Bolsena

Ondertussen ben ik vergeten hoeveel dagen ik samen met Jean-Paul wandel. Notie van tijd gaat vaak verloren op de weg….en dan nog eens in fijn gezelschap heeft het totaal geen belang niet meer.
Van Aquapendente naar Bolsena.
Bij het verlaten van de stad staat aan de andere kant van de straat een camera, een man en vrouw. De tv.
Men roept en vraagt of men nog eens zou willen terug wandelen.
Zonder zich vragen te stellen, keren we ons om en op een paar honderd meter worden we gefilmd voor TV.

De natuur is veranderd… het heuvellandschap met cypressen – wat typisch is voor Toscanië – is wat minder geworden.
Een lange kronkelende weg langs maïs en aardappelvelden. Een rustpauze.
Een prachtig zicht op het meer van Bolsena.
Een weg die ik in een mum van tijd heb afgelegd en al heel vroeg aan kwam in Bolsena.

Terwijl Pascal en Laurent naar het reisbureau zijn. Doen Jean-Paul en ik de boodschappen voir het avondmaal. En hoewel ik niet echt een verhalenverteller ben met wat eten we, hoeveel kilometer en de snelheid… Even een uitzondering.
Op het menu… Meloen en ham, salade met croûton en Geroosterde spek. Tomaten salade… Terwijl ik kook, dekt Jean-Paul de tafel ik tover nog een kaarsje uit mijn rugzak. Een gezellig diner in de Ostello.

Gebed

Abbadia San Salvator

Geen pelgrim die met zijn belletjes de andere pelgrims wakker maakt. Geen deuren die dicht bonzen door geen gebruik te maken van de klinken. Gewoon spontaan mogen ontwaken, zalig. Lang geleden.

In de loop van de dag deel ik aan Jean-Paul dat ik een engel zag deze nacht. Hij kijkt me aan.

“Je m’adresse à vous, mon Dieu
Car vous donnez Ce qu’on ne peut obtenir que de soi.
Donnez-moi, mon Dieu, ce qui vous reste,
Donnez-moi ce qu’on ne vous demande jamais.
Je ne vous demande pas le repos
Ni la tranquillité,
Ni celle de l’ âme, ni celle du corps.
Je ne vous demande pas la richesse,
Ni le succès, ni même la santé.
Tout ça, mon Dieu, on vous le demande tellement,
Que vous ne devez plus en avoir !
Donnez-moi, mon Dieu, ce qui vous reste,
Donnez-moi, ce que l’on vous refuse.
Je veux l’insécurité et l’inquiétude
Je veux la tourmente et la bagarre,
Et que vous me les donniez, mon Dieu,
Définitivement.
Que je sois sûr de les avoir toujours
Car je n’aurai pas toujours le courage
De vous les demander.
Donnez-moi, mon Dieu, ce qui vous reste,
Donnez-moi ce dont les autres ne veulent pas,
Mais donnez-moi aussi le courage,
Et la force et la foi.
Car vous êtes seul à donner
Ce qu’on ne peut obtenir que de soi.”

Vertelt Jean-Paul terwijl hij me aankijkt.” Tu c’est que c’est l’archange Saint-Michel le patron des para!”” c’est vrai ?! ”

Ontroerd door het gebeuren en wat ik te horen krijg.

(Een gebed voor de para geschreven door André Zirnheld.)

Abbadia San Salvatore

San Qiurico d’Orcia

Ik open het raam van de kamer… De straat lampen zijn nog aan. Kleine wolken hangen boven San Quirico d’orcia. Samen met Jean-Paul verlaat ik het dorp. Een lange tocht staat ons te wachten… 33 km richting Abbadia San Salvator.
Droge granen, klaprozen, malva, korenbloem en nog iets met een geel (plantnaam ontsnapt me), kleuren de border.
Een warmkleurige opkomende zon…de aarde kleurt werkelijk Sienna…
De weg is heuvelend afwisselend. Kleine dorpen.

