Voorbij het woord

Na een goede poetsbeurt in het appartement ga ik tot bij Youssef om hem te bedanken. “Wacht niet zo snel zet je rugzak neer. Niet zo gehaast doen”, zegt hij. “Vanaf nu, ben ik je baas niet meer en jij niet meer mijn klant. Gedaan met business. Nu veranderd onze relatie. Nu behoor je tot mijn familie.”, terwijl hij me aankijkt. Brrr, dit voelt vanbinnen opdringerig en niet zo fijn.
“Kom ik zal je even mijn tuin tonen. En ik zal om een herinnering aan jou te hebben de Yasmeen plant aankopen en in mijn tuin planten. Zo zal ik altijd aan je denken “, deelt hij. Zijn manier om mij te benaderen is duidelijk veranderd daar waar hij in een week mijn privacy respecteerde, wordt ik gewaar dat hij nu wat teveel in mijn veld komt, ook al is dit waarschijnlijk niet slecht bedoeld. Mannen benaderen hier namelijk de vrouwen op een totaal andere manier.

In de tuin aangekomen toont hij me wat planten en bomen. “Dit is een bananenboom, dit is een mangoboom, een dadelboom en hier staat een citroen.”, het is precies alsof hij zijn tuin aan het voorstellen is aan zijn toekomstige. Ik wijs met mijn vinger naar een plant “en dit is hashish”, zeg ik en voel ik de deugniet in mij. Hij lacht.
“Ik moet nu gaan ik heb afgesproken met mijn nieuwe verhuurder.” Ik neem mijn rugzak en vertrek. “Niet vergeten he, kom wanneer je wilt. Dit is je familie nu”, roept hij nog terwijl hij in de deuropening staat.

Een paar straten verder even naar rechts, naar links, nogmaals naar links. In een doodlopend straatje en aan de border van een zijarm van de Nijl komt plots iemand uit zijn huis. De jonge man die ik heb ontmoet bij het aankomen in Luxor met zijn verterende glimlach. “Hey”, zeg ik verwonderd. “Hey”, zegt hij terug. “Och, jij bent mijn buurman” “It’s destiny”, zegt hij met zijn brede mooie glimlach.

Mijn nieuw verblijfje is een huisje voor mij alleen. Geen eigenaar in hetzelfde huis. Een eigen tuin, een buitenkeuken. Benieuwd wat deze plaats me zal brengen vooral na mijn buurman te hebben gezien.
Om het compleet naar mijn zin te maken en mij een thuis gevoel te geven geef ik het een poetsbeurt. Wanneer ik een zeteltje ophef zie ik plots een scorpioen bewegen. Oooh. No panic. Ik ga naar de keuken om een glas en zet het omgekeerd erop. “Sorry makker, maar ik neem liever geen risico”,zeg ik tegen de schorpioen.

Tijd om mijn koelkast te vullen. Op nog geen kilometer van het huisje is er een heerlijke fruit-groenteboer. Gourgetten, ajuinen, aubergines, tomaten, meloen, druiven, avocado, appels, pruimen…. Voor nog geen drie euro kom ik buiten met mijn aankopen. Rechtover stap ik een klein kruidenierswinkel binnen om sesampasta en koffie en een paar doosjes tonijn.

Terug aan de hoek van het doodlopend staartje zie ik de buurman buiten komen. Hij kijkt me aan. Lacht en zijn hoofd gaat zo een beetje opzij alsof een puber die zich niet weet hoe gedragen. Zijn lichaamstaal spreekt boekdelen. Hmm, zou het de volgende man zijn die de richting van een liefdesverklaring neemt.
“Hoe noem je eigenlijk?” “Samir, en jij?” “Anna, Jasmine”. Bijzonder telkens wanneer ik ‘anna’ zeg, wat betekent ‘mijn naam is’ heb ik het gevoel dat ik al voor de eerste keer mijn naam hoor om de tweede te versterken. “Weet je dat ik je dagen heb gezocht”, deelt Samir terwijl ik hem wat dichter voel komen.
‘Hmm, Jasmine. Je had het goed gevoeld een verliefde buurman. Dit wordt een boeiende week.’, zeg ik tegen mezelf.

De buurt net aan de Nijl op de West Bank is gekend om hun zogezegde ‘prostitutie’. Dit wordt vooral zo gedeeld door Westerse mensen, vanuit de plaatselijke bevolking is het me onbekend. Eigenlijk vraag ik mij af vanwaar dit woord afkomstig is, in welke periode het werd gecreëerd en door wie het werd gecreëerd want is het niet zo dat één woord door de jaren heen een andere lading kan krijgen door eigen ervaring en daardoor er een gewicht in het woord kwam en komt. Het is niet onmogelijk wanneer een persoon een vertaling doet of laat doen dat zijn of haar eigen emotie en ervaring erin mee heeft gespeeld, laat ik dan nog zwijgen over de opgelegde dwingende vertalingen vanuit macht, dus waarom zou, door de jaren heen dit woord naar inhoud niet getransformeerd kunnen geweest zijn. Ik steek er mijn hand voor in het vuur.

Dan denk ik even aan de honderd jarige dame Annick de Souzenelle die vanuit een diep aanvoelen en noodzaak is beginnen het Hebreeuws te leren en de Bijbelse teksten vanuit het Hebreeuws is beginnen te vertalen in het Frans. De vertaling schept een totaal nieuw en ander beeld op wat ons soms werd, wordt voorgeschoteld. Zij leverd een prachtig levenswerk. Een aanrader om haar te volgen voor wie het Frans voldoende meester is. Wanneer je zoekt op haar naam vind je tal van video’s met interessante gesprekken. Dit even terzijde.

En dan is er de taal opzich. Want als men de taal niet ten volle in de diepte kent of begrijpt kunnen bepaalde woorden compleet uit de context gehaald worden omdat men de taal niet meester is. Dit mag ikzelf heel vaak ervaren in mijn Franse taal, ook al ben ik opgevoed in het Frans omdat mijn papa een Fransman is. Toch ben ik het Frans niet meester en valt het me op dat ik een gemis voel in deze voor mij, poëtische taal. Ik kan ze heel goed begrijpen, maar mijn vocabulaire is beperkt om deze zelf te kunnen gebruiken in haar volledige schoonheid. Dit creëerde vaak misverstanden tussen mijn vader en ik en wanneer geduld afwezig was en/of een tekort aan openheid kon dit soms, vaak vonken geven.

Zo werd me hier gezegd dat het woord, uitgesproken ‘sjarmoesja’, allé, zo heb ik het toch begrepen wanneer ik het woord hoorde vanuit een Nederlands sprekende persoon met een Vlaamse achtergrond, ‘hoer’ zou betekenen.
Met dit zo uitgesproken woord en letterlijk zo neergeschreven kom ik niet zo ver want mijn taal en de uitspraak van sommige letters komt totaal niet overeen met wat hier gebruikt wordt in het Arabisch en dan is er nog een onderscheid tussen de Arabische taal en de Egyptische taal. Iedereen begrijpt het Egyptisch Arabisch, maar niet iedereen zou het Marokkaans Arabisch of het Tunesisch Arabisch begrijpen. En dan is er ook nog het verschil tussen de straattaal, de geschoolden en ongeschoolde, tussen de taal in een dorp in de woestijn en de stad…. Zonder oordeel naar geschoolden en ongeschoolden, naar stad en wonen in de natuur of op een eiland. Wat wel vaak en helaas wordt gedaan en wat ik betreur. Het kan wel een barrière zijn in elkander te benaderen en opzich is deze barrière ook te doorbreken wanneer men zich opent naar de ander en in verbinding gaat.

Ik vraag hier in het hostel in Caïro, want terwijl ik die tekst schrijf en vervolledig uit mijn dagboek ben ik al een paar weken verder. De gebeurtenissen in Luxor wou ik ten volle lichamelijk en geestelijk beleven want ik werd gewaar dat het iets raakte vanuit andere regionen en ik volledig aanwezig wou zijn in de beleving, in de gewaarwordingen. In het balans vinden tussen het lichamelijk en het geestelijk. Tussen het al of niet voelen wat Samir met zijn Zijn me bracht op mijn weg en het beheersen van gewaarwordingen. (ik verdiep me graag hieromtrent in een volgende post)

De jonge voorname vrouw, Habiba genaamd, die me hierbij helpt bij de vertaling kent de Engelse taal niet. Het gebeurt via een vertaal app. Ik vraag haar of ze het woord kent.
Ze steekt haar schouders op en haar hoofd beweegt van rechts naar links. De neen is duidelijk. Ik denk ‘ok het woord bestaat niet’ . Ik bouwde op in mijn verbinding en communicatie met haar. “Hoe zeg je hoer in het Arabisch?”, een totaal ander woord is hoorbaar die ze zonder enig probleem uit spreekt.
Ik zoek verder en speel met de letters tot ik bij ‘Sharmuta’ terecht kom. De betekenis in de straattaal, alsook in de Hebreeuwse straattaal betekent slet, hoer.
Bij het verder zoeken kan het ook als een compliment zijn want het betekent ‘schoonheid’ . Interessant niet!
Ik ga terug met dit woord naar Habiba. Het word me duidelijk dat ze dit woord niet kan uitspreken. Wat het voor haar betekent blijft me onbekend. Maar hoe ze ermee omgaat had voor mij meer waarde dan de inhoud zelf. Namelijk er geen voeding aan te geven.

