Babylon

Plots kom ik op een tekst over Babylon, de Openbaring van Johannes.
Oef, amai, de woorden die hier te lezen zijn en op regelmaat terug komen: hoererij, haar, hoer, haar zonden, bloedschuld,
Zinnen als: ‘de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde’,
‘Hij heeft de grote hoer geoordeeld’ , ‘verdorven met haar hoererij’, ‘Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit’, ‘met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, en zij die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij’. ‘Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde.

Wanneer ik die tekst plat lees kan ik niet anders dan denken dat ‘de vrouw’ in een slecht daglicht staat. Toch! Dit kan nu toch niet anders gelezen worden, denk ik dan. En wanneer men weet dat dit in de geschriften staat dan kan je daar toch niet als mens onverschillig over zijn.
En natuurlijk als gevolg vloeit daar een oordeel uit. Niet abnormaal dat de mens hier kwaad kan op worden en de rug toekeert naar het geloof.

Maar wat als het woord nu verkeerd zou vertaald geweest zijn in oorsprong. En waarom koos men voor haar en niet hij! Dan brengt me dit bv. naar vandaag en hoe we de aarde noemen, Moeder aarde, is het niet!

Laat ik nu de tijd nemen en met een open hart waar oordeel of vooroordeel geen plaats kent om de tekst bij mij te laten binnenkomen.
Wanneer ik dit doe voel ik, dat dit voor mij niet om de vrouw, niet over een persoon gaat, eerder om een ‘gedrag’ die gesteld wordt. Om gedragingen die Liefde stuk maakt en kiest voor macht. Waren andere woorden dan niet mogelijk!? En is dit ook niet hedendaags!? Hier onder de noemer van iemand ‘liefde’ is men uit op macht.

Maar stel je nu eens voor, alle mensen die deze tekst plat lezen en hebben gelezen. En één van hen gaat op deze manier het woord doorgeven of verkondigen. Wanneer het zijn doel verliest en uit de context wordt gehaald dan is helemaal om zeep. En kan er veel kwaad gedaan worden. Terwijl de inhoud van die tekst net het omgekeerde wenst te tonen.
Wat ook is, zolang de mens de weg niet naar binnen neemt en kiest voor het zuivere zal de tekst over Babylon een gewicht blijven in zichzelf.
En misschien is dit schrijven er ook eentje van, want als ik me niet goed zou uitdrukken voor sommigen of dat het anders over komt of geïnterpreteerd wordt bij de ander dan wat ik bedoelde.
Het kan zijn dat ik me dan op glad ijs bevind, wel dan zal ik leren mij verder bewegen tot ik recht kan staan op het ijs.

Ik denk even terug aan de vele bas-reliefs in de tombes, in de crypte van Dendera, aan het Mystieke, de verborgen medische kennis, aan de alchemie.
En wat als toen in die tijd, en laat ik even fantaseren en gebruik maken van hedendaagse voorbeelden die ik waarneem en hoor. Ik kan me voorstellen dat toen in die tijd, als ik de prachtig beelden zag van de mensen, hun lichaam, de rijkdom…. dat jaloezie toen ook al bestond. En dat die jaloezie deels oorzaak was van de vele onnodige slachtoffers die afgebeeld staan op de muren van de tempels.
En ik spreek van over 3000 jaren vóór Christus.
Waar twee mannen vechten om een vrouw, er één geen gelijk haalt of zich afgewezen voelt en hierdoor razend werd en onterecht kwaad over de vrouw uitsprak. Of er was, een vrouw die een mystiek leven leidde en die de alchemie begreep van het lichaam en de levensenergie. Een vrouw die mensen in hun kracht bracht en waardoor velen haar wilden bezitten omdat men eerder uit was op macht dan in eigen kracht.
Is het dan de vrouw die in haar kracht staat die iets verkeerd doet of eerder de persoon die bezitterig is en het buiten zichzelf zoekt.
Ik kan me voorstellen wat dit kan teweeg gebracht hebben.
Dit doet me denken aan de taferelen, de personages die vernietigd werden door de Copten (=Egypte) omdat het niet meer zichtbaar mocht zijn. De prachtige beelden van Isis en Horus, van Hathor in de tempels of in de Mammisi, het geboortehuis , de Tempel van Isis in Aswan, alle Godinnen, de borsten, de geslachtsdelen werden verwijderd.
Dan komt er in mij op “maar jullie hebben niets begrepen van wat God van jullie verwacht.”

Hmm, amai een ganse boterham vloeit er uit mijn pen en dit uit dat ene woord ‘prostitutie’. Een woord die zo vaak uit de mond komt wanneer men kwaad is op een vrouw. Ik heb het zelf vaak mogen horen. Waarom omdat men niet kreeg wat men wou, omdat ik in mijn kracht bleef staan en dat had niets te maken met sexualitéit. Dit kreeg ik vooral te horen van de mannen. En dan die ene keer dat ik het verhaal deed aan mijn grootmoeder van een man die me trakteerde met een maaltijd op de luchthaven omdat ik geen geld meer had. Ik kon tussen de lijnen lezen wat ze bedoelde wanneer ze zij, “wat heb je daarvoor moeten doen!?”, haar blik sprak boekdelen. Terwijl ik daar stond met fierheid omdat ik geen angst had, omdat ik in de goedheid van die man geloofde, omdat ik mijn plan kon trekken. Ik voelde me met de grond gelijkgemaakt.
En dan de zovele keren dat ik heb mogen horen” je hebt het zelf uitgelokt”, terwijl er in mijn gedrag niets aanstootgevend was, ik geloofde in de goedheid van de mens, ik had de persoon lief, ik was soms naïf. Telkens in een fractie van een seconde kon gans mijn zijn goed aanvoelen dat iets niet OK was. En hier kwam de uitspraak van een vrouw. Zo zie je ook dat we niet te hoeven generaliseren en altijd alles in de schoenen van de mannen hoeven te duwen.

