Kom Ombo

Chapel of the Hearing ear

Vandaag vertrek ik terug noordwaarts na een dagje terug reizen van Abu naar Aswan.
Met een chauffeur van Indrive waag ik me doorheen het land van ‘Aladin en Jasmine’ richting Kom Ombo. Zo voelt het wat… liefde voor het land.
De taxichauffeur heeft een veilig en vlot rijgedrag waardoor ik me zo op mijn gemak voel dat af en toe mijn ogen zich sluiten. Rechts van mij zijn af en toe kleine lemen dorpen te zien met hun plaatselijke markten, waar groenten en fruit onder vervallen stalletjes worden verkocht tussen kleurrijke plastieken voorwerpen van goedkope minderwaardige kwaliteit.

De chauffeur vertelt me dat hij nog nooit naar Kom ombo is geweest, terwijl hij amper op 45km daar vandaan woont. Dit doet me denken aan mijn jeugd toen ik de verhalen hoorde van mijn grootouders toen ze klein waren. Ze hadden toen nog nooit de zee gezien. Dit is zo een honderd jaar geleden. We zijn anno 2023.

De vele dikke vluchtheuvels vertragen het verkeer nabij de dorpen en zijn ook vaak aanwezig om de lange trajecten te doorbreken. Men kan ze onmogelijk uit de weg gaan of je ligt wat verder omgekeerd op de baan. Met alle gevolgen van dien zowel voor de wagen, jezelf en de ander.
Daar waar ik nu al ben geweest staan er weinig tot geen verkeerslichten en als die er staan dan functioneren ze niet.
Zebrapaden werden hier lang geleden op de grond geschilderd en zijn ondertussen door de jaren uitgeveegd.
Hier in Egypte hebben ze dat ook niet nodig. Auto’s rijden soms zelfs zonder lichten. De automobilisten, voetgangers
bewegen zich met elkaar. Soms kan ik een eindje blijven staan op de hoek van de straat en het gedrag observeren tussen hen en ik heb hier niet de indruk dat er opmerkingen worden gegeven naar het gedrag van anderen op de weg. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid aanwezig. Tolerantie en geduld is noodzakelijk en heb je dit niet dan leef je hier continue op de toppen van je tenen.
Een bejaarde vrouw steekt haar hand uit, traag en uitkijkend steekt ze over, en de automobilisten stoppen voor haar.
Als ik al iemand hoor klagen dan ben ik het wel zelf. Daar waar ik mijn geduld verlies omwille van het teveel aan prikkels en vermoeidheid. Word ik me bewust hoe geconditioneerd ik hierin was. In onze cultuur zijn zoveel regels en wetten om de mens in een bepaalde richting te laten bewegen omdat men het idee heeft zo vrij en veilig te kunnen bewegen. Hier dien ik deze conditionering opzij te plaatsen omdat het hier anders werkt, zoniet blijf je lang staan daar waar je over wil steken. Graag zeg ik ook vaarwel in wat die conditionering mij heeft aangeleerd, namelijk de angst om omver gereden te worden. Ik herinner me goed dat die angst me in kwaadheid bracht die ik kon uiten naar mijn tegenligger of naar diegene die net naast me raasde waar ik de wind in mijn broekspijpen gewaar werd. Het uiten was niet zozeer naar de persoon zelf, wel naar de agressieve handeling die ik gewaar werd in mijn lijf en die op zijn beurt agressiviteit bij mij opwekte. Het werkte als een razendsnelle ontlaadklep. Waarom omdat ik niet in eigen lijf aanwezig was of er werd uitgehaald omdat angst me niet toelaat om in eigen center te vertoeven.
Vanuit die angst kan een mens zich superieur of sterk gaan voelen door zich te verbergen achter de wet en de regels. De regels ‘ik heb voorrang’ , het ‘ik heb het recht’ , de wettekst zegt, jij niet ikke wel…. blabla…bla.
Een conditionering die ervoor zorgt dat de mens zichzelf niet meer in vraag stelt als men niet bewust in het leven staat. Een conditionering die er geplaatst is ‘ voor nep veiligheid, nep vrijheid. Want zo gebruiken we onze eigen antennes niet meer en leren we zo niet in eigen kracht te leren gaan staan. Wel de wet van de sterkste creëert. Voor mij is er een verschil tussen sterk en kracht. Een conditionering die gevolgen heeft op de samenleving want naar mijn gevoel duwt het de mens een groot deel weg van het samenleven naar afstand met elkaar.
Dan denk ik aan de extra straatverlichting die men plaats rond de scholen, de zebrapaden die extra worden verlicht met ledlampen. De zoveel overloaded verkeersborden langs de straat dat als men er eentje veranderd het men gewoon niet meer ziet.
Dienen we extra straatverlichting toe te passen of is er eerder een tekort aan licht in onze bovenkamer en opening in ons hart!

Na de Kom Ombo tempel met zijn – bas reliëf waar de dagen, maanden en oogsttijd geschreven staat. Bas reliefs die verwijzen naar de hun specifieke theologie die werd opgebouwd door nauw in contact te zijn met het universum en plaatselijke gewoontes. Deze cultische liturgieën, hun geheimen zijn verloren gegaan na het doden van de vele monniken die er leefden – verlaat ik deze plaats richting het station van Kom Ombo.

De jonge tuktuk chauffeur zegt plotseling “Mooie ogen madam”. De gekende wederkerig zinnen in het Engels die vele jonge chauffeurs hier gebruiken om contact te leggen met de vrouwelijke passagier. Aan de tuktuk tel ik wel 4 à 6 achteruitkijkspiegels die hij één voor één juist zet om me kunnen zien.
Aan de snelheid dat hij auto’s voorbij steekt of dwars rijd zou hij de prijs kunnen halen voor de meest behendige chauffeur zonder iemand te raken en een bonus binnenhalen om vrouwen te versieren.

In het station in Kom Ombo. Neem ik plaats naast een vrouw nadat ik zit te wachten voor de trein naar Luxor, waar ikzelf niet zeker ben of die er komt. Ze probeert contact met me te nemen. Niet evident wanneer zij geen Engels praat en ik de Egyptische taal niet ken, gelukkig is de verbinding er wel en is de communicatie herleid tot lichaamsgebaren. We delen een delen en ze trakteert me op een zoetigheid.
Ik begrijp dat ze aanraad om de lokale trein te nemen naar Aswan om dan terug van daaruit terug over Kom Ombo te rijden naar Luxor. Zo gezegd zo gedaan. Op het laatste moment volg ik mijn instinct en spring ik op dezelfde trein met haar naar Aswan.
Op de trein zie ik haar hand stilletjes in slow motion naar beneden dalen. Ze valt in slaap.
Het valt me op dat de lokale trein waar ik opzit in 2de klasse netjes en ruim is, het tegenovergestelde van 1ste klasse – VIP trein, zogezegd aangeraden voor de toeristen, die donker, vuil, niet onderhouden is met kapotte zetels.

In Aswan stap ik onmiddellijk naar het guichet en koop ik er een ticket voor Luxor. “Welke”, vraagt de man aan het guichet “1ste klasse-Vip het is beter voor je”. “Neen, dankjewel. Ik heb net de ervaring dat dit geen realiteit is. Ik kom net uit een nette 2de klasse trein. Graag de eerst volgende.” ” Je hebt de keuze uit de Spaanse, de VIP of de Russische” ” Graag de eerste trein die langs komt meneer”. De mannen aan het guichet moeten de toeristen aanmoedigen om de 1ste klas – VIP te gebruiken, de reden het prijskaartje.
(VIP 465 EGP of 20 euro = 660 EGP dus je betaald teveel wanneer je in euro betaald wat overeen komt met een maaltijd of 1 nacht slapen in hostel. De Spaanse/ Russische trein betaal je 330 EGP of 15 euro voor hetzelfde traject en tijd)
De eerstvolgende is een Russische die ik blijkbaar met nog andere toeristen neem. Een nette, ruime, goed onderhouden trein met airco en vaste zittingen. Zalig.