In Bagno Vignoni nemen we even rust. Laurent vergezeld ons bij het ontbijt en verlaat ons ook snel. Ik geniet van het landschap en het samen zijn. We vinden elkaar in wat we delen en dit heeft een fijn gevoel. Het voelt goed.
Af en toe valt een stilte… “Elle est pas belle la vie !”, vraagt Jean-Paul. “Oh que si…!” We kijken elkaar aan. Een glimlach.
En zo gaat de dag verder en vliegen de kilometers voorbij…

Op een bepaald punt op de weg kiest Laurent- ondertussen terug bij ons – voor de oude Via Francigena. Jean-Paul en ikzelf kiezen deze van de app, een recente.
Een enorme wolk in de verte. Onweer opkomst.
Een afdaling… Een helling van jewelste… Zo eentje als je vooruit kijkt je gewoon op een muur kijkt…. een twee drie… een twee drie… En zo tel ik tot ik boven ben.

Een fors geblaf… Een witte grote hond rechts in de zijberm. ‘Un Patou’ een herdershond. Op mijn rechterkant schapen. Drie andere honden op mijn rechterkant… Wawwwww… Even voel ik mijn hart bonzen. “Ils faut j’aimais se mettre entre les chiens et troupeau”, zegt Jean-Paul. Oeps, Jah wat doe je dan als ze jezelf tussen hen plaatsen. Rustig blijven… Amai, wat ben ik fier op mezelf dat ik niet in paniek ben geschoten. De honden gaan richting de schapen… Het ontroerd me… Krachtig… De vier honden staan beschermend rond de schapen, eentje likt in de oren van een schaap. Een boeiende en leerrijke ervaring.

Ondertussen bijna tien kilometer in stijgende richting door bossen, langs velden… Mijn krachten geraken op… Eenmaal boven nog een drie kilometer in dalende richting naar Abbadia San Salvatore. Het onweer is opkomst… we beslissen om de weg te nemen en nemen geen risico. Aan de andere kant van de weg staat een wagen. “Tu vois la… Une voiture, elle nous attend”, zeg ik tegen Jean-Paul. Een man stapt uit en vraagt of we naar de Ostello gaan. Net op tijd… het onweert.

We komen aan in de Ostello. Plaats voor drie ipv voor vier, de hospitalière vond dat de vierde persoon op de grond moest slapen. Jean-Paul beslist om niet te blijven. Ik vergezel hem bij het zoeken naar een andere plaats. Uiteindelijk kiest hij voor een hotel. “Et si je prends aussi l’hôtel c’est peut être moins cher à deux, une serviette fraîche me ferais du bien”. We delen samen een hotelkamer. Verse lakens en handdoeken, dit zal genieten zijn. Ik ga even om mijn gerief in de Ostello… Bij het terug keren stap ik eerst even de crypté binnen van Abbazia San Salvatore.
’s Avonds praten we nog wat over het leven, de weg, het mystieke… Laat op de avond… gaat het licht uit. ..

Moeder Theresa

img_20180624_2139546220633472922708135.jpg

img_20180624_2141415244698398064256860.jpg

img_20180624_2148591558516652491593705.jpg

img_20180624_2144252422937924192629405.jpg

img_20180624_2153081969580565309630186.jpg

img_20180624_2151064582684174633322740.jpg

img_20180624_2152023344322723437544726.jpg

img_20180624_2151358830662183639603074.jpg

Ik verlaat de aangename Ostello van Ponte d’Arbia. De ochtendzon schijnt door het bladerdek. De graanvelden kleuren goudgeel.
In de verte stijgt een luchtballon met zijn opvallende regenboogkleuren.

Buenconvento… Een middeleeuwse stad-je ontwaakt terwijl ik al een uur genoten heb van het ochtendgloren. “Buongiorno,un caffè e una brioche crema per favore.” Mijn ontbijt halte. Verschillende mensen komen voorbij gewandeld de krant onder de arm.
Een man met rugzak, loopschoenen komt binnen gewandeld. “Buongiorno”, zeg ik hem terwijl ik hem aankijk. Geen reaktie.
Na een half uur vertrekt hij terug. “Buen camino !”, wens ik hem. Hij blijft verder de bar uitstappen vooruitkijkend… Gehaast.

