Mariana

Deze week bracht ik een bezoek aan mijn opslagplaats, waar de weinige materie die ik nog heb, gestockeerd staat.
Ik nam er een wit doosje mee dat ik ooit cadeau kreeg.
Al jaren bleef het doosje onaangeroerd, omdat het op zich al zo schoon was.
Nu voelde ik dat de tijd rijp was om het met me mee te nemen.


Op het doosje staat een vrouw met een boeket bloemen kijkend naar 2 fladderende vlinders afgebeeld, en erin lag een wit stukje stof, waarop een rozenkrans was geborduurd, met in het midden het woord ‘Joy’.
Op kerstavond, na een ritueel rond de twaalf Heilige Nachten, opende ik het doosje en haalde het witte stukje stof eruit.
Het voelde zijdezacht en fragiel.

Er viel een kaartje uit de doos.
Waarop staat geschreven:
“… het werd gemaakt door Bulgaarse vrouwen in een kansarme regio in de buurt van Veliko Tarnovo.
Mijn wens is om vrouwen uit kansarme achtergronden te ondersteunen en hen werk te bieden, evenals het zelfvertrouwen dat ontstaat wanneer ze met hun eigen handen iets moois creëren.
Ik geloof dat handel persoonlijk en intiem kan zijn.
De naam van de vrouw die dit voor jou heeft gemaakt is: Mariana.
Van harte welkom om haar een boodschap te sturen via Tamielle — ze zal het fijn vinden om te weten wat je van haar werk vindt.
Dank je!
Tamar.”


Ik vind het telkens weer zo bijzonder hoe het leven in elkaar zit, hoe mijn lichaam die ‘aha’ kan gewaarworden wanneer mijn levensweg zich toont, door het vertrouwen in mijn intuïtie.


Nog niet zo lang geleden deelde ik met iemand mijn verlangen om naar Bulgarije te gaan, op het moment dat de rozen bloeien.
Binnen iets minder dan drie maanden start een nieuwe pelgrimstocht: ‘Hart van de Roos’, die van België via Frankrijk naar Engeland gaat.
Niet enkel de Roos zal symbool staan, maar ook de letter M — van Maria, Moeder en Michaël.
En wanneer dan het kaartje uit het doosje valt, met de naam Mariana, kon het niet anders dan dat ‘Joy’ zich liet voelen in mijn hart en mijn bekken.


Mariana.

Cette semaine, je me suis rendue dans mon espace de stockage, là où se trouvent encore les quelques objets matériels que j’ai conservés.
J’y ai pris une petite boîte blanche que j’avais reçue autrefois en cadeau.
Depuis des années, cette boîte était restée intacte, parce qu’elle était déjà, en elle-même, si belle.


Le moment était venu de l’emporter avec moi.
Sur la boîte est représentée une femme tenant un bouquet de fleurs, regardant deux papillons voletant, et à l’intérieur se trouvait un petit morceau de tissu blanc, sur lequel était brodé une couronne de roses , avec, en son centre, le mot « Joie».


Le soir de Noël, après un rituel autour des douze Nuits Saintes, j’ai ouvert la boîte et j’ai sorti le petit morceau de tissu blanc.
Il était d’une douceur soyeuse, fragile.

Une petite carte tombe hors de boîte
, sur laquelle il était écrit :
« … il a été réalisé par des femmes bulgares issues d’une région défavorisée près de Veliko Tarnovo.
Mon souhait est de soutenir des femmes provenant de milieux vulnérables et de leur offrir du travail, ainsi que l’estime de soi qui naît du fait de créer quelque chose de beau de leurs propres mains.
Je crois que le commerce peut être personnel et intime.
Le nom de la femme qui a réalisé cette pièce pour toi est : Mariana.
Tu es chaleureusement invitée à lui envoyer un message via Tamielle — elle sera heureuse de savoir ce que tu penses de son travail.
Merci.
Tamar. »


Je trouve toujours si particulier la manière dont la vie s’entrelace, comment mon corps peut ressentir ce « aha » lorsque mon chemin de vie se révèle, à travers la confiance que je place dans mon intuition.
Il n’y a pas si longtemps, j’ai partagé avec quelqu’un mon désir de me rendre en Bulgarie au moment où les roses sont en fleur.
Dans un peu moins de trois mois commencera un nouveau pèlerinage, « Cœur de la Rose », qui partira de la Belgique, traversera la France et rejoindra l’Angleterre.
Ce ne sera pas seulement la Rose qui fera symbole, mais aussi la lettre M — pour Marie, la Mère, et Michaël.


Et lorsque, de la boîte, est tombée cette petite carte portant le nom Mariana, il ne pouvait en être autrement : la « Joy » s’est fait sentir dans mon cœur et dans mon bassin.


‘Mariana’

Chartres (deel 2)

Marie

En français voir deuxième parti, merci

Al een paar dagen doe ik vrijwilligerswerk in de kathedraal van Chartres.
’s Morgens, vóór ik begin, ga ik op een terras een koffie drinken. Ik vind dit altijd iets hebben: gewoon zitten, genieten van de stilte, bewonderen en zien hoe de stad of het dorp tot leven komt.

Een man in maatpak, met een elegante leren ruitertas in de hand, steekt zijn hand op naar de bakker.
Een dame met haar hond, een poedel, lacht om de humor van de bakker. Zij is uit Oekraïne, en hij noemt haar hond Poetin.
Een man in een zwarte overjas, waarop geschreven staat Verreilleire de Chartres, steekt een sigaret op en drinkt in een oogwenk zijn mini kop koffie leeg.

