
Aan de horizon, een goudengloedlaag is zichtbaar over het zand, terwijl het zilveren water onstuimig komt en gaat.
Aan de andere kant van het strand zie ik de mensen zich groeperen. De eerste visvangst komt binnen. Ik wandel ernaar toe.
Drie traktoren (vroeger waren dit koeien) rijden achter elkaar terwijl een katrol langzaam draait om de visnet terug op te trekken bemand door 3 mannen. Na een eindje komt de visvangst te voorschijn. Nu kan ik de prijzen de kilo begrijpen wanneer ik zie hoeveel bemanning en uren noodzakelijk is voor de weinig vangst die er is.
Na de visnet worden de vissen onmiddellijk ter plaatse gescheiden volgens soort… een paar dorades, Calamars, sardines… aan het non verbaal gedrag en de intonatie van de man die de groep begeleid kan ik al heel snel begrijpen dat het een povere vangst is.
Ik kijk naar de handen van een man die over tafel glijden. Korte, brede, forse handen… als ik zie hoe zijn vingers in een zachte beweging en met finesse de kleine visjes vastnemen krijg ik er een vertederend gevoel bij.
Ik krijg er deze avond een nieuwe kamergenote bij ‘Emma’. Wanneer ik naar beneden ga zie ik haar zitten aan tafel voor de computer. “Dag Emma, heb jij al gegeten? Ik ga koken. Heb je zin om de maaltijd. Seitan met groentjes en quinoa.” Een zekere vervelendheid is zichtbaar bij Emma. “Ik kan je niet helpen, ik heb een deadline.” “Is niet erg, werk gerust verder. Met plezier zal ik de maaltijd klaar maken.” Wat later zitten we samen aan tafel. Altijd deugddoend wanneer ik voor mezelf kan koken en de maaltijd mag delen op het onverwachts.
Na een goede nachtrust stap ik verder richting Coimbra. Ik kijk wat mijn lichaam me komt vertellen tussen de 7 kilometer die Praia de Mira en Mira verbind en of ik er al of niet klaar voor ben om mijn tocht verder te wandelen.
Onderweg staan twee mannen te spitten in het zand. Ik ben nieuwsgierig wat voor werken ze doen. Een man zegt “… Ajudar…”, wat betekent helpen en wil me zijn spade geven. Ok en ik maak het gebaar om mijn rugzak af te zetten, terwijl ik hem deel “ik help jullie en jullie komen meestappen” . Wanneer hij hoort vanwaar ik kom reageert hij op een vrolijke manier, hij maakt teken dat hij zijn spade ter harte terug neemt en met plezier zijn job verder zet.
Via het meer verlaat ik het vissersdorp en stap ik verder via een bos in de duinen. Een diepe zucht van vreugde om in een bos te wandelen. Het bladerdek is zo welkom in de hitte die er momenteel is. De Eucalyptus en naaldbomen zijn heel hoog en laten de wijdsheid van de omgeving zien. Hoe dieper ik de lange weg instap hoe korter de bomen en het bladerdek over de weg komt. De doorgang vernauwd, aan de horizon blijft het licht zichtbaar. Iets in mij wordt zacht geraakt. Mijn ademhaling is onregelmatig en zoekt naar regelmaat, mijn tranen vinden een uitweg. Een zachtheid is in mij en rondom mij aanwezig. Het bladerdek beweegt zachtjes heen en weer en voelt als iets die deel uitmaakt van mezelf.
Uit het bos weerkaatst het zand de warmte van de zon. Hier en daar zijn sporen te zien van reptielen over de grond.
In Mira voel ik dat mijn energie aan het dalen is en beslis ik om de bus te nemen die me naar Coimbra zal brengen. Onderweg stopt de bus midden de straat.
We blijven een eindje staan. Ik kijk op naar buiten, een huisnr ’31’… De bus begint te rijden. Ik krijg een binnenpretje, het is pas nu dat ik mijn geboortedag zie als een 4.

Dag Jasmine,
Groetjes uit je geliefde Vézelay.
Steven V
Hey Steven, och, waw. In verbondenheid 🙏
🙏💞