
Ik hef even mijn poep op na uren stilzitten op nog geen vierkante meter in een volle vlucht richting Egypte. Het doet mijn onderrug geen deugd, echter het weten dat ik straks mijn tocht mag verder zetten daar waar ik geroepen werd heeft me moed om de lichte pijn te verduren.
Mijn buurman kijkt me aan “ja, ik ook. Ik voel het ook”, zegt hij. Een korte geblokte man met een donkere huidskleur. “Ben je van Egypte”, vraag ik hem. “Ja, ik ben Egyptenaar”, zegt hij fier in het Frans. “Égyptien”, wat klinkt dit mooi in mijn oren alsof dit lang gekend is.
De man deelt me dat hij in Frankrijk werkt en op weg is om Pasen te vieren met zijn vrouw en familie. “Ben je Christen” vraag ik hem. “Ja, Orthodox”.
Ik kijk even door het wat wazige kleine ovalen raam terwijl we boven de woestijn vliegen. Het ziet er bewonderenswaardig uit. Het is geen hoop effen zandvlakte, wel een contrastrijke creatieve uitziende oppervlakte.
Met wat verbeelding en openblik kan je er van alles inzien en waarnemen. De lijnen, de hoogteverschillen in de aardkorst zorgt ervoor dat de aarde van bovenuit eruit ziet alsof de aarde aderen heeft. Of immense tekeningen van bomen met hun boomstammen waarvan de wortels met elkander verbonden zijn. Het doet me zelf denken aan een bloemkool die door midden is gesneden. Ernaast zie ik duidelijk de delta langs waarheen we vliegen en we de Nijl overvliegen richting Luxor. Daar waar ik voet aan land zal zetten. Geboeid blijf ik verder kijken door het venster.
Op de luchthaven staat een man mij op te wachten om me van Luxor naar de Westbank te brengen waar ik de eerste zeven dagen zal vertoeven en de tijd zal nemen om te acclimatiseren.
Toen ik op het plein in Cahors de Arabische taal hoorde, de moeheid in mijn lichaam voelde werd het me duidelijk dat ik deze pelgrimstocht en het land op een andere manier zou doorkruisen dan wat ik in oorsprong dacht te doen. Ik herinner me toen in 2019, ik was toen vertrokken vanuit Vézelay te voet naar Jerusalem. Mijn hoofd dacht toen : ‘na Compostella, Rome dan is het normaal dat Jerusalem volgt’, Niets was minder waar. Zo werkt het alvast niet voor me. Ik herinner me toen nog heel goed hoe mijn pelgrimstocht een andere wending nam in de vorm, maar innerlijk een heel intense weg was vol mystieke ervaringen. Ik heb er toen ook bewust niets over geschreven omdat ik niet alleen was in de beleving. Ik werd gewaar dat de mystieke ervaringen dienden met zorg en respect benaderd te worden net zoals geliefden elkander benaderen en wat toen was blijft levend in mij en dat is het bijzonderste.
Benieuwd wat deze tocht me zal brengen.
De man brengt me doorheen een stoffig gebied. Langs de weg ligt overal troep, plastiek afval. Duidelijk dat recyclage hier niet aan de orde is. Hierin investeren, werk creëeren en zorg dragen voor de bevolking is op dit vlak blijkbaar niet prioritair, zoals in vele zuiders landen. Langs de weg zijn er een tal van verhoogde bermen nabij de checkpoints zowel politie mensen als militairen zijn er aanwezig. “Amai, je moet hier geen schrik hebben om te rijden”, zeg ik tegen de man. “Och, ik heb vijf ogen” deelt hij. Wil hij zeggen, de achteruit kijkspiegel, de twee zijspiegels en zijn eigen ogen. Men steekt hier overal voorbij, rechts, links duidelijk dat de regels die wij ook kennen hier niet worden toegepast. En eigenlijk voelt deze manier veel vrijer minder gecontroleerd en voor mij veel juister. Ook al ziet het eruit als een cacafonie, de ene respecteert de ander, men is alert en vooruitziend op de weg. Het voelt voor mij niet aan als de sterkste op de weg, wel als gelijken. De fietsers hebben dezelfde plaats als een wagen. Het doet me denken aan Indië, Marokko.
Wij hebben zoveel regels dat wanneer er iets verkeerd gebeurt we ons erachter verbergen. Of we stellen ons boven een ander zwaaiend met een papiertje in de hand. Zijn we hier dan werkelijk vrij in?!
Net op het moment dat we de Nijl over steken voel ik me levensenergie vanuit mijn bekken ontwaken. Bijzonder en fijn om net hier de levensenergie gewaar te worden. Na een twintig kilometer rijden en langs een lange muur die een tempelcomplex omcirkeld te hebben gereden kom ik aan bij het appartement.
De man stopt aan de rand van het dorp. Een jonge gesluierde vrouw komt naar me toe samen met haar dochter en zoon ‘Adam’. Ze verwelkomen me en tonen mij het nieuwe stekje voor de volgende zeven dagen. Een aangenaam klein appartement met alles wat nodig is voor de basisbehoefte eten, wassen en slapen. Ik installeer me en ga op het balkon staan met uitzicht op de woestijn, the Queen Valley.
Via DEZE LINK kan je me volgen met beelden en neem ik jullie mee via bijzondere plaatsen in Egypte.