Voorbij het woord

Na een goede poetsbeurt in het appartement ga ik tot bij Youssef om hem te bedanken. “Wacht niet zo snel zet je rugzak neer. Niet zo gehaast doen”, zegt hij. “Vanaf nu, ben ik je baas niet meer en jij niet meer mijn klant. Gedaan met business. Nu veranderd onze relatie. Nu behoor je tot mijn familie.”, terwijl hij me aankijkt. Brrr, dit voelt vanbinnen opdringerig en niet zo fijn.
“Kom ik zal je even mijn tuin tonen. En ik zal om een herinnering aan jou te hebben de Yasmeen plant aankopen en in mijn tuin planten. Zo zal ik altijd aan je denken “, deelt hij. Zijn manier om mij te benaderen is duidelijk veranderd daar waar hij in een week mijn privacy respecteerde, wordt ik gewaar dat hij nu wat teveel in mijn veld komt, ook al is dit waarschijnlijk niet slecht bedoeld. Mannen benaderen hier namelijk de vrouwen op een totaal andere manier.

In de tuin aangekomen toont hij me wat planten en bomen. “Dit is een bananenboom, dit is een mangoboom, een dadelboom en hier staat een citroen.”, het is precies alsof hij zijn tuin aan het voorstellen is aan zijn toekomstige. Ik wijs met mijn vinger naar een plant “en dit is hashish”, zeg ik en voel ik de deugniet in mij. Hij lacht.
“Ik moet nu gaan ik heb afgesproken met mijn nieuwe verhuurder.” Ik neem mijn rugzak en vertrek. “Niet vergeten he, kom wanneer je wilt. Dit is je familie nu”, roept hij nog terwijl hij in de deuropening staat.

Een paar straten verder even naar rechts, naar links, nogmaals naar links. In een doodlopend straatje en aan de border van een zijarm van de Nijl komt plots iemand uit zijn huis. De jonge man die ik heb ontmoet bij het aankomen in Luxor met zijn verterende glimlach. “Hey”, zeg ik verwonderd. “Hey”, zegt hij terug. “Och, jij bent mijn buurman” “It’s destiny”, zegt hij met zijn brede mooie glimlach.

Mijn nieuw verblijfje is een huisje voor mij alleen. Geen eigenaar in hetzelfde huis. Een eigen tuin, een buitenkeuken. Benieuwd wat deze plaats me zal brengen vooral na mijn buurman te hebben gezien.
Om het compleet naar mijn zin te maken en mij een thuis gevoel te geven geef ik het een poetsbeurt. Wanneer ik een zeteltje ophef zie ik plots een scorpioen bewegen. Oooh. No panic. Ik ga naar de keuken om een glas en zet het omgekeerd erop. “Sorry makker, maar ik neem liever geen risico”,zeg ik tegen de schorpioen.

Tijd om mijn koelkast te vullen. Op nog geen kilometer van het huisje is er een heerlijke fruit-groenteboer. Gourgetten, ajuinen, aubergines, tomaten, meloen, druiven, avocado, appels, pruimen…. Voor nog geen drie euro kom ik buiten met mijn aankopen. Rechtover stap ik een klein kruidenierswinkel binnen om sesampasta en koffie en een paar doosjes tonijn.

Terug aan de hoek van het doodlopend staartje zie ik de buurman buiten komen. Hij kijkt me aan. Lacht en zijn hoofd gaat zo een beetje opzij alsof een puber die zich niet weet hoe gedragen. Zijn lichaamstaal spreekt boekdelen. Hmm, zou het de volgende man zijn die de richting van een liefdesverklaring neemt.
“Hoe noem je eigenlijk?” “Samir, en jij?” “Anna, Jasmine”. Bijzonder telkens wanneer ik ‘anna’ zeg, wat betekent ‘mijn naam is’ heb ik het gevoel dat ik al voor de eerste keer mijn naam hoor om de tweede te versterken. “Weet je dat ik je dagen heb gezocht”, deelt Samir terwijl ik hem wat dichter voel komen.
‘Hmm, Jasmine. Je had het goed gevoeld een verliefde buurman. Dit wordt een boeiende week.’, zeg ik tegen mezelf.

De buurt net aan de Nijl op de West Bank is gekend om hun zogezegde ‘prostitutie’. Dit wordt vooral zo gedeeld door Westerse mensen, vanuit de plaatselijke bevolking is het me onbekend. Eigenlijk vraag ik mij af vanwaar dit woord afkomstig is, in welke periode het werd gecreëerd en door wie het werd gecreëerd want is het niet zo dat één woord door de jaren heen een andere lading kan krijgen door eigen ervaring en daardoor er een gewicht in het woord kwam en komt. Het is niet onmogelijk wanneer een persoon een vertaling doet of laat doen dat zijn of haar eigen emotie en ervaring erin mee heeft gespeeld, laat ik dan nog zwijgen over de opgelegde dwingende vertalingen vanuit macht, dus waarom zou, door de jaren heen dit woord naar inhoud niet getransformeerd kunnen geweest zijn. Ik steek er mijn hand voor in het vuur.

Dan denk ik even aan de honderd jarige dame Annick de Souzenelle die vanuit een diep aanvoelen en noodzaak is beginnen het Hebreeuws te leren en de Bijbelse teksten vanuit het Hebreeuws is beginnen te vertalen in het Frans. De vertaling schept een totaal nieuw en ander beeld op wat ons soms werd, wordt voorgeschoteld. Zij leverd een prachtig levenswerk. Een aanrader om haar te volgen voor wie het Frans voldoende meester is. Wanneer je zoekt op haar naam vind je tal van video’s met interessante gesprekken. Dit even terzijde.

En dan is er de taal opzich. Want als men de taal niet ten volle in de diepte kent of begrijpt kunnen bepaalde woorden compleet uit de context gehaald worden omdat men de taal niet meester is. Dit mag ikzelf heel vaak ervaren in mijn Franse taal, ook al ben ik opgevoed in het Frans omdat mijn papa een Fransman is. Toch ben ik het Frans niet meester en valt het me op dat ik een gemis voel in deze voor mij, poëtische taal. Ik kan ze heel goed begrijpen, maar mijn vocabulaire is beperkt om deze zelf te kunnen gebruiken in haar volledige schoonheid. Dit creëerde vaak misverstanden tussen mijn vader en ik en wanneer geduld afwezig was en/of een tekort aan openheid kon dit soms, vaak vonken geven.

