ‘Hmm, waar zijn die vrachtwagens’ denk ik dan in mezelf.
Samen met David vertrek ik richting Arbouse.

‘Zeg nooit nooit’, zeggen ze dan…wel ik zal nooit meer kunnen zeggen dat ik de natte wegen niet heb gekend. Voor de eerste keer mag ik in de modder ploeteren. Ik voel de modder tussen mijn tenen glibberen en wanneer ik naar mijn voeten kijk zie ik het verschil niet meer tussen mijn voeten en de wegen. Ik geniet ervan en beleef er plezier aan, zeker wanneer David mij filmt in ik plots dieper zak.

In Arbouse wandel ik verder naar Chateaudun waar een pelgrims gîte open is. David wandelt nog wat verder en zal stoppen daar waar hij moe is. Dit is één van de voordelen wanneer men in een tent slaapt of onder de sterrenhemel.
In Chateaudun ontmoet ik terug Guy….in een nette spartiaanse herberg. En Guy… hij klaagt.

De dagen gaan voorbij. Iedere dag geniet ik van al het moois die mijn weg kruist, van de ontmoetingen, de gesprekken en op mijn beurt eens te mogen koken voor een pelgrim. Zo kook ik op een rustdag, in Lao Refuge (La Charité sur Loire) voor Guy en nodig ik ook Nadia uit, de eigenares van de refuge.

Een gesprek met Guy. “J’adore ce gîte, il est super. La simplicité.” “Oui… Mais”… en Guy klaagt. “Guy, il y a une chose qui m’échappe. Vos yeux raconte tellement le contraire de ce que tu partage. Je vois de la joie dans tes yeux et chaque fois dans tes partage il y a beaucoup de ‘oui, mais….’. Het komt zacht binnen bij Guy, hij kijkt me teder aan. Verbondenheid.
In de namiddag komt een jong koppel aan zij komen van richting Nantes en Assisi. Ik heb de laatste tijd al zoveel jongeren mogen ontmoeten. Allen tussen 20 en 28 jaar… en wat dragen ze een wijsheid in zich, het is zalig om horen. Met hen gaan we een nieuwe toekomst tegemoet.

Vroeg in de morgen, na de bakker, richting de bar voor een koffie. Eén tafeltje, 2 stoelen. “Bonjour monsieur, est ce que cela vous gêne si je me join à vous ?” “À non, pas du tous, au contraire en pourras parler de chemin !”. Telkens wanneer ik over de Weg praat zie ik ontroering in zijn ogen. “Oh, peut être un jour je ferais le chemin. ..”, er volgt een stilte. Een tachtig jarige die absoluut zijn leeftijd niet draagt. Wanneer ik opsta om mijn koffie te betalen deelt de man, “non non, c’est pour moi. Vraiment c’est avec un grand plaisir. Le partage ma touché”, oogvocht vult zijn ogen, zijn Iris veranderd van vorm als een zachte golf in de zee met opgaande zon. “Allez va va”, met een trilling in zijn stem. Ik groet hem. Roland.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Charité sur-Loire

David

David

Na een nacht slapen onder een heldere fonkelende sterrenhemel, geniet ik van het ochtendgloren. In de tent naast mij is nog geen beweging. Terwijl ik rustig ontwaak en me klaar maak voor een volgende dag, komt een man in een witte camionet aangereden. De plantsoendienst.
Ik zit recht in bed… Hihi, een kamer zonder muren.

Een half uurtje later is David wakker. We pakken alles in en stappen samen verder richting Varzy. Het looiend landschap is prachtig.
Na een bocht midden de velden, zie ik midden een bos, iets hooguit iets zwarts uitsteken. Ik kan het niet onmiddellijk thuis wijzen. Neem mijn camera, zoom in. Een groot zwart vrouwelijk beeld.

In Varzy genieten we van een pot koffie en ontbijt op terras. Een boeiende, diepzinnig gesprek installeerd zich. Wat fijn om met een gelijkgestemde te kunnen uitwisselen… Voeding… . David is een bijzondere wijze jonge man van 26 jaar.
Daar gaat het weer… mijn delen komt van ergens, die niet geplaatst kan worden zoals we het geleerd geweest zijn, tenminste het krijgt geen start vanuit mijn denken, wat we gekoppeld hebben aan ons hersenen, hoofd. Het is veel breder, veel dieper. Iets levend, het vult gans het lijf en zelfs veel verder… oneindig.
Ons SamenZijn voelt zo goed dat we de ‘tijd’ niet voorbij zien gaan.

