Het is stil in huis. Ik open de deur van de woonkamer. Iemand komt naar beneden. Rocky. Hij kijkt me argwanend aan. Ik hou rekening met zijn houding en ga voorzichtig met hem om. Wanneer ik klaar ben om te vertrekken zie ik dat de deur op slot is. Een stoel, een tafel, de keuken. Ik vul mijn dagboek aan in afwachting dat de grootmoeder of Amber ontwaakt. De ouders zijn al vroeg de deur uit. Rocky blijft aan mijn rechterzijde. Wat is het fijn om te voelen dat er nog veel mensen openstaan voor elkander. Waar een volledig vertrouwen van beide kanten aanwezig mag zijn. Wie durft nog zijn deuren te openen wanneer iemand komt aankloppen en vraagt naar een onderdak voor een veilige nacht. Een warm en waardevol gebaar dat men niet enkel schenkt aan de ander, ook zichzelf hiermee goeds kan doen.
Voor ik volledig de weg op ga, even langs de bakker. Ik kom terug op mijn stappen. In de verte hoor ik roepen ‘daaggg Jasmine’, in een deuropening Amber en haar grootmoeder, ze staat met open armen in de lucht te zwaaien. ‘Daag Amber, daaggg’, roep ik terug.
Linksonder , de Zwalm. Een man tot aan zijn liesen in het water. ‘Goedemorgen. Wat is er hier te vissen?’, vraag ik de visser. ‘Kleine forellekes, deze zijn nog niet zolang te vinden hier.’ We praten nog wat verder en wensen elkander een goede dag.
De weg neemt me verder mee via de oevers van de Zwalm, sluizen en landwegen. De Vlaamse ardennen. Aan de andere kant van de oever een paaldanseres aan het oefenen rond een boomstronk. Hmm, ik waag me niet. Een mode pop.
Mijn grote teen. Een eerste blaar is voelbaar. Om ze minder te voelen en ze niet de kans te geven zich verder te ontwikkelen, hou ik aandachtig rekening met haar. Mijn rugzak wat lichter gemaakt en een rechte houding aannemen. De blaar zelf laat ik zitten, binnen een paar dagen versterkt ze mijn huid voor de komende tijd.
Mijn knieband liet ik achter bij vrienden. Deze was meer een last, dan goeds. Mijn knieschijf moest hierdoor normaal steun krijgen en pijn verlichten, echter bracht het me een omgekeerde beweging. Zonder voelt het veel beter.

Ken en Gaby
Een wagen met aanhangwagen komt aangereden. Twee mannen stappen uit. De aanhangwagen ligt vol met metalen vierkanten. Het zien er net vangnetten uit. ‘Amai, dat is sportief’, zegt een wat rijpere man. Gaby heet hij. Samen met zijn compagnon Ken vangen ze ratten. We praten wat over de weg. Het al of niet alleen stappen, de voor en nadelen ervan. Of er eenzaamheid is… Eigenlijk ken ik geen eenzaamheid op de weg, er is zoveel te beleven en zoveel ontmoetingen.
De lucht kleurt af en toe donkergrijs. Op een openvlakte kijk ik hoe de lucht continue verandert en lichtstralen tovert aan de horizon. De wind komt is van de partij. Het landschap is open met veel vergezichten. Tegen de vroege vooravond ben ik in Brakel. Een pauze, anders zou ik die wel eens durven vergeten. Wanneer ik de weg terug verder zet kom ik langs een klooster. Een groot Franciscus beeld staat in een nis van een gevel. Ik bel aan. Een zuster opent de deur en laat me binnen. Zuster overste komt erbij… Ik doe mijn verhaal waarom ik aanbelde… Het Franciscus beeld trok mijn aandacht. Ik kon dit niet aan mij voorbij laten gaan op mijn weg naar Assisi. We kijken elkander aan en plots schieten onze woorden te kort. Ze werden overbodig. Een krachtige energie is voelbaar. De zuster geraakt ontroerd. Vocht komt in haar ogen te staan. Een verfrissende douche voor het avondgebed. Het avondmaal. En we eindigen samen de avond in de woonkamer kijkend naar het nieuws en nadien een avondlied.
Goede morgen schone slaapster.hopelijk heb je toch nog een rustige nacht gehad,in een garage slapen is toch weer ietsjes anders,Je ziet er gelukkig uit … je straalt.Iedere keer opnieuw geniet ik van je belevenissen… zo puur… ik voel me bijna aanwezig, Lieve Jasmine… zo fier op je… gogo girl… x
Goedemorgen Christine, ja hoor. Super goed geslapen. Wat minder zacht dan een bed… Voor de rest hoor je me niet klagen. Dankjewel voor je deugddoend woorden, liefs xx