img_20180624_2155043444844590759199209.jpg

 

img_20180624_2200358456520913640433075.jpg

Buenconvento

img_20180624_2158512282138329658124943.jpg

img_20180624_0735092316476078593090118.jpg

img_20180624_0731299158521781519304655.jpg

De laatste kilometers van gisteren is het landschap en zijn omgeving wat veranderd. Opvallend is de weinig hoorbare motorvoertuigen. Ik begin eindelijk Toscanië te appreciëren. Energetisch voelt het hier ook veel zachter, mag de natuur hier wat meer zijn eigen ding doen. De Italianen die ik ontmoet zijn terug wat opener, de vrolijkheid en openheid ontbrak wat de voorbije dagen.
En hoewel velen melden dat het deel Lucca tem Sienna het mooiste stuk zou zijn, ga ik hier tegendraads op in… als pelgrim heb ik niets aan souvenir winkels, massa restaurant, luxe, beton… Het neemt niet weg dat ik ”s morgens om zes uur wel kan genieten van het midden van een oude stad. Dan pas is ook zichtbaar wat zichtbaar mag zijn.

img_20180624_0703554084944093519702399.jpg

img_20180624_213021999798060982423363.jpg

img_20180624_2201025184586723401771439.jpg

img_20180624_2130517166817027595576707.jpg

img_20180624_1342154360196014070983422.jpg

img_20180624_134414676362671670826189.jpg

 

 

Op een helling haalt een pelgrim me in. Dezelfde man die ik gisteren in een kort moment op een terras heb gezien. En waar ik toen een gevoel had hij niet zomaar een passant was.
“Bonjour!” Hij kijkt me aan “Bonjour”. Aan zijn uitspraak hoor ik dat hij een Fransman is.
We blijven contact nemen en al heel snel wandelen we in hetzelfde kadans verder richting
San Quirico d’orcia. En zonder we het weten en de tijd voorbij hebben zien gaan komen we rond de middag aan San Quirico.
De kamer wordt gevuld niet meer met drie pelgrims, wel met vier.

Een bezoek aan de stad, een geslenter door de straten… een terras… Terwijl de drie andere pelgrims op een terras zitten met hedendaagse muziek boven het hoofd. Kies ik voor een rustig terrasje buiten de muur van de stad en… een minder groot gat in mijn budget. Na een kwartier vergezel ik hen terug.

In de collegiate dei Santi Quirico e Giullata staat een prachtig vermoedelijk wassenbeeld van Moeder Theresa. Ik kan mijn kijk niet vrij maken van het beeld. Hoe langer ik ze aankijk hoe beter ik kan zien dat een traan uit haar linker oog komt. Bijna echt.

 

img_20180624_1348238367588014762429017.jpg

img_20180624_1347455557999819330344086.jpg

img_20180624_1346236145849813880696077.jpg

img_20180624_2127342671014502667278324.jpg

San Qiurico d’orcia

img_20180624_2127088066565899692893869.jpg

img_20180624_1507322767995725374286269.jpg

img_20180624_212648192335220942269161.jpg

 

 

 

 

 

img_20180624_1608511269058181782046206.jpg

img_20180624_1620401508718283242839249.jpg

Ponte d’Arbia

 

Zes uur ik verlaat Sienna via de immense stadspoorten in neerwaartse richting. De grootstad slaapt nog. De afvalgeur van de ophaalwagen vergezeld me een paar meter.

Tien kilometer – lees een halve dag – stappen is noodzakelijk om beton, hacienda, asfalt, industrie achter me te laten.
Voor ik een looiend landschap met grassen en tarwe in stap komt een auto aangereden.
Een hoogbejaarde vrouw, vermoedelijk klein van gestalte en wat doorgezakt in de zetel. Ze steekt haar hand op. Een grote glimlach, wat ontbrekende tanden. Een hand waarvan de vingers afwisselend zich strekken en terug de handpalm raken… Een teken van goede dag. Het raakt me. Een gebaar van amper enkele seconden. Een waardevol contact.

Mijn mama… via messenger… een verhaaltje… het eindigt met ‘voilà ik heb een beetje in je plaats geschreven’ Ze brengt me aan het lachen en het doet me terug denken aan de momenten wanneer ik als kind kwaad was en niet wilde toegeven. Dan zei mijn mama altijd ‘fait risette à maman’. Dan kwam ze gewoon voor mij en de manier waarop ze het zei daarmee kreeg ze me altijd aan het lachen.