Zo werd me hier gezegd dat het woord, uitgesproken ‘sjarmoesja’, allé, zo heb ik het toch begrepen wanneer ik het woord hoorde vanuit een Nederlands sprekende persoon met een Vlaamse achtergrond, ‘hoer’ zou betekenen.
Met dit zo uitgesproken woord en letterlijk zo neergeschreven kom ik niet zo ver want mijn taal en de uitspraak van sommige letters komt totaal niet overeen met wat hier gebruikt wordt in het Arabisch en dan is er nog een onderscheid tussen de Arabische taal en de Egyptische taal. Iedereen begrijpt het Egyptisch Arabisch, maar niet iedereen zou het Marokkaans Arabisch of het Tunesisch Arabisch begrijpen. En dan is er ook nog het verschil tussen de straattaal, de geschoolden en ongeschoolde, tussen de taal in een dorp in de woestijn en de stad…. Zonder oordeel naar geschoolden en ongeschoolden, naar stad en wonen in de natuur of op een eiland. Wat wel vaak en helaas wordt gedaan en wat ik betreur. Het kan wel een barrière zijn in elkander te benaderen en opzich is deze barrière ook te doorbreken wanneer men zich opent naar de ander en in verbinding gaat.

Ik vraag hier in het hostel in Caïro, want terwijl ik die tekst schrijf en vervolledig uit mijn dagboek ben ik al een paar weken verder. De gebeurtenissen in Luxor wou ik ten volle lichamelijk en geestelijk beleven want ik werd gewaar dat het iets raakte vanuit andere regionen en ik volledig aanwezig wou zijn in de beleving, in de gewaarwordingen. In het balans vinden tussen het lichamelijk en het geestelijk. Tussen het al of niet voelen wat Samir met zijn Zijn me bracht op mijn weg en het beheersen van gewaarwordingen. (ik verdiep me graag hieromtrent in een volgende post)

De jonge voorname vrouw, Habiba genaamd, die me hierbij helpt bij de vertaling kent de Engelse taal niet. Het gebeurt via een vertaal app. Ik vraag haar of ze het woord kent.
Ze steekt haar schouders op en haar hoofd beweegt van rechts naar links. De neen is duidelijk. Ik denk ‘ok het woord bestaat niet’ . Ik bouwde op in mijn verbinding en communicatie met haar. “Hoe zeg je hoer in het Arabisch?”, een totaal ander woord is hoorbaar die ze zonder enig probleem uit spreekt.
Ik zoek verder en speel met de letters tot ik bij ‘Sharmuta’ terecht kom. De betekenis in de straattaal, alsook in de Hebreeuwse straattaal betekent slet, hoer.
Bij het verder zoeken kan het ook als een compliment zijn want het betekent ‘schoonheid’ . Interessant niet!
Ik ga terug met dit woord naar Habiba. Het word me duidelijk dat ze dit woord niet kan uitspreken. Wat het voor haar betekent blijft me onbekend. Maar hoe ze ermee omgaat had voor mij meer waarde dan de inhoud zelf. Namelijk er geen voeding aan te geven.

Voor mezelf en al van heel kleinsaf voel ik dat ik voorbij de woorden wens te gaan. Het willen blijven weten van het ongekende achter het woord. Dit heeft me altijd zo geboeid en maakt mijn leven zo rijkvol.
Het bracht en brengt me de mogelijkheid voorbij het woord en het gewicht die het draagt te gaan kijken. Het leerde me onderscheid te maken wat van mij was en wat van de ander. Het opent voor mij telkens een nieuwe wereld. Een wereld waar het puur en zuiver is. Een wereld waar Licht en Liefde aanwezig is. De enige wereld waar ik naartoe wens te leven ook al probeert men soms mij te raken met uitspraken zoals ‘dat ik nog geloof in roze wolkjes, niet met mijn voeten op de grond sta.’ Mijn geloof gegroeid vanuit eigen ervaring, vanuit vertrouwen, vanuit mijn liefde en hieruit de keuze maak hoe ik in dit leven wens te staan, zal niemand mij nog dwarsbomen.

Huwelijk

Luxor, back in Luxor na een paar weken, of waren het eerder dagen, in het Zuiden. Haha, tijd…
Ik zit hier op een blanco veld te kijken.
En misschien is dit wel het beste hoe ik Egypte kan omschrijven in wat het me brengt, wat het mij laat Zien, wat de gewaarwordingen mij brengen en nog zoveel meer… naar een wit veld.
Een wit veld die zich vult met dankbaarheid en vreugde.

‘Hmm, waar begin ik nu’, gaat door meheen. ‘Hoe begin ik eraan. En wat met het onderwerp. Euh, neen eerder een hoofdpersonage’ Samir’. Drie weken was hij… overal. Overal kwam ik hem wel ergens tegen met zijn verterende blik of hoorde ik hem roepen vanuit zijn tuin ‘Yasmeen’. Er aan ontsnappen was onmogelijk, wat rust krijgen ook niet, maar wat er zeker was, was de vreugde en onze lachmomenten samen. Wie was hij eigenlijk. Waar kwam hij vandaan.
‘A scriber’, zij iemand me. Hij heeft ooit voor jou gewerkt, je stond boven hem. Hij moest zaken opschrijven voor je. Alleen nu is het jij die gaat beslissen en is het niet meer hem die je iets zal opleggen hoorde ik een Egyptische vrouw zeggen in de laatste dagen dat ik in Luxor was. We waren beiden vreemd voor elkaar. Ze had niets gehoord van de situatie met hem. Ze zag ons amper 5 min. staan terwijl ze in de winkel was. Vreemd, maar OK. Want wat zij me vertelde kon ik in zekere zin volgen, vooral de zin ‘alleen nu is het jij die gaat beslissen.’

Even terug naar mijn aankomst in Luxor. Ik stap van de ferry en wandel richting mijn nieuwe verblijfplaats ‘Adam en Eva’ house. Een appartement, ik kijk ernaar uit. Terug mijn eigen potje koken, eigen ritme volgen, ongestoord kunnen blijven slapen zonder dat er ergens een deur toeslaat. Gewoon mijn ding kunnen doen.
Een jonge man, met donkere huidskleur, krullend zwarte haren en een mooie glimlach komt naar me toe gewandeld. “Feloeka”, zegt hij. “Ik kan je brengen waar je wilt” ” La, Choukran”, antwoord ik terug en wordt gewaar dat er iets is, ik geef er geen aandacht aan en stap verder. Aangekomen bij ‘Adam en Eva’ wordt ik hartelijk verwelkomt door de eigenaar Youssef. Een week verblijf ik in dit appartement rustig gelegen op de Westbank van Luxor met zicht op de Oostbank.
Youssef nodigt me op een avond uit naar een huwelijksfeest van iemand in zijn familie. En als ik spreek van familie dat kan hier soms wel heel breed gaan. Die trouwt met de zus van de neef en die met de broer van de nicht om dan te trouwen met een nonkel of met de dochter van een tante…. Enfin, ja je begrijpt het, het zit hier niet altijd eenvoudig in elkaar en zeker in de traditionele huwelijken.
In mijn witte linnen hemd en broek vertrek ik samen met Youssef en zijn zoon naar het huwelijk. In mijn rechter hand een geschenk voor de gehuwden, een kitcherige doos met veel tierlantijntjes en een Koran erin. Hmm, dit was niet zo evident om te kiezen wanneer men de traditie hier niet kent. En bloemen zijn hier schaars en leven maar één dag.

