Roland

Terwijl David nog slaapt maak ik mijn rugzak klaar. Ruim het portaal op en wandel onder de paraplu tot aan de plaatselijke ‘epicerie’. Twee bananen, vier ontbijt koeken, rijst, look, een sjalot, prei en een gourgette.

Terug bij de kerk hoor ik beweging in de tent, “Goedemorgen David !”. Ik leg een banaan bij zijn gerief en ga ondertussen de twee lege emmers terug brengen.

In de verte zie ik Guy al wiebelend afkomen. Hij heeft al een portie kilometers in de benen. “” Bonjour Guy, tu a déjà fait un beau chemin aujourd’hui. Nous en vient à peine de ce réveiller. ” we spreken af bij een koffie in de bar. Guy klaagt wat over de weg, de vrachtwagens, de regen… ‘Hmm, waar zijn die vrachtwagens’ denk ik dan in mezelf.
Samen met David vertrek ik richting Arbouse.

‘Zeg nooit nooit’, zeggen ze dan…wel ik zal nooit meer kunnen zeggen dat ik de natte wegen niet heb gekend. Voor de eerste keer mag ik in de modder ploeteren. Ik voel de modder tussen mijn tenen glibberen en wanneer ik naar mijn voeten kijk zie ik het verschil niet meer tussen mijn voeten en de wegen. Ik geniet ervan en beleef er plezier aan, zeker wanneer David mij filmt in ik plots dieper zak.

In Arbouse wandel ik verder naar Chateaudun waar een pelgrims gîte open is. David wandelt nog wat verder en zal stoppen daar waar hij moe is. Dit is één van de voordelen wanneer men in een tent slaapt of onder de sterrenhemel.
In Chateaudun ontmoet ik terug Guy….in een nette spartiaanse herberg. En Guy… hij klaagt.

De dagen gaan voorbij. Iedere dag geniet ik van al het moois die mijn weg kruist, van de ontmoetingen, de gesprekken en op mijn beurt eens te mogen koken voor een pelgrim. Zo kook ik op een rustdag, in Lao Refuge (La Charité sur Loire) voor Guy en nodig ik ook Nadia uit, de eigenares van de refuge.

Een gesprek met Guy. “J’adore ce gîte, il est super. La simplicité.” “Oui… Mais”… en Guy klaagt. “Guy, il y a une chose qui m’échappe. Vos yeux raconte tellement le contraire de ce que tu partage. Je vois de la joie dans tes yeux et chaque fois dans tes partage il y a beaucoup de ‘oui, mais….’. Het komt zacht binnen bij Guy, hij kijkt me teder aan. Verbondenheid.
In de namiddag komt een jong koppel aan zij komen van richting Nantes en Assisi. Ik heb de laatste tijd al zoveel jongeren mogen ontmoeten. Allen tussen 20 en 28 jaar… en wat dragen ze een wijsheid in zich, het is zalig om horen. Met hen gaan we een nieuwe toekomst tegemoet.

Vroeg in de morgen, na de bakker, richting de bar voor een koffie. Eén tafeltje, 2 stoelen. “Bonjour monsieur, est ce que cela vous gêne si je me join à vous ?” “À non, pas du tous, au contraire en pourras parler de chemin !”. Telkens wanneer ik over de Weg praat zie ik ontroering in zijn ogen. “Oh, peut être un jour je ferais le chemin. ..”, er volgt een stilte. Een tachtig jarige die absoluut zijn leeftijd niet draagt. Wanneer ik opsta om mijn koffie te betalen deelt de man, “non non, c’est pour moi. Vraiment c’est avec un grand plaisir. Le partage ma touché”, oogvocht vult zijn ogen, zijn Iris veranderd van vorm als een zachte golf in de zee met opgaande zon. “Allez va va”, met een trilling in zijn stem. Ik groet hem. Roland.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Charité sur-Loire

Chateaudun

img_20181106_2315306827529681232027287.jpg

Chateaudun

img_20181106_2319324056197568778105198.jpg

img_20181106_2321051767604213832422773.jpg

Wat hou ik van die open stille landschappen, met hun dreigende wolken die om de zoveel tijd, samen met de zon een natuurlijk lichtspektakel brengen.
De contrasten en verschillende tinten in de lucht waar wit en zwart nooit zichtbaar is.
De frisgroene tinten van jonge gewassen, het bijna warm okergeel van de pas bewerkte aarde.