Voor mezelf en al van heel kleinsaf voel ik dat ik voorbij de woorden wens te gaan. Het willen blijven weten van het ongekende achter het woord. Dit heeft me altijd zo geboeid en maakt mijn leven zo rijkvol.
Het bracht en brengt me de mogelijkheid voorbij het woord en het gewicht die het draagt te gaan kijken. Het leerde me onderscheid te maken wat van mij was en wat van de ander. Het opent voor mij telkens een nieuwe wereld. Een wereld waar het puur en zuiver is. Een wereld waar Licht en Liefde aanwezig is. De enige wereld waar ik naartoe wens te leven ook al probeert men soms mij te raken met uitspraken zoals ‘dat ik nog geloof in roze wolkjes, niet met mijn voeten op de grond sta.’ Mijn geloof gegroeid vanuit eigen ervaring, vanuit vertrouwen, vanuit mijn liefde en hieruit de keuze maak hoe ik in dit leven wens te staan, zal niemand mij nog dwarsbomen.

Kom Ombo

Chapel of the Hearing ear

Vandaag vertrek ik terug noordwaarts na een dagje terug reizen van Abu naar Aswan.
Met een chauffeur van Indrive waag ik me doorheen het land van ‘Aladin en Jasmine’ richting Kom Ombo. Zo voelt het wat… liefde voor het land.
De taxichauffeur heeft een veilig en vlot rijgedrag waardoor ik me zo op mijn gemak voel dat af en toe mijn ogen zich sluiten. Rechts van mij zijn af en toe kleine lemen dorpen te zien met hun plaatselijke markten, waar groenten en fruit onder vervallen stalletjes worden verkocht tussen kleurrijke plastieken voorwerpen van goedkope minderwaardige kwaliteit.

De chauffeur vertelt me dat hij nog nooit naar Kom ombo is geweest, terwijl hij amper op 45km daar vandaan woont. Dit doet me denken aan mijn jeugd toen ik de verhalen hoorde van mijn grootouders toen ze klein waren. Ze hadden toen nog nooit de zee gezien. Dit is zo een honderd jaar geleden. We zijn anno 2023.

De vele dikke vluchtheuvels vertragen het verkeer nabij de dorpen en zijn ook vaak aanwezig om de lange trajecten te doorbreken. Men kan ze onmogelijk uit de weg gaan of je ligt wat verder omgekeerd op de baan. Met alle gevolgen van dien zowel voor de wagen, jezelf en de ander.
Daar waar ik nu al ben geweest staan er weinig tot geen verkeerslichten en als die er staan dan functioneren ze niet.
Zebrapaden werden hier lang geleden op de grond geschilderd en zijn ondertussen door de jaren uitgeveegd.
Hier in Egypte hebben ze dat ook niet nodig. Auto’s rijden soms zelfs zonder lichten. De automobilisten, voetgangers
bewegen zich met elkaar. Soms kan ik een eindje blijven staan op de hoek van de straat en het gedrag observeren tussen hen en ik heb hier niet de indruk dat er opmerkingen worden gegeven naar het gedrag van anderen op de weg. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid aanwezig. Tolerantie en geduld is noodzakelijk en heb je dit niet dan leef je hier continue op de toppen van je tenen.
Een bejaarde vrouw steekt haar hand uit, traag en uitkijkend steekt ze over, en de automobilisten stoppen voor haar.
Als ik al iemand hoor klagen dan ben ik het wel zelf. Daar waar ik mijn geduld verlies omwille van het teveel aan prikkels en vermoeidheid. Word ik me bewust hoe geconditioneerd ik hierin was. In onze cultuur zijn zoveel regels en wetten om de mens in een bepaalde richting te laten bewegen omdat men het idee heeft zo vrij en veilig te kunnen bewegen. Hier dien ik deze conditionering opzij te plaatsen omdat het hier anders werkt, zoniet blijf je lang staan daar waar je over wil steken. Graag zeg ik ook vaarwel in wat die conditionering mij heeft aangeleerd, namelijk de angst om omver gereden te worden. Ik herinner me goed dat die angst me in kwaadheid bracht die ik kon uiten naar mijn tegenligger of naar diegene die net naast me raasde waar ik de wind in mijn broekspijpen gewaar werd. Het uiten was niet zozeer naar de persoon zelf, wel naar de agressieve handeling die ik gewaar werd in mijn lijf en die op zijn beurt agressiviteit bij mij opwekte. Het werkte als een razendsnelle ontlaadklep. Waarom omdat ik niet in eigen lijf aanwezig was of er werd uitgehaald omdat angst me niet toelaat om in eigen center te vertoeven.
Vanuit die angst kan een mens zich superieur of sterk gaan voelen door zich te verbergen achter de wet en de regels. De regels ‘ik heb voorrang’ , het ‘ik heb het recht’ , de wettekst zegt, jij niet ikke wel…. blabla…bla.
Een conditionering die ervoor zorgt dat de mens zichzelf niet meer in vraag stelt als men niet bewust in het leven staat. Een conditionering die er geplaatst is ‘ voor nep veiligheid, nep vrijheid. Want zo gebruiken we onze eigen antennes niet meer en leren we zo niet in eigen kracht te leren gaan staan. Wel de wet van de sterkste creëert. Voor mij is er een verschil tussen sterk en kracht. Een conditionering die gevolgen heeft op de samenleving want naar mijn gevoel duwt het de mens een groot deel weg van het samenleven naar afstand met elkaar.
Dan denk ik aan de extra straatverlichting die men plaats rond de scholen, de zebrapaden die extra worden verlicht met ledlampen. De zoveel overloaded verkeersborden langs de straat dat als men er eentje veranderd het men gewoon niet meer ziet.
Dienen we extra straatverlichting toe te passen of is er eerder een tekort aan licht in onze bovenkamer en opening in ons hart!

Na de Kom Ombo tempel met zijn – bas reliëf waar de dagen, maanden en oogsttijd geschreven staat. Bas reliefs die verwijzen naar de hun specifieke theologie die werd opgebouwd door nauw in contact te zijn met het universum en plaatselijke gewoontes. Deze cultische liturgieën, hun geheimen zijn verloren gegaan na het doden van de vele monniken die er leefden – verlaat ik deze plaats richting het station van Kom Ombo.

De jonge tuktuk chauffeur zegt plotseling “Mooie ogen madam”. De gekende wederkerig zinnen in het Engels die vele jonge chauffeurs hier gebruiken om contact te leggen met de vrouwelijke passagier. Aan de tuktuk tel ik wel 4 à 6 achteruitkijkspiegels die hij één voor één juist zet om me kunnen zien.
Aan de snelheid dat hij auto’s voorbij steekt of dwars rijd zou hij de prijs kunnen halen voor de meest behendige chauffeur zonder iemand te raken en een bonus binnenhalen om vrouwen te versieren.

In het station in Kom Ombo. Neem ik plaats naast een vrouw nadat ik zit te wachten voor de trein naar Luxor, waar ikzelf niet zeker ben of die er komt. Ze probeert contact met me te nemen. Niet evident wanneer zij geen Engels praat en ik de Egyptische taal niet ken, gelukkig is de verbinding er wel en is de communicatie herleid tot lichaamsgebaren. We delen een delen en ze trakteert me op een zoetigheid.
Ik begrijp dat ze aanraad om de lokale trein te nemen naar Aswan om dan terug van daaruit terug over Kom Ombo te rijden naar Luxor. Zo gezegd zo gedaan. Op het laatste moment volg ik mijn instinct en spring ik op dezelfde trein met haar naar Aswan.
Op de trein zie ik haar hand stilletjes in slow motion naar beneden dalen. Ze valt in slaap.
Het valt me op dat de lokale trein waar ik opzit in 2de klasse netjes en ruim is, het tegenovergestelde van 1ste klasse – VIP trein, zogezegd aangeraden voor de toeristen, die donker, vuil, niet onderhouden is met kapotte zetels.