Na mijn koffie ga ik richting de kathedraal, waar ik de kaarsen opnieuw aansteek die de pelgrims de dag voordien hadden aangestoken (en die omwille van brandgevaar waren uitgeblazen). Soms worden ze geplaatst vanuit een intuïtieve beweging, soms met een vraag, een wens of een gebed.

Terwijl ik de kaarsen aansteek, zing ik heel stilletjes het oorspronkelijke Wees gegroet in het Hebreeuws of in het Latijn (het tweede deel werd pas rond de 16de eeuw toegevoegd). Waarom in deze twee talen? Omdat ze me het meest aanspreken en veel ouder en vertrouwder aanvoelen dan mijn eigen talen, Nederlands en Frans.

Ik word soms zo opgenomen door het gebed en het vuur dat ik in een bewuste, geaarde, meditatieve staat terechtkom. Wanneer de lont van de kaars helemaal doordrenkt is met was, laat ik hem zakken in het reservoir van de waxine. Zachtjes laat ik hem langs een andere lont glijden, bijna als een dans van liefdesvuur: de ene lont kust de andere.

Een man kwam naar me toe en vroeg: “Hoe doe ik dat, een kaars aansteken?”
“Met deze lange kaars steek je de waxine aan,” antwoordde ik. Maar toen hij zei: “Ik ben geen katholiek en weet niet hoe dit moet,” begreep ik dat zijn vraag breder was dan de praktische handeling.

Ik voelde een diepe beschaamdheid: wat voor de ene vanzelfsprekend is, is het voor de andere helemaal niet. Ik excuseerde me en deelde:
“Je maakt contact met je hart, het kan helpen je hand op je hart te leggen. Sluit je ogen, breng je aandacht naar die plek, wacht even en voel wat je wilt vragen of delen. Laat het antwoord ontstaan vanuit je hart. Laat het eenvoudig opkomen uit je diepste zelf.”

De man vertelde waarom hij een kaars wilde aansteken: hij had net vernomen dat zijn beste vriend kanker had. Tranen kwamen in zijn ogen. Ik luisterde en vroeg naar de naam van zijn vriend.
“Er is hier een plaats in de kathedraal waar je de kaars en je gebeden extra kracht kan meegeven,” zei ik, terwijl ik wees naar de Notre Dame du Pilier. “Ik neem je vriend mee in mijn gebeden,” voegde ik eraan toe.

Ondertussen is het labyrint weer open en straks wandel ik het opnieuw, voor de tweede keer.
Ik hoor iemand in het voorbijgaan in het Nederlands zeggen: “Kijk, een doolhof.”
Er is een duidelijk verschil tussen een doolhof en een labyrint. In een doolhof kom je obstakels tegen en loop je vast. Dat ervoer ik altijd als frustrerend en beangstigend. In een labyrint daarentegen volg je eenvoudigweg de weg tot je in het hart komt, de roos van het labyrint.

Het is een initiatieweg, waar tijd en ruimte verdwijnen.
Ik kan een labyrint vergelijken met de sema-dans van de wervelende derwisjen, maar ook met de rozenkrans of een pelgrimstocht. In al die vormen verdwijnen tijd en ruimte, of beter gezegd: je wordt er één mee. Je plaatst een intentie – iets wat je niet meer wilt dragen of waarvan je bevrijd wilt worden. Je bevrijdt je van wat je niet meer dient. Je opent je hart, ontvangt, en gaat integreren wat je hebt ontvangen.

Net zoals bij het pelgrimeren: het is niet het eindpunt van de pelgrimsweg dat belangrijk is, maar de waarde en het bewustzijn die je in het onderweg-zijn legt.

Terwijl ik dit schrijf, besef ik dat ik tussen drie belangrijke data sta.
7 september was er de maan eclips, vandaag – 8 september – de geboorte van Maria, en morgen, het portaalb9/9/9, het beginpunt van een pelgrimstocht in het teken van Maria en water.

Depuis quelques jours, je fais du bénévolat dans la cathédrale de Chartres.
Le matin, avant de commencer, je prends un café en terrasse. J’aime toujours ce moment : simplement m’asseoir, goûter au silence, admirer et voir la ville – ou le village – s’éveiller.

Un homme en costume, tenant à la main une élégante sacoche en cuir, salue le boulanger.
Une dame avec son chien, un caniche, rit des plaisanteries du boulanger. Elle vient d’Ukraine et il appelle son chien Poutine.
Un homme en manteau noir, sur lequel est écrit Verreilleire de Chartres, allume une cigarette et boit d’un trait son petit café.

Après mon café, je me dirige vers la cathédrale où je rallume les cierges éteints la veille pour des raisons de sécurité, mais initialement déposés par les pèlerins. Parfois ils sont placés par un geste intuitif, parfois avec une intention, un souhait ou une prière.

En rallumant les cierges, je fredonne doucement l’Ave Maria dans sa version originale (première partie) en hébreu ou en latin (la deuxième partie n’a été ajoutée qu’au XVIᵉ siècle). Pourquoi dans ces deux langues ? Parce qu’elles me touchent davantage, elles me semblent bien plus anciennes et familières que le néerlandais ou le français.

Il m’arrive d’être tellement absorbée par la prière et le feu que j’entre dans un état méditatif, conscient et enraciné. Quand la mèche de la bougie est entièrement imprégnée de cire, je la laisse descendre dans le réservoir de la veilleuse. Je la laisse doucement frôler une autre flamme, presque comme une danse de feu amoureux : une mèche qui embrasse l’autre.

Un homme est venu me voir : « Comment fait-on pour allumer un cierge ? »
« Avec cette grande bougie, vous allumez la veilleuse », lui ai-je répondu. Mais lorsqu’il ajouta : « Je ne suis pas catholique et je ne sais pas comment faire », j’ai compris que sa question allait bien au-delà du geste pratique.