Wat hebben we met deze oude geschriften de wereld toch in gestuurd, die voor velen niet toegankelijk zijn!?
En eigenlijk doet dit er niet meer toe, wel wat kunnen we er vandaag meedoen.
Herstellen kunnen we niet, wel anders doen in het NU. Aan ons de keuze.
Vooruit!
En ons de vraag stellen in welke realiteit wens ik te leven, want die is belangrijk, en met deze wens ik hand in hand te stappen. Ikzelf neem geen blad voor de mond wanneer ik voel of zie dat er iets onrechtvaardig gebeurt.

Ik wandel door de zanderige wegen en onder de blakende zon. Mannen komen aangelopen, “Madame felouk”, “taxi”, “hey”, “psst”, “why you not smile”, “you want a helicopter”, “beautiful hair”, “Goodmorning”, “nice color”, “nice t-shirt”, “I now you”, “welcome”, “I have see you on the boat”, “hi, I have see you. I’m a friend of”, “hey, it’s close”…. en zomaar verder. Vindingrijkheid zijn ze om je te benaderen. En eenmaal je er aan toegeeft ben je verloren. Onuitputtend zijn ze.
Dan komt het voor mij goed uit om op mijn eigen eilandje zijn, waar ik kan uitblazen.
Ik moet nog denken aan één van mijn zusters uit Magdala die zei, ” jou zullen ze niet veel lastig vallen met je kort geknipt kopje”. Hihi, kort kopje of niet.
Lang gekleed, of kort. Een doek op de schouders of op het hoofd. Het maakt geen verschil, ik ben een blanke vrouw en die wordt hier geassocieerd met rijk. Is gelijk aan een ticket richting Europa, want wanneer je als Egyptenaar niet voldoende op je rekening hebt dan verlaat je gewoon het land niet. Zo wordt ik vaak op een subtiele intimiderend manier benadert.
Dit is soms heel vermoeiend, maar ik wens er leren mee om te gaan. No stress, geduld en vooral bij mezelf zo goed als mogelijk blijven.
En ondanks de vele vermoeiende benaderingen voel ik me hier veiliger dan in sommige buurten in de hoofd- grootsteden in Europa.

Kom Ombo

Chapel of the Hearing ear

Vandaag vertrek ik terug noordwaarts na een dagje terug reizen van Abu naar Aswan.
Met een chauffeur van Indrive waag ik me doorheen het land van ‘Aladin en Jasmine’ richting Kom Ombo. Zo voelt het wat… liefde voor het land.
De taxichauffeur heeft een veilig en vlot rijgedrag waardoor ik me zo op mijn gemak voel dat af en toe mijn ogen zich sluiten. Rechts van mij zijn af en toe kleine lemen dorpen te zien met hun plaatselijke markten, waar groenten en fruit onder vervallen stalletjes worden verkocht tussen kleurrijke plastieken voorwerpen van goedkope minderwaardige kwaliteit.

De chauffeur vertelt me dat hij nog nooit naar Kom ombo is geweest, terwijl hij amper op 45km daar vandaan woont. Dit doet me denken aan mijn jeugd toen ik de verhalen hoorde van mijn grootouders toen ze klein waren. Ze hadden toen nog nooit de zee gezien. Dit is zo een honderd jaar geleden. We zijn anno 2023.

De vele dikke vluchtheuvels vertragen het verkeer nabij de dorpen en zijn ook vaak aanwezig om de lange trajecten te doorbreken. Men kan ze onmogelijk uit de weg gaan of je ligt wat verder omgekeerd op de baan. Met alle gevolgen van dien zowel voor de wagen, jezelf en de ander.
Daar waar ik nu al ben geweest staan er weinig tot geen verkeerslichten en als die er staan dan functioneren ze niet.
Zebrapaden werden hier lang geleden op de grond geschilderd en zijn ondertussen door de jaren uitgeveegd.
Hier in Egypte hebben ze dat ook niet nodig. Auto’s rijden soms zelfs zonder lichten. De automobilisten, voetgangers
bewegen zich met elkaar. Soms kan ik een eindje blijven staan op de hoek van de straat en het gedrag observeren tussen hen en ik heb hier niet de indruk dat er opmerkingen worden gegeven naar het gedrag van anderen op de weg. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid aanwezig. Tolerantie en geduld is noodzakelijk en heb je dit niet dan leef je hier continue op de toppen van je tenen.
Een bejaarde vrouw steekt haar hand uit, traag en uitkijkend steekt ze over, en de automobilisten stoppen voor haar.
Als ik al iemand hoor klagen dan ben ik het wel zelf. Daar waar ik mijn geduld verlies omwille van het teveel aan prikkels en vermoeidheid. Word ik me bewust hoe geconditioneerd ik hierin was. In onze cultuur zijn zoveel regels en wetten om de mens in een bepaalde richting te laten bewegen omdat men het idee heeft zo vrij en veilig te kunnen bewegen. Hier dien ik deze conditionering opzij te plaatsen omdat het hier anders werkt, zoniet blijf je lang staan daar waar je over wil steken. Graag zeg ik ook vaarwel in wat die conditionering mij heeft aangeleerd, namelijk de angst om omver gereden te worden. Ik herinner me goed dat die angst me in kwaadheid bracht die ik kon uiten naar mijn tegenligger of naar diegene die net naast me raasde waar ik de wind in mijn broekspijpen gewaar werd. Het uiten was niet zozeer naar de persoon zelf, wel naar de agressieve handeling die ik gewaar werd in mijn lijf en die op zijn beurt agressiviteit bij mij opwekte. Het werkte als een razendsnelle ontlaadklep. Waarom omdat ik niet in eigen lijf aanwezig was of er werd uitgehaald omdat angst me niet toelaat om in eigen center te vertoeven.
Vanuit die angst kan een mens zich superieur of sterk gaan voelen door zich te verbergen achter de wet en de regels. De regels ‘ik heb voorrang’ , het ‘ik heb het recht’ , de wettekst zegt, jij niet ikke wel…. blabla…bla.
Een conditionering die ervoor zorgt dat de mens zichzelf niet meer in vraag stelt als men niet bewust in het leven staat. Een conditionering die er geplaatst is ‘ voor nep veiligheid, nep vrijheid. Want zo gebruiken we onze eigen antennes niet meer en leren we zo niet in eigen kracht te leren gaan staan. Wel de wet van de sterkste creëert. Voor mij is er een verschil tussen sterk en kracht. Een conditionering die gevolgen heeft op de samenleving want naar mijn gevoel duwt het de mens een groot deel weg van het samenleven naar afstand met elkaar.
Dan denk ik aan de extra straatverlichting die men plaats rond de scholen, de zebrapaden die extra worden verlicht met ledlampen. De zoveel overloaded verkeersborden langs de straat dat als men er eentje veranderd het men gewoon niet meer ziet.
Dienen we extra straatverlichting toe te passen of is er eerder een tekort aan licht in onze bovenkamer en opening in ons hart!