Rechtover mij ontmoet ik een Vlaming. Hij is zo blij dat hij na maanden rondreizen in verschillende landen eindelijk eens Vlaams, Nederlands kan praten. Zo blij dat hij van geen ophouden weet en zo de tijd voorbij vliegt wanneer we aankomen in Luxor. En ik, ik genoot van zijn vreugde.

Klik HIER voor meer afbeeldingen

Abu Simbel

Abu Simbel tempel of Néfertari and Hathor

Ik wandel een rustige stille ochtendwandeling zonder omringende gemotoriseerde voertuigen richting de tempel van Abu Simbel.
Één zacht gele oranje vuurbol laat zich zien aan de horizon en weerspiegeld in het water van de Nijl en het meer van Nasser.

Plots sta ik voor de grote tempel.
Kijkend naar deze grootsheid probeer ik me in te beelden hoe dit moet geweest zijn om dit te bouwen. Denkend aan de vele handenarbeid, de vakmannen en hun kunde, de vele zweetdruppels die in de aarde zijn gedrongen.
Ik neem de rust om dit alles in mij op te nemen en wandel de ene ruimte na de andere in. Wat immens buiten is, is immens binnen. Behalve de verwondering van dit enorm mensenwerk voel ik geen verbinding met deze plaats.

Wanneer de autobussen aankomen wordt het voor mij teveel en verlaat ik de tempel. Na bijna twee uren hier aanwezig te zijn voel ik dat het genoeg is geweest en vertrek ik richting mijn hotelkamer. Wanneer ik zie dat er nog een tempel is ernaast, wat mij ontsnapt was door de grootsheid van de eerste, neem ik de moed bijeen om ook deze te bezoeken. Het zou jammer zijn het niet te doen nu ik tot hier ben gekomen.
Wat een verademing. Bij het binnengaan wordt ik onmiddellijk een fijne zachte energie gewaar. Ik richt mijn hoofd naar boven en zie op de pilaren gezichten afgebeeld van Hathor. Blijkbaar weet deze godin me wel te raken. Ik wordt aangetrokken als een magneet door een lichtpunt dieper gelegen in de tempel. Ik volg en ga er rechtop af. Mijn ogen wijken niet af, een grote vreugde is aanwezig en wanneer ik ervoor sta wordt deze alsmaar groter. Een mandorle vorm is zichtbaar badend in het licht. Ik voel dat de aantrekkingskracht hier niet stopt in de zichtbare ruimte, het gaat voorbij de vorm, een oneindige diepte.

Ik blijf wat in de tempel en geniet van wat hier aanwezig is. Ik geniet van het zien hoe mussen hun kleintjes voeden op de steen van het sanctuarium. Ik observeer even de mensen om te zien of ook zij iets gewaarworden. Alleen, wat ik vooral zie is dat men geen tijd neemt. Klikklak en wegwezen. Zo spijtig.

Wanneer ik terug aan de ingang ben stap ik binnen in het kleine zaaltje waar ik de geschiedenis kan zien van Abu Simbel.
De grote tempel is genaamd naar Ramesses II en de kleinere aan Hathor en Néfertari. Beide tempels werden uit de berghelling gehouwen in de 13e eeuw voor Christus. Het duurde 20 jaar om ze af te hebben. Begin de jaren ’60 besliste men om de tempels te beschermen voor overstroming. Ze werden daardoor in stukken gesneden van zowat 30 ton om ze te kunnen op tillen en verderop te verplaatsen op een veilige plaats. Stel je voor wat een kolossaal werk dit moet geweest zijn.

Voldaan en vermoeid stap ik terug. De rest van de dag ga ik luieren. Op mijn bed liggen en heerlijk niets doen. Ik onderschat soms welke innerlijke weg ik hier al heb afgelegd en mijn lijf kan wel eens andere zorg gebruiken. Heerlijk douchen, voeten masseren en ze inwrijven met een verfrissende zalf die ik ooit eens kreeg van een hartsvriendin en me hier goed van pas komt. Morgen neem ik de bus terug richting Aswan en de tempel van Ko Ombo. Maar nu quality time op een andere manier.

Klik HIER voor meer beelden

Mahmoud

Ik verblijf een paar dagen op Elephantine. Dit is het eiland tussen de Westbank en Oostbank in Aswan. 

Een eiland waar de mensen wonen in kleine kleurrijke verzorgde huisjes, netjes onderhouden. 

Ik verblijf er in een hostel in een gedeelde kamer om er mensen te ontmoeten van andere landen. 

De eigenaar Seko, met naar mijn zin een iets wat opdringerig gedrag verborgen onder een fake vriendelijkheid komt verschillende malen mijn kamer binnen terwijl de deur openstaat. Ik voel in zijn woorden een oneerlijkheid. Ik laat het bij hem en hou voet bij stuk dat mijn bed ok is, hij wil namelijk dat ik verhuis naar een ander bed. 

Na een goede nachtrust en halfwakker, liggend in mijn ‘sac de rêves’ hoor ik iemand aankloppen, en zie ik hem binnenkomen in de slaapkamer. “Goedemorgen”, zegt een grote man met een glimlach. “Goedemorgen”, antwoord ik hem terug.”Mag ik je vragen om de volgende keer te wachten tot een ja komt voor je binnenkomt? ” “Ik heb geklopt”, zegt hij. “Ja, alleen niet gewacht op een ja”, ik zie duidelijk dat hij het niet begrijpt. 

Nadat ik aangekleed ben ga ik naar hem toe, Mahmoud werkt in het hostel, ik probeer het hem uit te leggen. Een Franse jonge vrouw volgt ons gesprek. “Ik heb geen ja gehoord” zegt hij. “Dat klopt, daar gaf je me ook de tijd niet voor. En zolang je niets hoort kan je niet in mijn kamer.” Hij knikt en ik zie dat hij er zich wat ongemakkelijk bij voelt. Enige angst is zichtbaar. Ik probeer hem uit te leggen dat het voor mij geen probleem is. Dat durven spreken ervoor zorgt dat er geen probleem ontstaat en hij het niet zo persoonlijk hoeft op te nemen.  “Dankjewel om daar volgende keer rekening mee te houden”, terwijl ik hem aankijk en de hand uitsteek. Ik ga terug naar mijn kamer en hoor de jonge vrouw zich verontschuldigen voor wat ik vraag. Wacht even… ik ga terug op mijn voetstappen en vraag haar waarom ze zich verontschuldigd heeft voor mij. Ze deelt me dat hij zich ongemakkelijk voelt en niet weet wat hij ermee moet. ” Je mag hem sussen als je daar zin in hebt. Maar verontschuldigen omwille dat ik een grens aangeef en vraag om deze te respecteren, vind ik niet op zijn plaats. Noch mijn vraag, noch zijn gevoel daar is iets mis mee en gelukkig zou ik zeggen dit zal misschien wel vermijden om in herhaling te vallen. Dat hij zich daar ongemakkelijk bij kan voelen dat kan ik mij inbeelden. Hij  mag ook zijn ongemak voelen, het mag gedragen worden, beleeft worden. Net als mijn eigen ongemak. Op een verantwoordelijke manier hier in staan zorgt ervoor dat we straks verder kunnen groeien en SamenZijn “

Vijf minuten later zitten we samen op het dakterras een lemon juice met munt te drinken. En deelt hij dat hij schrik heeft om zijn job te verliezen.” Waarom zou je, ik heb het met jou uitgesproken. En je hebt de mogelijkheid in je om het anders te doen. 

Er zijn zoveel angsten in de wereld gecreëerd. Angsten zorgen ervoor dat men niet enkel verwijderd van de ander, vooral van zichzelf. En ook al denken sommigen dat door wegvluchten de angst je niet te pakken zal krijgen, tarara, angst zal blijven aan het licht komen, want het vraagt de durf om deze onder ogen te zien tot men ze zal transformeren. Angst doet scheiden, afstand wordt gecreëerd terwijl we naar samenhorigheid dienen te groeien.

Want iedereen heeft iemand nodig…. Hmm,… Is dit geen zin uit één of ander lied! 

