Klavertje vier/Trèfles à quatre feuilles

wp-image-1324149651jpg.jpg

Après la forte pluie d’hier et quelques préparations, c’est seulement aujourd’hui que je reprends le train vers Messancy. Une charmante accompagnatrice de train me fait savoir, à hauteur de Namur, qu’il est préférable de descendre à Libramont pour éviter la longue attente du prochain train à Arlon.

Messancy. Avec quarante jours d’intervalle – et pourtant c’est comme si c’était hier – je continue mon parcours. Que représente le temps lorsqu’on peut ressentir ces choses? Une chose qui a changé durant cette période, c’est la nature. D’autres fleurs qui fleurissent, les champs de blé sont fauchés, le maïs a pris de la hauteur… des dahlias, tournesols.

À mes pieds d’innombrables trèfles. Ils me ramènent dans le temps, me rappellent la méditation de la semaine dernière, assise sur un banc avec plein de trèfles aux alentours. Une compagne de classe passe devant moi. Elle regarde le sol. Fait un pas en arrière. Se penche vers le sol, tend la main. Elle sourit. Dans sa main un trèfle à quatre feuilles.

À cet instant j’ai pensé à tous ces gens autour de moi qui cherchent le bonheur, le bonheur rempli d’espoir pour l’avenir.

Des espérances qui peuvent mener bien des gens vers l’isolement, la solitude, la douleur, la peine…, on peut chercher le bonheur pendant des heures, des mois, des années, bien souvent avec beaucoup de gaspillage d’énergie. Passer à coté de la joie du moment, à l’endroit où on est, où on se trouve. Le bonheur est si proche… ne cherchez pas trop loin… il est à portée de mains, dans chacun d’entre nous. Et ce bonheur-là est divisible à l’infini et vous donne tellement de joie.

Cet instant, là-bas sur ce banc…tout simplement ‘Être’ m’a permis de voir son bonheur. Une petite plante verte nous a procuré la sensation de bonheur, de joie et elle nous a relié l’une à l’autre.

Un garçon en bicyclette descend le pont à toute vitesse. Il freine de toutes ses forces. “Bonjour madame. Vous savez où il y a un Pokéstop?” “Non, mon garçon.” “Bonne journée, madame”, et il continue sa route avec enthousiasme. Surprise je regarde autour de moi tout en haussant les sourcils. La manie Pokémon.

Arlon. Quelqu’un me dirige vers Saint-Donat, une église, datant de l’ère Celtique, où habite l’abbé Hanzen, qui pourra peut-être m’aider à trouver un logement pour cette nuit. Il n’y a personne. Saint-Donat est le point culminant d’Arlon. J’y assiste à un resplendissent coucher de soleil sur toute la vallée. La vue s’étend à l’infini. Antoine continue de m’aider dans ma recherche et me guide à travers une partie de la ville. Cet homme dégage un calme énorme.

Finalement je termine la soirée chez lui. En compagnie de sa femme Françoise, nous passons une agréable et joyeuse soirée. Encore un cours de photographie intensif pour apprendre à Antoine à mettre deux personnes en image dans une petite pièce.

GPX Bestanden Chatillon – Arlon

Klavertje vier

Na de hevige regen van gisteren en nog wat voorbereidingen, vertrek ik pas vandaag met de trein terug naar Messancy. Een lieve treinbegeleidster in Namen weet me te vertellen dat ik het best in Libramont uitstap wegens langdurig wachten in Arlon voor de volgende trein.

Messancy. Met veertig dagen ertussen – en toch voelt het aan alsof het gisteren was – stap ik verder. Wat betekent tijd wanneer je dit mag beleven en voelen? Wat wel in tijd veranderd is, is de natuur. Andere bloeiende bloemen, afgemaaide graanvelden, hoge maïs… Dahlia, zonnebloemen. Aan mijn voeten ontelbare klavertjes. Ze brengen me eventjes terug in de tijd, toen ik vorige week op een bank zat te mediteren met aan mijn voeten talrijke klavertjes. Een medestudente wandelde me toen voorbij, keek naar beneden, nam een stap terug, boog voorover en stak haar hand uit. Ze glimlachte. In haar hand een klavertje vier. Ik dacht toen aan de vele mensen rondom mij op zoek naar het geluk, geluk gevuld met verwachtingen voor de toekomst. Verwachtingen die mensen in isolatie kunnen brengen, eenzaamheid, verdriet, pijn… Uren, maanden, jaren kan je hier naar op zoek gaan. Vaak veel verloren energie… Het geluk van het moment voorbijlopen, daar waar je bent, waar je staat. Het geluk is zo dichtbij… je hoeft het niet ver te zoeken… het is in elk van ons… en dit geluk is zo oneindig deelbaar. Je ontvangt er zoveel vreugde van. Dat moment, daar toen aan het bankje. Gewoon door te ‘Zijn’, had ik het geluk haar geluk te mogen zien. Een klein groen plantje dat ons het gevoel van geluk en vreugde in verbinding bracht.