Het koppel komt de trappen naar boven en ze worden verwelkomt in een grote kantine van het sportcomplex. Vooraan staat een podium met een zetel. De zaal is verlicht met fluoriserende fushia neon lichten. Ze beginnen te dansen, de vrouwen aan de ene kant, de mannen aan de andere kant. Vanuit de verte kijk ik naar het gebeuren. Ik zie het plezier van de mensen op de dansvloer, behalve bij de bruid. Weinig tot geen mimiek is zichtbaar. ‘Zou dit wel kunnen onderdeel zijn van hun traditie’, gaat er door mijn hoofd ‘of is ze zo gekleed dat ze bijna niet kan bewegen en haar witte schmink er niet af mag:. Rarara. Wanneer ze zit is er een zekere onrust zichtbaar in haar handen en het voelt alsof ze niet volledig aanwezig is in het gebeuren. Wanneer Youssef me nadien deelt, dat het meisje nog jong is, en maagd en de jongen al meerdere relatie heeft gekend en zogezegd al weet van aanpakken met meisjes. Een zelfverzekerde redenering naar mijn gedacht, begrijp ik vanwaar de spanning zou kunnen komen.

Ik geniet van het aanwezig zijn en andere vreugdevolle mensen te zien en vooral vrouwen te zien lachen. Want om eerlijk te zijn lachende, vreugdevolle vrouwen op straat is hier weinig te bespeuren of misschien is dit ook traditie.
Kinderen zitten mij aan te staren, hebben binnenpretjes, proberen de één of de andere te duwen om naar mij te komen. Ze kunnen blijkbaar geen weg met hun zelf.
Ondertussen hoor ik mijn maag wat knorren en krijg ik wat honger. Ik vond het maar verstandig om niet te eten voor ik naar het huwelijk kwam of dit werkelijk een goed was!

De bruidegom begint te dansen met zijn vader. Dit gebeurt nadat elk een soort sabel in de hand hebben gekregen waarbij ze vloeiende zwaaiende bewegingen in een cirkel beginnen te maken. Na de afronding van deze dans loopt de camera man met een fel licht en zijn camera naar de ingang. Een ronde taart wordt voortgeduwd op een kar richting het koppel.
Och, daar zal mijn buikje blij mee zijn.
Het ganse trouw gebeuren is mee te volgen op tv schermen.
Het gebak wordt gesneden. De vrouw neemt een stukje op haar vork en steekt het in de mond van haar man en vice versa. En dan nemen ze beiden een stukje en geven ze het op hetzelfde moment aan elkaar. Dit gebeurt ook met een glas frisdrank.
En de taart hmmm. die verdwijnt in de coulissen, mijn buikje had het mis. Na de taart is het de beurt aan de juwelen. Armbanden, ringen werden op een plateau vol snoep naar het koppel gebracht.
Nadien is het de beurt aan de foto’s samen met alle genodigden. Ik wordt naar voor geduwd om ook op het beeld te staan. Niet echt mijn ding, ik geef eraan toe en ik wordt naast haar geplaatst. Een onwennigheid is zowel voelbaar in mezelf als zichtbaar bij haar.

Wanneer dit afgelopen is verlaat iedereen op een wat chaotische manier samen de zaal en vertrekt iedereen richting zijn huis. De tijd is gekomen dat het koppel tien dagen in eigen appartement zal vertoeven waarbij ze zullen worden gevoed door derden.
Het appartement staat ondertussen volledig klaar ingericht door alle familieleden en genodigden. Zelfs de kinderkamer staat volledig klaar met twee bedden vol versiering van Mickey en Minie Mouse. Amai de sociale druk op het koppel.

Bij het naar huis gaan kom ik gelukkig nog een eettent tegen waar ik iets kan eten, waardoor mijn maagje rustig de nachtrust in kan.
Blij dat ik horizontaal mag liggen. En hoewel zo een feesten niet echt mijn ding is, want ik hou liever van vieren op een eenvoudige manier en in een intiemere kring, ben ik een ervaring rijker.

Kom Ombo

Chapel of the Hearing ear

Vandaag vertrek ik terug noordwaarts na een dagje terug reizen van Abu naar Aswan.
Met een chauffeur van Indrive waag ik me doorheen het land van ‘Aladin en Jasmine’ richting Kom Ombo. Zo voelt het wat… liefde voor het land.
De taxichauffeur heeft een veilig en vlot rijgedrag waardoor ik me zo op mijn gemak voel dat af en toe mijn ogen zich sluiten. Rechts van mij zijn af en toe kleine lemen dorpen te zien met hun plaatselijke markten, waar groenten en fruit onder vervallen stalletjes worden verkocht tussen kleurrijke plastieken voorwerpen van goedkope minderwaardige kwaliteit.

De chauffeur vertelt me dat hij nog nooit naar Kom ombo is geweest, terwijl hij amper op 45km daar vandaan woont. Dit doet me denken aan mijn jeugd toen ik de verhalen hoorde van mijn grootouders toen ze klein waren. Ze hadden toen nog nooit de zee gezien. Dit is zo een honderd jaar geleden. We zijn anno 2023.

De vele dikke vluchtheuvels vertragen het verkeer nabij de dorpen en zijn ook vaak aanwezig om de lange trajecten te doorbreken. Men kan ze onmogelijk uit de weg gaan of je ligt wat verder omgekeerd op de baan. Met alle gevolgen van dien zowel voor de wagen, jezelf en de ander.
Daar waar ik nu al ben geweest staan er weinig tot geen verkeerslichten en als die er staan dan functioneren ze niet.
Zebrapaden werden hier lang geleden op de grond geschilderd en zijn ondertussen door de jaren uitgeveegd.
Hier in Egypte hebben ze dat ook niet nodig. Auto’s rijden soms zelfs zonder lichten. De automobilisten, voetgangers
bewegen zich met elkaar. Soms kan ik een eindje blijven staan op de hoek van de straat en het gedrag observeren tussen hen en ik heb hier niet de indruk dat er opmerkingen worden gegeven naar het gedrag van anderen op de weg. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid aanwezig. Tolerantie en geduld is noodzakelijk en heb je dit niet dan leef je hier continue op de toppen van je tenen.
Een bejaarde vrouw steekt haar hand uit, traag en uitkijkend steekt ze over, en de automobilisten stoppen voor haar.
Als ik al iemand hoor klagen dan ben ik het wel zelf. Daar waar ik mijn geduld verlies omwille van het teveel aan prikkels en vermoeidheid. Word ik me bewust hoe geconditioneerd ik hierin was. In onze cultuur zijn zoveel regels en wetten om de mens in een bepaalde richting te laten bewegen omdat men het idee heeft zo vrij en veilig te kunnen bewegen. Hier dien ik deze conditionering opzij te plaatsen omdat het hier anders werkt, zoniet blijf je lang staan daar waar je over wil steken. Graag zeg ik ook vaarwel in wat die conditionering mij heeft aangeleerd, namelijk de angst om omver gereden te worden. Ik herinner me goed dat die angst me in kwaadheid bracht die ik kon uiten naar mijn tegenligger of naar diegene die net naast me raasde waar ik de wind in mijn broekspijpen gewaar werd. Het uiten was niet zozeer naar de persoon zelf, wel naar de agressieve handeling die ik gewaar werd in mijn lijf en die op zijn beurt agressiviteit bij mij opwekte. Het werkte als een razendsnelle ontlaadklep. Waarom omdat ik niet in eigen lijf aanwezig was of er werd uitgehaald omdat angst me niet toelaat om in eigen center te vertoeven.
Vanuit die angst kan een mens zich superieur of sterk gaan voelen door zich te verbergen achter de wet en de regels. De regels ‘ik heb voorrang’ , het ‘ik heb het recht’ , de wettekst zegt, jij niet ikke wel…. blabla…bla.
Een conditionering die ervoor zorgt dat de mens zichzelf niet meer in vraag stelt als men niet bewust in het leven staat. Een conditionering die er geplaatst is ‘ voor nep veiligheid, nep vrijheid. Want zo gebruiken we onze eigen antennes niet meer en leren we zo niet in eigen kracht te leren gaan staan. Wel de wet van de sterkste creëert. Voor mij is er een verschil tussen sterk en kracht. Een conditionering die gevolgen heeft op de samenleving want naar mijn gevoel duwt het de mens een groot deel weg van het samenleven naar afstand met elkaar.
Dan denk ik aan de extra straatverlichting die men plaats rond de scholen, de zebrapaden die extra worden verlicht met ledlampen. De zoveel overloaded verkeersborden langs de straat dat als men er eentje veranderd het men gewoon niet meer ziet.
Dienen we extra straatverlichting toe te passen of is er eerder een tekort aan licht in onze bovenkamer en opening in ons hart!