Een beetje later komt de Seko. Net terwijl ik op het punt sta te vertrekken.” Zullen we iets samen drinken op het terras”, vraagt hij me. “Neen, dankjewel”. “Wat doe je de volgende dagen.” “Waarschijnlijk naar Abu Simbel. Dit ben ik nog niet zeker. Ik zie wel wat op mij afkomt.” Hmmm, ik zie wat spanning komen bij hem. Soms heb ik de indruk meer het woord Inschallah te dragen, te beleven, dan zij die er dagelijks zoveel malen uitspreken maar er niet naar handelen. Hij dringt aan. Ik blijf bij mijn neen.

Trouw blijvend aan mezelf, zonder in alertheid of achterdocht te gaan – wat kan gebeuren wanneer er nog pijnstukken zijn- stap ik het Hostel uit.
Eenmaal men pijnstukken herkent, ermee aan de slag is geweest, getransformeerd. Zal je ze herkennen maar zal men er niet meer naar handelen, want ze zijn geen deel meer van jezelf. Ze zijn veranderd, dus kunnen ze zich niet herhalen.

Dankbaar aan de mannen hier en hun gedrag, niet altijd aangenaam en soms wel vermoeiend wanneer je zelf niet gecenterd bent. Ze helpen mij zonder zij er bewust van zijn te groeien in mijn eigen stukken.

Ik voel hier heel duidelijk in Egypte dat ik mijn kroon draag en deze me recht en stevig in mijn vertikaliteit brengt.
En wanneer je hier niet gecenterd ben, hiervan afgesneden dan word je gewoon overgeleverd aan de stormen rondom je.

Wegens het blijvend vervelend gedrag van Seko. Heb ik de keus gemaakt een andere locatie te zoeken. Mahmoud probeerde me te overhalen. Hij was bezorgd om de situatie en begreep het niet. Ik legde het hem uit en was verwonderd. “Jij, deed het goed Mahmoud en je leert ook heel snel”. “Ik wil niet dat je weggaat. Je bent zo een goed en mooi mens. Je hebt me geholpen en dingen doen inzien. Ik zou graag hebben dat je blijft.”, vraagt hij me. “Dit kan ik niet. Als ik dit wel zou doen dan respecteer en draag ik geen zorg voor mezelf. Vertrouw me dit gebeurt niet zomaar.” “Luister niet naar de duivel”, zegt hij me. “Mahmoud…” ik neem hem bij zijn stevige bovenarmen. “Wat zie je? Zie jij een duivel?”, terwijl ik hem in de ogen. Hij kijkt me aan. Hij glimlacht vertederend. Och wat zou ik nu zin hebben om die jonge kerel een stevige knuffel te geven. Hij doet het zo goed. En net op dit moment pakt hij me vast. Een stevige knuffel. Een gevoel van moeder-zoon contact.

Klik HIER voor meer beelden

Caroline

Monasterium Simeon

Ik bekijk mijn berichten op social media en zie een bericht verschijnen van Caroline met de vraag of ik zin heb om samen met haar naar het monasterium te gaan van Simeon. Wat een fijne uitnodiging.
“Met plezier”, deel ik haar. “En ik heb reeds een kapitein gevonden van een felouk die ons naar daar zal kunnen brengen, zijn naam is Mahmoud. Hij is vriendelijk en terughoudend zodat we in alle rust kunnen varen.” Zo gezegd, zo gedaan. Op haar laatste dag in Aswan nemen Caroline en ik een felouk. We laten ons leiden op het ritme van onze eigen gewaarwordingen en behoeftes, rekening houdend met één eind uur, het uur dat Caroline haar vlucht dient te nemen.
Zalig is dat en een fijne vorm van een vloeiende verbondenheid.

Mahmoud vaart rond het Elephantine eiland en brengt ons zo naar de andere kant van de Nijl, waar hij aanmeert. Voor we uitstappen legt hij eerst een smalle lange plank met dwarse plankjes erop bevestigd om te kunnen uitstappen. Op een elegante manier steekt hij zijn hand uit om ons te helpen.
“Mahmoud wij gaan te voet naar het monasterium. Heb jij alles wat je nodig hebt. Ik koop voor je een fles water? “, vraag ik hem. ” Neen, neen, ik heb alles wat ik moet hebben. Ik drink van de Nijl”. ‘Euh, ok’, denk ik verwonderd in mezelf. Amai wat moeten zij sterke organen hebben. Ze zijn het natuurlijk ook gewoon.
Ik denk dan even aan mijn parasieten die negen jaar geleden werden ontdekt in mijn lichaam. Ze hadden het er lang naar hun zin in mijn long en lever. Gelukkig kwam daar snel een eind aan. De operatie toen leerde me veel zaken zien, het bracht me ook de kracht om dingen aan te pakken en de durf om ze uit te spreken. In dankbaarheid.

De weg gaat lichtjes omhoog. Mannen vragen of we een ritje op de dromedaris willen “de weg is lang, het is warm”. “La, Choukran”, wat wil zeggen ‘neen dank je’.
We wandelen eerst langs een nieuw Coptisch monasterium. Wat verder ligt de ruïne van het Coptisch Simeon Monasterium.

We laten ons leiden. Wat een bijzondere plaats nu kan ik begrijpen waarom monniken, broeders graag in de woestijn kwamen. In het oude kerkgedeelte zijn nog Christelijke muurschilderijen te zien. Wat me opvalt zijn de vorm van de handen, bij iedere personage zijn ze anders. Ik neem in een toren, trappen opwaarts en kom binnen in een grote langwerpige ruimte. Ik moet mijn ogen laten wennen want het is hier donker. Rechts en links van deze ruimte zijn nog cellen zichtbaar, de slaap cellen van de monniken.
Op het einde zie ik plots Caroline. We gaan samen binnen in een cel en laten ons onderdompelen in de zachte sfeer die hier aanwezig is. De muur staat vol symboliek, muurkervingen, tekeningen. We herkennen er voornamelijk twee, de Davidster en de Swastika.
De Davidster is een hexagram, dat wil zeggen een zespuntige ster, bestaande uit twee in elkaar geschoven driehoeken. Een hexagram staat ook voor het mannelijk en vrouwelijk principe, dit even terzijde.
De swastika is een universeel symbool, van India tot de Indianen, van hindoes tot christenen. Het heeft vier gelijke hoekige benen. Wanneer je dit symbool in het middenpunt zou vastpinnen bv en aan een snelheid zou doen draaien kom je tot enkel een cirkel met een punt in het midden. (Ps. Niet te verwarren met het hakenkruis.).
We maken het stil. Ik laat me onderdompelen in de stilte van deze ruimte. En hoewel deze ruimtes en de ruines met het oog er verlaten uitzien. Veel zielen hebben deze plaats niet verlaten. Ik zou bijna zin hebben om me tegen de muren aan te vleien. Het voelt vol-zacht en wat zou het fijn zijn om hier te overnachten.

In de late namiddag verlaten we deze plaats om terug te varen naar het centrum. We gaan eerst nog eens binnen in het nieuwe Coptisch klooster. Amai, de plaats is voelbaar energetisch leeg, zonder ziel.

De wind is wat harder dan daarnet en helpt hierbij Mahmoud om vlot te manœuvreren tussen de eilandjes door. We blijven het still houden op de felouk en ik geniet van de energie die hier voelbaar is. De wind speelt in het hoge zeil. Ik laat me bijna in slaap wiegen op de golven die teweeg gebracht worden op de Nijl. Ik kijk even naar Caroline, een innerlijke glimlach is zichtbaar. Hmmm. Zalig. Wat verder gaat een Ibis gaat op een rotspunt.

Aangekomen aan de kant van Aswan centrum ga ik mee met haar. We geven elkaar een knuffel en bedanken elkander. Ons SamenZijn was kort en eigenlijk voelbaar oneindig.

Klik HIER voor nog meer beelden.