Pas na vijftien kilometer mag ik het gras en de aarde eindelijk terug onder mijn voeten voelen op een oneffen pad. Genieten van de stilte die natuur met zich meebrengt. Zalig!
Vlinders fladderen om me heen. Voetsporen van everzwijnen. Korenbloem. Een veld van zonnebloemen. Het gekraak van een haan.
Rond de middag kom ik aan in Ponte D’arbia. Ik breng de namiddag door op terras met Pascal en Laurent.

’s Avonds maak ik een piperade klaar en een heerlijke tomatensalade voor Pascal en mezelf.

 

 

 

 

 

 

 

Geen inspiratie

San Gimignano

Momenteel heb ik niet zoveel inspiratie om te schrijven. Het lukt me niet om in tekst meer te zetten… dus het zullen beelden worden.

Voor de rest gaat het goed met me… ondertussen weet ik van mijn mama dat het nog een 240 km is naar Rome…Ik hoop wel op wat zachtere wegen.

Ik wens jullie allen een fijne avond, liefs Jasmine

Monteriggioni

Tuscany

Vier dagen reeds in Toscanië…gisteren was de eerste dag dat ik het landschap wat kon appreciëren. Een waw gevoel heb ik hier niet. De momenten waar ik het meest ervan kan genieten is ’s morgens vroeg rond zes uur, dan schijnt de zon nog niet hard, nadien is alles platgebrand.
De natuur waar ik het meest van hou is deze van de bossen, puur, waar de mens er zo weinig mogelijk zijn hand in plaatste. Iets wat ik niet terug vind in het Toscaans landschap, integendeel. Het is voor mij eerder net een levend schilderij.

Langs de weg midden de velden komt een man aangewandeld. Hij vraagt me iets in het Italiaans, waarop ik niet op kan antwoorden. Uiteindelijk begreep ik dat hij vroeg waar ik was begonnen, “Lucca-Siena?” “No-no… België-Roma.” Het dringt niet onmiddellijk tot hen door… tot… “och, België-Roma”!, zegt hij verwonderd. Hij haalt er zijn camera bij “photo, Selfie”. Voilà, vereeuwigd in Italië.

Het aankomen in toeristische steden vind ik geen pretje. De oude burchten, steden, dorpen met hun ruwe stenen zijn gevuld met souvenirwinkels of kledingszaken. Door al dit gaat de uitstraling van de pittoreske dorpen verloren. Als pelgrim op stap ontdoe je van al wat souvenir, kleren, onnuttige zaken. Het heeft ook geen enkele diepe waarde aan je weg, of toch, je doen aanvoelen en bewust laten worden wat je fundamentele waarden zijn in het leven. En dat je daarvoor geen materie voor nodig hebt.
Wat ik wel niet heb kunnen laten is… een ijsje van de zogenaamde beste ijs van de wereld in San Gimignano. Ik heb ze dan ook allebei uitgetest en bij de beste er nog eens een dubbele gegeten ‘Santé mama’ thx voor de tip 😉

Ik kan me wel voorstellen dat je, wanneer je hier op vakantie komt, komt ontvreemden, dat het in de smaakt valt.
In San Gimignano is het de tweede keer dat ik zou moeten betalen om een kerk binnen te gaan. Heel bizar en vreemd voor Italië, zelfs een pelgrim dient te betalen. Als je dan vraagt of je ook moet betalen om te bidden (lees in stilte mediteren 😊) dan kan je binnen, wel onder escorte en controleert men je om de haverklap.

Samen

Ondertussen ben ik al vier etappes verder dan Lucca.
Altopasso, San Minato, Gambassi en San Giminiano.

In een bar vraagt men of ik een ‘timbre’ wens, een stempel in de credential. Zelf ben ik niet iemand die op jacht ga naar stempels, maar als de mensen mij met fierheid vragen om die erin te plaatsen, kan ik hen dit geluk niet ontnemen. Je ziet de mensen zo opfleuren. Zalig toch!

De pelgrims zijn vertienvoudigd sedert Lucca. Volgens velen zou dit een mooi stuk zijn tot aan Siena. Het voelt wat vreemd om plots zoveel wandelaars te ontmoeten terwijl ik weken alleen op de weg was. De pelgrimsherbergen vullen zich dan ook heel snel.