Na de Kom Ombo tempel met zijn – bas reliëf waar de dagen, maanden en oogsttijd geschreven staat. Bas reliefs die verwijzen naar de hun specifieke theologie die werd opgebouwd door nauw in contact te zijn met het universum en plaatselijke gewoontes. Deze cultische liturgieën, hun geheimen zijn verloren gegaan na het doden van de vele monniken die er leefden – verlaat ik deze plaats richting het station van Kom Ombo.

De jonge tuktuk chauffeur zegt plotseling “Mooie ogen madam”. De gekende wederkerig zinnen in het Engels die vele jonge chauffeurs hier gebruiken om contact te leggen met de vrouwelijke passagier. Aan de tuktuk tel ik wel 4 à 6 achteruitkijkspiegels die hij één voor één juist zet om me kunnen zien.
Aan de snelheid dat hij auto’s voorbij steekt of dwars rijd zou hij de prijs kunnen halen voor de meest behendige chauffeur zonder iemand te raken en een bonus binnenhalen om vrouwen te versieren.

In het station in Kom Ombo. Neem ik plaats naast een vrouw nadat ik zit te wachten voor de trein naar Luxor, waar ikzelf niet zeker ben of die er komt. Ze probeert contact met me te nemen. Niet evident wanneer zij geen Engels praat en ik de Egyptische taal niet ken, gelukkig is de verbinding er wel en is de communicatie herleid tot lichaamsgebaren. We delen een delen en ze trakteert me op een zoetigheid.
Ik begrijp dat ze aanraad om de lokale trein te nemen naar Aswan om dan terug van daaruit terug over Kom Ombo te rijden naar Luxor. Zo gezegd zo gedaan. Op het laatste moment volg ik mijn instinct en spring ik op dezelfde trein met haar naar Aswan.
Op de trein zie ik haar hand stilletjes in slow motion naar beneden dalen. Ze valt in slaap.
Het valt me op dat de lokale trein waar ik opzit in 2de klasse netjes en ruim is, het tegenovergestelde van 1ste klasse – VIP trein, zogezegd aangeraden voor de toeristen, die donker, vuil, niet onderhouden is met kapotte zetels.

In Aswan stap ik onmiddellijk naar het guichet en koop ik er een ticket voor Luxor. “Welke”, vraagt de man aan het guichet “1ste klasse-Vip het is beter voor je”. “Neen, dankjewel. Ik heb net de ervaring dat dit geen realiteit is. Ik kom net uit een nette 2de klasse trein. Graag de eerst volgende.” ” Je hebt de keuze uit de Spaanse, de VIP of de Russische” ” Graag de eerste trein die langs komt meneer”. De mannen aan het guichet moeten de toeristen aanmoedigen om de 1ste klas – VIP te gebruiken, de reden het prijskaartje.
(VIP 465 EGP of 20 euro = 660 EGP dus je betaald teveel wanneer je in euro betaald wat overeen komt met een maaltijd of 1 nacht slapen in hostel. De Spaanse/ Russische trein betaal je 330 EGP of 15 euro voor hetzelfde traject en tijd)
De eerstvolgende is een Russische die ik blijkbaar met nog andere toeristen neem. Een nette, ruime, goed onderhouden trein met airco en vaste zittingen. Zalig.

Rechtover mij ontmoet ik een Vlaming. Hij is zo blij dat hij na maanden rondreizen in verschillende landen eindelijk eens Vlaams, Nederlands kan praten. Zo blij dat hij van geen ophouden weet en zo de tijd voorbij vliegt wanneer we aankomen in Luxor. En ik, ik genoot van zijn vreugde.

Klik HIER voor meer afbeeldingen

Egypte

Ik hef even mijn poep op na uren stilzitten op nog geen vierkante meter in een volle vlucht richting Egypte. Het doet mijn onderrug geen deugd, echter het weten dat ik straks mijn tocht mag verder zetten daar waar ik geroepen werd heeft me moed om de lichte pijn te verduren.
Mijn buurman kijkt me aan “ja, ik ook. Ik voel het ook”, zegt hij. Een korte geblokte man met een donkere huidskleur. “Ben je van Egypte”, vraag ik hem. “Ja, ik ben Egyptenaar”, zegt hij fier in het Frans. “Égyptien”, wat klinkt dit mooi in mijn oren alsof dit lang gekend is.
De man deelt me dat hij in Frankrijk werkt en op weg is om Pasen te vieren met zijn vrouw en familie. “Ben je Christen” vraag ik hem. “Ja, Orthodox”.

Ik kijk even door het wat wazige kleine ovalen raam terwijl we boven de woestijn vliegen. Het ziet er bewonderenswaardig uit. Het is geen hoop effen zandvlakte, wel een contrastrijke creatieve uitziende oppervlakte.
Met wat verbeelding en openblik kan je er van alles inzien en waarnemen. De lijnen, de hoogteverschillen in de aardkorst zorgt ervoor dat de aarde van bovenuit eruit ziet alsof de aarde aderen heeft. Of immense tekeningen van bomen met hun boomstammen waarvan de wortels met elkander verbonden zijn. Het doet me zelf denken aan een bloemkool die door midden is gesneden. Ernaast zie ik duidelijk de delta langs waarheen we vliegen en we de Nijl overvliegen richting Luxor. Daar waar ik voet aan land zal zetten. Geboeid blijf ik verder kijken door het venster.