De vertaling

Coptisch Kathedraal Aerts engel Michaël

Hmm, geen wekker vandaag. Geen bezoek gepland. Gewoon straks wandelen richting centrum Aswan en ik zie wel.
Ik ga naar het terras van het guesthouse waar ik verblijf. ‘David guesthouse’ niet echt een aanrader behalve als je heel krap bij kas zit. Ikzelf probeer van alles uit en baseer me op reviews en plaats. Via een de straat kom ik op het terras. Het ontbijt staat klaar. In een cellofaan papiertje zitten drie kleine broodjes. Op tafel ligt een tafelnap, het stof en vogelpoep neem je erbij. In een openbokaal zit Turkse koffie. Aan de muur hangt een kooi met twee kartonnen zijkotjes waar twee witte tortelduiven gevangen zitten. Hun nestje is even krap als de mijne, alleen ik ben vrij, zij niet. Op de grond van de kooi ligt wel vijf centimeter duivenpoep. Eronder op een bank staat een waterkoker…. mijn honger en dorst is sebiet gestild wanneer ik de duivenpoep erop zie.

Een jonge vrouw komt binnen. “Goedemorgen, spreekt u Engels, Frans?” ” Frans”, zegt de jonge twintig jarige vrouw.
De jonge vrouw komt net uit Soedan. Ze is er moeten vertrekken door de beginnende oorlog ginder. Ze was er ondertussen twee maand aan het werken. We delen over de mannen in het straatbeeld.
Ik deel haar mijn aanvoelen in verband met mannen en hun gedrag. Over de wisselwerking tussen blanke vrouwen en Egyptenaren. Het gaat blijkbaar haar petje te boven en begrijpt niet waarom blanke vrouwen zich aangetrokken voelen tot…Egyptenaren omdat zij eerder in Cairo was en zij voortdurend werd lastig gevallen door mannen. Ik deel haar wat mijn eerste indruk is van de Egyptenaren en dat ik me heel goed kan voorstellen dat vrouwen hier verliefd kunnen worden op een man. Ze hebben een bepaalde manier om de vrouw te benaderen die heel verleidend is en er zitten ook wel knappe mannen tussen. Sommige mannen hebben hier bleek blauwe ogen omringd door die donkere huidskleur, ze werken bijna als magneten.
Ik zie in haar non-verbaal gedrag wat ongemak wanneer we het hebben over sexualiteit en mannen. Haar ooghoeken gaan voortdurend opzij, alsof ze in een alertheid is. Dit voelt een beetje vreemd aan voor mij om dat bij haar te zien. De poort van de tuin gaat open. Een jonge man met donkere huidskleur, lang, smal, pekzwart krullend haar. Haar vriend.

Ik denk nog even terug aan de ontmoeting van gisteren met Caroline. Aan die korte vijf minuten samen net na mijn bezoek aan de Isis tempel en beiden op pelgrimstocht. Niets is zomaar zeg ik dan. Ik wordt vrolijk als ik eraan terug denk.
Ik vertrouw nu al zolang op dit niet tastbare mysterie die mijn levensweg kleurt, alhoewel niet tastbaar. Caroline zat wel duidelijk naast mij. Met dit vertrouwen neem ik het initiatief en neem ik contact met Anaïs met een vraag over de Egyptische mystieke school. Yes. Dit voelt goed en voel dat dit wat met me doet.
En nu afwachten.

Richting het centrum. Een man vertraagt met zijn taxi en rijd naast mij. “yes baby, no baby”. Brrrr, die uitspraak. ik negeer hem en wandel verder.

Een jongen van tien vraagt me met zachte glimlach ” money, madame, money.” Ik draai me om en neem contact met hem. Hij begrijpt me niet. Ik vraag aan de politieman onder een klein afdakje of hij Engels spreekt en mij begrijpt. Terwijl hij ja zegt zie ik aan zijn nonverbaal gedrag dat hij er niets van begrijpt. Een andere man, ongeveer een dertiger komt naar ons toe. Ik vraag hem begrijp jij Engels “ja” zegt hij. Ik zeg tegen de jonge kerel ” wil je het volgende delen aan deze jongen nl. Ik kan je mijn vriendschap geven maar ik ben geen bank.” Ik zie zijn blik veranderen, verwonderd in de negative zin. Onmiddellijk spreek ik hem aan en zeg : ” O, neen neen. Met het woord vriendschap is niet wat jij begrijpt of wat je ervan maakt. Het is niet het beeld dat jij over blanke vrouwen hebt of het beeld dat men je toont. Dit zit in jou eigen mind, niet in mijn gedachten. Het is niet wat ik bedoel.” Ik zie dat de politieman zich vragen stelt en komt erbij. O, O O snel verander ik het woord vriendschap in glimlach.” Wil je zeggen. Je kan mijn glimlach hebben maar niet mijn geld. ” Oef, ik was net op tijd.

Ik stap de kathedraal in genaamd naar de Aerts engel Michaël. Een gidse komt naar me toe. Ze neemt me mee en ik volg haar even niet wetend wat gebeurt tot ik voel dat ze meer van me verwacht. Ik ben eigenlijk binnen gekomen om rust op te zoeken midden de drukte. Niet om te weten hoe een Coptisch kerk in elkaar zit. “Excuseer, maar mag ik gaan zitten.” “OK, erna dan?” “Ik weet het niet. Sorry maar ik heb daar geen behoefte aan. Ik ben binnen gekomen om de stilte op te zoeken.” “OK, als je mij nodig hebt. Dit is mijn naam.” “Dankjewel”

Ik sta voorover gebogen over de balustrade kijkend naar de Nijl en het eiland Elephantine. Een jongen Mahmoud staat plots naast me en vraagt “Felouk, madame”. (felouk is een zeilboot). Ik onderhandel een prijs van 100 EGP voor een uurtje varen, de prijs voor Aswan.
Hmm, wat zalig om zo de avond af te sluiten, de stilte te horen op het water, de bedding te voelen door haar gedragen. De Nijl.

Philae

Santuarium Isis tempel

Vijf uur in de morgen, mijn wekker begint te trillen. Mijn nachtje was kort. Sedert ik in Aswan ben slaap ik hoogstens een paar uur per nacht en zelfs overdag is slapen niet mogelijk.
Ik sluit stilletjes de voordeur en vertrek in de nog stille straten richting Philae. Een uurtje stappen op asfalt tot ik aan de Ticket office kom. Een man op de motor komt afgereden, ” ik ga die richting uit. Ga je mee?” “Neen, dankjewel. Ik heb mijn wandeling nodig”. Geen haar op mijn hoofd die denkt om achteraan op een motor te gaan zitten, zonder helm en zonder verzekering.

Aan de ticketoffice, net aan het water probeer ik een kapitein te vinden. De overzet naar de tempel kost officieel 250 EGP. Er wordt mij gevraagd hoelang ik er wens te blijven. “Ik denk vermoedelijk een drie uur, maar dat weet ik niet. Zeker geen uur dat is tekort voor me.” De prijzen gaan omhoog omdat ik zogezegd dan privé afhuur. Ik weiger en blijf bij de officiële prijs. Je kan me er brengen. Ik betaal je 125 EGP en ik kom terug met iemand anders of met je en betaal de rest 125 EGP. Ik kan ook opstappen met iemand anders op de boot, dan ben je toch winner. En wat uren betreft voor mij geen zorg ik zie wel wanneer je komt. Ik heb tijd.”, het lukt me niet. Ze weigeren. Geen enkele schipper wil me er brengen. Vreemd eigenlijk. Zogezegd doen ze heen over en weer varen tussenin. Hmm, ik ben niet van gisteren.
Ik doe een poging om mee te gaan met toeristen. Ze verwijzen me telkens door naar hun gids. Amai, ik had al lang zelf ja gezegd tegen een toerist. Uiteindelijk lukt het met om op het eiland te komen. Varend naar het eiland zie ik plots de eerste kapitein die weigerde met een lege boot terug komen. Sloebers. Maar niet met mij.

Aangekomen op het eiland probeer ik tussen de groepen traag van de ene plaats naar de andere te stappen. Er is ook zoveel te zien dat het een zonde zou zijn hier door te hollen en het voelt er zalig aan.
De tempel dateert van de derde eeuw voor Christus waar de Godin Isis werd vereerd, de universele moeder één van de belangrijkste godinnen in het antieke Egypte. Vrouw van Osiris, moeder van Horus. De tempel was één van de laatste plaatsen, tot de vierde eeuw na Christus,
waar men haar nog vereerde. Keizer Théodose was bezorgd om deze verering en besloot de tempel te sluiten. Nadien werd de tempel getransformeerd in een kerk door de Copten. De Philae tempel werd verplaats zo een 100m verder van het eiland Philae naar het eiland d’Agilka wegens meerdere malen te zijn overstroomd. Acht jaar is noodzakelijk geweest om dit werk te verwezenlijken (1972-1980). De Unesco heeft de tempel dan ook met heel veel zorg terug in zijn oorspronkelijke staat gebracht. En daar ben ik heel blij mee samen met hoogstwaarschijnlijk nog vele anderen.