In Aswan stap ik onmiddellijk naar het guichet en koop ik er een ticket voor Luxor. “Welke”, vraagt de man aan het guichet “1ste klasse-Vip het is beter voor je”. “Neen, dankjewel. Ik heb net de ervaring dat dit geen realiteit is. Ik kom net uit een nette 2de klasse trein. Graag de eerst volgende.” ” Je hebt de keuze uit de Spaanse, de VIP of de Russische” ” Graag de eerste trein die langs komt meneer”. De mannen aan het guichet moeten de toeristen aanmoedigen om de 1ste klas – VIP te gebruiken, de reden het prijskaartje.
(VIP 465 EGP of 20 euro = 660 EGP dus je betaald teveel wanneer je in euro betaald wat overeen komt met een maaltijd of 1 nacht slapen in hostel. De Spaanse/ Russische trein betaal je 330 EGP of 15 euro voor hetzelfde traject en tijd)
De eerstvolgende is een Russische die ik blijkbaar met nog andere toeristen neem. Een nette, ruime, goed onderhouden trein met airco en vaste zittingen. Zalig.

Rechtover mij ontmoet ik een Vlaming. Hij is zo blij dat hij na maanden rondreizen in verschillende landen eindelijk eens Vlaams, Nederlands kan praten. Zo blij dat hij van geen ophouden weet en zo de tijd voorbij vliegt wanneer we aankomen in Luxor. En ik, ik genoot van zijn vreugde.

Klik HIER voor meer afbeeldingen

Abu Simbel

Abu Simbel tempel of Néfertari and Hathor

Ik wandel een rustige stille ochtendwandeling zonder omringende gemotoriseerde voertuigen richting de tempel van Abu Simbel.
Één zacht gele oranje vuurbol laat zich zien aan de horizon en weerspiegeld in het water van de Nijl en het meer van Nasser.

Plots sta ik voor de grote tempel.
Kijkend naar deze grootsheid probeer ik me in te beelden hoe dit moet geweest zijn om dit te bouwen. Denkend aan de vele handenarbeid, de vakmannen en hun kunde, de vele zweetdruppels die in de aarde zijn gedrongen.
Ik neem de rust om dit alles in mij op te nemen en wandel de ene ruimte na de andere in. Wat immens buiten is, is immens binnen. Behalve de verwondering van dit enorm mensenwerk voel ik geen verbinding met deze plaats.

Wanneer de autobussen aankomen wordt het voor mij teveel en verlaat ik de tempel. Na bijna twee uren hier aanwezig te zijn voel ik dat het genoeg is geweest en vertrek ik richting mijn hotelkamer. Wanneer ik zie dat er nog een tempel is ernaast, wat mij ontsnapt was door de grootsheid van de eerste, neem ik de moed bijeen om ook deze te bezoeken. Het zou jammer zijn het niet te doen nu ik tot hier ben gekomen.
Wat een verademing. Bij het binnengaan wordt ik onmiddellijk een fijne zachte energie gewaar. Ik richt mijn hoofd naar boven en zie op de pilaren gezichten afgebeeld van Hathor. Blijkbaar weet deze godin me wel te raken. Ik wordt aangetrokken als een magneet door een lichtpunt dieper gelegen in de tempel. Ik volg en ga er rechtop af. Mijn ogen wijken niet af, een grote vreugde is aanwezig en wanneer ik ervoor sta wordt deze alsmaar groter. Een mandorle vorm is zichtbaar badend in het licht. Ik voel dat de aantrekkingskracht hier niet stopt in de zichtbare ruimte, het gaat voorbij de vorm, een oneindige diepte.

Ik blijf wat in de tempel en geniet van wat hier aanwezig is. Ik geniet van het zien hoe mussen hun kleintjes voeden op de steen van het sanctuarium. Ik observeer even de mensen om te zien of ook zij iets gewaarworden. Alleen, wat ik vooral zie is dat men geen tijd neemt. Klikklak en wegwezen. Zo spijtig.

Wanneer ik terug aan de ingang ben stap ik binnen in het kleine zaaltje waar ik de geschiedenis kan zien van Abu Simbel.
De grote tempel is genaamd naar Ramesses II en de kleinere aan Hathor en Néfertari. Beide tempels werden uit de berghelling gehouwen in de 13e eeuw voor Christus. Het duurde 20 jaar om ze af te hebben. Begin de jaren ’60 besliste men om de tempels te beschermen voor overstroming. Ze werden daardoor in stukken gesneden van zowat 30 ton om ze te kunnen op tillen en verderop te verplaatsen op een veilige plaats. Stel je voor wat een kolossaal werk dit moet geweest zijn.

Voldaan en vermoeid stap ik terug. De rest van de dag ga ik luieren. Op mijn bed liggen en heerlijk niets doen. Ik onderschat soms welke innerlijke weg ik hier al heb afgelegd en mijn lijf kan wel eens andere zorg gebruiken. Heerlijk douchen, voeten masseren en ze inwrijven met een verfrissende zalf die ik ooit eens kreeg van een hartsvriendin en me hier goed van pas komt. Morgen neem ik de bus terug richting Aswan en de tempel van Ko Ombo. Maar nu quality time op een andere manier.

Klik HIER voor meer beelden

Rozentuin

Ik voel de zon in mijn rug. De wind streelt mijn wangen. Het is stil in mij, zo stil dat ik mijn ademhaling hoor en zelfs het geluid van de stad achter mij dit niet kan verstoren.
Ik zit op een dakterras uitkijkend op het mausoleum van Aga Khan, op de berg flank recht voor mij in de woestijn. Het mausoleum is vierkantig gebouwd met in het midden een koepel en op de vier uithoeken vier veel kleinere koepels. Het ziet er vredig uit in zijn eenvoud.
Net eronder staat zijn huis, na zijn dood bracht zijn vrouw dagelijks rode rozen uit haar tuin om deze bij hem neer te zetten.
Meer naar rechts op de bergflank in mijn ooghoek de ruïne van het Simeon Monasterium.

Ik sluit mijn ogen, diepe zucht, ik kan het me zo levendig voorstellen. Een rozentuin met rozen in dieprood fluweel, haar geur dwarreld als onzichtbare golven doorheen de tuin.
Ik voel mijn neusvleugels openen en voel het windbriesje strelend binnen komen, mijn lichaam vullend met het wonder van de roos. Zo levendig dat mijn lichaam zich vult en omwenteld wordt door haar geurende zachte mantel en een energie tintelend mijn levensenergie opwekt. Diepe zucht, ik geniet, een traan rolt strelend zachtjes over mijn wang. Mijn ogen openen. Ik lach het leven tegemoet.

Ik begrijp heel goed de velen die zich, en nog altijd, terug trekken in de woestijn.
Het is meer dan een grote zandhoop.
Daar waar voor mij de zon op aarde het meest present en dicht aanvoelt. Waar je je één voelt met het grote geheel, en als niets opgaat in de grote oneindigheid, als een zandkorrel rollend over moederaarde.
Het voelt voor mij heel uitgebalanceerd. En misschien is dit wel mijn eigen innerlijke die ik projecteer in dit landschap.
Een vredige oase gelegen ver van de drukte van de grootstad Aswan.

Het wordt vandaag een rustige dag waar ik me voorbereid op de vollemaan meditatie van deze avond op de Nijl in het teken van ‘water’, waar ik me samen met vele anderen zal verbinden. En ik mezelf zal laten bij staan door vier krachtige vrouwen Anna, Isis, Maria Magdalena en Maria.

In de namiddag zit ik op het stationsterras. Een man met donkere huidskleur kijkt me af en toe aan, waardoor onze blikken elkander kruisen. Hij zit samen met andere toeristische gidsen hun koffie te drinken. Ikzelf voel dat ik heel voorzichtig probeer te kijken naar hem zonder hij het opmerkt. Iets in mij is nieuwsgierig naar hem. 

Hij heeft een vol, rond gezicht met een blinkend kaal geschoren hoofd. Brede neusvleugels, volle lippen waarvan de contouren er fijn uitgelijnd zien, bijna alsof ze met een penseel getekend zijn.  Zijn ogen stralen iets heel zachts en vreugdevols uit. 
Een stevig gebouwd lichaam, anders dan de meeste mannen in Zuid Egypte. 