Na de Kom Ombo tempel met zijn – bas reliëf waar de dagen, maanden en oogsttijd geschreven staat. Bas reliefs die verwijzen naar de hun specifieke theologie die werd opgebouwd door nauw in contact te zijn met het universum en plaatselijke gewoontes. Deze cultische liturgieën, hun geheimen zijn verloren gegaan na het doden van de vele monniken die er leefden – verlaat ik deze plaats richting het station van Kom Ombo.

De jonge tuktuk chauffeur zegt plotseling “Mooie ogen madam”. De gekende wederkerig zinnen in het Engels die vele jonge chauffeurs hier gebruiken om contact te leggen met de vrouwelijke passagier. Aan de tuktuk tel ik wel 4 à 6 achteruitkijkspiegels die hij één voor één juist zet om me kunnen zien.
Aan de snelheid dat hij auto’s voorbij steekt of dwars rijd zou hij de prijs kunnen halen voor de meest behendige chauffeur zonder iemand te raken en een bonus binnenhalen om vrouwen te versieren.

In het station in Kom Ombo. Neem ik plaats naast een vrouw nadat ik zit te wachten voor de trein naar Luxor, waar ikzelf niet zeker ben of die er komt. Ze probeert contact met me te nemen. Niet evident wanneer zij geen Engels praat en ik de Egyptische taal niet ken, gelukkig is de verbinding er wel en is de communicatie herleid tot lichaamsgebaren. We delen een delen en ze trakteert me op een zoetigheid.
Ik begrijp dat ze aanraad om de lokale trein te nemen naar Aswan om dan terug van daaruit terug over Kom Ombo te rijden naar Luxor. Zo gezegd zo gedaan. Op het laatste moment volg ik mijn instinct en spring ik op dezelfde trein met haar naar Aswan.
Op de trein zie ik haar hand stilletjes in slow motion naar beneden dalen. Ze valt in slaap.
Het valt me op dat de lokale trein waar ik opzit in 2de klasse netjes en ruim is, het tegenovergestelde van 1ste klasse – VIP trein, zogezegd aangeraden voor de toeristen, die donker, vuil, niet onderhouden is met kapotte zetels.

In Aswan stap ik onmiddellijk naar het guichet en koop ik er een ticket voor Luxor. “Welke”, vraagt de man aan het guichet “1ste klasse-Vip het is beter voor je”. “Neen, dankjewel. Ik heb net de ervaring dat dit geen realiteit is. Ik kom net uit een nette 2de klasse trein. Graag de eerst volgende.” ” Je hebt de keuze uit de Spaanse, de VIP of de Russische” ” Graag de eerste trein die langs komt meneer”. De mannen aan het guichet moeten de toeristen aanmoedigen om de 1ste klas – VIP te gebruiken, de reden het prijskaartje.
(VIP 465 EGP of 20 euro = 660 EGP dus je betaald teveel wanneer je in euro betaald wat overeen komt met een maaltijd of 1 nacht slapen in hostel. De Spaanse/ Russische trein betaal je 330 EGP of 15 euro voor hetzelfde traject en tijd)
De eerstvolgende is een Russische die ik blijkbaar met nog andere toeristen neem. Een nette, ruime, goed onderhouden trein met airco en vaste zittingen. Zalig.

Rechtover mij ontmoet ik een Vlaming. Hij is zo blij dat hij na maanden rondreizen in verschillende landen eindelijk eens Vlaams, Nederlands kan praten. Zo blij dat hij van geen ophouden weet en zo de tijd voorbij vliegt wanneer we aankomen in Luxor. En ik, ik genoot van zijn vreugde.

Klik HIER voor meer afbeeldingen

Hatshepsut

Tempel of Hatshepsut

Ik duw mijn kamervenster wijd open richting het balkon.
Overal zie ik kleurrijke elementen in de lucht als omgekeerde waterdruppels.
Luchtballons. Onderaan hangen rechthoekige immense manden gevuld met wel een twintal personen. Af en toe zie ik het vuur, de lucht in de ballon opwarmen.

Ik neem mijn telefoon die ik liet liggen op tafel naast de bank waar ik in slaap was gevallen bij het opzoeken wie Hathor was.
Ik vervolg mijn zoektocht.

Hathor is de godin van zang, dans, liefde, seksualiteit, erotiek, muziek, moederschap en vruchtbaarheid. Ze was bijzonder geliefd onder de vrouwen, die offers brachten
aan de godin hopend op conceptie, een goede geboorte, een gezond kind, etc.

Werd gezien als ‘Godin van het Westen’, de plek waar je heen ging als je stierf. Hathor is dus ook godin van het dodenrijk. In graven is ze te zien als boomgodin die voedsel en/of water geeft aan de overledene. Of ze is te zien als koe die uit de berg tevoorschijn komt en de overledene beschermt.