J’ai ressenti une profonde gêne : ce qui est une évidence pour l’un ne l’est pas du tout pour l’autre. Je me suis excusée et j’ai partagé :
« Entrez en contact avec votre cœur, cela peut aider de poser la main sur votre poitrine. Fermez les yeux, amenez votre attention à cet endroit interieur, attendez un instant et sentez ce que vous souhaitez demander ou offrir. Laissez la réponse émerger de votre cœur. Laissez simplement surgir ce qui vient de votre être le plus profond. »

L’homme m’a alors confié pourquoi il voulait allumer un cierge : il venait d’apprendre que son meilleur ami avait un cancer. Les larmes lui sont montées aux yeux. J’ai écouté et lui ai demandé le prénom de son ami.
« Il y a ici un lieu dans la cathédrale où vous pouvez donner encore plus de force à votre cierge et à vos prières », lui ai-je dit en lui indiquant Notre-Dame du Pilier. « Je porterai votre ami dans mes prières ».

Entre-temps, le labyrinthe est de nouveau ouvert. Tout à l’heure, je vais le parcourir pour la deuxième fois. (je partage plus tard cette expérience en lien avec le serpent)
J’entends quelqu’un passer et dire en néerlandais : « Regarde, un dédale. »
Mais il y a une nette différence entre un dédale et un labyrinthe. Dans un dédale, on rencontre des obstacles, on se perd. Je trouvais cela frustrant et angoissant quand j’étais jeune. Tandis que dans un labyrinthe, il suffit de suivre le chemin jusqu’à atteindre le centre, la rose du labyrinthe.

C’est un chemin initiatique, où le temps et l’espace s’effacent.
Je compare le labyrinthe à la danse sema des derviches tourneurs, mais aussi au rosaire ou au pèlerinage. Dans toutes ces pratiques, le temps et l’espace disparaissent – ou plutôt, on ne fait plus qu’un avec eux. On y dépose une intention : ce dont on ne veut plus porter le poids, ou ce dont on souhaite se libérer. On se déleste de ce qui ne nous sert plus. On ouvre son cœur, on reçoit, puis on intègre ce que l’on a accueilli.

C’est comme le pèlerinage : ce n’est pas le but final du chemin qui importe, mais la valeur et la conscience que l’on met dans le fait d’être en chemin.

En écrivant ces lignes, je réalise que je me trouve entre trois dates importantes.
Le 7 septembre, il y a eu l’éclipse de lune.
Aujourd’hui, le 8 septembre, nous célébrons la naissance de Marie.
Et demain, le portal 9/9/9, marquera le point de départ d’un pèlerinage placé sous le signe de Marie et de l’eau.

Angelus

De wind komt en gaat. De zon is present en verdwijnt af en toe achter hoge wolken. Ik maak wat geultjes met mijn linkerhand in het aarde bed die ik vorige week had voorbereid. Zand wordt toegevoegd om er straks gele wortels in te zaaien.
Terwijl ik met mijn handen in de aarde zit, gebukt over de grond, komt plots vanuit de stilte, uit het niets ‘ik mis mijn vader’. Ik voel dat dit iets breder is dan wat ik onmiddelijk met mijn hoofd zou denken.

Kort erna ga ik zitten op een bank tegen de muur van het ‘schuurtje’. Ik observeer de schoonheid rond me, bekijk de vergezichten en voel hierbij een innerlijke vreugde. Ik wil even een signaal checken op mijn draagbare telefoon. Wanneer ik mijn telefoon uithaal en open ben ik verbaasd wat ik zie.
Op mijn scherm staat de app. open van de fraternitéit van Jérusalem en niet geopend op de eerste pagina die normaal tevoorschijn komt.
Ik voel dat ik in iets meegenomen wordt. En zie op mijn scherm het ‘Angelus’ staan en begin deze op te zeggen als een mantra. Er is geen stoppen mogelijk. Terwijl ik die opzeg voel ik dat ik geraakt ben en niet anders kan dan in overgave te gaan en te volgen wat zich voordoet. Ik huil, ik herpak, ik snik, ik blijf in de overgave.

Réjouis-toi, Marie, pleine de grâce,
le seigneur est avec toi,
tu est bénie entre les femmes er Jésus,
le fruit de ton sein, est béni.

Na een eindje voel ik dat de beslissing terug vanuit mezelf kan komen. Langzaam en in rust rond ik af. Een diepe zucht.

Voor mij zie ik een appelboom en andere fruitboom in bloei. Daar komt een kappel waar het beeld van Maria zal staan.

Ik sta terug op. Draai me even om en zie het beeld staan van Joseph en zijn zoon op de bank waar ik met mijn rug tegen zat.

Diep van binnen voel ik dat dit iets met mij gedaan heeft. Mijn avond verloopt vreugdevol en rustig.
Ik ben iets gewaar… iets nieuws… waar ik voel dat ik nog mag aan wennen.
Alsof ik niet meer ben, wie ik was.

De Roos

Ik heb verschillende opleidingen gevolgd in mijn leven. Bijna allemaal waren ze praktijk gericht. Theorie bracht me al snel in faalangst en opgeven, en wat de theorie betreft zag ik er vaak het nut niet van in. Zeker wanneer ik ze niet kon koppelen aan wat ik met mijn handen kon doen.

Wanneer ik terug kijk naar wat ik heb geleerd op studievlak, geen enkel heeft me diep geraakt. Geen enkel bracht me diepe vreugde of wakkerde mijn vuur aan. Zelfs de fotografie niet. Geen enkel heeft ervoor gezorgd dat ik zo een ‘volle ja’ kon uitspreken als deze die ik vandaag zei en het zo diep kon gewaarworden ‘ja, ik wil’ omdat het mijn totaal zijn benaderd in het tastbare en veel verder.

