
De laatste dagen stappen tot aan Fátima gebeurde op de Rota Carmelita, die me afwisselend meenam langs leegstaande verwaarloosde huizen… genoeg huizen om velen een onderdak te kunnen aanbieden, een stukje land om te kweken en lege dorpen terug nieuw leven in te blazen. Niet door naast elkander te leven, wel met elkaar.
De tuinen hebben een overvloed aan fruit, die liggen te rotten op de grond. Citroen, sinaasappel, abrikozen.
Bepaalde dorpen zijn volledig ruines geworden. Mensen zijn verdwenen.
De verhankelijkheid van het leven.
De Linde staat in zijn volle glorie en deelt zijn overheerlijke geur. Het hars loopt langzaam maar zeker langs de schors in een recipient.
Binnenkort zullen de vijgen-, de olijfbomen en de wijngaarden hun vruchten schenken.
Een paar dagen vóór Fátima hoorde ik in de natuur een prachtige stem. Wat later zie ik drie mannen. Twee in een sportieve tenue, één in een lange bruine pij, een monnik van de Kapucijners Orde.
Angel, Pedro en Miguel.
“Wie heeft hier zo een prachtige stem? Wie zingt hier zo mooi?” De monnik antwoord en wijst naar Angel. Ik zie de ogen van Angel stralen bij mijn vraag. Ik spreek de jongen aan in het Frans, en dan even in het Engels. Geen van beide talen kent hij. Zijn blik veranderd en hij maakt een vluchtgebaar, andere talen zijn voor hem vreemd. Ik maak teken dat de jongen niet hoeft weg te lopen. “Angel je hoeft niet weg te lopen. Er bestaan nog andere vormen van communicatie.”
En terwijl ik in zijn ogen kijk, deel ik, ” we kunnen elkander ook aankijken in de ogen en van hart tot hart in verbinding gaan. Ik ben er zeker van dat we elkander zullen begrijpen voorbij de woorden.” Broeder Miguel komt terug naast mij en we wandelen samen verder. Ik stel wat vragen rond het monastieke leven … we spreken over keuzes maken, het leven, het geloof, jongeren.
Ik werd gewaar in het gesprek dat er weinig plaats was voor interactie. Telkens wanneer ik iets inbracht in het gesprek kwam er snel een reactie en werd mijn zin onderbroken. Het voelde aan alsof er een vóór geprogrammeerde langspeel plaat werd opgelegd waar geen enkel mogelijkheid was tot opening.
De monnik deelde een verhaal over een lieve man in een dorp, waar alle dorpelingen hem regelmatig bezoek brachten. Een man die zo geliefd was dat wanneer hij stierf vele dorpelingen hem zo misten dat vele zich ongelukkig voelden. “Broeder Miguel hebben de mensen hier niet, wat ze bij zichzelf misten, buiten zichzelf gaan zoeken! Waardoor ze nu met een leeg gat zitten en een enorm gemis. Want is het niet zo dat iemand anders nooit de leegte bij jezelf kan gaan opvullen. Het buiten jezelf zoeken kan je zo ontnomen worden, zoals hier in het verhaal. Wat niet wegneemt dat het een lieve man zal geweest zijn.” De broeder kijkt me lachend aan.

We nemen een pauze. Angel zit rechtover mij aan de picknick tafel. Ik verneem dat Angel uit Brazilië afkomstig is en vraag hem of hij de liedjes kent van de Santo D’Aimé, die zijn oorsprong kent in Brazilië. Ik zie bij hem een snelle reactie ontstaan van weerstand en hij deelt heel snel iets in het Portugees aan broeder Miguel. Het wordt me heel snel duidelijk dat men iets probeert niet toe te laten, en word gewaar dat er geen opening is, een afsluiten, weerstand. Miguel beschermt zich af. Hij deelt in het Portugees “ik geloof maar in één iets, het Heilig Hart, Jezus Christus, hij betekent alles voor mij.” en terzelfde tijd zie ik zo een afweer bij hem bij mijn vraag dat het bijna contradictorisch is van wat hij deelt. “Miguel, mag ik iets delen?” Hij knikt. “Wanneer je mij deelt dat je maar in één iets gelooft, het Heilig Hart, Jezus Christus dat hij voor jou zoveel betekent. Hoe zou het voof jou voelen om Christus binnenin jezelf te zien in plaats van buiten jezelf. Leef volgens Jesus. Maak Jesus, Eigen. Want hij is in jou aanwezig. Jesus maakte geen onderscheid tussen zijn broers en zusters. Hij plaatste geen muren, iedereen was welkom. Wie of wat ze ook deden. Er waren geen vooroordelen. “
Ik kijk naar broeder Miguel. Hij deelt het verleden van Angel in een ander religie. Wat voor mij overbodig was. Men hoeft niet altijd een verleden te kennen van iemand om die te begrijpen in het heden. Het non-verbaal vertelt vaak zoveel.
” Broeder Miguel in ieder geloof, willen we niet allen hetzelfde… Liefde… Is dit niet een Universeel cadeau! Laten we openblijven voor elkander, laten niet verder muren bouwen, wel ze laten verdwijnen.”
In het volgend dorp nemen we afscheid. Tijd voor een terrasje en koffiepauze.
Op de laatste dag was de geur van de Cistus terug aanwezig in de natuur.
Na 4 maand stappen kwam ik aan in Fátima.
Een ontroerende en bevrijdende aankomst. Tranen vloeiden op het plein en in de basiliek konden ze de vrije gang gaan. Tranen die ik niet kon plaatsen, gewoon bevrijdende tranen.
Fátima.