Op weg naar de tempel en sanctuarium van Koningin Hatsjepsut, wat betekent “eerste onder de vrouwen” en één van de zeldzame vrouwelijke farao’s, hoor ik een hels lawaai en kom ik door een dikke stofwolk waar de zon er probeert doorheen te schijnen. ‘Wat is me dat! ‘, gaat er door meheen. Al heel snel wordt het me duidelijk. Kleine vrachtwagens razen door het woestijnlandschap zonder zich van anderen iets aan te trekken. De mannen achteraan in de laadbak hebben alle voordeel aan om zich goed vast te klampen of ze vliegen eruit. Ze gaan opzoek naar de luchtballon, neen, op jacht is een beter woordgebruik wanneer ik zie hoe het er hier aan toegaat. Met een agressief rijgedrag rijden ze kriskras door elkaar. Eén wagen om het massatoerisme op te pikken, één voor de mand en één voor de ballon zelf. Met zowat meer dan vijftig ballonnen in de lucht vermenigvuldigden met drie à vier wagens per ballon.
Vredig in de lucht, maar niet op aarde. De gevolgen in de rustige woonbuurt is groot. Ik zou hier de luchtkwaliteit niet willen meten. Iedere morgen op hetzelfde uur hangt hier een immense dikke zwarte wolk over de vallei van de doden die de bewoners inademen. Ik probeer me een weg te banen en kruis mijn vingers dat ik hier levend uitkom.

Net voor de tempel van Hatsjepsut zijn mannen aan het delven in graven. Gehurkt leggen ze stenen in een emmer en die met een katrol naar boven wordt getrokken. Een van de zoveelste graven die binnen een paar jaar misschien open zal gaan. De vondsten zijn hier ontelbaar.

In dit immens woestijn landschap sta ik voor de tempel met zijn twee terrassen. Via een lange rechte lijn kom ik op een eerste terras terecht. Waaruit ik nadien naar een tweede kan.
Ongelofelijk hoe in die tijd de mensheid zo een gebouwen kon laten bouwen en dit met de weinig middelen die ze toen hadden. Allé, weinig middelen, als ik het vergelijk met wat we vandaag allemaal aan machines nodig hebben om een huis te bouwen. Dan lijkt het vandaag bijna speelgoed naast dit. Ik draai me om en sta met mijn rug naar de tempel, kijkend richting de Nijl en probeer me voor te stellen hoe het er vroeger uitzag een immense grote tuin, groen, met tal van Afrikaanse planten en bloemen.
Bussen komen aangereden ik zet mijn weg verder vóór de rust is verdwenen, langs de prachtige muurtaferelen, slingerend tussen de kolossale pilaren.

Na de tempel ga ik nog naar twee tombes. Een wachter komt half wakker mij de deur openen nadat we de vele trappen hebben afgedaald. Bij iedere trede heb ik bijna het idee dat hij door zijn benen zal zakken. Zijn armen hangen zwaar te bengelen. Zijn bril staat half op zijn neus en zijn ogen vallen bijna dicht. Wanneer hij spreekt hoor ik dat er geen kracht meer uit zijn stem komt. Beneden maakt hij teken en deelt hij dat ik er mag aanwezig zijn zolang ik wil en dat hij in een hoek op een rieten mat zal blijven tot ik klaar ben. ‘Ik ben moe, morgen het einde van de ramadan’, voegt hij eraan toe.
Ik heb het geluk dat het toerisme deze tombe niet op hun agenda plannen. De eerste tombe is een pareltje diep onder de grond. Het lichtspel, de stilte, de vele basrelief en de wachter die in slaap gevallen is maken het plaatje compleet.

Hmm, ik ben hier nu reeds een paar dagen en voel zo mijn lijf in balans komen. Mijn huidproblemen zijn ondertussen aan het verdwijnen.
Wanneer ik voor al deze immense schoonheid sta kan ik de grootsheid gewaarworden van wat niet zichtbaar is voor het oog. Dit land brengt me letterlijk in mijn volle kracht. Als een volle ‘ja’ om in het leven te staan, klaar om mijn volle potentieel te laten zijn. Als een kruis stevig geankerd in de grond met voelbaar een balans tussen het horizontale, de aarde en het vertikale, het hemels, gedragen door het hart, een roos.

En hoe raar het klinkt. Het is alsof de prinses in mij, het land van Aladin heeft ontmoet.
In dit land aanwezig zijn, Zien, niet met de blik van iemand die opgegroeid is in het westen, zie ik doorheen alle afval en ontdek ik niet enkel de schoonheid van de kunst, de cultuur ook deze van de mensen hier aanwezig. Want schoonheid is niet enkel wat we waarnemen, schoonheid is iets die veel verder reikt. Het is in de chaos de harmonie gewaarworden.

Klik hier voor meer beelden

Tomb Pabasa

Sneeuw

Ik steek de straat over en open de deur van een hotel. Twee metalen hulsels met een klepel in het midden laten horen dat er iemand is. De bel. “Bonjour, een koffie alstublieft”, vraagt ik met veel enthousiasme voor de nieuwe dag. Even enthousiast en met een zacht ogende blik zet de eigenaar een koffie.
Ik neem plaats naast de tafel waar Willy en Arsène ondertussen hun ontbijt nemen. “Hebben jullie heerlijk geslapen?”, vraag ik hen. “Ja hoor, niet teveel last gehad van mijn gesnurk?”, vraagt Willy. “Neen, absoluut niet. Ik denk zelf dat het mij ingewiegd heeft”.

Aan de contoir zit een fors gebouwde man. Aan zijn voeten stevige groene laarzen. Een groene broek in velour en een beige gilet met vele zakjes, handig om allerlei hebbedingen in te steken. Een draagbare telefoon rinkelt. De man neemt op “ja, vertel eens”, antwoord hij naar de andere kant van de lijn. Ik hoor ‘zoveel CC, de koe, de poep…’, een veearts. “Ahh, dit is eens wat anders van onderwerp dan de gesprekken aan de contoir in steden”, deel
Ik aan de eigenaar terwijl ik afreken.

Terwijl ik nog mijn spullen wat bij één steek, de ruimte die we hebben gebruikt in de gîte netjes achterlaat zijn Arsène en Willy reeds de deur uit richting het hart van de Aubrac, naar het kleine dorp Aubrac op een 1350m.

Vanuit Nasbinals gaat de weg al onmiddellijk bergopwaarts en al heel snel is sneeuw te zien. Ik hoor een venster openen, een hand wordt zichtbaar grijpt een luik vast en laat deze draaien op zijn as. Een man komt leunend over zijn vensterbank. “Awel wat heb jij moed om nu de weg te nemen. Pas op er ligt sneeuw bovenaan. Wees voorzichtig”, zegt de man met een welwillendheid. “Kondigt men regen aan?”, vraag ik de man. Met een deugddoende hoorbare neen vervolg ik mijn weg.