Op de luchthaven staat een man mij op te wachten om me van Luxor naar de Westbank te brengen waar ik de eerste zeven dagen zal vertoeven en de tijd zal nemen om te acclimatiseren.
Toen ik op het plein in Cahors de Arabische taal hoorde, de moeheid in mijn lichaam voelde werd het me duidelijk dat ik deze pelgrimstocht en het land op een andere manier zou doorkruisen dan wat ik in oorsprong dacht te doen. Ik herinner me toen in 2019, ik was toen vertrokken vanuit Vézelay te voet naar Jerusalem. Mijn hoofd dacht toen : ‘na Compostella, Rome dan is het normaal dat Jerusalem volgt’, Niets was minder waar. Zo werkt het alvast niet voor me. Ik herinner me toen nog heel goed hoe mijn pelgrimstocht een andere wending nam in de vorm, maar innerlijk een heel intense weg was vol mystieke ervaringen. Ik heb er toen ook bewust niets over geschreven omdat ik niet alleen was in de beleving. Ik werd gewaar dat de mystieke ervaringen dienden met zorg en respect benaderd te worden net zoals geliefden elkander benaderen en wat toen was blijft levend in mij en dat is het bijzonderste.
Benieuwd wat deze tocht me zal brengen.

De man brengt me doorheen een stoffig gebied. Langs de weg ligt overal troep, plastiek afval. Duidelijk dat recyclage hier niet aan de orde is. Hierin investeren, werk creëeren en zorg dragen voor de bevolking is op dit vlak blijkbaar niet prioritair, zoals in vele zuiders landen. Langs de weg zijn er een tal van verhoogde bermen nabij de checkpoints zowel politie mensen als militairen zijn er aanwezig. “Amai, je moet hier geen schrik hebben om te rijden”, zeg ik tegen de man. “Och, ik heb vijf ogen” deelt hij. Wil hij zeggen, de achteruit kijkspiegel, de twee zijspiegels en zijn eigen ogen. Men steekt hier overal voorbij, rechts, links duidelijk dat de regels die wij ook kennen hier niet worden toegepast. En eigenlijk voelt deze manier veel vrijer minder gecontroleerd en voor mij veel juister. Ook al ziet het eruit als een cacafonie, de ene respecteert de ander, men is alert en vooruitziend op de weg. Het voelt voor mij niet aan als de sterkste op de weg, wel als gelijken. De fietsers hebben dezelfde plaats als een wagen. Het doet me denken aan Indië, Marokko.
Wij hebben zoveel regels dat wanneer er iets verkeerd gebeurt we ons erachter verbergen. Of we stellen ons boven een ander zwaaiend met een papiertje in de hand. Zijn we hier dan werkelijk vrij in?!

Net op het moment dat we de Nijl over steken voel ik me levensenergie vanuit mijn bekken ontwaken. Bijzonder en fijn om net hier de levensenergie gewaar te worden. Na een twintig kilometer rijden en langs een lange muur die een tempelcomplex omcirkeld te hebben gereden kom ik aan bij het appartement.
De man stopt aan de rand van het dorp. Een jonge gesluierde vrouw komt naar me toe samen met haar dochter en zoon ‘Adam’. Ze verwelkomen me en tonen mij het nieuwe stekje voor de volgende zeven dagen. Een aangenaam klein appartement met alles wat nodig is voor de basisbehoefte eten, wassen en slapen. Ik installeer me en ga op het balkon staan met uitzicht op de woestijn, the Queen Valley.

Via DEZE LINK kan je me volgen met beelden en neem ik jullie mee via bijzondere plaatsen in Egypte.

Solitair

Estaing

Brrr. wat voelt het fris aan deze morgen. De mist hangt over ‘Le Lot’ waardoor de omgeving er zo verschillend uitziet dan gisterenavond bij aankomst in Espalion.
Me goed induffelen, handschoenen aan, wintervest aan en ik trek de deur achter me dicht samen met Willy.

In Bessuéjouls laat ik even mijn vogel (drone) in de lucht, boven de kerk Saint Pierre terwijl Willy zijn weg verder zet. Ik kom hem later wel weer tegen.
De kerk in roze zandsteen, werd herbouwd in de zestiende eeuw, maar heeft zijn romaanse deel onder de klokkentoren intact gehouden. Via een smalle trap geraak ik in de bovenste kapel die gewijd is aan de aertsengel Michaël.
Ik blijf een eindje in deze prachtige ruimte.

Wanneer ik terug buiten kom is de mist wat meer opgetrokken. De zon en de mist. Twee prachtige natuur elementen die spelend elkander aanvullen. Soms kan het in ons leven op eenzelfde manier gebeuren. Soms kan het heel mistig zijn en kan het lang blijven hangen. Dan is geduld een deugdzaam iets. In vertrouwen in het leven staan kan echt wonderen doen, dan komt het licht aan de horizon soms sneller tevoorschijn dan men verwacht.

Mijn weg brengt mijn verder in de hoogte op een plateau. Waar ik geniet van de verre landschappen en de wolken die tussen de valleien blijven hangen.
Een hartsvriendin komt even aankloppen via messenger en stuurt me ook een uitnodiging voor de vrouwendag om te verbinden. Het woord eenzaamheid komt aan de orde.