Op de middag stappen we verder… David naar links, ik naar rechts. Ergens in een hoek, onder een afdak van de L’avoir ontmoet ik Guy, een pelgrim. Hij stopt in Varzy na een zware eerste dag. We maken een praatje, het brengt wat ontspanning wanneer de moraal er niet in zit. Ik zie zijn gezicht opklaren. Zalig om zien.

Mijn benen doen het nog goed en beslis nog verder stappen. Stad uit, bos in… langs de kapel van ‘St. Lazare’ die een belangrijke functie had tijdens de Middeleeuwen en getuigd van het vele bestaan van leprozen tijdens die periode.

Ondertussen heeft David me terug ingehaald. We eindigen de dag samen in Champleny, waar we samen opzoek gaan naar een overnachtingsplaats. We eindigen onder het portaal van de kerk. Terwijl David zijn tent opzet. Ga ik opzoek naar twee emmers bij iemand in de buurt. Om deze dan later te laten vullen bij iemand anders. Met twee gele, volle emmers over straat begin ik binnensmonds te zingen ‘twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen…’
Na een h-eerlijk avondmaal die David voor me klaar maakte. Sta ik in mijn blootje mij buiten te wassen, om wat later fris mijn bed in te duiken. Nagenietend en dankbaar van wat voorbij is.

Via deze LINK laat ik jullie het talent en passie ontdekken van David.

Voor een kortfilmpje klik HIER

De vos

Ik wandel de kerk van Tannay binnen, wat een deugddoend contrast van temperatuur. Aan de muur hoog boven mijn hoofd hangt een schilderij.
Een boot, een man vooraan, achterin een vrouw met kind. Twee touwen zijn vast aan de boot. Aan het einde van de twee touwen, twee gevleugde wezens. Het tafereel doet me op een of andere manier denken aan ‘Le passeur’, waarover ik eerder schreef.

Ik verlaat Tannay via een drukke baan, gelukkig van korte duur en al heel snel ben ik ergens midden de velden tussen de graangewassen en de kleurrijke voorjaarsbloemen.

In een dorpje vraag ik aan een vrouw of ik even mag uitrusten op een bankje in de tuin.
“Bien sûr”, gevolgd door een mooie glimlach. De vrouw komt even terug op haar stappen, “un petit café cela vous parle ?”
“Oh, avec grand plaisir. Merci.”
We delen een fijn gesprek. Een jonge man, de zoon vraagt me, “vous marché avec un kilométrique ?” “Il y a quelque année oui. Car je croyais l’avoir besoin pour ne pas faire des excès. Depuis deux ans je ne l’utilise plus. Cela me sers plus à rien, car les chiffres non pas d’importance, seule les chiffres qui me guide”, deel ik met een glimlach.
“Mon corps est mon compas. Et si je ne l’écoutais pas, ma boussole interne fait tilt.”
“Et comment vous faite pour dormir ?” “aux début je devais depasser mes préjugés et mes peur pour frapper à une porte. À laissé les jugements des autres chez les autres. En même temps j’ai appris a prendre conscient et surtout faire confiance à mon instinct. Aujourd’hui je me pose plus des question à ce sujet, dans la providence en reçois ce que en a besoin. ” “Veut tu dire que tu serais guider.” “Oui, en peut le dire comme cela, je suis guider en chemin. Et tous le monde peut l’être si en s’ouvre et en est à l’écoute.”

Terug de natuur in. In een klein dorpje waar alles leeg lijkt te zijn, onbewoond. Ontmoet ik een fietsende pelgrim. Een korte babbel, een uitleg over het verschil tussen de Compostella wegen en de GR paden. De voordelen en de nadelen van beiden en wat het met het lichaam doet.
Om dan languit te genieten van het frisse stromend water van de rivier op mijn benen en het heerlijk drinkbaar water van de bron. Terug stappend achter een bocht, komt een vosje niets vermoedend naar me toe gewandeld. Ik bevriest en bewonder de schoonheid. Een spitse neus, lichtroest gekleurd met wit-beige vlekken, een dikke staart en donkere ogen. Plots kijkt de vos op, ziet me blijft staan, gaat zitten, recht zich, draait zich om… Ik zie de vos verdwijnen in de berm in alle rust. Hmmm, wat een bijzonder waardevolle ontmoeting.

