Automne

‘De pelgrim’ – Louis Rochelet

Ik verlaat Bergerac na twee dagen bij vrienden te zijn geweest. Een tekening van Louis vergezelt me verder op de weg ‘de pelgrim’. De weg gaat langzaam omhoog richting Monbazillac; van hieruit heb ik een schitterend uitzicht op Bergerac en le Périgord. Het is zonnig. De natuur is stil. Weinig tot bijna geen gemotoriseerde voertuigen. Tussen de velden van wijnranken door brengt de GR6 me van dorp tot dorp.

De natuur begint hier te veranderen van kleur.
Boeiend om te zien hoe de bomen en struiken via kleuren aantonen hoe de energie aanwezig is in de herfst. Van groen naar geel, oranje en dan rood om dan de bladeren af te geven aan de aarde. De energie gaat in beweging om richting de wortels krachtig en stevig te worden en om zich dan te kunnen ontvouwen naar de lente toe met een brede, krachtige bodem. Wat een prachtig voorbeeld van transformatie. Dalen om nadien terug te kunnen stijgen in continuïteit en evenwicht. Naar binnenkeren en integreren om pas nadien met een stevige basis naar buiten te komen. Geven en ontvangen.
Over de velden hangt een fel wit licht dat de kleuren nog meer tot hun recht laat komen. Een bijzonder lumineus licht dat vreugde brengt en dat ik niet in beeld kan brengen. Ik laat het tot mij komen.

Aangekomen in een dorp volgt een hond me op de weg. Wat een lieverd.
Ik bel aan. Een vrouw doet open en helpt me met een overnachting. Ik kom terecht in een koeiestal omgetoverd tot luxe slaapkamer en badkamer. Een zakje met avondmaal wordt voor me klaargemaakt. Een rustige avond alleen met een boekje. Deugddoend.

‘Automne il pleut des feuilles jaune,
Il pleut des feuilles rouge,
L’éte va s’endormir,
L’hiver va venir,
Sur la pointe de ses soulier gelee

Marie chatbouton

Bergerac

Een dikke laag ochtendnevel hangt boven de velden. Het is fris. De natuur tovert met kleuren en contrasten. Ik sta vol bewondering te kijken naar wat moedernatuur me dagelijks schenkt. De natuur is toch wel iets heel bijzonders. Meters spinnenwebben komen tevoorschijn. De opgedroogde maïs is als een veld vol goud. De mist danst door de struiken en bomen. Ik blijf even staan om van deze pracht te genieten. Vreugde zindert door heel mijn lichaam.

Een paar meter onder mij wandelt een vrouw, halfgebukt, in het bos. ‘Je suis curieuse, madame, c’est du buis dans votre main?’ vraag ik, verrast door de rups. ‘Non, madame, c’est une plante qui reste jolie jusqu’à Pâques,’ antwoordt ze. De vrouw probeert dichterbij te komen om de plant te tonen. ‘Attendez, madame, je viens à vous,’ zeg ik terwijl ik me een weg baant tussen de bramen. ‘Si mes enfants me voyaient ici, ils me gronderais,’ zegt ze naar mij kijkend. ‘Je crois qu’ils auraient raison. Merci et soyez prudente,’ antwoord ik terwijl ik terug omhoog naar de weg ga.

De zoete geur van de den, vrijgegeven door de zon, is prettig aanwezig.
Ik herinner me de weg hier nog goed. Drie jaar geleden was dit een deel van mijn route naar Compostella. Een slang, een boom, een halte, een bar (gelukkig nu open), en nog veel meer. Ongelooflijk hoeveel onze hersenen kunnen onthouden.

Ik stuur een bericht naar Anne-So dat ik vanavond in Bergerac aankom.
Voor ik verder ga, zoek ik kastanjes; die neem ik mee als geschenk voor Louis en Octave.

Eglise Saint-Jacques Bergerac

Een gedichtje van Louis:

‘La sorcière Augustine prépare
dans sont grand chaudron.
Une patte à bonbon.
Elle y mais des aubergines,
du poivre, des cornichon,
quatre mandarine,
trois beau potiron,
des fleures d’aubepine,
deux limaçon.
Les cousines de la sorciere Augustine adore les bonbon ratatouille a la sauce citrouille.

La Réole

image

27 mei – Ik wandel nog even door de historische stad van La Réole. Over de brug ben ik na een klein half uurtje wandelen terug in de natuur, tussen hoge aangelegde populieren bossen. De wijnvelden zijn plots verdwenen en hebben plaats gemaakt voor de maïsvelden.  Wat geniet ik van de zon. Kilometers verderop een dorpje met een Saint Antoine kerk. Ik ga binnen. Ik draai me om, in het tegenlicht zie ik de vorm van een persoon, Patrick. Naast de kerk is er een pelgrimstafel en stoelen. Samen delen we deze  rustige plaats. Via een mooi gerestaureerd brugje vertrekken we terug en delen we verder de weg. We geraken even de weg kwijt. Het laatste stuk is een geploeter doorheen de modder en via korte en hevige stijgingen. Op een half uur van Bazas stapt Patrick verder naar de office du tourisme voor de sleutel van de refuge. In Bazas zie ik een koppel de straat oversteken “Pardon madame,  c’est le chemin pour le centre ville”? “Oui, oui et ent vous attend et il y a de la place”, weten beiden mij te vertellen.  Op de markt aangekomen, een terras,  een stoel ‘et oui il y a de la place’ aan de tafel van Patrick. Ik plof me neer.