Een oneindige stilte is present over het sneeuwlandschap. Onder mijn voeten hoor ik de krakende sneeuw en af en toe eronder is het geluid van ijs hoorbaar. Op sommige plaatsen is de sneeuw vast genoeg om er in te stappen. De zon is aanwezig en zorgt ervoor dat het in witte weerkaatst en mij af en toe verblind. Mijn lippen voelen ruw aan, nooit bij stilgestaan dat ook in de winter een minimum bescherming voor de huid noodzakelijk is. In de verte komt er een laag grijze wolken aan. Oho, zou het weder dan toch veranderen! Gelukkig niet, ik zie de wolken mooi op mijn zijkant blijven en wandel verder traag en zeker de hoogte in richting de zon.
Op bepaalde momenten en totaal onverwachts zak ik in de sneeuw tot aan mijn knieën. Daar sta ik dan vast in de sneeuw. Hihi, en ook al is het fysiek pittig, mijn innerlijk kind weet er telkens met veel vreugde uit te komen. Het is als op een roetsjbaan waar men zo een op en neer beweging maakt, of wanneer ik als kind in de lucht werd gegooid en mijn buik voelde kriebelen.
En als ik dan ook besef hoeveel keer ik vandaag heb geknield, ik denk genoeg voor gans mijn leven.

In Aubrac hou ik een pauze na de intentieve wandeling. Een vrouw spreekt me aan, “Daar is de bar misschien open… . En zo niet ik heb een warm drankje met gember”. “Dankjewel ik ga even kijken.” Na wat rond draaien zet ik me neer op een stenen bank, trek mijn schoenen uit en broekspijpen. Sluit mijn ogen en geniet van de zon en lichamelijke rust. “Je hebt geen geluk geluk. Geen enkele bar is open. Heb je een drinktas dan schenk ik je iets warms in”, roept de vrouw. Op mijn blote voeten ga ik naar haar toe. Staan wat te praten en nemen verder elk onze weg.

Een kalfje volgt me in de weide. Ik praat er tegen. De boer komt mijn richting uitgewandeld en zegt, “Ik heb schrik dat ze je zal volgen. Het is haar eerste keer dat ze buiten is straks mag ik ze in St.Jacques halen!” Ik zal aan de binnenkant wandelen van de weg dan ziet ze me niet. De koe staat lager in veld. “Merci” en we steken de hand op.

De avondzon schijnt op mijn snoet. De vogel zingt zijn avondlied. Een licht briesje kondigt de frisheid van de avond aan. Het wordt wat kouder. Met een stukje verse gember en een wat vlottere pas stap ik mijn laatste kilometers. Even flits ik terug naar het moment dat ik in Bolivia was met kletsnatte voeten op de Salar d’Uyuni. Eenmaal de zon onder voelen de natte voeten ijskoud aan.
Gelukkige draag ik vandaag wollen kousen, nat of niet in beweging heb je altijd warm.
Aangekomen bij Nadège zie ik Willy en Arsène. Aan de openhaard in huiselijke sfeer delen we de avondmaaltijd.

Klik HIER voor bewegend beeld

Klik HIER voor meer beelden.

Joy

Na een uitnodiging om mijn ontbijt te nemen in de vergaderzaal van Nery en er mijn telefoon op te laden, vertrek ik richting Senlis.
Een lange rechte lijn van wel 12 km, onder de blakende zon met weinig tot geen schaduw kruipt al heel snel onder de huid en doet me vermoeid aankomen in het hartje Senlis. Gelukkig vond ik na die 12km ergens een kerkhof en een emmer om er even mijn voeten in te laten afkoelen zodat ook gans mijn Zijn er kon van meegenieten.
Ik denk dat het de eerste keer is op een pelgtimstocht dat ik spijt had van de gekozen weg. Ik koos voor Le Chemin d’Estelle in plaats van verder op de beboste en afkoelende GR 655 te blijven in Béthisy-Saint-Martin.

In Senlis klop ik aan bij het klooster van de Carmelitessen. Sœur Ann verwelkomt me. We hebben een gesprek rond intreden, gemeenschappen, de gebeurtenissen rond spiritueel misbruik… enz.

Ook Joseph en Gilles mag ik terug ontmoeten. ’s Avonds ga ik naar les complies, de laatste gezamelijke gebeden vóór het slapen gaan. In hun prachtig ecologisch, natuurlijk gebouwde kapel geniet ik van hun stemmen en gezangen.

Kort vóór het slapengaan wordt er aan mijn deur geklopt, Joseph. “Ik kom je dit brengen”, terwijl hij drie kinderbueno schenkt, “en je bedanken voor je praktische tips en het gezamenlijk delen gisteren”, zegt Joseph. “OH, merci, wat lief van je”, terwijl ik hem een zoen geef. Zo schattig!

Na Senlis nadert mijn weg richting de hoofdstad Parijs. Via het prachtig en vredig bos van Senlis ontmoet ik er Nasim en Salime. Twee jongeren, begin de twintig die een uitdaging zijn aangegaan met hun vrienden nl. Lille-Paris in vijf dagen. Dit is ongeveer een 50 km per dag. Beiden dragen zowat een rugzak van 20 kg op de rug. “We zijn onvoorbereid vertrokken. We hebben zelf nooit gedacht om het materiaal te verdelen over de twee rugzakken. Het alvast een goede voorbereiding want we willen volgend jaar Amerika te voet doorsteken…. We hebben ingezien hoe waardevol zo een weg is en dat het veel gezonder is dan uren achter het scherm te zitten waarin we ons zo kunnen in verliezen. Waar geen menselijk contact meer is en hoe alles oppervlakkig wordt”,delen ze met enthousiasme.
“Dankjewel voor jullie delen en deel jullie ervaring met jullie leeftijdsgenoten. Ze is zo waardevol”, zeg ik nog voor onze wegen scheiden.

Ik wandel langs het meer in het bos. Ik blijf er even staan. Het onderhuids verdriet die ik gewaar werd op mijn vorige tocht, vertrokken op bekken niveau en die ongecontroleerd over het ganse lichaam zich verspreide, komt in een ruk naar me toe. Deze keer gecentreerd ter hoogte van de plexus Solaris. Het is welkom ook al wordt ik gewaar dat ik er nog niet volledig hij kan. Ik laat verder gebeuren en blijf aandachtig bij de gebeurtenis.
Ik wordt gewaar en blijf in vertrouwen aanwezig zonder te willen vasthouden. Er vind zich een zachte innerlijke verandering plaats. Verdriet maakt plaats voor ‘Joy… en plots wordt het kristalhelder.
Iets overstijgt me waar ik volledig vertrouwen in heb en in dit vertrouwen, zal het zich aan mij tonen in tijd en ruimte wanneer het rijp voor me is en ik er klaar voor ben.

Ik stap stilletjes aan het bos uit. De vliegtuig geluiden worden frequenter. Een aangename en welgekome windbries is aanwezig.
Ik stap een restaurant binnen en bestel een maaltijd. Ik geraak aan de babbel met
André et Wenting.
Wanneer ik bij vertrek de rekening vraag, krijg ik te horen dat mijn maaltijd reeds betaald werd. Ik kijk verbaasd naar het koppel. “Het is om je te danken voor wat je ons bracht, je delen en ons dingen te laten inzien. Je bracht ons vreugde.”, deelt Wenting. Een fijne verrassing.

Een vrouw staat in haar tuin en vraagt of ik iets nodig heb. Ze vraagt of ik nog drinkwater bij heb en waar ik zal overnachten. Uiteindelijk eindig ik mijn avond bij haar in de tuin waar ik mijn tarp opzet. Bij Nicole. En terwijl Nicole nog een vergadering binnenshuis heeft, maak ik gebruik van haar badkamer, kruip onder de dons en val in slaap in mijn eenvoudig zalig nestje.