Als ik hem zou tekenen op papier dan zou hij er naar mijn ogen perfect uitzien, een evenwichtige rechter en linkerkant. Ook zijn handen zien er zacht uit.
Ik laat zijn blik onopvallend bij me  binnenkomen  zonder het weg te duwen. Wat doet dit met mij, ik wordt gewaar en laat gebeuren. 
Het voelt fijn gezien te worden, want zo, voelt het niet als iemand die kijkt, wel iemand die net het tikkel meer heeft, hij ziet. 

En plots komen er voor eventjes tal van zinnen in mijn hoofd, aan het licht. Vooral zinnen die ik in mijn verleden heb gehoord, waar verbod en oordeel op zit dichtbij en in de omgeving. 
Ik probeer gewaar te worden wat het met me doet en mij de vraag te stellen of het mij toehoort of als het eerder iets is die ik overgenomen heb die niet van mij is. 
En wat doe ik ermee. 
Blijf ik het dragen of geef ik het terug aan wie het toehoort. 
Want zonder we het werkelijk beseffen hebben we tal van zaken overgenomen vanuit onze ouderlijke lijn waar we niet altijd bewust bij stil staan. 

Hoe werd een beeld gevormd van de vrouw die niet binnen bepaalde lijntjes leefde, gevormd in de maatschappij. 
Eén van de belangrijkste zinnen die bij me opkomen vandaag zijn deze: 

Wat is er verkeerd aan om Liefde (ik bedoel hier niet het sexuele) te tonen aan een mens?
Wat is er verkeerd om iemand teder aan te raken? 
Wat is er verkeerd om iemand een zoen op de mond te geven die je genegen is? 
Zo herinner ik me dat mijn doopmeter dit altijd deed en dit voelde juist. 
Wat is er verkeerd met ogen die elkander kruisen en die wel of niet iets wakker maken in jezelf?
En natuurlijk alles met wederzijdse toestemming!
Daar is niets mis mee omdat op al die zinnen er niets achter gezocht hoeft te worden. Het IS, niets meer. Het zijn onze gedachten, gevoed door… die er iets van maken. 
Als ik zie hoe mannen elkander hier aanraken vanuit een Liefdevolle beweging, wanneer ze Habibi zeggen tegen elkaar. Wat is daar mis mee. Niets. Is het niet zo dat wij al heel snel met onze blik vanuit onze eigen opvoeding, westerse kijk, onze eigen maatschappij denken dat ze zich aangetrokken voelen tot mannen met al onmiddellijk een etiket of een oordeel. Niets is minder waar, het is een vorm van broederschap onder elkaar. 

Is onze maatschappij werkelijk zoveel  beter dan hier, terwijl er in het contact met mensen zoveel wordt verwaarloosd. Waar ik zoveel mensen hoor en zie die hunkeren naar verbondenheid, die huidhonger kennen
Die van de ene workshop naar de andere gaan om die leegte op te vullen. Op zich niets mis mee met de workshops. Stel nu dat al deze workshops niet zouden bestaan of verdwijnen. Wat dan!

Er is door de jaren heen zoveel belemmering gelegd op verbondenheid met de ander, waardoor liefdevolle benaderingen fors verdwenen. En dan komt er door meheen… Wat is het verschil tussen ons en hen… De lijn is flinterdun in een bepaald opzicht. 

Gelukkig wordt daar de laatste jaren veel rond gedaan, soms wel naar mijn mening met een ‘TE’ in de andere richting. 

Ik verlaat het terras. ‘Jasmine, wat doe je draai je je om of niet’ stel ik me de vraag. Ik laat al die verbodstekens achter zowel van vroeger, als deze van hier. Ik draai me om, kijk naar de man en knik als teken van een goedendag, als dank voor deze stille verbondenheid die er was en stap verder.

Caroline

Monasterium Simeon

Ik bekijk mijn berichten op social media en zie een bericht verschijnen van Caroline met de vraag of ik zin heb om samen met haar naar het monasterium te gaan van Simeon. Wat een fijne uitnodiging.
“Met plezier”, deel ik haar. “En ik heb reeds een kapitein gevonden van een felouk die ons naar daar zal kunnen brengen, zijn naam is Mahmoud. Hij is vriendelijk en terughoudend zodat we in alle rust kunnen varen.” Zo gezegd, zo gedaan. Op haar laatste dag in Aswan nemen Caroline en ik een felouk. We laten ons leiden op het ritme van onze eigen gewaarwordingen en behoeftes, rekening houdend met één eind uur, het uur dat Caroline haar vlucht dient te nemen.
Zalig is dat en een fijne vorm van een vloeiende verbondenheid.

Mahmoud vaart rond het Elephantine eiland en brengt ons zo naar de andere kant van de Nijl, waar hij aanmeert. Voor we uitstappen legt hij eerst een smalle lange plank met dwarse plankjes erop bevestigd om te kunnen uitstappen. Op een elegante manier steekt hij zijn hand uit om ons te helpen.
“Mahmoud wij gaan te voet naar het monasterium. Heb jij alles wat je nodig hebt. Ik koop voor je een fles water? “, vraag ik hem. ” Neen, neen, ik heb alles wat ik moet hebben. Ik drink van de Nijl”. ‘Euh, ok’, denk ik verwonderd in mezelf. Amai wat moeten zij sterke organen hebben. Ze zijn het natuurlijk ook gewoon.
Ik denk dan even aan mijn parasieten die negen jaar geleden werden ontdekt in mijn lichaam. Ze hadden het er lang naar hun zin in mijn long en lever. Gelukkig kwam daar snel een eind aan. De operatie toen leerde me veel zaken zien, het bracht me ook de kracht om dingen aan te pakken en de durf om ze uit te spreken. In dankbaarheid.

De weg gaat lichtjes omhoog. Mannen vragen of we een ritje op de dromedaris willen “de weg is lang, het is warm”. “La, Choukran”, wat wil zeggen ‘neen dank je’.
We wandelen eerst langs een nieuw Coptisch monasterium. Wat verder ligt de ruïne van het Coptisch Simeon Monasterium.

We laten ons leiden. Wat een bijzondere plaats nu kan ik begrijpen waarom monniken, broeders graag in de woestijn kwamen. In het oude kerkgedeelte zijn nog Christelijke muurschilderijen te zien. Wat me opvalt zijn de vorm van de handen, bij iedere personage zijn ze anders. Ik neem in een toren, trappen opwaarts en kom binnen in een grote langwerpige ruimte. Ik moet mijn ogen laten wennen want het is hier donker. Rechts en links van deze ruimte zijn nog cellen zichtbaar, de slaap cellen van de monniken.
Op het einde zie ik plots Caroline. We gaan samen binnen in een cel en laten ons onderdompelen in de zachte sfeer die hier aanwezig is. De muur staat vol symboliek, muurkervingen, tekeningen. We herkennen er voornamelijk twee, de Davidster en de Swastika.
De Davidster is een hexagram, dat wil zeggen een zespuntige ster, bestaande uit twee in elkaar geschoven driehoeken. Een hexagram staat ook voor het mannelijk en vrouwelijk principe, dit even terzijde.
De swastika is een universeel symbool, van India tot de Indianen, van hindoes tot christenen. Het heeft vier gelijke hoekige benen. Wanneer je dit symbool in het middenpunt zou vastpinnen bv en aan een snelheid zou doen draaien kom je tot enkel een cirkel met een punt in het midden. (Ps. Niet te verwarren met het hakenkruis.).
We maken het stil. Ik laat me onderdompelen in de stilte van deze ruimte. En hoewel deze ruimtes en de ruines met het oog er verlaten uitzien. Veel zielen hebben deze plaats niet verlaten. Ik zou bijna zin hebben om me tegen de muren aan te vleien. Het voelt vol-zacht en wat zou het fijn zijn om hier te overnachten.

In de late namiddag verlaten we deze plaats om terug te varen naar het centrum. We gaan eerst nog eens binnen in het nieuwe Coptisch klooster. Amai, de plaats is voelbaar energetisch leeg, zonder ziel.

De wind is wat harder dan daarnet en helpt hierbij Mahmoud om vlot te manœuvreren tussen de eilandjes door. We blijven het still houden op de felouk en ik geniet van de energie die hier voelbaar is. De wind speelt in het hoge zeil. Ik laat me bijna in slaap wiegen op de golven die teweeg gebracht worden op de Nijl. Ik kijk even naar Caroline, een innerlijke glimlach is zichtbaar. Hmmm. Zalig. Wat verder gaat een Ibis gaat op een rotspunt.

Aangekomen aan de kant van Aswan centrum ga ik mee met haar. We geven elkaar een knuffel en bedanken elkander. Ons SamenZijn was kort en eigenlijk voelbaar oneindig.

Klik HIER voor nog meer beelden.