”s Avonds stop ik in Cunsy-lès-Varzy. Een klein dorpje. Een gemeentehuis, met internet verbinding niet onbelangrijk want straks heb ik een eerste vergadering met 7 vrouwen voor een groot project. Een pelgrimstocht van Frankrijk naar Jeruzalem op de voetsporen van Maria Magdalena. Sommigen van jullie hadden reeds deze boodschap gelezen op FB.
22 Juli 2022 wordt het ganse project kenbaar gemaakt, het zaadje is reeds gezaaid en voor mij al reeds mijn tocht van vorig jaar.

Deze nacht slaap ik in openlucht op een grasveld vóór de feestzaal in gezelschap van David een jonge man die ik zag in Vézelay.

Voor een kort filmpje klik HIER

En route…

Canal du Nivernais

Na een pauze van 10 dagen neem ik terug de rugzak. Deze keer niet richting Nevers – zoals in 2014 – wel richting Bourges voor een ‘Tour de Vézelay’, een weg van zeven dagen stappen gecreëerd door Huberta en Arnout van de pelgrims herberg ‘L’ esprit du chemin’ gelegen op de weg van Nevers. Zoals velen al weten hoe mijn wandelwegen zich creëeren, nl. dat alles in beweging is en een planning vanuit de ‘mind’ andere wendingen kan aannemen wanneer men in verbondenheid, in het Nu, in de voorzienigheid leeft. Zo wordt het me al snel duidelijk dat het rondje Vézelay niet kloppend is en ik richting het Zuiden wordt getrokken.

Wanneer de pelgrim aan komt kloppen voor info ivm met de Lemovicensis ( één van de oudste historische routes naar Compostella, met als startpunt Vézelay) krijgt een ‘hospitalier’ (een persoon die pelgrims verwelkomt, een luisterend oor is en zorg draagt voor de plaatsen die de pelgrim ter beschikking ontvangt zoals keuken, slaapplaats) vaak de vraag ga ik via Bourges of via Nevers.
Vandaag zou ik antwoorden met volgende vragen:

  • hou je van veiligheid en natuur?
    Dan zeg ik alvast voor het begin ga tot in La Charité sur Loire (op de camino/GR654) en maak pas van hieruit je keuze.

Via veld- en boswegen verlaat ik Vézelay. Ergens in de hoogte op een heuvel draai ik me om en zie ik de basiliek achter me. Hoewel ik al twee kilometer verwijderd ben is het alsof ze heel dichtbij is. Een totaal ander gevoel, gewaarwording dan via Saint-Père, daar waar ze zo veraf lijkt te zijn en toch met dezelfde aantal kilometers verwijderd…. Weg is ze nooit meer.

De voorbije regen heeft de natuur heel veel deugd gedaan. Ik geniet van de rust die de natuur met zich meebrengt en heel snel voelbaar is in het lijf. Eén van de beste manier om te herbronnen, energie op te doen na de drukte of wanneer je je evrnthes verloren voelt. De natuur bron van leven. Uren stap ik door het bos. In la Maison Dieu neem ik een pauze. Zwier mijn rugzak op de bank oef…. mijn lichaam is tevreden. Rond de deur van de kerk zijn heel oude sculpturen te zien het lijken allemaal maskers te zijn, wat toch wel bijzonder is.

Het landschap, de vergezichten zijn golvend en van een aangename zachtheid voor het oog. .. in de vroege avond steek ik de rivier de ‘Yonne’ over. Een aangenaam verzorgt huisje weet me te bekoren, telkens stel ik me dan de vraag ‘zou ik hier kunnen leven’ en beeld ik me zelf in de plaats en toch telkens voel ik… hoe aangenaam het mag zijn… neen… dit is belange nog niet aan de orde…en misschien wel nooit. En dit gevoel, het idee is voor mij vandaag ok en heb ik vrede mee genomen. Wat voel ik me thuis op de weg.
Langs het kanaal ‘du Nivernais’ wandel ik verder tot in Tannay waar een ‘gîte de pelerin’ is. Voor het slapen gaan genieten mijn verhitte voetzolen van een heerlijk koud bad en wanneer ik me horizontaal leg ben ik al heel snel in dromenland.

Klik HIER voor een kortfilm