Na de boodschap blijf ik mijn weg volgen en komt het volgende binnen nadat iemand anders het eerder had over het woord solitair. Of het alleen onderweg zijn, ik deel het graag verder met haar.
‘Lieve vriendin, Ik deel graag het volgende die door meheen komt. In het verleden werden woorden gecreëerd en gaf men er een betekenis aan waardoor woorden een bepaalde lading krijgen die bij de ene angst kan opwekken bij de ander niet. Dan denk ik aan het woord ‘solitair’ wat we in wezen allen zijn. We bestaan nl op onszelf. Dit dienen we eerst te doen in het leven. We komen als ‘uniek’ op de wereld, we worden getransformeerd, geconditioneerd… Om nadien al die pelletjes van opvoeding of wat dan ook te fine tunen om terug ons uniek zijn te vinden. Velen koppelen het woord solitair aan la solitude… Wat absoluut niet is, car dans la solitude en trouve la vrai richesse de l’amour profond pour soi avec l’Esprit Universelle, je t’embrasse et que l’amour de la solitude viennent frapper à ta porte, je t’aime cher Amie. ‘

De aarde kleurt rood onder mijn voeten. Een schaapherder komt uit een wei gewandeld en roept me “Allez ga maar, het is langs ginder” “Ga jij naar rechts of naar links”, roep ik terug. “Geen zorg”, roept hij me terug. De herder was zo gefixeerd om zijn kudde in goede banen te leiden. Voor mij was mijn vraag om fotografische reden zodat ik hem niet stoorde. Zo mooi om dit tafereel op beeld te kunnen brengen.

Een man loopt voor me. Ik zie hem zoeken terwijl zijn hond aan de andere kant snuffelt. “Zoekt u iets?”, vraag ik de man. “Neen, ik zag net une Bécasse un oiseau migrateur”,zegt hij met verwonderde ogen. Une bécasse is een vogel die in onze taal heet een ‘houtsnippen’ een vogel kenmerkend om zijn lange snavel. Vóór een Romaans brugje in een idyllisch dorpje net voor Estaing staat een kasteel. Aan een trap vol mos hangt een scheef bordje ‘kapel’. Voorzichtig om het uitglijden te vermijden stap ik de kapel, die in een toren te zien is van het kasteel, binnen. Een kapel genaamd naar de aertsengel Michael.
In Estaing klop ik aan een deur van een bar. Ik hou er een lange pauze en geraak aan de babbel met de eigenaars en hun familie die aan tafel een maaltijd nemen. Ik wordt uitgenodigd om mee aan te schuiven voor de dessert tafel. Oeps daar gaat mijn voornemen om zorgvuldig mijn voedingintolerantie te volgen. Une tarte aux myrtilles, heerlijk.
In Estaing staat een grote pelgrimsherberg leeg die eigendom is van het dioscesaan. Eventjes droom ik weg en zie ik er mezelf geïnstalleerd om pelgrims te ontvangen. Hmm, van stilte naar drukte. Neenneen Jasmine dit is je weg niet, niet meer, nu toch niet. Mijn weg is onderweg zijn. Daar geniet ik zo van, daar ontvang ik zoveel, daar voel ik me goed.

De merel zingt zijn avondlied. Ik stap goed verder in het laatste intensieve stuk van de dag. Het gaat op en neer, het is pittig.
Ik probeer nog een tandje bij te steken om de mensen niet in ongerustheid te brengen waar ik door Willy reeds ben aangekondigd en probeer ten laatste tegen 19 uur aan te komen.
Met een mengeling van roos, oranje okkergele gloed in de lucht bij het vallen van de dag kom ik moe en voldaan en met een grote glimlach aan bij Mimi.

Klik HIER voor bewegend beeld

Klik HIER voor meer beelden

De Wilde Tijm

Mama Véronique is reeds de deur uit, op weg naar haar werk. Terwijl papa Christian Lucie, het kleine zusje van Lena naar de crèche brengt, ruimen Lena en ik de keuken. Een gezinnetje vraagt wel enige organisatie om alles in goede banen te leiden. Met verwondering, ben ik vaak onder de indruk hoe jonge gezinnen dit dagelijks in goede banen leiden.

Ik neem afscheid van papa Christian en Lena, na ik van haar mijn eerste stempel kreeg in mijn credential, haar naam eigenhandig geschreven.
Als toemaatje krijg ik een paar Lavendel bloemetjes van Lena uit de tuin en nog voor ik de hoek gedraaid ben loopt Lena nog eventjes na met een tweede boeketje en nog een dikke knuf.

Ik stap de velden in. Een Koninginnepage draait om me heen opzoek naar voedsel. Nog geen tientallen meter verder zie ik een straatbord ‘Keizerinnepad’ . Aan de andere kant van de straat bij het verder stappen zie ik een nis in de muur van een boerderij, een beeld van Moeder Maria en kindje Jezus, op haar hoofd een kroon. Twee meter verder huis nr 43 en nog wat verder 34. Ik krijg een binnenpretje.
Via de GR 122 sla ik link een weg in die me bekend voorkomt, de bouwvallige huizen die ik hier 3 jaar geleden zag, zijn met respect voor de omgeving mooi gerestaureed. Voor ik een gras weggetje neem zie ik een kleine hoeve, nr 7.
Zalig op nog geen 10 minuten en zo kort op elkaar mag ik dit alles waarnemen.

Een jonge man met een open gezicht vraagt me een rustige plaats met bankje. Ik verwijs hem naar de kapel van Dikkelvenne wat verderop. Voor hij terug zijn wagen instapt deelt hij me “je hebt een mooie hanger rond de hals”. Het symbool van ‘la fraternité di Romena’ in Italië dichtbij La Verna. Geen kruis, geen Tau. Wel het symbool dat we vandaag en allang de vruchten plukken en het lichaam allang verrezen is… in ons….

Op de middag ga ik heerlijk een terrasje doen met een hartsvriendin, die momenteel wat steun kan gebruiken. We hebben boeiende en verrijkende gesprekken. Ondertussen kreeg ik een uitnodiging om ’s avonds een volle maan meditatie mee te vieren. Op mijn beurt nodig ik haar ook uit.

Mijn tocht gaat verder van Dikkelvenne richting Zingem. Het is warm en ik zoek alle mogelijke wegen op die me meenemen doorheen bosjes waar ik hopelijk wat koelte mag gewaarworden. En voor een paar tientallen meters meer loont dit de moeite.