De ‘ja’ kwam ergens rond mijn verjaardag toen ik in Egypte was, Ik Caroline ontmoette die me sprak over Anaïs Theyskens. Ik zocht haar even op en kwam bij een filmpje terecht op you tube waar ze over haar levensweg sprak. Ik was geraakt van de spiegel die ik ontvangde en voelde een diepe verbondenheid. Jaren had ik gehoopt om iemand te ontmoeten die mij in mijn diepste totale wezen kon begrijpen. Toen besliste ik om een initiatie te beginnen ‘Voie de la Madeleine ‘ waarvan Anaïs de oprichtster is.

Al jaren pelgrimeer ik op deze aardbol, beleef ik mystieke ervaringen. Deel ik ze, schrijf ik ervoor. Ben ik diep geraakt geweest door de gnosis, de gnostiek. Ik geloof in de gnostische geschriften. In 2014 liet la Colline Éternelle van Vézelay me 3 keer iets gewaarworden tot ik het doorhad dat ze me riep. In 2017 heb ik 3 dagen gehuild in Rocamadour. In 2018 kwam voor de eerste keer de Roos op mijn pad, niet weten wat ze werkelijk betekende in de diepte. In 2019 kwam ze me werkelijk aantonen dat ik trouw mocht blijven aan mij weg dit deed ze door levend in een vaas iets aan te tonen. 2020 bracht me dichter bij Maria Magdalena nadat 3 vrouwen in Vézelay me iets wilden delen over Sainte Baume In 2021 beleef ik terug een mystieke ervaring en voel ik duidelijk mijn hart bonzen als vuur tijdens een Paaswake in Vézelay. Gans mijn zijn werd in de uiterste kleine hoekjes geraakt door het ‘Licht’, het jaar waar ik deelde ‘ik trouw met Jezus’. Ik deelde dit met een paar mensen die heel dicht bij me stonden. Ik herinner me zo de aanwezige vreugde die er was en voelde dat het verder wandelen op dit pad met veel zorg en in diepe trouw aan mezelf diende te gebeuren.
Sedert dit moment ben ik opzoek geweest hoe ik verder in vertrouwen, vreugde en in geloof mijn weg kan bewandelen hier op moederaarde. Maar vooral voelde ik de nood en dat het tijd werd om dit samen met anderen te dragen en gedragen te worden. Ik kwam dichter bij de fraternitéit van Jérusalem. Een fraternitéit die me nauw aan het hart licht. Zusters en broeders die ik graag zie. Ik ben er opzoek geweest om in te treden. Alleen wat ik zag en hoorde maakte bracht me geen vreugde. Intreden zou me afgesnoerd hebben van mijn levensvreugde. En vooral ik ben niet iemand die in de pas loopt zeker niet wanneer blindelings regels moeten gevolgd worden die geen steek hebben en waar nog zo sterk het vertikaal, piramidaal systeem aan de orde is. Had ik hierin toekomst, neen. Een medezuster liet me dit inzien door een brief die ze me schreef. Zij was er zich niet bewust van. In de brief stond iets over de Kleine Prins in de woestijn (een paar maanden nadien was ik in de woestijn in Egypte) , over Thérèse van Lisieux (het enig beeld die aanwezig was in het huisje in Watou),
haar delen kwam uit een boek van een Belgische schrijver (zij wist niet dat ik van België was). De roos kwam dichter met Thérèse de Lisieux.
Een paar maanden nadien start ik la ‘Voie de la Magdelene’ in Egypte. Dat ik net daar een stevige ‘ja’ voelde is niet vreemd. Het land waar de katholieke kerk waar ik in was opgegroeid verdween als sneeuw voor de zon. Waar de mantel verdween om de essentie aan het Licht te laten. Het land waar de gevleugelde heel nabij is en waar ik de kracht als een pilaar mocht voelen als een zwaard die me krachtig neerzette. Waar ik mijn zieletweeling terug mocht ontmoeten en waar hij zonder het wist mij liet de wortels verspreiden diep in de aarde om verder in mijn stevigheid te staan. Waar de roos mij zachtjes begon te vergezellen en me niet meer verlaten heeft en zich langzaam verspreidde als een zachte bries door gans mijn Zijn. En zo bracht het me waar ik nu ben in Glastonbury daar waar alles op een punt samenkomt. Waar de Roos en Michael zo krachtig en LiefdeVol aanwezig is. Waar ik door het portaal ben gewandeld van verleden naar heden. Bij het buitenstappen een hand naar me toekwam van één van mijn zusters met een zakje. ‘wil je er eentje’, vroeg ze me. Ik steek mijn hand in het zakje en haal eruit een amandel, la ‘Mandorla’.
Tranen van vreugde hebben gevloeid doorheen de 3 dagen. En hoe mooi was het om met 4 deze cirkel te mogen dragen en gedragen te worden.

Deze namiddag ronde ik mijn initiatie af ‘Voie de la Madeleine ‘ in Glastonbury na drie dagen krachtige, bijzondere en diepe ervaringen in de aanwezigheid van mijn zusters. Waar alles zo duidelijk werd.
Tijdens de ceremonie waar ik neer lag gesteund en gedragen door mijn zusters kwam er een gemis. Ik hoorde een paar keer diep van binnen ‘ik mis je zo, ik mis je zo’. Ik voelde een gemis van een man. Een innerlijke conversatie nam plaats tussen wat was en was is. Flinterdun. ‘Ik heb geen man in dit aards leven, hoe kon ik die dan missen.’ Terug kwam die andere duidelijke stem ‘Ik mis je zo’.
Verdriet kwam, een traan rolde. Mijn proberen te begrijpen verdween, het werd me duidelijk.