In Altopasso hebben Laurent en Pascal de autobus genomen naar San Minato. Minder fijn voor hen, wel fijn te zien hoe Pascal aan zelfzorg doet. Rust zal het been en ontsteking heel goed doen. Dit is trouwens het ene wat je kan doen… rusten… in tegenstelling tot velen die onder pijnstillers, ontstekingsremmers de weg toch maar verder zetten. Soms met grote gevolgen nadien…
Het is echter niet het eindpunt van een pelgrimstocht die belangrijk is, wel wat je onderweg mag ontvangen en leren… en vooral wat je ermee doet en hoe je ermee omgaan.
Wandelen is echt een heel goede manier om te leren zorg dragen voor lichaam en geest.

De weg gaat golvend over de heuvels van Toscanië. Geen bomen om af te koelen, harde ondergrond.
In het stijgen neem ik kleine stapjes en duw ik me af op mijn wandelstokken. Dit zorgt ervoor dat mijn benen wat gespaard blijven. Mijn armen integendeel hebben wat meer werk. Straks krijg ik nog oksel of borsttendinitis 🙂 .

In San Miniato heb ik voor de tweede keer – en dit in vier jaar pelgrimeren – samen een avondmaal genomen met ongeveer tien andere pelgrims.
En hoewel ik in de dag alleen wandel ontmoeten Pascal, Laurent en ik elkander op dezelfde plaats ’s avonds. Het is zelf zo dat ik samen met hen op voorhand een plaats reserveer in een herberg voor de dag nadien en we samen de rest van de dag doorbrengen. Ik denk dat het zal onweren binnenkort 😉
Ik zal nog moeten geloven dat ik een’ echte’ pelgrim aan het worden ben volgens de zovele hedendaagse regels, wetten, etiketten die er gecreëerd werden op de weg… Of aan wat ern pelgrim moet voldoen… Hmmm, psst geen paniek Jasmine is er nog altijd.

Omwenteling

Zes uur… de zon komt de kamer binnen. Ik pak mijn rugzak in. De geur van koffie… een lange houten tafel met banken. Een openhaard. Een ontbijt in compagnie met een jonge Italiaan uit het noorden. Pascal en Laurent (de Franse pelgrims) staan klaar om te vertrekken. Buen Camino. Een half uur later volg ik hen.

Ik voel me in een totaal andere energie. Fris, nieuw, luchtig alsof ik me volledig heb ontdaan van de laag die de laatste voorbije twee dagen rond mij was.
Het stappen verloopt vlot. Hoewel de asfalt nog voortdurend aanwezig is, zijn gelukkig de wagens minder geworden.

In de verte links voor mij… Pascal en Laurent… Na een vijftien minuten ben ik bij hen… Pascal heeft problemen aan zijn scheenbeen. In het eerst volgend dorp wacht ik hen op. Een bar. Mijn handen komen naar elkaar, vingers gestrekt… De ene hand haaks op de ander maak ik de beweging ‘time-out’. Een ‘ja’ geknik.
“Tu veut que je te mais de la pommade ? “, vraag ik Pascal. Hij knikt. Ik wrijf zijn scheenbeen in met Traumeel… In de hoop voor hem dat het mag helpen.

In dezelfde straat spreekt een man ons aan. Het pelgrimshuis van het dorp Valpromaro. Een uitnodiging volgt. Een weldoende verwelkoming op de weg. Een pelgrimshuis ‘dans ‘l’ esprit du chemin’ en niet enkel het huis, ook de hospitalièro’s. Blij van hen hier te mogen ontmoeten, na Vercelli zijn zij de tweede op de Via Francigena die ik ontmoet tot nu toe.
Tot tweemaal toe komen er signalen ivm rust en tendinitis. Ik kijk Pascal aan en stel me de vraag wat hij met de boodschappen zal doen. Zou hij er zich bewust van zijn? Zou hij ze gehoord hebben! Benieuwd.
Na deze deugddoende halte en gelijkgestemden te mogen ontmoeten, stappen we verder.

Ik neem mijn eigen ritme aan en laat Pascal en Laurent achter me, richting Lucca.
Ik voel me bruisen van energie en creativiteit. Vreugde stroomt door mijn lichaam. Een gevoel van ‘un nouveau élan’. Een duidelijk zichtbare weg, ‘Ik ben er klaar voor…’ Verschillende boodschappen komen naar me toe en mag ik ontvangen.
Een omwenteling… wordt vervolgd.

Chiesa die San Michel

Piazza Anfiteatro