Op één bordje voor een uitnodigend huis staat geschreven ‘De Wilde Tijm’. De dames des huizes, Kaya, komt aangewandeld. We maken kort kennis terwijl ze haar aardenpotjes buiten brengt. Hier kan je namelijk ook pottenbakken, iets die op mijn verlangens lijstje staat.
Wat later zitten we met een paar mensen aan een lange tafel met potluck (iedereen brengt iets mee om te eten, alles komt op tafel en zo ontstaat een heerlijke maaltijd) Een zalige manier van een maaltijd te delen en heel bijzonder, ik heb het nog nooit onevenwichtig geweten. Overvloedig een heerlijk geniet ik van al het lekkers en de gemoedelijkheid hoe alles verloopt.

Voor we de volle maan samen groeten nemen we nog eerst een bad in één van de vijvers naast de Schelde.
Na een duik, hmm, duik is voor mij wel een groot woord, want ik ben niet zo happig om in wateren te stappen waar ik de bodem niet zie. Iets weet is zeker… het was genieten. In mijn blootje zwemmen in de natuur. Mijn huid voelde zacht na het natuurbad.

Na het bad deelt Kaya over deze avond…
De volgende woorden vallen. Volle maan in Aquarius, water, Leeuw, vuur, koning.
Ik kijk voor mij en zie dat we met 7 zijn waaronder 4 vrouwen en 3 mannen.
Doet me terug denken aan mijn vorige tocht.
In het terug rijden naar ‘de Wilde Tijm’ komt er nog een vrouw bij. Wat zalig we zijn met 8 aanwezig voor het avondvuur. Hoe symbolisch mooi is dit.
Kaya is werkelijk een natuurmens en vanuit een puurheid kan ze je zo op een zachte manier meenemen tijdens een verbonden ritueel waar ik kon gewaar worden hoe ik één wordt met alles rond en in mij.
Dankjewel Kaya, dank je Mireille om me deze plaats te leren kennen. Dank je Farah dat ook jij erbij was. Dankjewel ook aan de anderen aanwezigen.

Ten huize van Kaya mag ik mijn tarp opzetten op haar terrein. De opening richt ik naar het Oosten om morgen de zonsopgang te kunnen waarnemen. Het duurt niet lang dat ik de slaap mag vatten na deze verrijkende dag. Mijn tocht is alvast schitterend ingezet.

Hier een kortfimpje

Hier nog wat beelden

Lena

De paar weken in België hebben me goed gedaan. Ik mocht vertoeven op een rustige plaats omcirkeld door natuur. Het was er zo zalig vertoeven en de levende zichtbare compagnie was een verrijking.
De kippen en de haan was een toffe bende. Moederkip zorgde iedere dag voor een vers ei. En de witte Haan, als hij de kans zag om proberen te ontglippen was hij als eerste erbij. Ik genoot van de zachte kusjes van het bruine konijn op mijn kuiten. De taal van de Cavia, vond ik zalig om horen. En de ondertussen grote kuikens, amai wat groeit dit snel… Ik zal hun deugnieterij en speelsheid missen. Er is er eentje die al goed in de puberteit zat, zijn eerste klank die hij liet horen was nog wat breekbaar, wat kon ervan genieten. Je kon zijn fierheid zo waarnemen. Hij genoot er ook van om voor het slapen gaan op de zitbank te komen zitten aan het venster en dicht bij het huis aanwezig te zijn. En ’s morgens zag ik hem in de verte aanlopen wanneer ik de deur opende. En als ik door de tuin wandelde kwam hij rond mijn benen wandelen en kon hij het goed verdragen dat ik hem streelde.

Ik vertrok pas in de vroege vooravond voor een korte eerste tocht. Van Landskouter naar Munte waar ik bij familie mijn tarp mocht opzetten in de tuin. Lena, het eerst geboren, een meisje van 4 jaar keek ernaar uit om met mij de nacht buiten te delen onder de tarp. Haar verlangen was zo groot dat ze van de ene kant de tuin naar de andere kant liep. Na haar tanden poetsen kwam er even een emotioneel momentje voor we samen horizontaal onder de tarp op ons matrasje lagen.
Het was mooi te zien hoe ze haar plaatsje eigen maakte. Haar knuffel deken, beertje, lampje… Eerst observeren, luisterend alle hoekjes bekijken, haar zelf geruststellen… En wat deed ze het goed. De ganse nacht lag ze zalig te slapen met haar knuffel in haar handen. En zo werd de tarp liefdevol en zacht ingehuldigd met een bijzonder mooi kind ‘Lena’.

Hier een kortfimpje

Hier de beelden van de dag

Lessines

 

 

 

img_20180404_1248386532111389934856063.jpg

Livierenbos

 

Een zuster sluit de deur achter me. De andere zusters zijn in de mis. De ochtend start langs veldwegen. Lammetjes zijn hoorbaar in de achtergrond, naast mij één… twee rammen en in de verte is een haan hoorbaar. Een lange bosweg neemt me mee door het Livierenbos.
Het gezang van de vogels. Ik sta stil. Mijn ogen sluiten. De wind is voelbaar op mijn wangen. Ik verdwijn in gedachten. De vogels zijn overal hoorbaar. Pimpelmees, koolmezen, vinken en waarschijnlijk nog zoveel meer die ikzelf niet herken. Een diep zucht. Ik open terug mijn ogen. De wind laat fris groene blaadjes dansen.