En toen op het einde van de ceremonie werd me een vraag gesteld. Ik hoorde de echo van mijn antwoord in mijn oren, een duidelijke ‘JA, ik wil.’ Als een huwelijk die ik afsloot met mezelf ‘Ja, ik wil’ en toen ontvangde ik door mijn medezusters een regen van Rozen.

JA, ik wil en kies om in puurheid van het hart te blijven staan, die zorgt voor balans tussen hemel en aarde. Er trouw aan te blijven om zo kanaal te moge zijn van het Licht. Mij te voeden door de natuurelementen, de zichtbare en onzichtbare levende wezens om het brandend vuur in mij wakker te houden, De bron van leven te blijven die door meheen wenst te stromen en te laten schijnen . Dit doe ik door mijn zwaard diep in de grond neer zetten, te gaan staan in mijn waarden, mij te laten Zien wie ik ben, mijn voorouderlijke lijn te eren en de vreugde van onvoorwaardelijke Liefde te zaaien daar waar ik ben.

Ik ontwaak vandaag met een prachtig roze zonsopgang over de aarde van Avalon met zicht op de Tor. Voel ik en is het mij duidelijk geworden waarom ik tijdens een oefening een dubbele cirkel zag.

Met dit prachtig beeld wens ik Anaïs Theyskens te danken voor haar kracht en zachtheid. Haar trouw blijven aan haar levensweg. Haar onvoorwaardelijke liefde te delen en te verspreiden in wat ze verwezenlijkt op aarde.
In dankbaarheid.
Ik Zie je,
Ik eer je.

De tout cœur
Jasmine

‘Niets is toeval, alles heeft zijn redenen’

De Roos

Ik heb verschillende opleidingen gevolgd in mijn leven. Bijna allemaal waren ze praktijk gericht. Theorie bracht me al snel in faalangst en opgeven, en wat de theorie betreft zag ik er vaak het nut niet van in. Zeker wanneer ik ze niet kon koppelen aan wat ik met mijn handen kon doen.

Wanneer ik terug kijk naar wat ik heb geleerd op studievlak, geen enkel heeft me diep geraakt. Geen enkel bracht me diepe vreugde of wakkerde mijn vuur aan. Zelfs de fotografie niet. Geen enkel heeft ervoor gezorgd dat ik zo een ‘volle ja’ kon uitspreken als deze die ik vandaag zei en het zo diep kon gewaarworden ‘ja, ik wil’ omdat het mijn totaal zijn benaderd in het tastbare en veel verder.

De ‘ja’ kwam ergens rond mijn verjaardag toen ik in Egypte was, Ik Caroline ontmoette die me sprak over Anaïs Theyskens. Ik zocht haar even op en kwam bij een filmpje terecht op you tube waar ze over haar levensweg sprak. Ik was geraakt van de spiegel die ik ontving en voelde een diepe verbondenheid. Jaren had ik gehoopt om iemand te ontmoeten die mij in mijn diepste totale wezen kon begrijpen. Toen besliste ik om een initiatie te beginnen ‘Voie de la Madeleine ‘ waarvan Anaïs de oprichtster is.

Al jaren pelgrimeer ik op deze aardbol, beleef ik mystieke ervaringen. Deel ik ze, schrijf ik ervoor. Ben ik diep geraakt geweest door de gnosis, de gnostiek. Ik geloof in de gnostische geschriften. In 2014 liet la Colline Éternelle van Vézelay me 3 keer iets gewaarworden tot ik het doorhad dat ze me riep. In 2017 heb ik 3 dagen gehuild in Rocamadour. In 2018 kwam voor de eerste keer de Roos op mijn pad, niet weten wat ze werkelijk betekende in de diepte. In 2019 kwam ze me werkelijk aantonen dat ik trouw mocht blijven aan mij weg dit deed ze door levend in een vaas iets aan te tonen. 2020 bracht me dichter bij Maria Magdalena nadat 3 vrouwen in Vézelay me iets wilden delen over Sainte Baume In 2021 beleef ik terug een mystieke ervaring en voel ik duidelijk mijn hart bonzen als vuur tijdens een Paaswake in Vézelay. Gans mijn zijn werd in de uiterste kleine hoekjes geraakt door het ‘Licht’, het jaar waar ik deelde ‘ik trouw met Jezus’. Ik deelde dit met een paar mensen die heel dicht bij me stonden. Ik herinner me zo de aanwezige vreugde die er was en voelde dat het verder wandelen op dit pad met veel zorg en in diepe trouw aan mezelf diende te gebeuren.
Sedert dit moment ben ik opzoek geweest hoe ik verder in vertrouwen, vreugde en in geloof mijn weg kan bewandelen hier op moederaarde. Maar vooral voelde ik de nood en dat het tijd werd om dit samen met anderen te dragen en gedragen te worden. Ik kwam dichter bij de fraternitéit van Jérusalem. Een fraternitéit die me nauw aan het hart licht. Zusters en broeders die ik graag zie. Ik ben er opzoek geweest om in te treden. Alleen wat ik zag en hoorde maakte bracht me geen vreugde. Intreden zou me afgesnoerd hebben van mijn levensvreugde. En vooral ik ben niet iemand die in de pas loopt zeker niet wanneer blindelings regels moeten gevolgd worden die geen steek hebben en waar nog zo sterk het vertikaal, piramidaal systeem aan de orde is. Had ik hierin toekomst, neen. Een medezuster liet me dit inzien door een brief die ze me schreef. Zij was er zich niet bewust van. In de brief stond iets over de Kleine Prins in de woestijn (een paar maanden nadien was ik in de woestijn in Egypte) , over Thérèse van Lisieux (het enig beeld die aanwezig was in het huisje in Watou),
haar delen kwam uit een boek van een Belgische schrijver (zij wist niet dat ik van België was). De roos kwam dichter met Thérèse de Lisieux.
Een paar maanden nadien start ik la ‘Voie de la Magdelene’ in Egypte. Dat ik net daar een stevige ‘ja’ voelde is niet vreemd. Het land waar de katholieke kerk waar ik in was opgegroeid verdween als sneeuw voor de zon. Waar de mantel verdween om de essentie aan het Licht te laten. Het land waar de gevleugelde heel nabij is en waar ik de kracht als een pilaar mocht voelen als een zwaard die me krachtig neerzette. Waar ik mijn zieletweeling terug mocht ontmoeten en waar hij zonder het wist mij liet de wortels verspreiden diep in de aarde om verder in mijn stevigheid te staan. Waar de roos mij zachtjes begon te vergezellen en me niet meer verlaten heeft en zich langzaam verspreidde als een zachte bries door gans mijn Zijn. En zo bracht het me waar ik nu ben in Glastonbury daar waar alles op een punt samenkomt. Waar de Roos en Michael zo krachtig en LiefdeVol aanwezig is. Waar ik door het portaal ben gewandeld van verleden naar heden. Bij het buitenstappen een hand naar me toekwam van één van mijn zusters met een zakje. ‘wil je er eentje’, vroeg ze me. Ik steek mijn hand in het zakje en haal eruit een amandel, la ‘Mandorla’.
Tranen van vreugde hebben gevloeid doorheen de 3 dagen. En hoe mooi was het om met 4 deze cirkel te mogen dragen en gedragen te worden.