Hijab

Terwijl de zus afruimd zetten we het gesprek verder van de Hijab. “Wil je mijn haar zien”, vraagt Safaa terwijl ze een beeld zoekt op haar telefoon.
“Herinner je nog Safaa ons gesprek deze morgen rond je vraag van LGBTQ”
“Ja”, terwijl ze voorover buigt en dichter komt. “Weet je nog toen je zei dat Allah, God ons perfect creëerde.” Met enthousiasme pikt ze in, “Allah, maakte ons zo schoon en creëerde ons naar een zeer goed beeld. Dus waarom zou ik als vrouw me moeten veranderen in een man”, het is duidelijk dat dit moeilijk ligt voor haar. “Laten we dit opzij laten en terug gaan naar ‘God of Allah creëerde je schoon’. Ik stel me de vraag waarom zou ik dan mijn haar moeten verbergen?” Ze gaat praten met haar mama en komt terug bij mij “Omdat we in de islam leren dat we gans ons lichaam moeten verbergen omdat de man ons lichaam niet mag zien. ‘Oh, ik wil dat, ik wil sex met haar’ om dit te vermijden. Om ons te beschermen tegen de man. Heb je al gehoord van intimidatie?”, vraagt Safaa.

Wat kan ik dit begrijpen als vrouw, ik heb me vaak ongemakkelijk gevoeld bij blikken die mannen werpen op vrouwen.
Terwijl ik hier nu over dit gesprek schrijf komt de gedachte bij me op of dit de reden was waarom ik in mijn jeugd in de mannenafdeling kleren kocht.
Liggend op mijn bed, kijkend naar een kleurrijk plafond en de airco voelbaar op mijn huid ga ik terug in de tijd. Ik ben gewaar dat dit niet in één reden te vatten is. Ik ben opgegroeid tussen twee jongens. Ik heb het gevoel gehad dat ik als meisje niet welkom was. De vrouw werd tijdens feestjes onder de noemer van humor en in verkleed partijen met de grond gelijk gemaakt, als kleine ukkepuk begreep ik er niets van. Als puber aanvaarde ik mijn lichaam niet. Een buurman en een nonkel konden hun handen niet thuis houden en hadden grensoverschrijdend gedrag. Grensoverschrijdend gedrag onder de vorm van humor, daar werd dus mee gelachen terwijl het fout was.
Laat ik dan nog zwijgen over het grensoverschrijdend gedrag van een non die onder mijn rok ging zonder te vragen. Macht en manipulatie werd gebruikt door mijn leeftijdgenoten om mij onder druk te zetten en iets te bekomen van mij, terwijl mijn bovenkamer en lichaam in angst schoot. Ik heb fysiek geweld gekend omdat ik een meisje was en daardoor werd gezien als zwak.
In mijn vooroudelijke lijn aan beide kanten werd de vrouw uitgebannen uit de familie. Aan de ene kant werden alle bruggen opgeblazen van de moeder met haar dochters en de andere kant werd de vrouw zo goed als weggeduwd, ze kon niets goed doen en werd niet herkent in wie ze was. Meng dit in een grote kom, voeg daarbij een portie maatschappij bij, en waarschijnlijk vergeet ik nog een portie ingrediënten een dikke brij dus. Ik wordt me bewust welke kracht ik in mij heb om doorheen al deze situatie te zijn gekomen en deze te hebben getransformeerd en ze vrij zijn gekomen. Ik voel dat deze bewustwording me raakt in mijn hart.
Ik zie plots een beeld voor me van een half lichaam, naakt, wit, sensueel vrouwenlichaam die met één been uit een zwarte marmiet stapt. De andere kant is niet zichtbaar, het hoofd ook niet. Terzelfde tijd wordt ik gewaar dat er iets heel ouds door mijn lijf aan het bewegen is en zijn weg zoekt. Ik voel een kwaadheid of neen het is eerder een heel diepe oneindige voelbare kracht. Alsof het niet alleen van mij is. Twee tranen vloeien zachtjes uit mijn ooghoeken en rollen over mijn wangen. Mijn lichaam zoekt een manier om deze energie te kanaliseren. Mijn voeten worden krachtig in de matras gezet. Mijn armen komen in een hoek van 90 graden op schouderhoogte met gebalde vuisten. Ik wordt vuur gewaar in mijn lijf, duw mijn lijf naar boven en voel een kracht die uit mijn bekken komt en hoewel de klank niet met de oren hoorbaar is, brul ik uit. Het beeld die ik heb is een rood wezen, wat blokkig gespierd met een gezicht met uitstekende tong. Doet me denken aan beelden die aan de ingang van een tempel staan in het Oosten. Dit duurt nog geen minuut en mijn lichaam komt terug in de matras. Het beeld verdwijnt. Kort en krachtig. Mijn bekkengebied voelt plots ruimer, mijn lichaam ontspannen. Het kwam en het verdween.

Ik kom terug in het verhaal met Safaa. Waar was ik gebleven. Intimidatie.
“Weet je Safaa onze generatie, de generatie van mijn ouders. We hebben niet geleerd hoe om te gaan met sexualiteit, met onze driften. Er werd niet gesproken over gevoelens en gewaarwordingen. Sexualiteit was taboe. Er werd wel gedeeld via een bord in de klas hoe een lichaam eruit zag en hoe een baby tot leven kwam. Ik weet dat ik me onwennig voelde tijdens die les. Maar daar dieper op ingaan daar was geen ruimte voor. Het bleef bij de tastbare materie. Verder dan dit was er niets. Sexualiteit daar kan van alles rond gedaan en gedeeld worden. Al te beginnen met hoe gaat men in verbondenheid, hoe benader je elkaar. Over elkander respecteren, luisteren naar elkander. Er werd vaak geen verschil gemaakt tussen in Liefde met elkander zijn, elkander beminnen en sex hebben met iemand waar geen liefde aan te pas komt. Wanneer ik 20 jaar was vroeg ik aan mijn moeder of ik de pil mocht nemen. Ik had schrik om zwanger te worden. Mijn moeder verwees mij naar mijn vader. Dit was voor mij heel gênant.”


” Het is de vrouw die haar lichaam moet bedekken en de man die zijn ogen dient te sluiten”, zegt Safaa waarbij ze aan toevoegt “Islam beschermt de vrouw.” “Maar Safaa een vrouw is niet beschermd omdat ze kleren draagt. Er zijn een tal van vrouwen op de wereld die dagelijks misbruikt worden terwijl ze kleren dragen en zelfs de Hijab.”
“Safaa, heb je je al eens afgevraagd wie deze wet creëerde? Of eerder wie deze mentaliteit startte, en waarom? Het is Allah of God niet.”, een lange stilte volgt. “Het is belangrijk dat je blijft luisteren naar jezelf. Dat je voelt, gewaar wordt. En voor jezelf uitmaakt ‘klopt dit of niet’. Is dit iets van mij of iets wat ik gehoord heb maar misschien geen realiteit is en of vervormd.
Dat je je open blijft stellen en niet zomaar gelijk wat als waarheid aannemen. Je dient zelf, binnenin jezelf aktief te blijven. Zoals nu je nieuwsgierigheid, blijf deze behouden. Ik ga even een voorbeeld geven. Stel dat je ergens in het donker, gekleed door een straat wandelt en er is niemand aanwezig. Hoe zal je je voelen? “

” Bang”, antwoord Safaa heel snel. “en je bent in een straat dat je niet kent” “Natuurlijk bang”, zegt Safaa terwijl de angst bijna hoorbaar is in haar intonatie. “OK, waarom heb je schrik?” “Waar wil je naartoe”, vraagt ze me al lachend. “Safaa, ik zou graag hebben dat jezelf de moeite doet om na te denken”
“Omdat het donker is, ik alleen ben en ik de weg niet ken”
“OK, en heb je schrik van het donker of de gedachte, wat kan er gebeuren in het donker”, vraag ik.
“De gedachte”, antwoord ze.
” Wat kan er gebeuren in het donker. Is er een mogelijkheid dat er iets kan gebeuren?”
“Alles wat er in je mind is kan gebeuren”, beseft ze.
” Klopt. Alles wat in onze mind is.
God heeft ons niet geleerd om bang te zijn”

Ik ga naar Adam en Eva en de appel. Niet de appel die geïnterpreteerd geweest is als iets slecht. Voor mij is hij eerder het metafoor voor wijsheid. Over de balans, evenwicht in onszelf tussen mannelijk en vrouwelijk polariteit. Waarop Safaa onmiddellijk deelt wat wij gelijk hebben in onze godsdienst nl. het verhaal van Adam en Eva en deelt “voor de start van de Islam gebruikte ze ons als een machine.” hoor ik haar zeggen….hmmm… Oef, wat een zware uitspraak.