Via een lang terras wandel ik naar een immense poort. Links de Pharao met al zijn geweld en het doden van gevangenen en rechts. Isis, Horus en Hathor schitterend gesculpteerd. Helaas, is er op verschillende plaatsen te zien hoe Copten beelden van hoofden hebben vernietigd.

Nog voor de ingang van de tempel bewonder ik rechts de Mammisi. Een tempel opgedragen aan de geboorte van Horus, waar je de verschillende fases van een geboorte kan waarnemen.

Wanneer ik verder wandel naar het sanctuarium wordt ik aangetrokken op mijn rechtkant door een zwart gat, een opening in de muur. Via een open vlakte, weg van de mensen stap ik een kleine donkere ruimte in. Ik wordt iets heel krachtig gewaar waarbij ik bijna aan de grond wordt genageld en terzelfde tijd alsof mijn lichaam tegen iets aan het verweren is. Ik kan het vergelijken als die keer dat ik aan skydiven deed en mijn lichaam verplicht een houding moest aannemen of ik werd weg geblazen tegen de wand.
Een tempelwachter komt binnen en ik zie hem rechtsomkeer maken. Ik blijf een eindje in de ruimte staan tot ik gewaar wordt dat ik terug zachtjes in beweging kan. Ik kijk achter mij in de ruimte. Een lege volle ruimte. Vroeger waren zo een gewaarwordingen als speciaal, soms met weerstand, angst omdat ik mezelf er niet kon in verplaatsen, het was te veel. . Vandaag zijn ze vanzelfsprekendheid. Ze zijn er, mogen er zijn, ik kan ze beleven en maken deel uit van mijn weg, van mijn leven. Ik beleef ze en laat ze los.

Aangekomen in het santuarium staat in het midden een grote granieten blok. Ik ga ervoor staan, leg er mijn handen op en blijf zo een eindje staan met mijn ogen dicht. Ik hoor van alles en nog wat bewegen rond me, mensen komen en gaan. Ik blijf…. staan. Rechts van de blok is een reliëf te zien van Isis die de borst heeft aan Horus. Het bijzondere hier is de gestalte van Horus, bijna als jong volwassen. Het hoofd van Isis is door de jaren heen uitgehold door de vele verering.

Wanneer ik in de tempel van Hathor ben sta ik in een portaal, rechts voor mij staat een blanke vrouw te kijken naar de bas-reliëf. Ik zie een Egyptische man die stilletjes achter haar aankomt en haar doet schrikken. “Boeh, ik heb je eindelijk gehad” zegt hij tegen de vrouw. Ik zie dat ze er geen aandacht aan wil geven. Hij komt dichter bij haar en duwt haar in het nauw. Als een kind zie ik hem plots weglopen. Ik stap naar de vrouw toe. “Mevrouw, kent u die man?” “Ja, het is onze gids” “Benaderd hij jullie altijd zo?” “Ja, het is niet de eerste keer.” “Jullie gaan dit toch niet zo laten. Ik hoop dat jullie dit toch zullen melden aan het toeristisch bureau. Want zijn gedrag was ongepast en grens overschrijdend.” De vrouw spreekt in het Frans een andere vrouw aan die er ondertussen bijgekomen is. “Ik ben blij mevrouw dat u als externe het ook heeft opgemerkt.” “Ja, dat was duidelijk”. En zo denken sommigen toeristen dat wanneer je via een toeristen bureau met gids werkt je veilig bent. Helaas. En laten we ook eerlijk zijn. Omgekeerd bestaat ook, blanke vrouwen die letterlijk gaan aankloppen op de deur van de gids met de vraag om een nachtje samen te zijn. En dit gebeurt hier overal. Westbank Luxor, op de cruiseschippen…Jongeren van in de twintig die zich aanbieden…. Cliché, maar een realiteit. Soms zou ik een zwarte niet ziende bril willen op hebben. Pfff.

Voor ik het eiland verlaat ga ik nog eens binnen in de tempel van Isis. En één iets is zeker, Keizer Theodose heeft ooit de verering voor Isis gestopt, wat hij nooit gedacht heeft, is dat niemand haar kracht ooit zal kunnen wegnemen.

Een kapitein brengt mij terug naar het vaste land en na een uurtje sta ik terug voor mijn verblijf. Op de stoep zit een jonge vrouw. We nemen contact met elkander, stellen ons voor, vragen van waar we afkomstig zijn en wat ons in Egypte brengt. Ik deel over mijn pelgrimstocht en Maria Magdalena. Caroline deelt dat ze hier met een groep is ook in verband met Maria Magdalena. Ik deel haar wat Egypte met me doet en mijn behoefte. Een wagen komt voor de deur. Ze komen haar oppikken. “Ga even gaan zoeken op Anaïs Theyskens. Je zal zien. Ze zal je waarschijnlijk wel aanspreken. Een vrouw met beide voeten op de grond.”. “Zal ik doen. Dank je wel”. En ik zie Caroline vertrekken. Right time, right moment. ’s Avonds zoek ik op en ja hoor. Ik voel onmiddellijk een klik. Ik laat alles even zakken en zie wat de nacht me zal brengen.

Klik HIER voor nog meer beelden

Safaa

Een vrouw komt aangewandeld met een kind aan de hand. Ik steek mijn handen uit en maak teken dat ik haar het brood wens te schenken. Ik zie dat de vrouw er niets van begrijpt en ze roept een buurvrouw. Een tengere vrouw met donkere lange haren komt een deur openen. “Come come” En maakt teken met haar handen dat ik naar binnen mag. “Sit sit”, terwijl ze teken maakt naar een stenen zitbank. Een vrouw van oudere leeftijd komt erbij. Haar moeder. En wat later komt nog een vrouw uit de keuken. Jonger en gesluierd, ze praat vlot Engels. Safaa.

Ik leg haar wat mijn bedoeling was met het brood. Een plastieken stoeltje wordt naast me gezet, koekjes en thee volgen.
Ik zit er op het gemak en in nog geen half uur later wordt gans de familie aan me voorgesteld, behalve een zus die in Cairo woont, een broer in Dubai en nog een zus in Yemen. De reden waarom Safaa en vier van haar zusters Engels spreken was dat haar moeder deze kans niet kreeg als kind en ze analfabeet is. Haar analfabetisme houd ons echter niet tegen om onder vrouwen elkander te begrijpen.

Ik zie haar broer iets nemen ergens op de grond en probeert met een ander stukje terug één geheel te maken.
Haar broer vertelt iets tegen de zus waarbij Safaa me een stukje hars schenkt met een tekst erin gegraveerd en pareltje eraan, die ooit deel uitmaakte van één geheel die nu verdwenen is. “Koran, Profeet Mohammed”, zegt de mama. Ik vraag haar waarom hij het me niet zelf heeft. Safaa vertaalt wat haar broer zegt, “omdat hij een man is en zijn geloof respecteert. Hij mag niets geven aan de vrouw.” “Ah ok, dan aanvaard ik het graag op deze manier”, terwijl Ik knik en hem dank. “Niet op de grond leggen” vervoegd Safaa eraan toe.

Ondertussen zijn we verhuist naar een verdiep hoger in een kamer waar enkel zetels staan, een tapijt op de grond en aan de muur een portret van de vader, neef van de moeder die drie jaar geleden is overleden. De moeder laat merken dat ze hem mist wanneer ze naar het beeld kijkt.

We hebben intense gesprekken, waar ik soms schrik van de vraagstelling en niet zo goed weet of ik erop in ga, omdat het onbekend is hoe ze hier tegenover bepaalde zaken staan. Ik waag me in de cirkel van vrouwen, haar moeder, een zus, Safaa en ikzelf en laat de onzekerheid opzij.
We spreken over de Bijbel en over de Koran. Over Maria en Isis. Over het moment dat ergens in de geschiedenis de man macht nam over de vrouw. Over het vrouwelijke en mannelijke in onszelf. Over controle en intuïtie. Safaa is een heel nieuwsgierig jonge vrouw met diepgaande vragen waar ik van hou.