Een jongen op de fiets rent de brug naar beneden. Slaat zijn remmen toe. “Bonjour madame. Vous savez où il y a un Pokéstop?” “Non, mon garçon.” “Bonne journée, madame”, en hij rijdt enthousiast verder. Verbaasd kijk ik rond mij, mijn wenkbrauwen rollen naar boven tot mijn eurocent valt. De Pokémonrage. Arlon (Aarlen). Iemand verwijst me naar Saint-Donat, een kerk uit de Keltische tijd, waar l’Abbé Hanzen woont, die misschien kan helpen met een overnachting. Niemand thuis. Saint-Donat is het hoogste punt van Arlon. Een prachtige avondzon is te zien over de hele vallei. Het zicht reikt oneindig ver. Antoine helpt me verder zoeken en gidst me persoonlijk door een deel van de stad. De man straalt een enorme rust uit.

Uiteindelijk eindig ik de avond bij hem thuis. Samen met zijn vrouw Françoise hebben we een fijne, vreugdevolle avond. Nog even een spoedcursus fotografie om uit te leggen aan Antoine hoe je in een kleine plaats twee mensen op het beeld kan krijgen.

   

 

 

Terug – Retour

dav

Mes chaussures sont enveloppées de mauvaises odeurs, cela me rappelle les nombreuses chaussures, l’une à côté de l’autre, dans les auberges de pèlerins sur le chemin de Compostelle.

Le paysage est à nouveau différent. Les bois ont fait place au champs, au maïs et aux différentes céréales.

L’odeur de l’herbe fraîchement coupée. Quelques montées raides. Aux côtés de maisons traditionnelles viennent s’ajouter des nouveaux bâtiments en béton et aux parois lisses.

Un corbeau, un coq, au loin l’horloge de l’église sonne midi. Conifères, arbres feuillus. Encore huit kilomètres de marche avant d’arriver à la prochaine église Saint-Jacques. Au loin, à l’horizon la France, la Belgique, le Luxembourg. Mes pieds et mon moral son encore en forme. Tout à l’heure je vais quitter ce chemin pour me rendre à l’église Saint-Jacques de Gand où je fais du volontariat durant les fêtes gantoises, suivit de dix jours de méditations Vipassana à Dilsen-Stokkem. Je suis curieuse de voir comment ces transitions vont se passer. De séjours dans la nature à l’agitation des fêtes au noble silence de la méditation.

À Messancy, l’église Saint-Jacques domine la ville. Au tour de l’église, le cimetière. Le plus vieux cimetière date du dix-huitième siècle et compte beaucoup de pierres tombales classées. Des jeunes gens sont occupés, brosse à la main à les nettoyer une à une, selon les règles de l’art. Dans la première partie se trouve un grand crucifix classé; il se trouve à l’emplacement exacte de l’église d’origine, détruite en 1847. Contre un mur en face de l’église je profite des rayons de soleil bienfaisants.

Le train. Retour à la maison. Arlon-Bruxelles-Gand (Gent). Sensations étranges. Attendre sur le quai. Près de moi la foule, des conversations téléphoniques agitées et de la musique …

Une plante essaie de survivre parmi le gravier d’entre les rails. Une canette par terre ici et là. Une question se pose: ‘ville ou nature’? Je pense à ma maison. Je ressens une certaine crainte. Au loin les grands conifères. Le silence s’installe en moi. Devant moi dans le ciel, une buse.

GPX Bestanden Chatillon – Arlon

Terug

Rond mijn schoenen hangt een vies geurtje. Dat herinnert me aan de vele schoenen naast elkaar in de pelgrimsherbergen op de weg naar Santiago de Compostela. Het landschap ziet er terug anders uit. De bossen hebben plaats gemaakt voor de velden, maïs en verschillende andere graansoorten. De geur van pas gemaaid gras. Een paar fikse hellingen. Naast de traditionele huizen met ruwe steen komt veel nieuwbouw met beton en afgevlakte muren. Een kraai, een haan, in de verte luidt de kerkklok ‘middag’. Naaldbomen, loofbomen. Nog acht kilometer te gaan en ik ben aan de volgende Sint-Jacobskerk. Aan de horizon Frankrijk, België, Luxemburg. Mijn voeten doen het nog steeds goed. Mijn moraal ook. Straks verlaat ik even deze tocht voor vrijwilligerswerk in de Jakobus cultuurkerk tijdens de Gentse Feesten en tien dagen Vipassana meditatie in Dilsen-Stokkem. Ik ben benieuwd hoe de overgangen zullen zijn. Van wandelen in de natuur naar de drukte tijdens de feesten naar de nobele stilte tijdens de meditatie.

In Messancy domineert de Sint-Jacobskerk de stad. Rondom de kerk het kerkhof. Het oudste kerkhof dateert uit de achttiende eeuw en telt tal van geklasseerde grafzerken. Jongeren zijn ze, met de borstel in de hand, één voor één aan het opkuisen volgens de regels van de kunst. In het voorste deel staat een groot geklasseerd kruis. Dat staat exact waar de originele kerk stond, die vernietigd werd in 1847. Op een muurtje voor de kerk geniet ik van de deugddoende zonnestralen.

De trein. Terug huiswaarts. Aarlen (Arlon)-Brussel-Gent. Het voelt vreemd. Wachtend op het perron. Naast mij een drukte, opgejaagde gesprekken aan de telefoon, gevloek, wandelende muziek… Een plant doet een poging te overleven tussen de keien van de sporen. Een drankblik hier en daar op de grond. Een vraag komt bij me op: ‘Stad of natuur?’. Ik denk aan mijn woonst. Ik zie er wat tegenop. In de verte de hoge toppen van de naaldbomen. Het wordt stil binnenin. Voor mij in de lucht, een buizerd.