Bij Adam en Eva begon het reeds met een interpretatie, invulling zonder wijsheid. Want wordt het niet vaak gezien als, dat Eva was die uitdaagde met haar appel.

Eva, wat betekent en vertaald volgens de letters en waarde van de Hebreeuwse taal, wordt als degene die de Goddelijke Adem en Licht van Leven schenkt. Zij vertegenwoordigt de gever en activator van onze Menselijke Goddelijkheid – Goddelijke Mensheid.
We worden door haar geïnitieerd door de aard van dualiteit naar Eenheid te doorkruisen. Ze leidt ons de weg naar de Hof van Eden, om in ons te worden gewekt.

En zo vulde onze namiddag met lange en boeiende diepgaande gesprekken. Na de volle warmte van de dag en omdat mijn lijf de behoefte voelde om in beweging te komen, neem ik afscheid van Safaa en haar familie. En wandel richting het Nubian museum. Na het museum die heel interessant was om deze regio te leren kennen en met het prachtig beeldje van Isis die de borst geeft aan Horus. Doet me denken aan het beeld van Maria die de borst geeft aan Yeshua.
Geniet ik van een rustige avondwandeling voor het slapen gaan in het kleine holletje middan de drukte van de stad.

Safaa

Een vrouw komt aangewandeld met een kind aan de hand. Ik steek mijn handen uit en maak teken dat ik haar het brood wens te schenken. Ik zie dat de vrouw er niets van begrijpt en ze roept een buurvrouw. Een tengere vrouw met donkere lange haren komt een deur openen. “Come come” En maakt teken met haar handen dat ik naar binnen mag. “Sit sit”, terwijl ze teken maakt naar een stenen zitbank. Een vrouw van oudere leeftijd komt erbij. Haar moeder. En wat later komt nog een vrouw uit de keuken. Jonger en gesluierd, ze praat vlot Engels. Safaa.

Ik leg haar wat mijn bedoeling was met het brood. Een plastieken stoeltje wordt naast me gezet, koekjes en thee volgen.
Ik zit er op het gemak en in nog geen half uur later wordt gans de familie aan me voorgesteld, behalve een zus die in Cairo woont, een broer in Dubai en nog een zus in Yemen. De reden waarom Safaa en vier van haar zusters Engels spreken was dat haar moeder deze kans niet kreeg als kind en ze analfabeet is. Haar analfabetisme houd ons echter niet tegen om onder vrouwen elkander te begrijpen.

Ik zie haar broer iets nemen ergens op de grond en probeert met een ander stukje terug één geheel te maken.
Haar broer vertelt iets tegen de zus waarbij Safaa me een stukje hars schenkt met een tekst erin gegraveerd en pareltje eraan, die ooit deel uitmaakte van één geheel die nu verdwenen is. “Koran, Profeet Mohammed”, zegt de mama. Ik vraag haar waarom hij het me niet zelf heeft. Safaa vertaalt wat haar broer zegt, “omdat hij een man is en zijn geloof respecteert. Hij mag niets geven aan de vrouw.” “Ah ok, dan aanvaard ik het graag op deze manier”, terwijl Ik knik en hem dank. “Niet op de grond leggen” vervoegd Safaa eraan toe.

Ondertussen zijn we verhuist naar een verdiep hoger in een kamer waar enkel zetels staan, een tapijt op de grond en aan de muur een portret van de vader, neef van de moeder die drie jaar geleden is overleden. De moeder laat merken dat ze hem mist wanneer ze naar het beeld kijkt.

We hebben intense gesprekken, waar ik soms schrik van de vraagstelling en niet zo goed weet of ik erop in ga, omdat het onbekend is hoe ze hier tegenover bepaalde zaken staan. Ik waag me in de cirkel van vrouwen, haar moeder, een zus, Safaa en ikzelf en laat de onzekerheid opzij.
We spreken over de Bijbel en over de Koran. Over Maria en Isis. Over het moment dat ergens in de geschiedenis de man macht nam over de vrouw. Over het vrouwelijke en mannelijke in onszelf. Over controle en intuïtie. Safaa is een heel nieuwsgierig jonge vrouw met diepgaande vragen waar ik van hou.

“Wat is je naam?” “Jasmine” “Yasmeen”, zegt Safaa verwonderd. “Neen maar je echte naam”. “Dit is mijn echte naam” “Een Arabische naam! “. Ze geloven me niet echt en er wordt rond mijn naam heen en weer gebabbeld. Ik leg hen uit vanwaar mijn naam komt. Ik zie blije gezichten.

“Wat vind je van LGBTQ’, vraagt Safaa en vervolgt, ” Geloof je dat? Is dit juist? Vind je dit normaal? ” Ik laat een stilte.” Eerst wil ik je delen Safaa, ik heb niet te oordelen of het juist is of niet”, terwijl ik haar aankijk. “Ik wil je graag vragen Safaa. Wat is normaal voor je?” Waarop ik het antwoord krijg,” gay, lesbiennes,..” ” Neen, ik vraag je wat is normaal? ” ” Een man is een man, een vrouw is een vrouw” “Dit is wat ze ons geleerd hebben”, ik laat een rust. “Deel verder, jou manier van denken boeit me”, zegt Safaa.
Ik sluit mijn ogen en laat binnensijpelen. Hoe ik kan delen dat niets zwart-wit is. Hoe kan ik haar meenemen weg van het denken in vakjes naar het autonoom denken. Stel ik mezelf de vraag. Ik open terug mijn ogen.
“Jij bestaat, je moeder heeft je het leven geschonken. Je hebt hersenen en kan zelf denken. Je hebt een hart en kan zelf voelen en gewaar worden “. “Ik ben geboren met een vrouwen lichaam”, met een intonatie van onbegrip. “Dit is wat je ziet, wat je weet met de mind omdat het je zo aangetoond geweest is sedert kleinsaf..Een lichaam is meer dan dat. Veel is niet zichtbaar met het oog. Net zoals God niet waarneembaar is”
“God creëerde ons het best, naar een perfect beeld. Dit is slecht… ” zegt Safaa.


Ik zie een twintig jarige rechtover mij die me zovele jaren achteruit brengt. Ze brengt me de spiegel hoe ik zelf soms kon zijn. Een blik, die wist welke richting ze uitwilde maar met een weerstand om bepaalde dingen te willen zien uit zelfbescherming en terzelfde tijd de nieuwsgierigheid die me duwde naar het onbekende. Ik zie voor me een vrouw die geboeid is in het leven, die vooruit wil.
“God creëerde ons. Hij gaf ons een lichaam. En dit lichaam bestaat uit van alles en nog wat die meer is dan wat ons hoofd weet. Soms ben je verliefd en gebeurt er van alles in het lichaam. Iemand die je ontmoet kan iets wakker bij je maken. Je gaat gewaarworden wat het met je doet. Je ontdekt zonder oordeel of voorgekauwde beelden wat het met je doet. Ook dit is ons lichaam. ” Ik observeer
“Wat is liefde voor je?” vraag ik haar. “Het is het enige die waar is in mijn hart”, komt er snel als antwoord. “Deel je dit vanuit je hoofd of vanuit een diep voelen, een weten die dieper vertrekt vanuit je Zijn, wie je bent? Probeer even je ogen te sluiten, ga naar binnen. Maak het stil in jezelf”, terwijl ik het zelf voortoon met een hand op mijn hart en de ander op mijn buik, “en stel je zelf de vraag ‘wat is liefde voor me’. Je hoeft me geen antwoord te geven. Hou het bij je. Als het te snel gaat zit men vaak in het mentale.”, terwijl ik terug mijn ogen open. “We hebben onze gevoelens. Wanneer je verliefd wordt op een man…” ik kan de zin niet afmaken waarbij Safaa zegt “Dat is normaal” ” Dat is normaal voor jou vandaag en misschien binnen twintig jaar als we elkander terug ontmoeten, is wat je vandaag normaal vind anders. Laat het open, zonder in te vullen. Er zijn dingen die we met onze mind niet altijd kunnen onmiddellijk begrijpen en we hoeven ook niet alles te begrijpen. We hoeven het niet met iedereen eens te zijn. Het belangrijkste is dat we Samen kunnen Zijn.” Ik hoor haar moeder iets zeggen waarbij Safaa van onderwerp verandert.