“Wat is je naam?” “Jasmine” “Yasmeen”, zegt Safaa verwonderd. “Neen maar je echte naam”. “Dit is mijn echte naam” “Een Arabische naam! “. Ze geloven me niet echt en er wordt rond mijn naam heen en weer gebabbeld. Ik leg hen uit vanwaar mijn naam komt. Ik zie blije gezichten.

“Wat vind je van LGBTQ’, vraagt Safaa en vervolgt, ” Geloof je dat? Is dit juist? Vind je dit normaal? ” Ik laat een stilte.” Eerst wil ik je delen Safaa, ik heb niet te oordelen of het juist is of niet”, terwijl ik haar aankijk. “Ik wil je graag vragen Safaa. Wat is normaal voor je?” Waarop ik het antwoord krijg,” gay, lesbiennes,..” ” Neen, ik vraag je wat is normaal? ” ” Een man is een man, een vrouw is een vrouw” “Dit is wat ze ons geleerd hebben”, ik laat een rust. “Deel verder, jou manier van denken boeit me”, zegt Safaa.
Ik sluit mijn ogen en laat binnensijpelen. Hoe ik kan delen dat niets zwart-wit is. Hoe kan ik haar meenemen weg van het denken in vakjes naar het autonoom denken. Stel ik mezelf de vraag. Ik open terug mijn ogen.
“Jij bestaat, je moeder heeft je het leven geschonken. Je hebt hersenen en kan zelf denken. Je hebt een hart en kan zelf voelen en gewaar worden “. “Ik ben geboren met een vrouwen lichaam”, met een intonatie van onbegrip. “Dit is wat je ziet, wat je weet met de mind omdat het je zo aangetoond geweest is sedert kleinsaf..Een lichaam is meer dan dat. Veel is niet zichtbaar met het oog. Net zoals God niet waarneembaar is”
“God creëerde ons het best, naar een perfect beeld. Dit is slecht… ” zegt Safaa.


Ik zie een twintig jarige rechtover mij die me zovele jaren achteruit brengt. Ze brengt me de spiegel hoe ik zelf soms kon zijn. Een blik, die wist welke richting ze uitwilde maar met een weerstand om bepaalde dingen te willen zien uit zelfbescherming en terzelfde tijd de nieuwsgierigheid die me duwde naar het onbekende. Ik zie voor me een vrouw die geboeid is in het leven, die vooruit wil.
“God creëerde ons. Hij gaf ons een lichaam. En dit lichaam bestaat uit van alles en nog wat die meer is dan wat ons hoofd weet. Soms ben je verliefd en gebeurt er van alles in het lichaam. Iemand die je ontmoet kan iets wakker bij je maken. Je gaat gewaarworden wat het met je doet. Je ontdekt zonder oordeel of voorgekauwde beelden wat het met je doet. Ook dit is ons lichaam. ” Ik observeer
“Wat is liefde voor je?” vraag ik haar. “Het is het enige die waar is in mijn hart”, komt er snel als antwoord. “Deel je dit vanuit je hoofd of vanuit een diep voelen, een weten die dieper vertrekt vanuit je Zijn, wie je bent? Probeer even je ogen te sluiten, ga naar binnen. Maak het stil in jezelf”, terwijl ik het zelf voortoon met een hand op mijn hart en de ander op mijn buik, “en stel je zelf de vraag ‘wat is liefde voor me’. Je hoeft me geen antwoord te geven. Hou het bij je. Als het te snel gaat zit men vaak in het mentale.”, terwijl ik terug mijn ogen open. “We hebben onze gevoelens. Wanneer je verliefd wordt op een man…” ik kan de zin niet afmaken waarbij Safaa zegt “Dat is normaal” ” Dat is normaal voor jou vandaag en misschien binnen twintig jaar als we elkander terug ontmoeten, is wat je vandaag normaal vind anders. Laat het open, zonder in te vullen. Er zijn dingen die we met onze mind niet altijd kunnen onmiddellijk begrijpen en we hoeven ook niet alles te begrijpen. We hoeven het niet met iedereen eens te zijn. Het belangrijkste is dat we Samen kunnen Zijn.” Ik hoor haar moeder iets zeggen waarbij Safaa van onderwerp verandert.

” is dit geluid vervelend voor je? “, Safaa heeft het over de Muezzin die het gebed opzegt.” Neen” “Het is een gebed, weet je dat?” vraagt ze me verwonderd. “Ja”. Wanneer we het hebben over het geloof zijn we het allen mee eens dat wat ze ons laten zien of horen via media het niet een realiteit is en dat we gemanipuleerd zijn. Dat de media toont wat ze ons willen doen geloven. Zo is het bij ons over de Islam, zo is het hier over het Christendom. De politiekers, machthebbers halen één fragment uit een context om hun slag binnen te halen. Dat in situaties de media er is om de mensen tegen elkander op te zetten. Terwijl hier in Egypte Christenen en moslims vredig met elkander samen leven.

“Wat denk je van het hijab, het hoofddoek.” “Ik heb daar niets over te denken. Het is jou keuze om die te dragen”. Ik hoor de moeder aan de andere kant er iets tussen zeggen. “Wat zie je?” ” Ik zie een mooie vrouw. En wanneer ik naar je mama kijk, zie ik een mooie vrouw. Ik ben wel iedere keer nieuwsgierig naar hoe de haren eruit zien onder het doek.” Ze lacht. Ze vertaald ondertussen het gesprek aan haar mama. Haar mama zegt dat Maria ook dit hoofddoek draagt en dat haar lichaam perfect was. Ik knik bevestigend wat het hoofddoek betreft, de rest kan ik niet op antwoorden.

Wanneer ik hier naar een vrouw kijk met hoofddoek, werkelijk Zien. Met een neutrale blik, zie ik iets zacht en gaat de blik gericht naar het gezicht en niet ergens anders. Geen andere prikkels. Het werkelijke gezicht is voor je, er is niets aan toegevoegd, niets weggenomen en de blik blijft gericht naar de persoon. Daar waar velen denken dat er een tekort is, iets werd afgenomen. Zie ik net de meerwaarde. En ik heb het hier niet over de volledig gesluierde vrouw waar de ruimte, tijd en mogelijkheid er nog niet is geweest om in een ontmoeting te gaan. Heel vaak voel ik bij de volledig gesluierde vrouw een vermijdingsgedrag. Ik heb het ook niet over verplicht, over het gedwongen dragen.

De zus van Safaa komt in de ruimte met een grote schotel met daarop een heerlijke maaltijd. De geur is verrukkelijk. Een vers gebakken kip uit eigen kweek, groentjes staan nog te pruttelen en versgebakken brood. We delen samen deze overheerlijke maaltijd. Ik vraag of haar zus erbij komt, maar ze heeft reeds afzonderlijk gegeten in de keuken. Haar moeder dringt aan om veel te eten, mijn maag kan echter niet veel binnen krijgen door de warmte. Op het einde van de maaltijd maakt de moeder een broodje klaar met kop ertussen die ik als maaltijd mee krijg voor deze avond.

Aswan

Trein guichet Luxor

Samen met Amandine vertrek ik richting het station. Ik verlaat vandaag Luxor richting Aswan verder naar het Zuiden, terwijl Amandine richting Hurghada vertrekt om haar vlucht te nemen naar Europa.