Lessines. Geboortedorp van kunstschilder René Magritte (1898-1967). Naar het gemeentehuis. Iets wat ik vergeten ben, zijn de verkiezingen eind 2018. Formaliteiten. Oef, die kan ik binnen een paar maanden uitprinten. Lessines en net zoals zovelen steden en dorpen, leeg. Geen kat te zien, lege straten, verlaten winkels. De Sint-Pieterskerk binnen. In de twee kleine zijportalen is een mini tentoonstelling te zien. Een detail op een wit gewaad uit 1890 trekt mijn aandacht. Wat een detaillering. Een waar kunstwerkje. Plots gedonder en een fikse bui. Ik ontsnap aan een onweersbui. Niet ver van de kerk Hôpital Notre-Dame à la Rose. Een ziekenhuis ontstaan in het jaar 1242. Deze was toen volledig zelfbedruipend. Deze plaats was er om de hongerige te spijzen. De dorstige te laven. De zieken bezoeken. De naakten kleden. De daklozen herbergen. De doden begraven. De gevangen verlossen en ook pelgrims kwamen hier over de vloer. Oorspronkelijk wou Lessine hier appartementen op bouwen. Gelukkig zijn er mensen geweest die inzagen dat dit een waar erfgoed was. Wie het hospitaal in Beaune heeft gezien, het is zeker de moeite waard om dit musea te bezoeken. Waar Beaune eerder gericht was op de kamers zie je hier vooral een schat aan medische apparatuur. Ook een waardevolle kruidentuin.

‘Moge uw voeding uw geneesmiddel zijn en uw geneesmiddel uw voeding’,Hipocrates

img_20180404_1934572000115712310253419.jpg

 

 

img_20180404_2048186337478618461791929.jpg

Na Lessines kom ik plots de Sint-Jacob schelp tegen… De weg naar Santiago. Mijn nacht breng ik door in een garage. Een gans atelier. Een babbel met de eigenaar. Voor hij de deuren van zijn huis sluit brengt hij me nog een gieter vol water en een teil. Een fles water en koffie en mag ik nog even zijn toiletten gebruiken.
Ik gebruik wat isomo om op te slapen. Mijn nooddeken erop, daarop mijn matras. Het ijskoud water warmt mijn lichaam op. Met wollen muts en wollensokken kruip ik in mijn dons. De sokken en de muts zullen ervoor zorgen dat mijn lichaam zijn warmte in evenwicht kan houden en ervoor zorg dat ik niet afkoel. Oordopjes in en… Tot morgen.

 

img_20180404_2117159187269805235619102.jpg

 

Zwalm

 

cof

Het is stil in huis. Ik open de deur van de woonkamer. Iemand komt naar beneden. Rocky. Hij kijkt me argwanend aan. Ik hou rekening met zijn houding en ga voorzichtig met hem om. Wanneer ik klaar ben om te vertrekken zie ik dat de deur op slot is. Een stoel, een tafel, de keuken. Ik vul mijn dagboek aan in afwachting dat de grootmoeder of Amber ontwaakt. De ouders zijn al vroeg de deur uit. Rocky blijft aan mijn rechterzijde. Wat is het fijn om te voelen dat er nog veel mensen openstaan voor elkander. Waar een volledig vertrouwen van beide kanten aanwezig mag zijn. Wie durft nog zijn deuren te openen wanneer iemand komt aankloppen en vraagt naar een onderdak voor een veilige nacht. Een warm en waardevol gebaar dat men niet enkel schenkt aan de ander, ook zichzelf hiermee goeds kan doen.

Voor ik volledig de weg op ga, even langs de bakker. Ik kom terug op mijn stappen. In de verte hoor ik roepen ‘daaggg Jasmine’, in een deuropening Amber en haar grootmoeder, ze staat met open armen in de lucht te zwaaien. ‘Daag Amber, daaggg’, roep ik terug.

 

 

Linksonder , de Zwalm. Een man tot aan zijn liesen in het water. ‘Goedemorgen. Wat is er hier te vissen?’, vraag ik de visser. ‘Kleine forellekes, deze zijn nog niet zolang te vinden hier.’ We praten nog wat verder en wensen elkander een goede dag.
De weg neemt me verder mee via de oevers van de Zwalm, sluizen en landwegen. De Vlaamse ardennen. Aan de andere kant van de oever een paaldanseres aan het oefenen rond een boomstronk. Hmm, ik waag me niet. Een mode pop.

Mijn grote teen. Een eerste blaar is voelbaar. Om ze minder te voelen en ze niet de kans te geven zich verder te ontwikkelen, hou ik aandachtig rekening met haar. Mijn rugzak wat lichter gemaakt en een rechte houding aannemen. De blaar zelf laat ik zitten, binnen een paar dagen versterkt ze mijn huid voor de komende tijd.
Mijn knieband liet ik achter bij vrienden. Deze was meer een last, dan goeds. Mijn knieschijf moest hierdoor normaal steun krijgen en pijn verlichten, echter bracht het me een omgekeerde beweging. Zonder voelt het veel beter.

img_20180403_2149592009842044167398402.jpg

Ken en Gaby

 

Een wagen met aanhangwagen komt aangereden. Twee mannen stappen uit. De aanhangwagen ligt vol met metalen vierkanten. Het zien er net vangnetten uit. ‘Amai, dat is sportief’, zegt een wat rijpere man. Gaby heet hij. Samen met zijn compagnon Ken vangen ze ratten. We praten wat over de weg. Het al of niet alleen stappen, de voor en nadelen ervan. Of er eenzaamheid is… Eigenlijk ken ik geen eenzaamheid op de weg, er is zoveel te beleven en zoveel ontmoetingen.

De lucht kleurt af en toe donkergrijs. Op een openvlakte kijk ik hoe de lucht continue verandert en lichtstralen tovert aan de horizon. De wind komt is van de partij. Het landschap is open met veel vergezichten. Tegen de vroege vooravond ben ik in Brakel. Een pauze, anders zou ik die wel eens durven vergeten. Wanneer ik de weg terug verder zet kom ik langs een klooster. Een groot Franciscus beeld staat in een nis van een gevel. Ik bel aan. Een zuster opent de deur en laat me binnen. Zuster overste komt erbij… Ik doe mijn verhaal waarom ik aanbelde… Het Franciscus beeld trok mijn aandacht. Ik kon dit niet aan mij voorbij laten gaan op mijn weg naar Assisi. We kijken elkander aan en plots schieten onze woorden te kort. Ze werden overbodig. Een krachtige energie is voelbaar. De zuster geraakt ontroerd. Vocht komt in haar ogen te staan. Een verfrissende douche voor het avondgebed. Het avondmaal. En we eindigen samen de avond in de woonkamer kijkend naar het nieuws en nadien een avondlied.