Hier een kortfilmpje en nog eentje

Hier nog wat beelden

En hier

Source de la Somme

La Somme rivière

Ik draag de hamer terug naar Christophe, de conciërge van het sportterrein. “Zin in een koffie?”, vraagt Christophe. “Graag, met plezier accepteer ik je uitnodiging.” Hij laat me zijn zelfgemaakte clafoutis proeven van de verse braambessen die hij gisteren plukte en met fierheid toont hij mij zijn huisje die hij eigenhandig en met smaak heeft vernieuwd.
We praten over de regio, de buurt.
” Dit was hier vroeger een heel rijke buurt waar textiel werd vervaardigd”,zegt Christophe. En wanneer ik later op de dag de rijk versierde architectuur en de grote herenhuizen zie, denk ik terug aan zijn woorden.

Langs de weg en voor de zoveelste keer hoor ik, “Heb je geen schrik in deze tijden, met al die halvegare.” “Meneer die zijn er altijd geweest, alleen komt dit allang en meer aan het licht. Gelukkig! Ik weet dat het bestaat, alleen krijgt het mijn aandacht niet. Op acht jaar ben ik nog nooit lastig gevallen geweest.”
Het is me opvallend hoe de inwoners uit deze regio niet enkel vriendelijk en open zijn, ook betrokkenheid is sterk aanwezig.

Terwijl ik wandel ga ik even naar mijn klein tasje waar de telefoon in zit. Met verwondering ontdek ik er nog ‘une bêtise de Cambrai’, een heerlijke lekkernij die ik kreeg van de dame in het toeristisch bureau in Le Cateau-Cambresis. Ik zie haar glimlach en openblik even terug voor mijn ogen.

Midden de velden blaast de wind langs mijn oren. Ik hoor het gedroogd gras onder mijn voeten. Een buizerd is hoorbaar in de verte. Aan de horizon een watertoren. Een groot afgemaaid veld scheidt ons van elkaar. Heel ver gromt de motor van een vliegtuig. Mijn voetstappen zijn duidelijk aanwezig en voelen wat zwaar, net als de zwoele temperaturen die als drukkend aanvoelend.

Aan la Source de la Somme (de bron van de Somme)in Fonsomme zet ik me even op een muurtje kijkend naar het tafereel die zich rond mij afspeelt. Twee jonge kinderen, zitten gehurkt op een steen naast de bron, spelend met een houten stokje in het water. De papa staat aandachtig te luisteren naar het bejaard koppel op een bankje onder de schaduw van de boom. Aan de andere kant een man en vrouw komen aangefietst. Leggen een stoffendiek op het gras en nemen samen een pichnick. Mijn favorite plaatje, een vrouw zittend op het gras, benen vooruit. Tussen haar knieën en haar schoot ligt een man met zijn hoofd op haar dijen, ogen dicht. In haar armen ligt een pasgeboren aan de borst. Al die verschillende taferelen doen me denken aan de schilderijen van Manet en als ik er nog wat klaprozen of andere kleurrijke bloemen zou aan toevoegen, een strohoed hier en daar – de mijne heb ik alvast op – zou er zo in een levend tafereel van Monet kunnen ontstaan.

En om verder te verdwalen in deze taferelen, geniet ik verder van de schoonheid aan de natuurlijke oevers van La rivière de la Somme. Een waar plezier aan pure schoonheid die de natuur ons dagelijks schenkt.

Hier een kortfimpje

Hier nog wat beelden

Matisse

Matisse

“Goedemorgen G. heb je goed geslapen?” “Ja, maar ik heb….”, terwijl hij met zijn handen teken maakt dat hij geweend heeft. Ik ga bij hem staan en leg mijn hand op zijn schouder terwijl ik hem aankijk, ” weet je G. tranen laten bloemen groeien.” “Dat is mooi, dat is mooi”, deelt hij terwijl hij verder de ochtendtafel dekt.
Bij het afscheid nemen aan de deur vraagt hij me, terwijl we elkander de hand geven, “wil je Jocelyne voor mij meenemen op de weg?” “Dit zal ik”, al knikkend, terwijl we allebei een hand op elkanders schouder hebben.

In afwachting tot het museum van Matisse opengaat neem ik plaats op een terras. Een potje koffie, mijn dagboek en met een deuntje op de belforttoren ‘prendre un enfant par la main’, geniet ik na van de rijke en warme ontvangst bij G. En de vele andere warme ontmoetingen op mijn weg.

Le Musée Matisse. Ik laat me meeslepen doorheen de zalen en hoe verder ik in de tentoonstelling kom, hoe meer de buiten wereld verderaf leikt te zijn. Obgeslorpt door de kleuren, de rijke woorden die me nieuwsgierig maken naar wie de mensen zijn achter het doek, de schoonheid van het aanwezige. Matisse, Picasso, Chagall…

Op een muur staat geschreven, met de woorden van Matisse na een belangrijke medische ingreep:” Vanaf nu, zal je verwezenlijken enkel waar je plezier aan beleeft zonder rekening te houden met wat anderen willen of eisen.” Ik dacht terug aan G..

Hieronder wat uitspraken uit de tentoonstelling, die trouwens een aanrader is.

‘-Il y a des fleurs partout pour qui veut bien les voir.
-Trouver la joie dans le ciel, dans les arbres, dans les fleurs.

  • Il faut regarder toute la vie avec des yeux d’enfants.

Henri matisse.’

Ik vertrek pas om 12u vanuit Le Cateau-Cambresis. Eerst even een bakkerij binnenstappen. “Waw, mevrouw wat een aangename verrassing om hier binnen te stappen. De jeugdige frisse kleuren raken de mens in hun jeugdigheid en vrolijken de mens op. Wat een aangename verrassing.”
Een bakkerij die nog in haar oorspronkelijke ‘jus’ staat zowel binnen als buiten. Opgefrist door haar persoonlijke ‘Touch’ van de dame.

L’étang de St. Crépin. Een terras. Een viswedstrijd, een grote treurwilg, schaduw, in compagnie met de hartelijke eigenaars.
“Madame ik wacht nog altijd op mirakels. Bestaat dit werkelijk”,vraagt een meneer die erbij is komen zitten. “Meneer alles hangt af van wat jij een mirakel noemt of ziet. Voor mij zijn ze er dagelijks, in de kleine dingen. Laten we onze wereld verkleinen en eens kijken op een vierkante meter in het gras wat er allemaal te zien is. We zouden versteld staan. Kleine mirakeltjes.
Neem nu ook als voorbeeld. Ik ben het museum van Matisse gaan bezoeken deze morgen. Het was verrassend mooi. Het circus van Chagall, de flora van Matisse, hun teksten… Voor mij een mirakel was daar buiten komen met de gewaarwording dat het kleine meisje in mij werd aangewakkerd, naar buiten komen met een innerlijke vreugde. Is dit geen klein mirakel!