Le popcorn de Thierry

image

24 mei – De weg roept me. Snel krijg ik het ritme terug van de camino. De buizerd komt me een goede reis wensen. Via de Dordogne naar de wijnvelden.  De tocht is zwaar en afwisselend. Stevige hellingen. Door de vele onweersbuien is de grond in de wijnvelden modderig. De klei blijft stevig aan de schoenen kleven. Uit de velden komt een kleine hond naar me toe lopen. Hij heeft een zware ketting rond zijn nek en vind het plezant zijn scherpe tanden te laten tonen. Ik bescherm me met mijn wandelstokken. Ik sta ter plaatse te draaien door de snelheid van de hond. De eigenaar kan net zijn hond in bedwang houden.
Verderop kom ik aan een overstroming. Blootsvoets steek ik het riviertje over. Fris en deugddoend. Ik vergat bijna de popcorn van Thierry.  Met mijn hand grabbel ik in de zak popcorn. Ik draai me rond en zie het mooie landschap rond me. Een 360° cinema.

Bergerac

A wooden trellis adorned with blooming pink roses against a stone wall, featuring a pink door below. Fotografie Jasmine Debels
A charming wall surrounded by blooming roses

22 en 23 mei – Een dagje rust bij Anne-Sophie (collega fotograaf, auteur van het boek ‘Souvent, Régine oublie’), Thierry en de kinderen, Octave en Louis, werd een twee daagse rust. Anne-Sophie ontmoette ik vorig jaar voor de eerste keer in Barrobjectif. Een fijne 2-daagse met een bezoek aan Locale 26 waar het onderwerp fotografie niet ontbreekt. Een boeiende voordracht over archeologie. Genieten van het samenzijn met de kinderen. Gezellige babbels. Boodschappen met Thierry in de supermarkt waar ik met grote ogen sta te kijken naar zijn efficiënte manier van winkelen. Aan de kassa aangekomen vraagt hij me of ik zin heb in popcorn. Ik zie in zijn ogen het plezier van het ‘kind’ in hem om het klaar te maken. Ik kan dit hem niet ontnemen. Hij rent door de winkel heen en terug met een grote glimlach. Ik geniet van dit te mogen zien. Mijn voeten hebben er deugd van om te rusten en gelukkig verdwijnt de zwelling. De kinderen ophalen van school en bij het naar huis rijden horen we Octave zingen uit volle borst: ‘Aleluia, alleluia. Il y a de la joie dans mon cœur. Aleluia je chante pour toi.’ We eindigen met zijn drieën uit volle borst. Het was een fijn samenzijn en weerzien.

Bienvenue

21 mei – Met droge kleren verlaat ik het hotel waar ik van een goede nachtrust heb mogen genieten. Af en toe laat de zon zich zien. Haar warmte is voelbaar op de huid. Na een waterpartij zie ik een pijl om
links af te slaan. Ik twijfel. Ik neem een weg op een pas afgemaaid graspad. Ik zet een stap en nog voor ik mijn voet neerplaats schreeuw ik een vloekwoord uit. (Sorry St. Jacques). Nog 10 cm lager en ik plaatste mijn voet neer op een slang. Ik schrok van haar, zij van mij. Terughaalt een slang mij uit een ‘dwalende gedachte’. Ik denk terug aan mijn twijfel en keer terug op mijn stappen. ‘Just’ de pijl werd te vroeg geplaatst. Nog voor Bergerac kom ik langs twee mooie, pittoreske dorpjes. Ik hou halte. Eén dorpje heeft een kippenkwekerij. De kippen lopen er vrij rond in het dorp tussen de huizen, in de tuinen en bossen. De regen van gisteren heeft de weg modderig gemaakt. De grond blijft aan mijn voeten kleven. Wanneer ik Bergerac binnenkom, loop ik ongeveer bijna twee kilometer doorheen een mooi aangelegd park. Grijze wolken, ze worden donkerder. Ik zie twee lagen wolken naar elkaar toegaan en besef dat ik nog weinig tijd heb om mijn regenvest aan te trekken. Net de rugzak op en het begint goed te onweren. Mijn inschatting was juist. Het enige wat ik kon doen, is in de struiken in achterwaartse beweging verdwijnen. Daar sta ik dan voorovergebogen, leunend op mijn wandelstokken met mijn poep in de struiken. Zelfs deze houding beschermt me niet van de hevige regen. Een uur later kom ik aan bij Anne-Sophie en Thierry. Aan de deur hangt ‘bienvenue Jasmine’. Ik word verwent met een warm bad en lekkernij.