 

 

 

 

Ijzerkotmolen

 

img_20180402_2334324633764917636080375.jpg

Munte

Na vier dagen kamperen in eigen huis, een overnachting in een voor mij gekend bed bij vrienden.

Het is fris buiten, mijn muts en handschoenen zijn niet overbodig. Via gekende dorpen zet ik mijn tweede dag in. Het gevoel van volledig weg zijn, is er nog niet ten volle.

Langs de wegen staan vol ontluikende bomen. Lente is op komst. De eerste lente bloeiers zijn aanwezig. Forsythia en krokussen kleuren de bermen geel.

Af en toe wandelen ik langs een frisse zoete geur. De Skimmia. Ik blijf voor de plant staan en laat me bedwelmen door zijn overheerlijke geur.

Van landskouter naar Munte. Op een grote baan, mij niet onbekend, kies ik om rechts af te slaan en een goeie dag te gaan zeggen aan de kleine Lena en haar mama en papa. Een deugddoende pauze.

Altijd wel fijn om je laten te verrassen door de weg, een voordeel van niets vast te zetten en te genieten van wat op je afkomt. Zo kom ik aan in Dikkelvenne en bel ik op het onverwachts aan bij Marleen. De tijd van een koffie, een babbel en hup…

De GR 122 neemt me mee via landelijke wegen richting de Vlaamse ardennen. Naar de avond toe stop ik in een ijzerkotmolen om iets te eten. De tijd is hier stil blijven staan. Een openhaard verwarmt de ruimte en is meer dan welkom. Als ik mijn maaltijd wens te betalen krijg ik te horen ‘met plezier geschonken door het huis, neem ons mee in gebed naar Compostella’. Dit is altijd even wennen wanneer een maaltijd zomaar wordt aangeboden, en toch o zo dankbaar en kan ik het met open armen ontvangen.

Na een half uur stap ik nog verder langs de Zwalm. De avond is in aantocht, tijd om een overnachting te zoeken. Na drie maal aankloppen wordt ik met open armen ontvangen bij Els, Piet en Amber. Rocky een herdershond laat me zonder enig probleem toe in het huis en ontwijkt niet van mijn zijde. Een grote levende knuffel. In de zetel val ik diep inslaap op weg naar…dromenland.

 

img_20180403_0452093274727127599005053.jpg

Zwalm

Pelgrimszegen

img_20180403_0504148995738626880282414.jpg
Jeannette

1 april 2018.

Een bezoek aan mijn bovenbuur vrouw Jeannette. Een bijna 90 jarige (14 april) en in superform voor haar leeftijd. Het daglicht schijnt op haar rechterkant. Haar ogen glinsteren, ‘oh, ik gau nu min cremekarre nie mej hoaren’ (ze bedoelt het geluid van haar deurbel). We krijgen beiden de slappelach. ‘Wa go ik joan missen’… Het raakt me en voor de eerste keer laat ik dit woord toe. Ik vond dit altijd vervelend wanneer me iemand dit me zei, ik duwde dit af. Afhankelijkheid, afscheid… koppelde ik hieraan. Het komt binnen en voor de eerste keer voelt het goed en juist in mijn beleving en kan ik het toelaten. Iemand betekenen voor iemand en vice versa…

Bij een andere buurvrouw Francine. Hebben we een fijn en boeiend gesprek rond geloof en wat het voor elk van ons betekent. Een half uur later zet ik mijn voeten op de Gentse kasseien en de naam van het appartement ‘Esperanza’ verdwijnt om de hoek.

De klokken van de Sint-Baafskathedraal beginnen te luiden voor de paasviering. Vrienden zijn aanwezig. Hartverwarmend. Ook mijn ‘zus’ is er (dochter van mijn moeder haar tweede man), deze winter mama geworden van de kleine Lena. Op het einde van de viering vraagt bisschop Luc Van Looy me naar voor in de overvolle kathedraal voor de pelgrimszegen. ‘Er is hier een hij of is het een zij die naar Compostella vertrekt’… Ik vond dit gepast hij of zij… Noch het een noch het ander, ze voelt het voor mij. Met een rustige en stevige stap komt Mgr Van Looy voor me staan. Mijn ademhaling wordt dieper. Een diep verbonden contact… Zijn handen rusten elk op een schouder. We kijken elkaar aan… Ik sluit mijn ogen… Ik voel een hand op mijn hoofd. Het voelt stevig, beschermend… De zegen… We delen nog wat woorden… In schoonheid en verbonden geraakt…

Na de viering neem ik afscheid van mensen die me genegen zijn. Innige knuffels worden gedeeld. Een kruisje op mijn voorhoofd, een kaartje, een klein geschenk… Een foto. We verlaten samen de kathedraal via de middenbeuk. Nog even een goede dag aan monseigneur. Een stevige hand… ‘Je eindigt je weg terug langs hier’ vraagt de bisschop. ‘Absoluut’, antwoord ik terug.

Een zwaai langs hier, langs daar. Mensen komen me een goede weg wensen. Mensen die geraakt zijn door mijn vertrek. Dankjewel aan jullie die aanwezig waren. Het voelde zo goed. Nogmaals een dikke knuf.

Samen met vier stappers Lut, Koen, Els en Franky zet ik mijn eerste stappen richting Assisi. Een bijzondere ervaring om samen met anderen te stappen. Ideeën, vraag en antwoord worden gewisseld. Via de Schelde verlaten we Gent richting Melle. Aan het station in Gontrode nemen we afscheid. Een groepsfoto en ik zet mijn weg verder door het bos op weg naar vrienden voor mijn eerste overnachting.

Kunstenaar en bijenhouder Jef Wynants