Deze namiddag ronde ik mijn initiatie af ‘Voie de la Madeleine ‘ in Glastonbury na drie dagen krachtige, bijzondere en diepe ervaringen in de aanwezigheid van mijn zusters. Waar alles zo duidelijk werd.
Tijdens de ceremonie waar ik neer lag gesteund en gedragen door mijn zusters kwam er een gemis. Ik hoorde een paar keer diep van binnen ‘ik mis je zo, ik mis je zo’. Ik voelde een gemis van een man. Een innerlijke conversatie nam plaats tussen wat was en was is. Flinterdun. ‘Ik heb geen man in dit aards leven, hoe kon ik die dan missen.’ Terug kwam die andere duidelijke stem ‘Ik mis je zo’.
Verdriet kwam, een traan rolde. Mijn proberen te begrijpen verdween, het werd me duidelijk.

En toen op het einde van de ceremonie werd me een vraag gesteld. Ik hoorde de echo van mijn antwoord in mijn oren, een duidelijke ‘JA, ik wil.’ Als een huwelijk die ik afsloot met mezelf ‘Ja, ik wil’ en toen ontvangde ik door mijn medezusters een regen van Rozen.

JA, ik wil en kies om in puurheid van het hart te blijven staan, die zorgt voor balans tussen hemel en aarde. Er trouw aan te blijven om zo kanaal te moge zijn van het Licht. Mij te voeden door de natuurelementen, de zichtbare en onzichtbare levende wezens om het brandend vuur in mij wakker te houden, De bron van leven te blijven die door meheen wenst te stromen en te laten schijnen . Dit doe ik door mijn zwaard diep in de grond neer zetten, te gaan staan in mijn waarden, mij te laten Zien wie ik ben, mijn voorouderlijke lijn te eren en de vreugde van onvoorwaardelijke Liefde te zaaien daar waar ik ben.

Ik ontwaak vandaag met een prachtig roze zonsopgang over de aarde van Avalon met zicht op de Tor. Voel ik en is het mij duidelijk geworden waarom ik tijdens een oefening een dubbele cirkel zag.

Met dit prachtig beeld wens ik Anaïs Theyskens te danken voor haar kracht en zachtheid. Haar trouw blijven aan haar levensweg. Haar onvoorwaardelijke liefde te delen en te verspreiden in wat ze verwezenlijkt op aarde.
In dankbaarheid.
Ik Zie je,
Ik eer je.

De tout cœur
Jasmine

‘Niets is toeval, alles heeft zijn redenen’

Vervolg Mandorla

De amandel is Christus, omdat zijn goddelijke natuur verborgen is door zijn menselijke natuur, of door het lichaam van de Maagdelijke Moeder.
Zei is nog, zegt Adam de Saint-Victor, het mysterie van het licht, dat wil zeggen het object van contemplatie, het geheim van de innerlijke verlichting.

De amandel die, in middeleeuwse versieringen, de figuren van de Maagd of Christus in majesteit een aureool geeft, neemt op een andere manier deel aan het mysterie van het licht: het is het hemelse licht, tegelijk de emanatie van de verblijfplaats van de zaligen en de sluier van het zaligmakende visioen.

In de mystieke traditie symboliseert de amandel het geheim dat in de schaduw leeft en dat ontdekt moet worden om zich ermee te voeden. De schil rond de amandel wordt vergeleken met een deur of muur.
Voor de Hebreeën was de amandelboom het symbool van een nieuw leven. Het is de eerste boom die in het voorjaar bloeit.
In de Islam is de amandel teken van verwelkoming, vandaar dat wanneer je bij mensen thuis gaat ontvang je er altijd eerst amandelen.

In Jeremiah staat geschreven (1,11-12)
11 En het woord des Heren kwam tot mij: ‘Wat zie je, Jeremia?’
“Ik zie de tak van een amandelboom”, antwoordde ik.
En de eeuwige verkondigt: Gij hebt het goed gezien, want Ik waak, opdat Mijn woord vervuld wordt.