img_20181106_2327535263035521683320323.jpg

Gohory

img_20181106_2332094054406615719210066.jpg

De wind die op mijn rugzak en langs mijn oren blaast.
Dit ene blaadje die zacht wiebelend voor me neerdwarreld.
De geurmengeling van een openhaard, herfstbladeren en de nog niet geplukte appelen.
Ik wordt gewaar… Hmmm ik laat me onderdompelen…
Al fluitend zet ik mijn dag verder in… Mijn lijf meedansend op al wat is.

pixlr_201811062337297516771107893746271990.jpg

Open deur

img_20181105_1012456111852071697960725.jpg

pixlr_201811051922232758436316853228132561.jpg

Deuren openen, mensen ontvangen, nodigen uit, verwelkomen. We eten samen, we delen ons leven met elkaar. Dagen, weken aan een stuk mag ik me thuis voelen terwijl we vreemden zijn voor elkaar. Samen afwassen, koken, afruimen… Net zoals deze avond waar we een maaltijd hebben gedeeld nadat de eigenaars terug waren van de yogales. Ondertussen kon ik me wat opfrissen, de krant lezen en even kijken waar de dag van morgen mij naartoe brengt. En zopas hebben we samen gemediteerd en gebeden. Mijn hart blijft zich vullen en op mijn beurt mag ik mijn liefde geven en al deze mensen op mij weg. Een voor een warme en intense ontmoetingen.

Mijn dag werd gevuld met wijdse landschappen, kleurrijke hemels. Een uil werd begraven en kreeg een ritueel. Een regenboog vergezelde me de ganse dag. Mijn notaboekje heeft zich gevuld.

pixlr_201811051920058452404741463055690628.jpg

img_20181105_1923038989090107018878632.jpg

 

Probeer niet
het onverklaarbare te verklaren,
of te verwoorden
wat niet onder woorden te brengen is,
zodat je jezelf kunt manifesteren.:

Confucius, Oscar wilde.

De ziel

 

Eglise Madeleine in al zijn eenvoud

Aan de voet van het kasteel van Châteaudun neem ik de bijna 200 trappen, langzaam en met veel aandacht voor mijn lijf. De pittoreske straatjes, het kasteel met een toren in flamboyante gotiek, de typische huizen, la maison de la Vierge, l’église Madeleine met haar rakende eenvoud weten me te bekoren. Pas na twee uur verlaat ik deze stad.

Een auto stopt, een venster daalt. Een bejaarde man wiens buik bijna zijn stuur raakt, spreekt me aan. ‘Vous allez où? Compostelle? Vous n’allez pas dans la bonne direction!’ ‘Bonjour monsieur, je suis le chemin balisé.’ ‘Oh, Saint-Jacques est de l’autre côté. Vous allez faire trois kilomètres de plus par là’, met een wat opdringerige toon. ‘Oh, cela ne fait pas un kilomètre quand en fait plus de deux milles.’ ‘Je prends toujours la route la plus courte. J’ai arrêté à 50000 km’, vertelt hij met fierheid. ‘Monsieur, mon chemin is altijd recht en ik hoop dat het heel lang zal zijn.’ Lang heb ik gedacht dat ik zijsporen nam, niet op de juiste weg. De weg heeft me mijn gedachten hieromtrent doen herzien. Uiteindelijk heb ik het gevoel en idee altijd rechtdoor te gaan; alles heeft een reden en is verbonden.

Ik voel dat ik stilletjes aan in het ritme kom, alsof ik uit een lange winterslaap kom. En besef dat het boek ‘Als de buizerd me de weg wijst’ me heel veel energie en concentratie heeft gekost, waardoor heel mijn lijf in spanning is gekomen. Ik ben me dan ook bewust dat ik het verdere verloop niet meer alleen kan dragen en ik hulp zal nodig hebben om het einddoel te bereiken.

De natuur bij valavond brengt warme kleuren en verschillende geuren met zich mee. Boven mijn hoofd hoor ik gekraak en als ik stilsta, word ik gebombardeerd door eikeltjes. De speelse eekhoorns. Ze doen me denken aan het kattekwaad van ‘Tic en Tac’. De fauna laat zich weer zien. Twee reeën staan me aan te kijken in een moerassig gebied. Op deze momenten een beeld willen nemen, is ervoor zorgen dat ze op de vlucht gaan. Stilstaan en genieten van dit contact is de boodschap. Wat zijn ze prachtig! Niet gegrift op een externe harde schijf van mijn toestel, wel op een niet te wissen plaats. De ziel.