In een straat wandel ik langs een peperkoekenhuisje. Een huisje met torentjes, half gehaakte gordijnen. Een tengere bejaarde man zit er binnen zijn omheining, op een rietenstoel met een boek in de hand midden zijn stoep en omringd door zijn kleurrijke, fleurrijke bloemen. Ik zeg hem een goedendag. Hij hoort me niet. Hij is volledig opgeslorpt door zijn stripfiguur. Voor zijn poortje sta ik wat stil, we zijn maar van een paar meter verwijderd van elkander.
De vroegere fotograaf in mij zegt ‘neem een beeld’ . Mijn hart observeert en laat de situatie tot zich komen zonder iets te ondernemen en laat zich onderdompelen door dit zachtlevend tafereel die zich voor me afspeelt. Ik stap verder zodat ik hem niet laat schrikken.

Op de ‘Allée des rêves’ in Bohain-en-Vermandois val ik in slaap na een dankbare dag vol kleur in alle vormen.

Hier nog wat beelden

Hier nog een kortfimpje

Ying-yang

7u30 er rinkelt iets…. het is ver… Hmmm, mijn wekker. Ik kom net uit een droom. Twee grote poezen, speels en wat lomp bewegend. Oh, neen het waren twee welpen (tijger). De ene wit met zwarte lijnen, de ander zwart met witte lijnen. Ze deden me denken aan het Ying-yang teken. Ik blijf nog wat liggen. Het is donker buiten.
Deze nacht ben ik wakker geworden door hartkloppen, ze voelde diep en verhinderde om terug de nachtrust te vatten.
Ik legde toen mijn armen breed en opwaarts… en toen… kwam de wekker.

Rustig maak ik me klaar. Mijn voetkussens voelen wat gezwollen. De blaar vooraan is opgedroogd. Een ander maakt zich klaar aan de andere voet. De twee kleine blaren aan de hiel op iedere voet voorzie ik van tape. Ik herinner me mijn vader die altijd tegen me zei: “denk aan je grote teen”, als ik ergens pijn had. En dat lukt… maar nu mag ik mijn aandacht op een anderpunt leggen. Ik neem de neus zoals in de ‘Vipassana’. Eigenlijk gaat het er hem gewoon om dat je je aandacht niet bij het pijnpunt houdt, zo verdwijnt de pijn.
En een blaar, ook al is het niet aangenaam, nadien komt de verharding een natuurlijk bescherming van de huid.

Ik ben me hier bewust dat ik met verschillende zaken te dealen heb, de warmte, het gewicht in de rugzak, café con leche, de kilometers en niet te vergeten de bergstreek, het soort ondergrond waar ik op wandel. Drie zaken kan ik niets aan veranderen. Wel het gewicht van de rugzak. Ik laat mijn nieuwe buitentent achter, meedragen tot een postpunt is niet te overwegen. Geld of zelfzorg, mijn keus is snel gemaakt. Zonder mijn voeten kan ik me niet voortbewegen.

De maan staat nog in haar volle glorie te schijnen boven de bergflank, daar waar het dorp tegen gebouwd is. Terwijl aan de andere kant de zon stilletjes aan tevoorschijn komt.

Een stevig klim komt me al snel in mijn keuze bevestigen. Blij dat ik mijn boventent achterliet. Aan de andere kant van het dal hoor ik een hond huilen. Ik probeer hem waar te nemen. Ik zie hem niet. Een tiental meters blijft zijn gehuil me volgen. Ik voel me machteloos.

Bij het afdalen in een andere vallei, in de rivierbedding, geniet ik van de schaduw van de eucalyptus, de populier en de struiken.

Een pauze in Nacimiento doet me goed. In plaats van een koffie probeer ik een ‘cerveza sin alcohol’. Ik strek mijn benen uit en val bijna in slaap. Ik krijg een bericht van Nelly ‘Abla’ nog 16 km’. Pff, probeer maar in het nu te leven.
In Dona Maria stel ik me de vraag, ‘hoe zit het hier met de bejaarden. Waar gaan ze heen, of blijven ze bij de kinderen wonen. Op het moment van mijn vraagstelling hoor ik muziek. Ik ga kijken. In een klein zaaltje volgen bejaarden turnles. Ze zwaaien.

Nog een paar kilometers en ik hou het voor bekeken. Genoeg voor vandaag. Mijn dag eindigt via een mooie olijfboomgaard met een wateririgatie systeem.
Bij aankomst voel ik terug de hartkloppen door gans mijn lijf… Rusten.

Jaune

PilPoil et Solinne

Samen met Solinne en PilPoil maken we een ochtendwandeling in het rustige dorp Unienville. Al vroeg in de morgen weet Solinne me het één en het ander te vertellen, een echte spraakwaterval. Wat een fijne meid.

In Amance splitst de GR654 (Vézelay – CAMINO Compostella) en de GR145 (VIA Francigena – Rome).

Aan een heel oude schuur, zie ik een greppel gegraven. Mijn nieuwsgierigheid doet me stoppen. Ik vraag een man wat hij doet uit interesse.
Momenteel ben ik een beweging aan het volgen om eventueel een klein stekje aan te kopen in Frankrijk. Ik zie wel, niets moet, alles kan. Benieuwd wat het me zal brengen.

Hier en daar mag ik op deze grijze dag geel zien in de tuinen. Hihi, als ik nog terug denk aan lang geleden, waar ik een allergie had aan het kleur geel in de tuin. Ik volgde zo een 25 jaar geleden een cursus tuinarchitectuur. Enkel roos, paars en wit mocht aanwezig zijn in mijn tuin. Liefs alles afgestemd en onder controle willen houden… Geel, o, neen. Ik koppelde dit als ‘ouderwets’.
Gelukkig is alles veranderlijk en in beweging en kan ik me vandaag niet meer inbeelden dat ik een in vakjes tuin nog zouden hebben… Zo puur mogelijk. Jaune soleil, jaune Lumière, jaune qui rayonne, jaune en moi.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Je vous souhaite des rêves à n’en plus finir
et l’ envie furieuse d’en réaliser quelques-uns.
Je vous souhaite d’aimer ce qu’il faut aimer
et d’oublier ce qu’il faut oublier.
Je vous souhaite des passions,
je vous souhaite des silences.
Je vous souhaite des chants d’oiseaux au réveil et des rires d’enfants.
Je vous souhaite de respecter les différences des autres,
parce que le mérite et la valeur de chacun sont souvent à découvrir.
Je vous souhaite de résister à l’enlisement, à l’indifférence et aux vertus négatives de notre époque.
Je vous souhaite enfin de ne jamais renoncer à la recherche, à l’aventure, à la vie, à l’amour, car la vie est une aventure, et nul de raisonnable ne doit y renoncer sans livrer une rude bataille.
Je vous souhaite surtout d’être vous, fier de l’être et heureux,
Car le bonheur est notre destin véritable.

Jacques Brel