Terwijl de man aan het guichet met pen en papier mijn ticket invult vraag ik of ik een beeld van hem mag nemen. “Ja, geen probleem”, terwijl hij glimlacht. Achter mij hoor ik een mannenstem roepen, “Kan het wat rapper. Daar hebben we geen tijd voor.” Ik draai me om, “meneer, kent u geduld?” “We staan hier al een half uur in de rij en worden van de ene rij naar de andere geduwd”,terwijl hij ongeduldig staat te duwen en over mijn schouders kijkt naar de man achter het guichet die nog altijd zijn papiertje aan het invullen is. “Dit klopt. Dit geldt ook voor mij. Ik koos namelijk dezelfde rij als jij”.
“In euro” vraagt de bediende. “Neen, Egyptische pond”. Het werd me aangeraden de trein te nemen in 1ste klasse, VIP. “465 EGP”. (In Egypte betaald de buitenlander een pak meer wanneer je het openbaar vervoer gebruikt. En met een pak meer, bedoel ik zes maal meer. Een ticket kost voor een Egyptenaar 70 EGP. Wanneer je dan nog eens de keuze maakt om in euro te betalen, betaal je 20 euro = 660 EGP ipv 465EGP)
In Egypte is het heel gemakkelijk om een bankcontact te vinden en ze zijn talrijk aanwezig. In Luxor vind je er zowat aan iedere hoek. En het voordeligste is op de East bank en niet de West Bank aan de Nijl)

Op het perron vraag ik een man, “Salaam, pardon is this the train to Aswan?” “I don’t speak English”, met een behoorlijk mooie uitspraak. “You speak it really good”, antwoord ik hem terwijl ik hem aankijk. Aan zijn blik te zien is het duidelijk dat er geen bereidwilligheid is. Een blik die ik hier zelden heb gezien in veertien dagen zelfs niet bij hen waar ik weigerde in te stappen.
Een andere man komt erbij. Volslank, de sigaret in de hand. Op de zijkant van zijn wang zie ik een zwaar litteken. Ik hoor hem op een negatieve toon iets zeggen terwijl hij me aankijkt “…. Arabic” en begrijp eruit op de manier hij me aankijkt dat ik Arabisch moet spreken. Zijn non verbaal gedrag spreekt boekdelen. Ik zie de mensen stilzwijgend en zonder enige emotie kijken naar de situatie. Ik laat het niet binnenkomen en stap wat verder.
Een man spreekt me aan en vraagt om mijn ticket. “Ik neem dezelfde trein als jij” en we openen een fijn gesprek rond tijd naar aanleiding van de gehaaste man in de rij die wat verder op het perron staat. Iedereen kent wel het verhaal van de haas en de schildpad. Of niet.

Ik hoor een man op het perron iets uitroepen naar een man op het ander perron die gekleed is in burger met een wapen aan de riem. Die stapt naar een jonge man toe, neemt hem op een zachte manier bij de arm, opzij. Hij vraagt de jonge man om zijn zakken te legen. De jongen, ik schat een jaar of zestien benadert de agent op een speelse manier. Die hem op zijn beurt op een zachte manier meeneemt richting de uitgang. Geen enkel geweld, geen enkel machtsvertoon is zichtbaar, wel op een vrolijke manier komt hij onder de vleugels van de politiemannen terecht. Zelden tot niet is agressiviteit hier zichtbaar.

De trein is ondertussen aangekomen en stap doorheen een donker vuile wagon. Ik zoek de gereserveerde zetel. Een man ligt er languit te snurken. Ik laat hem in zijn rust en ga naast hem zitten in een wankele zetel omringd door troep. Hmm, een ticket met de naam VIP, First Class. Het is wat het is. Ik geniet van het prachtig landschap die slingert langs de Nijl aan de ene kant en het zien van het dagelijks leven in de dorpen buiten de grote steden aan de andere kant.

Aangekomen in Aswan maak ik gebruik van de app. om een chaffeur te vinden en me naar een nieuw logement te brengen, die de naam van mijn jonge broer draagt.
De wagen brengt me in een buitenwijk die me wat doet denken aan de beelden die we soms zien op tv., hoge appartements gebouwen, straten in aarde, en troep overal. Een man verwelkomt me vriendelijk en brengt me naar mijn kamer. Een piepkleine ruimte in een kelder, zonder vensters, met een piepkleine badkamer en een open gat in de muur waar ik de voeten zie van de mensen op een terras. Oehoe, even wat anders dan mijn vorige twee verblijfplaatsen. Ik zet me op bed kijkend naar de deur, op enkel één meter afstand van mijn neus en neem een diepe zucht. ‘We maken het beste ervan’, zeg ik tegen mezelf.

Na een frisse douche stap ik richting het centrum van Aswan. Om de drukte van de wagens en hoofdweg te vermijden neem ik een zijstraat. Ik passeer een plaatselijke bakkerij en zie er grote stenen vaten staan. Een man nodigt me uit te kijken. Drie vaten vol frisse melk. De natuurlijke koelkast.
Van de melk naar de hete brood ovens. Vier mannen staan graatmager te werken terwijl druppels water van hun voorhoofd parelen. Ik vraag een man of ik een beeld mag nemen. “Jaja, neem hen maar in beeld”, terwijl hij naar iedereen wijst. “Neen, neen ik vraag het graag aan ieder afzonderlijk”.
In een kadans worden de platte deegschijven op een band gegooid om er aan de andere zijde kant en klaar uit te komen. Ik neem nog wat beelden en dank hen. Voor ik verder wandel koop ik tien broodjes. Die ik graag straks schenk aan iemand.

Klik HIER voor meer beelden

Stabiliteit

Luxor tempel

Daar gaat de volgende koetsier. “Excuse moi. Madame. Marié. Moi me marié avec toi ! Excuse moi.” Terwijl ik neen blijf zeggen. “Neen, ik zal niet trouwen met je.” “Waarom?” vraagt hij me. Terwijl hij de prijs naar beneden haalt van honderd naar vijftig. “” Je mag gelijk wat proberen. Ik stap niet in je koets. Ik hou van wandelen. En omdat ik niet graag de paarden zo op asfalt en zo mager zie rondlopen voor het plezier van een toerist. “” Ik wil met jou Frans spreken. “” Dat is fijn, dit kan ik ook al wandelend naast je koets. ” Ik heb er even genoeg van en ga wandelen in de tegenovergestelde richting om met rust gelaten te worden.

Het is vandaag het einde van de ramadan en dit is duidelijk te zien op straat. Overal wordt er gevierd. Jonge meisjes lopen er fleurrijk bij en werden geschminkt. Jongeren, enkel jongens rijden er in bende vorming op hun moto terwijl ze gans het verkeer inpalmen. Ze zitten niet met één of twee op de moto, wel met drie tot vier. En dan zie je ze rodeo spelen midden de grote baan. Hun voorste wiel gaat naar boven terwijl er vier op de moto zitten. Gekker kan het niet.

Kinderen spreken me aan. “Your name?” “Anna Jasmine” “Yasmeen”, vragen ze me verbaast. “Het is een Egyptische naam! “, zeggen ze me. Ik knik bevestigend. “Ik noem ook Yasmeen”, zegt een jong meisje terwijl ik haar fierheid zie. Haar moeder nodigt me even uit om een goede dag te zeggen. De ene foto na de andere foto wordt genomen. Iedereen wil met mij op de foto. Dit voelt wat vreemd aan, alsof ik een trofee in hun telefoon ben.

Tegen valavond ben ik in Luxor tempel. Hmm, het wordt me snel duidelijk dat ik geen voeling heb met deze tempel. Ik wandel erdoor samen met Amandine en na een half uur kiezen we ervoor om naar buiten te gaan en uit de chaos te stappen.

Voor het naar huis gaan laten we ons verleiden door kleine oliebollen met een laagje chocolade. Ik maak me de bedenking dat de chocolade niet hard wordt. Amandine begint te lachen. Hihi, hoe gewoontes er kunnen inzitten en ik vergeet dat ik in Egypte ben bij en temperatuur van 30 graden.

Ik voel me hier goed in Egypte en ik kan het omschrijven als ‘stabiliteit’. Alsof ik een bevestiging ontvang op de voorbije pelgrims jaren, als een eicel en zaadcel die samenvloeien en op één lijn komen in trouw blijven aan mezelf in een stabiliteit. Als ying en yang die een vloeiende beweging is. En wanneer ik terug denk aan alle signalen, symbolen die naar me toe zijn gekomen in de voorbije jaren en vooral deze in 2020 op het pad van Maria Magdalena ben ik heel blij dat ik ernaar geluisterd heb en er trouw aan ben gebleven. En eigenlijk als ik er nu bij stil sta al veel vroeger. Ik had echter niet onmiddellijke de link gelegd bij haar.