In de esoterie van de Middeleeuwen staat de amandel voor de maagdelijkheid van de maagd: mystieke amandel. De elliptische halo omringt de Maagd soms in de kunst.

Wanneer men kijkt naar de vorm van een vulva, vagina, yoni dit laatste komt vanuit het (Sanskriet: योनि) en is de tantrische term voor vrouwelijke geslachtsorganen
(vulva, vagina en baarmoeder).

In het hindoeïsme is de yoni een symbool dat de vrouwelijke energie van de god Shakti representeert.
Daar worden de Yoni’s symbolisch afgebeeld als een rond of vierkant horizontaal vlak met een dieper gedeelte in het midden of inkepingen aan de rand, en een uitloop aan de zijkant. Een totaal andere vorm, symbool van hoe wij het hier zien.
Samen met de − vaak als gestileerde fallus geïnterpreteerde − lingam is de yoni vooral in het Shaivisme een symbool voor de goddelijke scheppende energie. De versmelting van Shakti en Shiva wordt uitgedrukt in de weergave van de yoni en de lingam. De yoni is dan een rand rondom de lingam waarin vloeistoffen (water, kokosmelk, ghee) worden opgevangen die als offergaven over de lingam worden uitgegoten. Terwijl de yoni het vrouwelijke representeert, representeert de lingam het mannelijke..
Shakti is in de Indiase mythologie de vertegenwoordigster van de vrouwelijke energie. Zij is een van de Hindoegoden en wordt vereerd als Moedergodin. Die kunnen enkel hun functie dankzij haar uitoefenen. Zonder energie betekenen ze niets. Ieder mens heeft een eigen ‘shakti’ een levensenergie, die moet opgewekt en ten gunste gewend worden.

En hoewel sommige dit profaan zouden kunnen noemen. Wat ook zo vermeld stond in het boek vanwaar een deel van deze tekst komt, is het altijd belangrijk het onderscheid te kunnen maken in wat men leest.
Hoewel ik als schrijver zo neutraal mogelijk probeer te zijn, en vanuit eigen ervaring en door-leven, vind ik het belangrijk dat de lezer niet zwart op wit leest. Wel dieper de tekst tot zich neemt. Vandaar mijn aanpassing.

De Upanishads vertellen ons dat het het symbool is van de kosmische wateren en de kolkende drukte van de oneindige mogelijkheden van existentialiteit. Dit oude archetypische beeld zou de oorsprong van de mandorla kunnen zijn.

Het feit dat de term mystieke amandel verwijst naar Maria’s maagdelijkheid in de esoterische taal van de Middeleeuwen bevestigt deze hypothese.
Het doet dus niets af aan de heilige waarde van het symbool, maar versterkt het juist. Want deze seksuele connotatie die aan de mandorla wordt gegeven, maakt het tot de oorspronkelijke baarmoeder, voortkomend vanuit de bron het licht van de openbaring, waar mens en God Eén zijn.

Zo zie je maar dat alles verbonden is met elkaar en wanneer je alles afzonderlijk bekijkt vanuit verschillende delen van de wereld komt men tot één punt, de essentie.

En wat vind ik het fijn om bewust te worden en te beseffen dat we vandaag 1 februari zijn, en het de wijde wereld mag in sturen net op de dag van St. Brigid’s day, Imbolc, de Keltische start van de lente in Ireland.
Om dan op 20 maart de vrouwencirkel te starten in Watou, het begin van de Lente bij ons.

En wanneer ik dan deze morgen buiten keek in de tuin en zag dat alle sneeuwklokjes in bloei stonden, symbool voor Brigid. Dan kan ik alleen maar luisteren naar de zachte boodschap en zeggen ‘Ja’ de tijd is rijp.

In dankbaarheid.

Bron: woordenboek van symbolen:mythes, dromen, traditie… GHEERBRANT, Akain

Mandorla

La ‘Sportelle’ van Rocamadour. Kenteken van de pelgrim.

Wanneer ik gewaar werd dat Ik in deze regio en liefst in Watou wens te aarden, schreef ik op volle Maan een korte tekst voor de aankondiging van een eerste vrouwencirkel.
‘Komaan Jasmine durven en doen, op jouw manier, en zo eenvoudig mogelijk’, sprak ik mezelf in. Het denken liet ik er graag buiten, zeker als deze niet verbonden is. Dan is er onrust, ben ik niet geaard en vertrekken de woorden louter als lucht. En woorden die louter lucht zijn, worden niet gehoord en verlies ik het contact met de voorzienigheid en vertikaliteit en is alles wat in de horizontaliteit is als mijlen ver.
Wanneer mijn woorden ontstaan vanuit de bron dan kan ik ze gewoon voelen vibreren en vertrekken ze vanuit een totaal andere plaats in mijn lichaam die een opwaartse beweging maakt om dan via het spraakkanaal tot leven te komen.

Toen ik de tekst begon neer te pennen het eerste wat ik schreef was, wat en dan kwam heel spontaan ‘Mandorla’. Met deze benaming roep ik de vrouwencirkel de wereld in.
Het deed me plots terug denken aan mijn aankomst in Rocamadour op mijn pelgrimstocht in 2017. Een paar kilometer ervoor stond ik in de nacht onder de sterren hemel voor een kruis met aan de voet de St. Jacob’s schelp en ernaast de Mandorle met Maria en Jezus erin afgebeeld. Als ik het beeld van de Mandorle nu voor de geest zie doet het me denken aan een beeld die ik zag in het museum van Luxor van Isis en Horus.
Toen ik voor eerste keer, de vorm van de Mandorla bewust zag bracht het mij in contact met de vrouwelijke polariteit. De dagen nadien stond alles in het teken van de vrouw. Werd ik op verschillende manieren geraakt niet wetend vanwaar alles kwam. Een krachtplaats die ik nooit zal vergeten. Ik probeerde, in overtuiging, de tekst rond deze gebeurtenis terug te vinden. Helaas en bijzonder dat ik er toen niet heb overschreef. blijkbaar voelde ik me er toen te onzeker voor.