” is dit geluid vervelend voor je? “, Safaa heeft het over de Muezzin die het gebed opzegt.” Neen” “Het is een gebed, weet je dat?” vraagt ze me verwonderd. “Ja”. Wanneer we het hebben over het geloof zijn we het allen mee eens dat wat ze ons laten zien of horen via media het niet een realiteit is en dat we gemanipuleerd zijn. Dat de media toont wat ze ons willen doen geloven. Zo is het bij ons over de Islam, zo is het hier over het Christendom. De politiekers, machthebbers halen één fragment uit een context om hun slag binnen te halen. Dat in situaties de media er is om de mensen tegen elkander op te zetten. Terwijl hier in Egypte Christenen en moslims vredig met elkander samen leven.

“Wat denk je van het hijab, het hoofddoek.” “Ik heb daar niets over te denken. Het is jou keuze om die te dragen”. Ik hoor de moeder aan de andere kant er iets tussen zeggen. “Wat zie je?” ” Ik zie een mooie vrouw. En wanneer ik naar je mama kijk, zie ik een mooie vrouw. Ik ben wel iedere keer nieuwsgierig naar hoe de haren eruit zien onder het doek.” Ze lacht. Ze vertaald ondertussen het gesprek aan haar mama. Haar mama zegt dat Maria ook dit hoofddoek draagt en dat haar lichaam perfect was. Ik knik bevestigend wat het hoofddoek betreft, de rest kan ik niet op antwoorden.

Wanneer ik hier naar een vrouw kijk met hoofddoek, werkelijk Zien. Met een neutrale blik, zie ik iets zacht en gaat de blik gericht naar het gezicht en niet ergens anders. Geen andere prikkels. Het werkelijke gezicht is voor je, er is niets aan toegevoegd, niets weggenomen en de blik blijft gericht naar de persoon. Daar waar velen denken dat er een tekort is, iets werd afgenomen. Zie ik net de meerwaarde. En ik heb het hier niet over de volledig gesluierde vrouw waar de ruimte, tijd en mogelijkheid er nog niet is geweest om in een ontmoeting te gaan. Heel vaak voel ik bij de volledig gesluierde vrouw een vermijdingsgedrag. Ik heb het ook niet over verplicht, over het gedwongen dragen.

De zus van Safaa komt in de ruimte met een grote schotel met daarop een heerlijke maaltijd. De geur is verrukkelijk. Een vers gebakken kip uit eigen kweek, groentjes staan nog te pruttelen en versgebakken brood. We delen samen deze overheerlijke maaltijd. Ik vraag of haar zus erbij komt, maar ze heeft reeds afzonderlijk gegeten in de keuken. Haar moeder dringt aan om veel te eten, mijn maag kan echter niet veel binnen krijgen door de warmte. Op het einde van de maaltijd maakt de moeder een broodje klaar met kop ertussen die ik als maaltijd mee krijg voor deze avond.

Hatshepsut

Tempel of Hatshepsut

Ik duw mijn kamervenster wijd open richting het balkon.
Overal zie ik kleurrijke elementen in de lucht als omgekeerde waterdruppels.
Luchtballons. Onderaan hangen rechthoekige immense manden gevuld met wel een twintal personen. Af en toe zie ik het vuur, de lucht in de ballon opwarmen.

Ik neem mijn telefoon die ik liet liggen op tafel naast de bank waar ik in slaap was gevallen bij het opzoeken wie Hathor was.
Ik vervolg mijn zoektocht.

Hathor is de godin van zang, dans, liefde, seksualiteit, erotiek, muziek, moederschap en vruchtbaarheid. Ze was bijzonder geliefd onder de vrouwen, die offers brachten
aan de godin hopend op conceptie, een goede geboorte, een gezond kind, etc.

Werd gezien als ‘Godin van het Westen’, de plek waar je heen ging als je stierf. Hathor is dus ook godin van het dodenrijk. In graven is ze te zien als boomgodin die voedsel en/of water geeft aan de overledene. Of ze is te zien als koe die uit de berg tevoorschijn komt en de overledene beschermt.

Op weg naar de tempel en sanctuarium van Koningin Hatsjepsut, wat betekent “eerste onder de vrouwen” en één van de zeldzame vrouwelijke farao’s, hoor ik een hels lawaai en kom ik door een dikke stofwolk waar de zon er probeert doorheen te schijnen. ‘Wat is me dat! ‘, gaat er door meheen. Al heel snel wordt het me duidelijk. Kleine vrachtwagens razen door het woestijnlandschap zonder zich van anderen iets aan te trekken. De mannen achteraan in de laadbak hebben alle voordeel aan om zich goed vast te klampen of ze vliegen eruit. Ze gaan opzoek naar de luchtballon, neen, op jacht is een beter woordgebruik wanneer ik zie hoe het er hier aan toegaat. Met een agressief rijgedrag rijden ze kriskras door elkaar. Eén wagen om het massatoerisme op te pikken, één voor de mand en één voor de ballon zelf. Met zowat meer dan vijftig ballonnen in de lucht vermenigvuldigden met drie à vier wagens per ballon.
Vredig in de lucht, maar niet op aarde. De gevolgen in de rustige woonbuurt is groot. Ik zou hier de luchtkwaliteit niet willen meten. Iedere morgen op hetzelfde uur hangt hier een immense dikke zwarte wolk over de vallei van de doden die de bewoners inademen. Ik probeer me een weg te banen en kruis mijn vingers dat ik hier levend uitkom.

Net voor de tempel van Hatsjepsut zijn mannen aan het delven in graven. Gehurkt leggen ze stenen in een emmer en die met een katrol naar boven wordt getrokken. Een van de zoveelste graven die binnen een paar jaar misschien open zal gaan. De vondsten zijn hier ontelbaar.

In dit immens woestijn landschap sta ik voor de tempel met zijn twee terrassen. Via een lange rechte lijn kom ik op een eerste terras terecht. Waaruit ik nadien naar een tweede kan.
Ongelofelijk hoe in die tijd de mensheid zo een gebouwen kon laten bouwen en dit met de weinig middelen die ze toen hadden. Allé, weinig middelen, als ik het vergelijk met wat we vandaag allemaal aan machines nodig hebben om een huis te bouwen. Dan lijkt het vandaag bijna speelgoed naast dit. Ik draai me om en sta met mijn rug naar de tempel, kijkend richting de Nijl en probeer me voor te stellen hoe het er vroeger uitzag een immense grote tuin, groen, met tal van Afrikaanse planten en bloemen.
Bussen komen aangereden ik zet mijn weg verder vóór de rust is verdwenen, langs de prachtige muurtaferelen, slingerend tussen de kolossale pilaren.

Na de tempel ga ik nog naar twee tombes. Een wachter komt half wakker mij de deur openen nadat we de vele trappen hebben afgedaald. Bij iedere trede heb ik bijna het idee dat hij door zijn benen zal zakken. Zijn armen hangen zwaar te bengelen. Zijn bril staat half op zijn neus en zijn ogen vallen bijna dicht. Wanneer hij spreekt hoor ik dat er geen kracht meer uit zijn stem komt. Beneden maakt hij teken en deelt hij dat ik er mag aanwezig zijn zolang ik wil en dat hij in een hoek op een rieten mat zal blijven tot ik klaar ben. ‘Ik ben moe, morgen het einde van de ramadan’, voegt hij eraan toe.
Ik heb het geluk dat het toerisme deze tombe niet op hun agenda plannen. De eerste tombe is een pareltje diep onder de grond. Het lichtspel, de stilte, de vele basrelief en de wachter die in slaap gevallen is maken het plaatje compleet.

Hmm, ik ben hier nu reeds een paar dagen en voel zo mijn lijf in balans komen. Mijn huidproblemen zijn ondertussen aan het verdwijnen.
Wanneer ik voor al deze immense schoonheid sta kan ik de grootsheid gewaarworden van wat niet zichtbaar is voor het oog. Dit land brengt me letterlijk in mijn volle kracht. Als een volle ‘ja’ om in het leven te staan, klaar om mijn volle potentieel te laten zijn. Als een kruis stevig geankerd in de grond met voelbaar een balans tussen het horizontale, de aarde en het vertikale, het hemels, gedragen door het hart, een roos.

En hoe raar het klinkt. Het is alsof de prinses in mij, het land van Aladin heeft ontmoet.
In dit land aanwezig zijn, Zien, niet met de blik van iemand die opgegroeid is in het westen, zie ik doorheen alle afval en ontdek ik niet enkel de schoonheid van de kunst, de cultuur ook deze van de mensen hier aanwezig. Want schoonheid is niet enkel wat we waarnemen, schoonheid is iets die veel verder reikt. Het is in de chaos de harmonie gewaarworden.