Het was me zelf nog niet onmiddellijk opgevallen hoe Isis eruit zag tot ik aan etalage stond van een juwelierszaak en een symbool me was opgevallen waar ik enorm was aangetrokken en me niet meer losliet. Een Ankh, de vleugels van Isis, de Djed en de turkoois steen opgebouwd in de vorm van een kruis. Wanneer ik de vier elementen opzocht met hun betekenis was het zo kloppend als het samenvloeien van de twee cellen. Er was niets in mij die twijfelde om mijn symbool (fraternida di Romena) die ik sedert 2018 droeg te veranderen in deze Ankh. Deze voelt voor me werkelijk aan als compleet… als een verlengde van mezelf. Terwijl ik dit nooit zo gewaar ben geweest bij het symbool van la Fraternida. Ik had altijd het gevoel dat er iets ontbrak.

De vleugels. Ja, ze blijven aanwezig. Isis, Horus… Ik wordt gewaar dat er een enorme behoefte is om mijn eigen vleugels rond mezelf te omwentelen, als een cape over mijn schouders, als de Pèlerine van een pelgrim en de behoefte om mijn vrouwelijkheid in zijn volle kracht te laten zijn. En terzelfde tijd ze wijd open hebben en erin te gaan staan. Ik word gewaar dat mij levensenergie af en toe aangewakkerd wordt en mijn lijf in een transformatieproces terechtkomt, als iets krachtig vertikaal die zich horizontaal uitzet …. Zoiets.

Djed staat voor Zijn, worden, stabiliteit. Het is een symbool waar vaak de god Osiris mee wordt vereenzelvigd. Omdat Osiris een koning van de eeuwigheid was, is het ook niet verwonderlijk dat het symbool djed duurzaamheid en eeuwigheid betekent.


Ankh : symbool van leven en kracht


Isis: symbool van vruchtbaarheid, mysterie, liefde. Haar oorspronkelijke naam is “Aset” wat “zie” betekent, het woord dat Nut uitriep toen ze Isis baarde. Isis is een licht dat uit de duisternis tevoorschijn komt. In hiërogliefenschriften wordt Isis’ naam geschreven met de hiëroglief van de troon, haar naam betekent “koningin” of “soeverein”. Isis maakt ons bewust van onze soevereiniteit. 


Turkoois: intuïtie, evenwicht, balans

Klik HIER voor meer beelden

En HIER luxormuseum

Amandine

Jasmine en de Shisha

Na een weekje en na een poetsbeurt verlaat ik mijn knus appartement aan de Westbank onder de ogen van de vele zielen in The Queen Valley. Ik neem even een halte in een café niet ver van Medinet Habu Temple waar ik regelmatig een social talk heb met een man uit België die zich pas in Egypte heeft geïnstalleerd, Laurent. Een jonge Frans sprekende vrouw komt binnen en spreekt Laurent aan. “Zin om erbij te komen zitten?”, vraag ik haar en vervolg “U vertrekt?” ” Neen, ik ga naar de andere kant van de Nijl”, antwoord ze me. “Och fijn, ik ga ook die kant uit. Zin om samen te gaan?” We beginnen te praten over spiritualiteit, geloof, voelen en gewaarworden en hebben al heel snel door dat we ons op een gelijke golflengte bevinden.
Met onze rugzak vertrekken we richting Oostbank met de ferry.
(Er zijn drie verschillende mogelijkheden om deze te kruisen de publieke boot voor 5 EGP, de privé boot met motor voor 30 EGP of de wagen (taxi – duurder dan privé of privé met de app Indrive, Uber, Careem reken 150 EGP) Eén euro is vandaag gelijk aan 33 EGP wat heel snel kan fluctueren. Dit even terzijde.) Eenmaal op de Oostbank gaan we elk naar ons stekje en spreken af om elkander ’s avonds te zien.

En zo begint een vriendschap tussen twee vrouwen die elkander hebben gevonden op de Westbank in Luxor. We passeren een ongelofelijke intense week vol humor. En amai, wat een plezier. We vinden elkander in de manier van in het leven te staan.
Ik zie mezelf in een spiegel met een verschil, als ik me goed herinner, van 20 jaar. Zo zie je maar hoe belangrijk leeftijd voor me is. Niet dus.
Ik geniet telkens van het zien, te horen dat wijsheid niets met leeftijd te maken heeft, wat velen denken, en daar wordt ik telkens gelukkig van. Hoeveel jongeren ik de laatste jaren heb mogen ontmoeten en Zien met welke kracht ze iets neer zetten en hun eigen weg durven te gaan, dan kan ik alleen maar toejuichen. Zijn zij niet de stevige zonnebloemen die morgen zullen schijnen en ons licht geven!?

Laten we dus leeftijd opzij plaatsen en luisteren naar de wijsheid van jongeren. Laten we luisteren, werkelijk luisteren want wijsheid is niet leeftijd bepalend. Een spreekwoord die me nooit verlaten heeft sedert mijn lagere school is, ‘ de waarheid komt uit de kindermond’ en die mij geholpen heeft om recht te blijven staan in momenten waar men mij klein heeft willen houden. En met klein bedoel ik ‘ mij niet in mijn kracht laten, kleineren, mij het zwijgen opgelegd zowel fysiek, met woorden, psychisch.. .’ En als men later, doorheen deze pijn kan zien van het waarom men zo een handeling heeft gesteld, dan komt dit meestal vanuit hun eigen gekwetste stukken en dan kan je in Liefde blijven staan.

Wijsheid kan overal te vinden zijn voorbij iedere grens van wat ons is aangeleerd. Wijsheid is voor mij niet iets dat men enkel in boekjes vind. Wijsheid is voor mij iets die in ons Zelf aanwezig is die kan wakker gemaakt worden door iets extern.
En wijsheid gecreëerd door het denken zonder een inwendige beleving, gewaarwording vroeg of laat valt men door de mand omdat er geen wortels aan de wijsheid is. Niet enkel bij de ander, vooral bij zichzelf. Want hiermee verloochen je enkel jezelf, ver weg van groei en puur zijn en stagneert men, met alleen de gedachte, het idee te hebben te groeien.

Zo las ik recent op FB een vraag waar een vrouw om een titel vroeg van een goed boek in verband met Maria Magdalena. Een intuitief antwoord kwam door meheen in het Frans, “Un des plus beau livre à lire et c’est la que Marie Madeleine veut que la personne va. C’est vers sa pureté intérieur sans mettre des nouvelles couche extérieur. C’est ouvrir et rentré dans son propre livre et ressentir goute par goute toute les couches qui ont étais mises, pour entré, arrivé ainsi vers la semence de lumière au plus profond de soi. Bonne lecture. “

’s Avonds heb ik afgesproken met Amandine in Luxor centrum in de buurt van het station en Luxor tempel. Ze helpt me bij het zoeken van een telefoonkaart en nadien gaan we een shisha roken op een terras langs de Nijl. Een Shischa is een waterpijp waarbij via verdamping een rook ontstaat die via een pijp wordt vrijgegeven.

‘ s Anderendaags breng ik een bezoek aan de Luxor tempel. Ik sluit mijn deur van mijn nieuw verblijf die zich een vijf kilometer aan de buitenkant van de stad bevind. En vertrek te voet midden de velden en bananenteelt. Langs een drukke weg kruis ik vaak wagens, bromfietsen, paardenkoets. “Taxi taxi”, wordt geroepen. “La, Choukran”, terwijl ik met een openhand een zwaaibeweging maak. Met veel geduld blijf ik volhouden in mijn ‘neen’.
En vindingrijk zijn ze om de mens te overtuigen toch maar in te stappen. Hoe zou men zelf zijn als er brood op tafel moet komen en toerisme het enige inkomen is voor velen, maar toerisme aan een heel laag pitje is.
“Tu chèrche un marie comme moi”, vroeg de koetsier me. Een ontwapende humor hebben ze wel. Wanneer men in openheid er kan blijven in staan gaat er een totaal andere wereld open dan wat wij kennen in het Westen. Dit is een van de verborgen krachten die Egypte heeft.