Om één of andere reden heeft deze vorm me altijd geïntrigeerd, waarom weet ik niet. Ik zie het ook vaak in visuele meditatie en werkt het als een pulserende magneet.

Een Mandorle is een geometrische figuur in de vorm van een amandel. In de traditionele iconografie, geschilderd en gebeeldhouwd, is het ovaal waarin Christus, de Maagd Maria, heilige figuren zijn gegraveerd in een onsterfelijke glorie.
Door zijn geometrische vorm is het verbonden met de symboliek van de ruit maar dan met afgeronde zijhoeken.

De betekenis ervan is de vereniging van hemel en aarde, van de lagere en hogere werelden. Vandaar het gebruik die perfect past bij heiligen. Het symboliseert het overwinnen van het dualisme van materie-geest, water-vuur, hemel en aarde, in een harmonieus gerealiseerde eenheid.

De amandel, wat wij eten, zit in een harde omhulsel en zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Symbool van het wezenlijke dat verborgen is in het accessoire, van spiritualiteit versluierd door uiterlijke doctrines en praktijken, van de werkelijkheid gemaskeerd door de schijn, de waarheid, de schat, de Bron die verborgen is.

Mahmûd Shabestari, een Mysticus en Perzische Sufi dichter zei ooit: “Wanneer de migrateur, de zwervende, de rondtrekkende persoonlijke zekerheid heeft bereikt, is de amandel rijp en is de schil gebarsten.”
Of Abd al-Karim die zei :” Laat de schors en neem de vrucht. Wees niet één van degenen die het gezicht niet kennen, maar ontdoe je van de sluier. “

….

In het timpaan van de Basiliek St. Madeleine te Vezelay is een mandorla te zien met de verrezen Christus

Mariam

Met de zon in de rug verlaat ik Compostela. Vier bejaarde vrouwen staan voor het hekken van het pelgrims bureau. “alle, encore une photo ensemble”. Ik hoor een andere dame zeggen, “il faut y aller la”.

Ik wandel verder en ga even nog een boodschap doen. Voor de eerste keer stap ik in de morgen in t-shirt en wat doet dit deugd. Bij het stappen breng ik mijn focus naar mijn ademhaling, onderrug en benen. Mijn bekken is namelijk vast komen te zitten na de storm. En mijn rug en bovenbenen kunnen me ’s nachts soms wel parten spelen. Niet altijd évident wanneer ze soms op een kuip-matras proberen te ontspannen.

Mijn tocht is gestart vanuit Almeria, niet omwille van deze stad, wel omwille dat er water was en zon. Gans mijn Zijn vroeg om water en warmte. Mijn intentie was er echter om er te verblijven en uitrusten. Het was duidelijk dat er iets anders voor me klaar lag. Een start van een nieuwe weg.
Toen ik na het boeken van een ticket, zag dat er van daaruit een pelgrimstocht was, werd het al snel duidelijk en kwam intuïtief een weg te voorschijn. Van water naar water, de Mare à Mare, de Mer à Mer.

In het Frans klinkt het als ‘Moeder’ (anders geschreven). Ik schrok (met fonkeling in mijn ogen en een sprongetje in het hart) wanneer ik zonet ben gaan opzoeken wat ‘Mare’ betekent nl. ‘Maria’.
(Op mijn Compostelat staat geschreven in het Latijn ‘Mariam’, de twee andere namen bij het zien waren ‘als’ verdwenen in het niets. Maria een naam die ik eer wens aan te doen. En heel bevreemdend de naam die weggelaten is bij aangifte bij mijn geboorte, terwijl mijn doopmeter Marie-José noemt en niet José alleen. Het middelste deel was verwijderd. Enkel Jasmine José bestaat voor de staat. Dit voelde voor mij nooit evenwichtig. Sedert 2 jaar geleden ben ik deze volledig naam beginnen dragen. Hoe kan er immers evenwicht zijn, wanneer men iets ontneemt, niet mag bestaan of leven. Zo werd ook mijn oorspronkelijke naam ‘Yasmin’ getransformeerd in Jasmine omdat deze in oorsprong veel gebruikt wordt in Arabische landen en afkomstig uit Perzië. Terwijl deze cultuur me zo sterk aanspreekt. En eigenlijk vind ik het best grappig. Want wat men niet wou, of niet mocht bestaan, ben ik toch gaan doen en erin gaan staan). En nu zie ik pas dat mijn naam bestaat uit ‘3’ woorden.
Wanneer ik het dan veel breder bekijk is dit precies een beweging in het groter geheel. Ik dacht eerst het wegebben van het patriarch, ik zou het eerder zien als een evenwicht brengen in het patriarch.

Ik ben dus deze morgen terug vertrokken op weg naar Muxia (een dorp op een eindpunt aan de kust) . Naar het ‘water’. En wat bijzonder toen ik hoorde van Vanguir (een Braziliaanse man, geboeid door het Hebreeuws en Jodendom) toen hij deelde dat Muxia in het Hebreeuws ‘Messias’, de gezalfde betekend.

In de namiddag ontmoet ik de vier dames. Als een vanzelfsprekendheid wandelde ik met hen. Michelle, Yvonne, Marize en Elise. Twee met een leeftijd verschil van 20 en de andere twee van 30. Waw, ik hoop dat ik net als hen binnen zoveel jaren op ‘weg’ mag zijn.