Klik hier voor meer beelden

Tomb Pabasa

Cahors

Zittend op een balcon met uitzicht op de woestijn ga ik even terug in gedachten naar mijn laatste twee dagen van mijn wandelende pelgrimstocht richting Cahors. Ik ben gewaar dat zolang ik deze tocht in schrijven niet beëindig ik niet vrij ben in het Nu om wat hier is in Egypte neer te pennen. Ik neem jullie dus nog eventjes terug mee in de tijd…

Montfaucon. Ik verlaat het dorp in gezelschap van André. Het was een fijn gezelschap en avond samen met zijn vrouw en vrienden. Hij wijst me wat de weg in het dorp. We stappen samen een bio winkel binnen en ik trakteer hem op wat lekkers. En dan is het tijd van afscheid of eerder au re-voir.

Ik wandel verder de natuur in. Pas tegen de avond kom ik aan het eerste dorpje van de dag, Cras. Ik bel het nummer op die aan de deur hangt van het gemeentehuis. Aan de andere kant van de lijn heb ik de burgemeester. Een kwartier later kkmt hij aangereden met zijn kleinzoon en opent de feestzaal waar ik mag installeren voor de nacht.

Na een goede nachtrust verlaat ik de zaal. Ik draai me nog eens om, bedank de ruimte en sluit de deur. De vrieskou van deze nacht bracht de natuur een prachtige frisse lichtblauw tint die over de aarde ligt. Ik wandel langs het kristalhelder water van de rivier ‘La Rauze’
De buxusbossen zien eruit alsof een lang elegant gewaad dragen van mos. Het brengt hen mysterieuze vormen … lang uitgerekte bidsprinkhanen, krekels… fantasie genoeg… En eigenlijk beetje spookachtig. Ik waag me zo in één of ander sprookje uit mijn jeugd.
Een ree springt voor me uit. Het is even schrikken.

Voor ik Cahors bereik heb ik nog een overnachting bij Chantal en Gilles. Ik ontmoette Chantal in een café en stelde me voor om bij hen te overnachten in ‘La chambre de même’, zoals zij de kamer noemen. Na een fijne babbel met Chantal komt Gilles thuis. Aan zijn non-verbaal gedrag zie en voel ik dat hij wat onwennig is met de situatie en hij me in zijn zetel aantreft. Een tal van vragen komen naar meheen. Ik voel me er heel vrij in om ze te beantwoorden en ik ben daar heel vaak heel open in. Want hoe kan iemand anders zich goed voelen als men een muur rond zich plaatst.
Na ik in het kort vertelde over mij thuissituatie om iets te duiden in mijn tocht zegt Gilles, “als je zo telkens op weg bent dan is dat toch omdat je van iets wegvlucht, je familie, je verleden.” “Oh, neen hoor. Eerst en vooral waarom zou ik moeten vluchten van iets die niet van mij is, mij niet toehoort. Het is een illusie dit te denken dat men van iets kan weglopen, want alles komt altijd vroeg of laat terug. Wat er vooral is en meer en meer aanviel is dat ik er de wijde landschappen, de openheid, de lange vergezichten, de natuur, de gezonde lucht mis. En ook gewoon omdat het leven me vandaag deze vorm van leven schenkt die me voldoening brengt. Zelf ben ik altijd iemand geweest die problemen durf onder ogen zien en er niet van weg loop, wat niet voor iedereen in dank werd afgenomen. Ik heb me leren los maken wat mij niet toehoort, wat niet van mij is, ik zeg neen tegen agressiviteit, loop ik ervan weg neen. Nooit geweest, ook al was het soms hard te verduren. Ik ben er blijven in staan in wat voor mij juist aanvoelde. Ik stelde mijn grenzen ook al kwam er dan geweld. Het onder ogen durven zien alsook mezelf in de spiegel willen bekijken, hebben ervoor gezorgd en ik durf zelf te zeggen, dat ik vrij ben.” Zijn vraag vertelde eigenlijk meer over zichzelf en hoe hij in het leven staat, dan mijn manier van leven. Maar dat was ok.

Sedert gisteren voel ik wat stramheid in mijn enkel. Ik sta er even bij stil. Hmm, ben ik in iets stram, zet ik in iets mijn tanden, hoe zit het met mijn ‘wil’. Ik vind er geen antwoorden op en laat los. De komende dagen zullen me wel wegwijs brengen.

Langs de Lot, kom ik aan in Cahors. Net voor de brug herken ik de man met zijn prachtige krullend haar, dikke baard en blauwe ogen, de manden vlechter uit Figeac, Nicola. Hij verkocht mij een nieuwe pelgrimspaspoort voor het vervolg van mijn tocht naar Egypte in de voetsporen van Maria Magdalena. “Hey, bijzonder dat ik je hier ontmoet zoveel dagen en kilometers verder.” We wandelen samen tot in het centrum en hebben plezier tot we beiden onze eigen weg verder zetten. Ikzelf richting de apotheek om taping en de overnachtingplaats. Hij met zijn takken onder de arm richting een administratief centra.

Narcissen, krokussen en sneeuwklokjes zijn zichtbaar in de tuinen en brengen kleur aan de stad die omringd is door water. Het sappige Franse zuiders accent is hoorbaar in de straten. Hier en daar is reeds Mimosa te bespeuren.

In Cahors beslis ik om 2 dagen rust te nemen voor mijn voet die enige zorg vraagt. De pijn wordt erger, vermoedelijk het begin van een peesontsteking.
Na twee dagen wil ik verder stappen of me toch proberen in beweging te steken maar dan met korte etappes. Helaas, kan ik nog niet vooruit niet enkel omwille van de voet, nu blokkeerde Frankrijk zich en ligt gans het openbaar vervoer plat. Tot 2x toe koop ik een treinticket en wordt deze geannuleerd. Hmm, benieuwd wat me hier in Cahors houdt. De naam Cahors blijft ook klinken in mijn oren hoewel ik het niet kan plaatsen.
Ik laat los en ga in overgave in de gebeurtenissen.

In stap een boekenwinkel binnen en probeer me in te houden om er geen aan te schaffen wetend dat ik tal van ongelezen boeken ergens in een bananendoos heb…. en toch, ik laat me verleiden. Haha… Ik hou van boeken, papier en een mooie pen, mijn tweeling-tweeling kan het blijkbaar niet laten. De keuze van een boek gebeurt altijd intuïtief en dan lees ik het wanneer het moment er rijp voor is. Ik lees hoogstens een boek uit per jaar. Ik kom naar buiten met het boek ‘les cinq piliers de l’ Islam’ van Abdennour Bidar. En of het boek in de bananendoos zal terecht komen. Ik denk het niet al van de eerste pagina weet hij mij te boeien en lees ik al snel tot pagina 31 waar ik ben blijven steken.

Zonder enige vervelendheid van niet te kunnen stappen, geniet ik van de stilte in het niet bewegen, die beweging in mezelf brengt. De Arabische taal horen, op een terras zittend in de zon, het kijken naar het leven en de rust en zorg die mijn voeten nodig hebben doen me inzien hoe ik binnenkort wens de tijd door te brengen in Egypte en vooral het belang ervan.
Deze bewustwording bracht de ene
synchroniciteit na de andere en bevestiging in mijn aanvoelen. Zo kwam ik langs een dagbladhandelaar en lag er een tijdschrift in de etalage over de apocryfe teksten van Marie Madeleine. Met het tijdschrift in de hand terwijl ik slenter door de straten van Cahors, zie ik een korte tekst staan over Champollion. Wanneer ik dan terug mijn aandacht naar de omgeving breng zie ik plots dat ik op de hoek sta van Quai Champollion en place Champollion. Zaligggg.

En is een pelgrimstocht ook niet het leven wandelen. Het is ontwaken, de ogen openen en een innerlijke vreugde voelen in wat voor een situatie men zich ook bevind.
Het is zich openen en open blijven aan alles wat zich aanbied.
Het is het dragen en delen van je vruchten ontstaan door het zaad in die innerlijke vreugde doorheen de jaren het leven.
Het is slapengaan en de nacht ingaan ein dankbaarheid voor wat was, is.

Dus zou ik hier nu schrijven mijn pelgrimstocht eindigt in Cahors. Niets is minder waar, want die is oneindig.

Met volgende tekst die gisteren even voorbij kwam op fb eindig ik mijn tekst.
‘Le vent souffle où il veut : tu entends sa voix, mais tu ne sais ni d’où il vient ni où il va. Il en est ainsi pour qui est né du souffle de l’Esprit’ . (Jn 3, 1-8)

Hier wat beelden…. En nogEn nog

HIER wat bewegend beeld… en HIER